maandag 28 september 2009

projectbesluit Mariëndaal

In zijn weblog maakte Jacques Leurs gewag van een besluit in de B&W-besluitenlijst van 15 september. Mij viel in die lijst een ander besluit op nl. dat over het verlenen van een projectbesluit inzake Mariëndaal. Aan dat besluit is voor een bedrag van € 278.617 aan leges verbonden. Dat is een leuk bedrag aan inkomsten. In het besluit staat ook vermeld dat die leges pas zullen worden geïnd als het bestemmingsplan is aangepast. Een gevraagd voorschot van € 220.000 wordt terugbetaald. Dit is op grond van bepalingen in de nieuwe wet RO die sinds 1 juli 2008 van kracht is. Wat er niet bij staat is dat volgens diezelfde wet de leges volledig vervallen als de bestemmingsplanwijziging niet binnen 1,5 jaar door de raad is vastgesteld. En dat geldt voor alle plannen waarvoo een projectbesluit nodig is, zoals de binnenstad. Er staat dus een flinke boete op het niet tijdig gereed hebben van bestemmingsplannen. Iets voor de raad om goed in de gaten te houden.

donderdag 24 september 2009

Besluitvormende vergadering 22 september 2009

De wereld en speciaal Grave zullen als gevolg van deze vergadering weinig veranderen. Soms denk ik dat de raadsleden beter samen naar een therapiesessie kunnen gaan dan een raadsvergadering houden. In het inmiddels donkergrijze verleden kende de gemeenteraad de sherrykuur als middel om plooien glad te strijken.
Op de agenda van een besluitvormende vergadering staan A en B stukken. Het is de bedoeling dat over A-stukken niets meer wordt gevraagd en niet wordt gediscussieerd. Dat weerhield fracties niet om toch vragen te stellen over de wijziging van het bestemmingsplan buitengebied en opheffen van de provinciale welstandszorg. Die vragen hadden geen invloed op het besluit en hadden net zo goed of beter in de voorbereidende vergadering aan de orde kunnen komen. Achteraf is mij gebleken dat in Grave, tegen de bedoeling van het dualisme in, de wethouders hun voorstellen toch in de raad mogen verdedigen. Dat belemmert wel de inhoudelijke discussie tussen de fracties. Nu heeft de raad van Grave zo te zien meer behoefte aan onderling gekissebis dan aan inhoudelijke discussie. Veel verschil met het verleden is er niet. Toen is het ook nooit gelukt te voorkomen dat de raadsvergadering voor een deel een herhaling werd van de commissievergaderingen.

Ik blijf van mening dat wethouders bij de besluitvormende vergadering niet aanwezig mogen zijn. Behalve natuurlijk als zij zelf onderwerp van gesprek zijn en dat was deze keer het geval. Wethouder Opsteegh begon de discussie met ruiterlijk te erkennen dat hij niet slim had gehandeld en bood excuses aan. Daarmee was de angel er natuurlijk uit. Een paar fracties uit de oppositie probeerden nog wel de aanval op de wethouder voort te zetten, maar gelukkig gingen de meeste fracties snel over naar de vraag of de raad van Grave wel verstandig omgaat met vertrouwelijkheid. Nee dus. Het heeft geen zin iets in het geheim te bespreken, terwijl het onderwerp door even te googlen in alle aspecten op het beeldscherm verschijnt zoals Koevoets aantoonde. Het is dan ook goed dat daar -en hopelijk op niet al te lange termijn- een discussie aan wordt gewijd. Een vorige maal heb ik al betoogd dat vertrouwelijke raadsvergaderingen uitzondering moeten zijn. Dat bereik je niet door vertrouwelijke vergaderingen te boycotten. Verbeteren doe je van binnen uit. In dit geval was de boycot zelfs ironisch. Want als er één zinvolle vorm van een vertrouwelijke vergadering is, is het wel die waarin vertrouwelijkheid wordt opgeheven. En dat was hier het geval. Gelukkig is de vertrouwelijkheid over de wensen van de Raad voor de ontwikkeling van het “Hart van Grave” nu opgeheven en mag een raadslid rustig zeggen of hij of zij het carillon wil handhaven om maar iets te noemen. Nu ik over die lijst van uitgangspunten beschik bleek mij weer dat alleen de raadsleden van die vertrouwelijkheid last zullen hebben gehad. Daar stond nu echt niets nieuws in.

