donderdag 31 december 2009

"Nieuw" gerucht over AZC ?

Het artikel in de Gelderlander van vandaag met de kop: “8 miljoen euro voor een plek op het Wisseveld” trok natuurlijk mijn aandacht. Ik heb als één van mijn principes dat je de krant moet lezen en daarna gaan informeren wat er werkelijk aan de hand is. Dus heb ik enkele raadsleden gebeld met de vraag wat zij hierover mochten en konden vertellen. De twee die ik te pakken kreeg gaven zo ongeveer hetzelfde antwoord dat het midden hield tussen we mogen en kunnen niets vertellen. Wel kon ik afleiden dat die informatie zo ongeveer uit november dateert. Aangezien ik niet goed weet wat de Gelderlander verstaat onder “bronnen rond de Graafse gemeenteraad” ben ik maar niet verder gaan zoeken en neem maar aan dat de informatie in de krant wel ongeveer juist is. Dat is ook niet zo bijzonder want als het COA uit de kazerne weg wil zullen zij ergens grond moeten kopen en dan is Wisseveld een voor de hand liggende optie. Kennelijk is GBB de grondeigenaar en dan ligt contact tussen GBB en COA ook voor de hand. Aangezien de eventuele koopsom dan ook naar GBB gaat zou je kunnen denken dat de gemeenteraad in alle vrijheid kan beslissen of men een nieuw contract met het COA wil en zo ja of het nieuwe AZC op het Wisseveld kan worden gevestigd. Waarom dan toch al die geheimzinnigheid en deze publicatie juist nu? Ja en dan ligt het antwoord natuurlijk ook weer voor de hand. De beslissingsvrijheid van de gemeente op het Wisseveld is blijkbaar niet zo groot. Al eerder heb ik gevraagd naar de verhouding tussen gemeente en GBB. Maar ook bij de behandeling van het overzicht van de grondexploitatie kwam daarover niets naar buiten. Dat moet toch een keer naar buiten komen en dan heeft een tijdje (al meer dan een jaar nu)geheimzinnig doen geen enkele zin.

Als het dan toch waar is dat de gemeente financieel gebaat is met vestiging van een AZC op het Wisseveld wordt het helemaal boeiend. VVD en LPG, twee van de drie coalitiepartijen, hebben zich al uitgesproken tegen een nieuw contract met het COA. Je kunt het daar al of niet mee eens zijn, maar die uitspraak is wel gebaseerd op een visie. Zijn die partijen bereid hun visie te verkopen.

De op zich afzonderlijke vragen: wat willen we met het AZC, wat willen we met het Wisseveld en hoe houden we Grave financieel gezond lopen nu wel helemaal door elkaar. En dan wil men in januari beslissen.

Wat zeker is: ik wens u allen een prettige en veilige jaarwisseling, een gezond 2010 en daarbij een goede raad op 3 maart.

vrijdag 18 december 2009

Besluitvormende vergadering 17 december

Zoals was te verwachten kon de agenda niet volledig worden afgewerkt. Sneu voor degenen in het publiek die speciaal waren gekomen om te horen of het museum kon worden uitgebreid, het dierenverblijf in Velp gered of dat Grave een eigen stadsdichter zou krijgen. Toch is het bezoek aan een raadsvergadering geen verloren avond. Je moet er wel een speciaal soort gevoel voor humor voor hebben. Zo constateerde Piet Gremmen ergens dat er weer een voorbeeld van miscommunicatie was, en prompt viel zijn microfoon uit. Léon Kamps kreeg er van langs omdat hij via rechtstreeks contact met een ambtenaar informatie had waarover de rest van de raad niet beschikte. De afspraak dat contacten via de griffier zouden lopen werd nog eens bekrachtigd. Tijdens de rest van de vergadering maakten vervolgens diverse raadsleden ook gewag van hun ambtelijke contacten.



Sinds enige tijd heeft de gemeente een nieuw logo dat het nieuwe elan van de gemeente Grave symboliseert. Als je zo naar de raadsleden en ook de beantwoording door het college luistert hoor je regelmatig: "wij zijn daarvoor te klein" of "daarvoor hebben wij geen capaciteit". Tijd voor een nieuw logo?