Ik heb het pand verlaten alvorens de andere punten uit de vertrouwelijke vergadering aan de orde kwamen.

donderdag 17 september 2009

Voorbereidende vergadering 19 september 2009

Deze vergadering stonden vooral het AZC en de loswal in de schijnwerper. Over die onderwerpen is een apart artikel gewijd. Er was nog een drietal zaken die mij opvielen. daarover hier mijn commentaar.

Spreekrecht

Een vertegenwoordiger van de wijkraad vroeg aandacht voor de parkeerplaats bij de Sprankel en Jumbo. Al eerder heb ik hier aandacht aan besteed. Ik constateerde daarin dat deze verbetering kan worden beschouwd als een noodzakelijk gevolg van de uitvoering van eerdere werkzaamheden. Het college kan daarom direct tot uitvoering overgaan. De kosten worden ten laste van dat project gebracht. Dat leidt waarschijnlijk tot een overschrijding van het budget van dat project en daar zal het college verantwoording over moeten afleggen en dat is wel even moeilijk. Deze benadering is binnen college en raad kennelijk niet in overweging genomen. Er kwam nu uit dat het plan wel uitvoeringsgereed is en dat er nu subsidie is aangevraagd, maar dat de raad geld beschikbaar moet stellen voordat de verbetering kan worden uitgevoerd. Jacques Leurs vond in zijn weblog dat de wijkraad met het pleidooi een succes boekte. Mijn idee is dat de wijkraad weer met een kluitje in het riet werd gestuurd. Dat de raad geld beschikbaar moet stellen is geen nieuws. Zoals de wethouder zelf al stelde is dat juist de taak van de raad en dat moet nu bij de begrotingsbehandeling gebeuren. Daarmee ben ik meteen bij het volgende aspect.

Financiële zaken

Op de vraag naar de kosten van de loswal werd ontwijkend geantwoord. Toch zal de raad moeten weten hoeveel geld er beschikbaar moet worden gesteld. Hier wreekt zich weer het feit dat de raad geen duidelijke kadernota heeft vastgesteld. Daarin had een lijst van uit te voeren projecten kunnen zijn opgenomen met een totaal beschikbaar budget (nu is er slechts een lijst met projecten waar geen geld voor is). Dat past ook in de taak van de raad om te besturen op hoofdlijnen en de details aan het college over te laten. Het door wethouder Bos aangedragen probleem dat door nu de kosten van de loswal bekend te maken de aanbesteding wordt gefrustreerd zou dan niet aan de orde zijn. Overigens kun je bij de opmerking van de wethouder ook nog wel wat kanttekeningen zetten. Allereerst kun je in de kredietaanvrage zorgen voor een verschil tussen budget en raming van de aanneemsom. In het verleden was het voorzichtig zijn met ramingen gebruikelijk omdat inschrijvers veelal overleg pleegden alvorens in te schrijven. Tegenwoordig mag dat niet meer en daarmee is die noodzaak weg. Als de opdrachtgever zorgt voor een goede raming kan die zelfs als maximum worden beschouwd en is bekend zijn van dat bedrag juist een voordeel. En laat dat nu net de methode zijn die wordt gevolgd bij de aanbesteding in het kader van de WMO die ook nog even ter sprake kwam. In de voorwaarden wordt een maximum inschrijvingsbedrag genoemd! Overigens moet die aanbesteding nog plaatsvinden. Uit de opmerking van wethouder Opsteegh dat de inschrijving in het Land van Cuijk niet beneden de kostprijs lag in tegenstelling tot die elders had ik begrepen dat de aanbesteding al had plaats gevonden.

Zoals hierboven vermeld vindt de discussie over het beschikbaar stellen van geld voor de parkeerplaats bij de Sprankel plaats in het kader van de begroting. Datzelfde geldt voor de brug in Escharen en de loswal en wie weet voor welke andere zaken. Dat zou niet zo erg zijn als de begroting zou gaan over het verdelen van beschikbare gelden. Dan kun je nieuwe zaken aanpakken zonder oude te stoppen. Helaas heeft de wethouder al laten doorschemeren – zeg maar gerust luidkeels verkondigd- dat de begrotingsbehandeling vooral moet gaan over bezuinigingen, schrappen van uitgaven dus. En dan is beginnen met het aandragen van nieuwe projecten die om nieuw geld vragen niet zo’n leuke start.
De begrotingsbehandeling zal daarom dan ook veel voorbereiding vragen van de fracties en daarvoor moeten ze de gegevens tijdig hebben om via overleg met de achterban prioriteiten te kunnen stellen. En dat brengt me bij het derde onderwerp.

Communicatie

Opvallend was dat noch bij de bespreking van de loswal noch bij die van een toekomstig AZC publieksvoorlichting ter sprake kwam. En dat mag in de huidige tijd en gelet op de uitspraken van raad en college toch merkwaardig worden genoemd. Daarnaast is herhaaldelijk sprake van communicatiestoringen: bij het MFC zelfs zodanig dat het bestuur van Quadrant is afgetreden. Ook deze vergadering moest excuus aan het participatieplatform worden aangeboden omdat het niet was geïnformeerd over de aanbesteding.
Ook de wijze waarop burgers invloed uit kunnen oefenen op raadsbeslissingen is verre van optimaal. Dat heeft te maken met de planning van de raadswerkzaamheden die inbreng via de politieke partijen nagenoeg onmogelijk maakt.
Het spreekrecht bij raadsvergaderingen is ook sterk beperkt. De beschikbare tijd is daarin vanzelf zeer beperkt en de inbreng blijft beperkt tot een betoog en beantwoorden van mogelijke vragen. Een gesprek met de raad kun je dit noemen. Wat dat betreft was de situatie met de commissies uit het verleden beter. Belanghebbenden konden in de commissie meepraten. De huidige voorbereidende vergadering is niets meer dan drie commissievergaderingen op één avond inclusief de stoelendans als afscheiding tussen onderwerpen. Dat spaart twee avonden en dan is er natuurlijk weinig tijd voor inbreng van buiten.

Deze vergadering viel mij ook op dat het omgaan met raadsvragen ook bijzonder geheimzinnig is op het vertrouwelijke af. Er werd meegedeeld dat er schriftelijke raadsvragen waren en dat die schriftelijk beantwoord worden. Dat gaat dus helemaal aan het publiek voorbij. In het verleden waren raadsvragen dingen waarmee een fractie zich kon profileren en kon je er via de pers kennis van nemen. Nu is de site van Jacques Leurs de enige bron. Het zou een idee zijn raadsvragen op de site van de gemeente te publiceren en dan met de antwoorden erbij. Dan kun je ook zien of vragen ook altijd worden beantwoord.

Toch kun je niet zeggen dat de gemeente niet wil communiceren. Het project “Gast van de Raad” is een succes waar de burgemeester terecht trots op is. Dat moet gewoon blijven. Het lijkt wel dat communicatie als zelfstandig project prima verloopt, maar dat communicatie binnen andere disciplines steeds minder belangrijk wordt. Iets voor de verbetering van de organisatie. Ook de raad heeft daar helaas weinig oog voor.

Voorbereidende vergadering 19-09-2009, Eerste fase loswal.

Na een presentatie aan de raad van plannen voor het gehele waterfront van Grave, volgde nu een uitwerking voor de loswal en directe omgeving. Het ziet er niet gek uit. Simpel, geen overbodige luxe en functioneel. Wat dat betreft snel naar de volgende stap. De loswal is een belangrijke entree van de stad en die ziet er nu niet uit. Toch heb ik een aantal opmerkingen:

  • Het plan moet in 2 stappen worden uitgevoerd. Het ontwerp gaat namelijk uit van het verdwijnen van de scheepswerf. De eerste fase bestaat uit werken die in de huidige situatie kunnen worden wordt uitgevoerd en passen in het bestemmingsplan. Aan de gang dus. En dat is de vraag die op korte termijn aan de raad zal worden gesteld. Toch was de opmerking van Léon Kamps terecht of niet eerst zou moeten worden beslist over de totaal visie. Als de raad daar nu niets over zegt zou je kunnen denken dat de raad al heeft besloten tot het in ieder geval op die plek laten verdwijnen van de scheepswerf. Dat lijkt mij wat voorbarig. Een alternatief plan voor de loswal met handhaving van de scheepswerf is daarom nodig om te kunnen beoordelen of deze eerste fase ook daarin past. Overigens ben ik daar niet bang voor.
  • Volgens het duale stelsel moet de raad zich uitspreken over hoofdlijnen en zich niet bemoeien met details. Nu kun je twisten over de vraag wat details zijn, maar de keuze van de grootte van tegels is in mijn ogen een detailkwestie. Bovendien zijn er nog een hoop technische aspecten die invloed hebben op die keuze. Wel ter zake is de opmerking dat de loswal prettig toegankelijk moet zijn voor iedereen, dus geen kinderkopjes zoals in de straten.
  • Ik vond het merkwaardig te horen dat pas nu met Rijkswaterstaat wordt gepraat. Logisch zou zijn geweest dat aan deze beheerder van de Maas van te voren zou zijn gevraagd wat de randvoorwaarden zijn. En het zou mij niet verbazen als de steiger tot problemen gaat leiden. Het huidige beleid is dat zo’n constructie voor een hoogwaterperiode moet zijn verwijderd en dan wordt gevraagd die steiger voor 1 november weg te halen. Waar blijf je dan met dat ding. Als je de steiger toch zou mogen laten liggen moeten de meerpalen op zijn minst tot de hoogte van de kademuur reiken. Anders drijven de steigers misschien weg. Dan is wel de vraag naar vlaggenmasten opgelost. De architect deed wat luchtig over het voorkomen van hoogwaterperioden: eens per enkele jaren. De verwachting is dat het aantal extreme afvoeren van de Maas, zowel hoog als laag gaat toenemen. Dit is ook een punt van overweging bij de keuze van het verhardingsmateriaal.
  • Het parkeren op de loswal is bij uitvoering van dit werk afgelopen! Dat werd afgedaan met de mededeling dat er wel een tijdelijke parkeergelegenheid komt op het Wisseveld of aan de Koninginnedijk aansluitend aan de woningen. Ik ben benieuwd hoe de scheepswerf daar over denkt. Tijdelijke voorzieningen, in afwachting van definitieve zijn per definitie weggegooid geld en moeten dan ook zoveel mogelijk worden vermeden. De raad zou deze vergadering over het parkeerplan hebben moeten praten. Geen raadslid heeft gevraagd waarom dat is uitgesteld, of het moet zijn in de schriftelijke vragen.
  • Alles staat of valt natuurlijk met het beschikbaar zijn van geld voor de uitvoering. Dat is er nog niet. Vragen naar de hoeveelheid geld die nodig is werden afgedaan met een beroep op vertrouwelijkheid van dat soort gegevens. Nu is er verschil tussen budget en aanneemsom. Het is best mogelijk een budget aan te vragen zonder de raming van de aanneemsom prijs te geven, als je dat al zou willen. Ik kom daar nog op terug. Ook deze kwestie zal wel naar de begrotingsbehandeling worden verwezen. Dat kan leuk worden.
  • Er werd weer een subsidieworst voorgehouden. Het is wel gewenst dat daar bij de behandeling van het budget in de raad zekerheid over bestaat, anders mag je daar geen rekening mee houden. Overigens is het ophogen van de loswal nodig omdat Rijkswaterstaat het Maaspeil gaat opzetten. Een bijdrage van het rijk in de kosten ligt dan ook in de rede. Je moet dan wel praten over ophogen en niet over uitvlakken.
  • Geen woord werd gewijd aan informatie van de bevolking over dit plan. Ik ben er van overtuigd dat heel wat Gravenaren zo hun ideeën hebben over hoe de loswal er uit moet komen te zien. En dan kun je daar beter van te voren over praten. Maak de mensen maar enthousiast voordat met de uitvoering wordt begonnen. Over communicatie kom ik naar aanleiding van deze vergadering nog terug.