Ik ben toch wel benieuwd hoe Cuijk en Mill zullen reageren op de aanpassingen van de Graafse Raad aan het besluit om een Intergemeentelijke Sociale Dienst in te stellen. De eerste vraag die zij stellen zal natuurlijk zijn of Grave daar niet eerder mee had kunnen komen. Dat vond ik ook. Als drie gemeenteraden eenzelfde besluit moeten nemen zorg je er voor dat er afstemming tussen de raden heeft plaats gevonden. Het formele raadbesluit (en dat was keurig voor de drie gemeenten in dezelfde week geprogrammeerd) is dan een feestelijke bekrachtiging. Die gelegenheid is er wel geweest in een gezamenlijke bijeenkomst, maar toen liet de Graafse Raad het grotendeels afweten. Jammer voor degenen die deze samenwerking hebben voorbereid en ook voor die ambtenaren die op een nieuwe plek moeten beginnen om de samenwerking daadwerkelijk tot een succes moeten maken.

Blij verbaasd was ik met het besluit om het voorstel voor de loswal terug te sturen. Ik had mij al getroost met de gedachte dat er nog voldoende tijd zou zijn om het besluit, dat vreesde ik toch wel zou worden genomen, te heroverwegen. Dit is veel beter en ik hoop dat in het vervolg met name het presidium van te voren veel strenger zal zijn bij het agenderen van voorstellen. Nu betreurt in ieder geval één raadslid dat niet al in de voorbereidende vergadering was geconstateerd dat het voorstel niet rijp was voor een volledig besluit. Wordt dus vervolgd, waarbij de kosten voor een tijdelijke parkeerplaats eigenlijk moeten worden toegerekend aan deze opknapbeurt. Als je met het verwijderen van de auto's wacht totdat er nieuw parkeerbeleid is hoeven die kosten niet te worden gemaakt en geen ambtelijke capaciteit te worden ingezet. Er kan worden doorgewerkt aan een structurele aanpak van het parkeren. Omdat je de bestrating van de loswal vanwege de multifunctionaliteit toch voldoende sterk moet maken is ook te overwegen te accepteren dat er voorlopig nog wordt geparkeerd . Ook nu heeft dat parkeren nooit belemmerd dat er op de loswal allerlei activiteiten worden georganiseerd.

Over Burap en grondexploitatie werd vlot besloten. Niet dat er niets meer viel op te merken, maar dat kan ook rustig in een later stadium. Van de grondexploitatie werd ook erkend dat dit een eerste stap was naar een (herstel van) een volledige rapportage over ontwikkelingsplannen waar dit dan de financiële paragraaf is.

Dat de raad al vroeg in de vergadering constateerde dat een burgerinitiatief wel een erg bureaucratische wijze is om burgers ideeën te laten aandragen en problemen voor te laten leggen is verheugend.

dinsdag 15 december 2009

voorbereidende vergadering 15-12-2009: grondexploitatie

Grondexploitatie
Aan hetgeen ik hier al eerder over schreef is inhoudelijk weinig toe te voegen. Merkwaardig blijft dat Prinsenstal/Maaszicht is afgevoerd, terwijl voor Estersveld/Esterade wel een krediet voor de planvoorbereiding wordt gevraagd. Beide ontwikkelingen moeten uitvoeringsgereed zijn zodra het nieuwe Maaszicht en het MFC gereed zijn. Daarbij lijkt Maaszicht mij iets complexer.

De PvdA wees er op dat Bijl/Hofplein eigenlijk geen winst, maar verlies oplevert. Het is maar hoe je het opschrijft. Bij het besluit het oudestadhuis aan van de Horst cs. te verkopen heeft de raad besloten de tot dan toe gemaakte kosten maar direct af te schrijven door ze ten laste van de Algemene Reserve te nemen. Zoals het nu in de grondexploitatie staat is het dan ook juist, zij het dat Kamps gelijk heeft als hij het wat verdoezelend noemt. Als je het allemaal strikt zou formuleren moet je zeggen dat het project Bijl/Hofplein met een dik verlies is afgesloten (en uit beeld gehaald) en dat een nieuw project “Hart van Grave” met een schone lei is opgestart.