woensdag 16 september 2009

Voorbereidende vergadering 19 september 2009. Presentatie COA

Veel duidelijkheid gaf de presentatie van het COA niet. Dat werd wat beter door de vragen vanuit de raad. Uiteindelijk werd afgesproken dat het presidium binnenkort (en dat zal wel de volgende vergadering zijn) een debat zal wijden aan de vraag of het COA in Grave mag blijven, en zo ja hoelang, in welke vorm en waar. Dat is een goede zaak, maar het lijkt mij verstandig van te voren alvast een aantal vragen door het COA te laten beantwoorden en van gemeentewege te laten uitzoeken.

  • Hier alvast wat suggesties van mijn kant.
    Op een vraag om hoeveel plaatsen het gaat antwoordde de directeur van het COA dat een AZC pas “rendabel” is bij 400 plaatsen. Een interessante informatie, maar geen antwoord op de vraag. Ze noemde ook een centrum met 2000 plaatsen. Dat is voor het COA natuurlijk financieel gunstiger. Gevraagd moet worden, hoeveel plaatsen het COA in Grave wil hebben. Aangezien het voor de hand ligt dat het COA, gezien de problemen die men heeft, zal antwoorden met “hoe meer hoe liever” zal Grave zelf daar ook een idee over moeten hebben. Geen eenvoudige zaak.
  • Er was een woordenspel over uitzetcentrum, vertrekcentrum of terugkeercentrum. Hoe je het noemt, het gaat over asielzoekers die niet mogen blijven. De achtergrond van deze discussie is natuurlijk dat het belangrijk is te weten wat de asielzoekers gaan doen. Als zij geen zinvolle bezigheden hebben is de stap naar zinloze of schadelijke bezigheden niet groot. Nu is het landelijk beleid wat dat betreft niet hoopvol. Aan het COA moet dus worden gevraagd, hoe het leven in een nieuw AZC eruit gaat zien.
  • De directeur merkte nog op dat de staatssecretaris geen categorale AZC’s meer wil, maar blijvers en niet-blijvers in hetzelfde centrum wil huisvesten. Dat lijkt mij een moeilijke zaak. Niet-blijvers hebben minder voorzieningen dan blijvers. Die in één centrum laten wonen lijkt mij een bron van problemen. Hier mag ook wel wat nadere informatie van het COA over komen.
  • Het COA gaf te kennen dat de deur van het huidige centrum in oktober 2010 dicht gaat. Een nieuw centrum is voor die tijd gegarandeerd niet gereed. Betekent het sluiten dat de bewoners dan tijdelijk elders worden ondergebracht? Waarom dan niet definitief is een voor de hand liggende vraag. Het zou mij niet verbazen dat het COA als de gemeente Grave wil meewerken aan een nieuw centrum zal vragen het huidige centrum nog een tijdje te mogen gebruiken.
  • Het huidige centrum is eigendom van het COA. Herbestemmen is dus een probleem van het rijk. De gemeente moet over de nieuwe bestemming wel een oordeel hebben, maar ze hoeft niet actief mee te zoeken. Heeft het rijk al ideeën daarover?

Van gemeenteweg zou voor het debat in de volgende informatie moeten worden voorzien:

  • De gemeente zal zelf voor het debat een inzicht in de mogelijke vestigingsplaatsen moeten hebben. Als er nergens plaats is heeft de discussie geen zin. Het Wisseveld is al genoemd. Kamps noemde al een alternatief zonder de naam te noemen, maar hij bedoelde Mariëndaal. Er zijn er meer, natuurlijk met voor en veel tegens. In Gassel is onlangs nog gevraag naar mogelijkheden om woningen te bouwen.
  • Daarom is de vraag aan welke bestemming de gemeente denkt als de asielzoekers gaan verdwijnen nu al belangrijk. Het COA noemde “zorgwoningen” als mogelijkheid. Heeft Grave na het tot stand komen van het nieuwe Maaszicht daar nog behoefte aan?
  • Om te kunnen beoordelen of het Wisseveld geschikt is zal de gemeente toch een idee moeten hebben hoe het Wisseveld er uiteindelijk uit komt te zien; een masterplan dus. Het gevaar van ad hoc beslissingen is dat het Wisseveld een allegaartje wordt.
  • En tot slot en heel belangrijk is de vraag hoe en wanneer over deze problematiek met de bevolking wordt gecommuniceerd. Nu al aannemen dat het Wisseveld niet zal worden geaccepteerd, zoals Jacques Leurs op zijn website voorstelt vind ik voorbarig.
  • De omgekeerde Wildersvraag niet wat kost het, maar wat levert het op is wel interessant maar althans voor mij niet doorslaggevend.

Kortom het voorbereiden van het debat in de raad vereist een gedegen voorbereiding.



Monumentenweekend reactie Graeft Voort.

De heer Jan Timmermans stuurde mij namens Graeft Voort onderstaande reactie:


De heer De Vreede steekt niet onder stoelen of banken dat hij ontevreden
Is over de invulling van het monumentenweekend in Grave, te meer dat het
Thema “op de kaart zetten” voor Grave een goede kans is om aan naamsbekendheid
te doen.

Over het algemeen onderbouwt de heer De Vreede zijn opvattingen, ongeacht
Of men het daarmee eens is of niet, maar daar heeft hij deze keer op enkele
punten blijkbaar geen tijd voor gehad. Op welke punten?

“Het historisch stadhuis, toch een belangrijk monument, bleef gesloten.
Het was zelfs teveel moeite de vlag uit te steken”. Bij een korte navraag
had hij kunnen weten dat al het meubilair, vaandels, historische prenten etc.
uit het stadhuis zijn verwijderd en dat zelfs de deuren naar de trouwzaal
zijn verwijderd. Dit alles ter bescherming van het meubilair, omdat alle
energievoorzieningen zijn afgesloten vanwege een toekomstige verbouwing.
Of je dan met het uithangen van een vlag een aardig compromis weet te
bereiken, trekt ik sterk in twijfel.

“Natuurlijk kost het open houden van museum en VVV moeite en inzet vooral
van vrijwilligers. Waarom lukt dat de kerken wel en anderen die zich op
dit terrein bewegen niet?” Sprekend voor het Graafs Museum kan ik met
zekerheid stellen dat moeite en inzet van vrijwilligers voor het museum
nooit een punt van discussie is geweest om met het Monumentenweekend
geopend te zijn. Als de heer De Vreede de kranten goed had gelezen, dan had hij
kunnen weten dat het Graafs Museum eind augustus een uiterst succesvolle
tentoonstelling heeft afgesloten over 150 jaar blindenwezen en dat de
vrijwilligers van het Graafs Museum meteen daarna druk in de weer waren om
een nieuwe tentoonstelling op te zetten over de bevrijding van Grave, die
op 17 september geopend zal worden. Dan kunnen de veteranen, Graafse
reünisten en andere bezoekers aan de 65e Bevrijdingsdag die naar Grave een kijkje
nemen in het Graafs Museum.

Het zou een aanfluiting zijn geweest om tijdens het monumentenweekend de
deuren van het museum te openen, omdat er toen nog hard gewerkt werd aan
de nieuwe tentoonstelling. Of had het Graafs Museum met het uitsteken van een
vlag mogelijk een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het monumentenweekend?



Het moge duidelijk zijn dat die vrijwilligers van het Graafs Museum zich met veel enthousiasme en met inlevering van veel vrije tijd inzetten om aansprekende tentoonstellingen over de Graafse geschiedenis op te zetten.
Zo wisten in enkele weken tijd zo?n 1200 bezoekers uit alle delen van
Nederland de weg te vinden naar Grave en het Graafs Museum om de tentoonstelling
Over het blindenwezen te bezoeken.

Deze bezoekers hebben ons te kennen gegeven dat zij zeker nog terug komen
naar Grave om de stad nog eens goed te bekijken en de gezellige sfeer te
proeven.
Om nu het museum eenvoudig neer te zetten zoals in het commentaar van 14
september j.l. is wel al te gemakkelijk en vraagt op zijn minst om een
geduchte nuancering.