Léon Kamps deed het verzoek om de rapportage over de grondexploitatie weer in de oude vorm te doen waarbij de financiële paragraaf een onderdeel zou zijn. Hij werd door de raad weggehoond. Leuk was daarom dat toen ambtenaren het antwoorden overnamen hij gelijk kreeg. Deze rapportage is niet meer dan een aanloop naar een integrale rapportage.

Mij werd ook duidelijker wat met het kiezen voor scenario’s werd bedoeld. Ik blijf erbij dat je dat uiteindelijk per project een keuze moet maken, maar daarvoor is het wel nodig dat de raad zich uitspreekt over de criteria die daarvoor moeten worden aangelegd. Zo’n discussie vraagt een goede voorbereiding, waarbij de haken en ogen van de diverse mogelijkheden worden besproken. In de behandeling a.s. donderdag is daarvoor geen tijd. De directe noodzaak is ook niet aanwezig, nu voor Hart van Grave en de kleinere projecten de relatie ontwikkelaar/gemeente toch al vast ligt.

Over Wisseveld, in- of exclusief AZC, wordt in januari gesproken. Dat is met aftrek van de feestdagen over een paar weken. Dat wethouder Bos dan nu nog niet weet hoe de vlag er ongeveer bij staat wil er bij mij niet in.

Voorbereidende vergadering 15-12-2009: Loswal

Er ligt nu een voorstel de loswal met betonplaten te verharden opgesierd met wat “lempkes en benkskes” om Peter Hendriks uit een ander project te parafraseren. Voor dat alles moet de raad € 650.000 beschikbaar stellen, maar daar is in de begroting rekening mee gehouden, alhoewel voor dat bedrag eigenlijk ook een steiger een extra stuk vestingmuur en een fraaier bestratingmateriaal zou worden verkregen. De raad opteert voor het betere materiaal, maar dat kost volgens de wethouder € 120.000 meer. Maar de raad wil nu eenmaal een kordaat besluit nemen en dus zal donderdag wel aldus worden besloten

Een troost is dat er nog voldoende tijd beschikbaar komt om het besluit te heroverwegen. Er moet nog heel wat gebeuren wil men in juni 2010 daadwerkelijk kunnen beginnen. Piet Vollenberg heeft gelijk als hij opmerkt dat juni/juli nu niet de beste tijd is om met de uitvoering te beginnen. En dan moet het vervangende parkeerterrein ook nog zijn gerealiseerd. Dat vindt het college zelf ook blijkens het voorstel. Het duurt daarom nog wel een tijdje en dat is jammer, want dat de loswal verbetering behoeft is al jaren lang erkend. In de negentiger jaren was er al een plan dat wegens de kosten, geraamd op ƒ 1.000.000 maar niet eens aan Graeft Voort en Menno van Coehoorn is voorgelegd. Er waren andere prioriteiten.

Ik ben benieuwd naar het besluit.

Voor het laatst: communicatie

Al een groot aantal malen heb ik het onderwerp communicatie –meestal als gebrek aan- aangesneden. Vanavond ben ik tot het inzicht gekomen dat dit zinloos is. Dit gemeentebestuur hecht weinig waarde aan communicatie met de burgers. Onder het mom van kordaat besluiten nemen wordt het informeren en betrekken van de burgerij bij zaken die hen aangaan maar achterwege gelaten. Eigenlijk kan ik het van de raad nog enigszins begrijpen, hetgeen iets anders is dan “er begrip voor hebben”. Zelf krijgen zij informatie ook maar mondjesmaat en op een zodanig tijdstip dat er nauwelijks gelegenheid is voor communicatie en behoorlijk fractieoverleg. Nu hoort het communicatietraject ook vooraf te gaan aan het besluitvormingstraject.