Jan Timmermans

Stichting Graeft Voort.

Mijn antwoord hierop.

In mijn commentaar op het monumentenweekend heb ik onrecht gedaan aan het vele werk dat door de vrijwilligers van Graeft Voort wordt gedaan en dat was geenszins de bedoeling; mijn excuses daarvoor. Je mag rustig stellen dat het “inhoud geven aan het cultuur-historisch beleid” in Grave voor een heel groot deel afhankelijk is van het werk van deze organisatie. Mijn commentaar is ook niet gericht op alle anderen die zich het afgelopen weekend hebben ingespannen. Ik blijf echter van mening dat er meer uit het monumentenweekend had kunnen worden gehaald. Dat vereist natuurlijk meer samenwerking en meer inspanning en dat moet je willen. Ter toelichting daarom nog het volgende.

De verklaring die de heer Timmermans geeft over het gesloten zijn van museum en historisch stadhuis niet het gehele monumentenweekend open waren is begrijpelijk en logisch, maar was niet bekend bij de bezoekers die nu enigszins teleurgesteld Grave verlieten. Daardoor is in Grave toch de kans gemist zich ook tijdens het monumentenweekend "op de kaart te zetten".

Met wat creativiteit, extra moeite en vooral tijdig overleg met alle betrokkenen hadden naar mijn mening alternatieven kunnen worden gevonden. In het historisch stadhuis had een kleine tentoonstelling kunnen worden ingericht over hetgeen Grave op cultuur-historisch gebied te bieden heeft. Tegelijkertijd had kunnen worden verwezen naar de komende activiteiten in het museum. Nu regelt iedere organisatie zijn eigen monumentenweekendprogramma. Samenwerken betekent ook elkaar helpen.

Ik besef dat dit praten achteraf is en dat ik daar in de voorbereiding van het monumentenweekend mee had moeten komen. Dat is juist, maar....

De betekenis van het monumentenweekend wordt in Grave al jaren onderschat. Zo waren er alleen op de zaterdag activiteiten Vorig jaar, toen het religieus erfgoed speciale aandacht kreeg, hebben de kerken zelf extra inspanningen geleverd en met zodanig succes, dat men daar mee door wilde gaan. Tijdens een evaluatie met gemeente en bezoekersmanagement werd duidelijk gemaakt dat dit een taak was van het bezoekersmanagement die het initiatief zou moeten nemen voor eventueel opwaarderen van het monumentenweekend. Dat is niet gebeurd en dat betreur ik.

Natuurlijk kun je de keuze maken dat pinksterfeesten, smartlappen- enwaterfestival van groter toeristisch belang zijn dan een monumentenweekend, maar roep dan niet van de daken dat Grave het cultuur-historisch erfgoed graag met de rest van de wereld wil delen. Dat bedoelde ik met mijn laatste zin: "Een beleid moet je niet alleen formuleren, maar ook inhoud geven."

De bedoeling van mijn weblog is wat knuppels te gooien in vooral het gemeentelijk hoenderhok. Wat het monumentenweekend betreft is dat gelukt, alleen heb ik daarbij het verkeerde hoen geraakt. Hopelijk stuitert de knuppel ook naar degenen die zich echt geraakt moeten voelen: de beleidsmakers in onze gemeente.

maandag 14 september 2009

Monumentenweekend.

Het jaarlijkse monumentenweekend is weer achter de rug. Dit keer met als thema "op de kaart zetten”. Een geweldige gelegenheid om de status van Grave als cultuur-historische gemeente met een schat aan monumenten aan de wereld duidelijk te maken. Nu ben ik nooit kapot geweest van de wijze waarop in Grave van deze gelegenheid gebruik wordt gemaakt. Maar dit jaar was het toch wel weer aanzienlijk minder. Het historisch stadhuis, toch een belangrijk monument, bleef gesloten. Het was zelfs teveel moeite de vlag uit te steken. Het thema leende zich toch uitstekend voor een wat ruimere aanpak dan alleen maar deuren open te zetten. Bijvoorbeeld zou het gemeentelijk monumentenbeleid en de plannen met de binnenstad kunnen worden gepresenteerd. Natuurlijk kost het open houden van museum en VVV moeite en inzet vooral van vrijwilligers. Waarom lukt dat de kerken wel en anderen die zich op dit terrein bewegen niet? En dat het zinvol is bleek wel uit de reacties van de bezoekers aan de kerken en de beeldentuin. Het waren er meer dan 300 en velen kwamen van ver, ook uit het buitenland, naar Grave, juist omdat het monumentenweekend was. “Prachtige kerk en leuke activiteit, maar jammer dat andere zo op het oog belangwekkende monumenten gesloten waren” was een veel gehoorde reactie. Gelukkig kon een bezoeker die dacht dat het historisch stadhuis ook een kerk was van de juiste informatie worden voorzien. Aangezien op zondag ook het VVV gesloten was konden veel anderen niet worden geholpen. Jammer, want of deze bezoekers nog terugkomen en aan hun buren zullen vertellen dat het de moeite waard is Grave een bezoek te brengen moet worden betwijfeld. Een beleid moet je niet alleen formuleren, maar ook inhoud geven.

We zijn weer aan de gang

De vakantie is voorbij. De gemeenteraad kan –en moet- dan ook weer met volle kracht aan het werk. U begrijpt misschien dan ook mijn verbazing toen ik uiteindelijk de agenda voor de voorbereidende vergadering van 15 september zag. De agenda voor de besluitvormende vergadering van 22 september is helemaal nog niet bekend. Die vergadering kan en mag inhoudelijk dan ook niet veel om het lijf hebben.

Op de agenda alleen een voorstel om de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Noord-Brabant op te heffen. Dat is een logisch gevolg van een eerder genomen besluit van het algemeen bestuur van die regeling. Eigenlijk is het besluit al genomen. Het gaat vooral over de consequenties en het vervolg. De gemeente Grave wil een welstandsbeleid blijven voeren. De informatie over de wijze waarop dat wordt georganiseerd is nog mager. Mijn indruk is dat de nieuwe organisatie weliswaar kleiner van omvang is, maar inhoudelijk veel zal lijken op de huidige. “Welstand” en “kwaliteit van de ruimte” klinken wel anders, maar beogen hetzelfde: er voor zorgen dat er geen rommel wordt gebouwd. Dat was altijd al een moeilijk te beredeneren zaak en zal dat ook altijd blijven. Ik ben benieuwd.

Er staan 2 presentaties op het programma:
Allereerst komt de staatssecretaris (?) uitleggen wat het COA wil met het AZC in Grave. Een goede start van die discussie, alhoewel de raad door die presentatie te organiseren aangeeft dat over een nieuw contract wel met Grave valt te praten. Bij het afsluiten van het vorige contract werd toch de uitspraak gedaan dat het daarmee voor Grave wel genoeg was.

Met belangstelling zal ik de presentatie van het plan voor de loswal volgen. De loswal is een belangrijke entree voor bezoekers over het water. Die moeten als ze langs varen het idee krijgen dat het de moeite waard is in Grave aan te leggen. Een paar vlaggenmasten zonder vlag wekken die indruk niet.

In de besluitvormende vergadering zal wel uitgebreid worden gepraat over het schenden van aan de raad opgelegde vertrouwelijkheid door een collegelid. Voor de vakantie heb ik naar aanleiding van het artikel in de Gelderlander al het een en ander hier over geschreven. Het wordt tijd dat de raad zich eens uitspreekt over het opleggen van geheimhouding aan de raad. Eigenlijk zijn er gezien de huidige verhouding tussen raad en college maar weinig zaken die in vertrouwen aan de raad hoeven te worden meegedeeld. Onderhandelingen zijn aan het college voorbehouden. Zolang die niet zijn afgerond hoeft het college hier niets over te vertellen aan de raad. Ik kan maar één onderwerp bedenken waarover de raad vertrouwelijk moet debatteren: het benoemen van een ereburger. Ook ontgaat mij nog steeds de reden waarom het idee een AZC op het Wisseveld te zetten in vertrouwen aan de raad moest worden meegedeeld.