Een schoolvoorbeeld vanavond was ook weer de discussie over de loswal en de brief van Graeft Voort en Menno van Coehoorn daarover. Wethouder Bos sprak op verwijtende toon over de late reactie van deze organisaties. Hij had de brief nog niet eens gelezen. Maar niemand in de raad vroeg hem en zichzelf af wanneer men dan had moeten reageren. Een visie uitgewerkt in een eerste fase was in een raadsvergadering gepresenteerd, maar zoals Kamps terecht opmerkte niet besproken. En nu wordt met spoed een uitgeklede versie met een wel zeer dik aangekleed kostenplaatje van die eerste fase aan de raad voorgelegd. Ik noemde dat voorstel al een zoethoudertje en die mening is niet gewijzigd, maar daarover later. Gelukkig waren de mensen van Menno van Coehoorn en Graeft Voort zo alert dat zij toch hebben gereageerd. Ik probeer in deze weblog netjes te blijven. Daarom geef ik maar geen oordeel over de wijze waarop de raad in meerderheid reageerde of juist niet reageerde. Vreemd overigens dat de Gelderlander wel tijd vond een inhoudelijke reactie op de brief van Graeft Voort aan de ontwerpers te ontlokken. En voor alle duidelijkheid: luisteren wil niet zeggen dat je ook gelijk geeft.

Als laatste agendapunt staat altijd: “Vragen”. Van een vergadering is de rondvraag dikwijls het meest interessante deel. Raadsleden stellen naar ik meen de vragen namens de bevolking die zij vertegenwoordigen. Dan is het wel handig wanneer de bevolking ook weet wat er namens hen wordt gevraagd en nog belangrijker wat er wordt geantwoord. Dat een raadslid zich door het stellen van vragen ook kan profileren ontgaat de meeste raadsleden. Jacques Leurs is daarop een (lastige?) uitzondering. Ook deze keer werd het onderwerp omwille van de tijd afgedaan met de opmerking dat de vragen schriftelijk worden behandeld, hetgeen synoniem is met “daar hoort niemand nog over”.

Nadat de commissievergaderingen, waarin belanghebbenden werden uitgenodigd mee te praten , waren vervangen door de voorbereidende vergadering werd volstaan met het ook reeds bestaande spreekrecht in raadsvergaderingen. De inspre(e)k(st)er krijgt na afloop van zijn of haar inbreng te horen dat de raad er te zijner tijd wel op terug zal komen, of in ieder geval woorden van gelijke strekking. Van de gelegenheid voor de raadsleden nog enige vragen te stellen wordt weinig gebruik gemaakt. Omdat ik sterk de indruk had dat die interventies nauwelijks invloed hebben heb ik vorige week een proef genomen. Ik heb gebruik gemaakt van het spreekrecht met als onderwerp? Juist, communicatie. Ik vroeg om aan het beeldkwaliteitplan voor de binnenstad een informatieavond of iets dergelijks voor ondernemers en bewoners te beleggen in plaats van een formele procedure te starten. Vervolgens vroeg ik ook om een dergelijk traject voor het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan en het waterplan. Toch belangrijke zaken ook voor de burgerij al is het maar omdat het rioolrecht volgens het voorstel in vijf jaar met 50% omhoog gaat. Dat die punten diezelfde avond nog niet op de agenda stonden wist ik, maar zo zou ik te weten komen of inspreken echt effect zou hebben. Reactie? Geen! Bij de behandeling vanavond kwam het begrip communicatie helemaal niet aan de orde. En dat terwijl zowel beeldkwaliteitplan en VGRP met waterplan heus wel een inhoud hebben die je met trots kunt laten zien.

Het commentaar in de Gelderlander van vorige week donderdag was mij dan ook uit het hart gegrepen. Mijn conclusie is dat het gemeentebestuur van Grave geen belang hecht aan communicatie met de burgers. Ik schrijf dit onderwerp dan ook af. Mijn enige hoop is dat ik binnenkort mijn ongelijk mag bekennen.

PS. Bij nalezen van dit stuk constateerde ik bij mij enig sarcasme. Dat is juist.

woensdag 9 december 2009

Voorbereidende vergadering 8 december 2009: uitbreiding museum

Zoals ik al eerder stelde is bij de begroting het krediet al verstrekt. Er hoeft dan ook alleen nog over “randverschijnselen”te worden gepraat. Daar heb ik het nu dan ook over.

In de voorbespreking stelde ik de vraag wie nu eigenlijk de uitbreiding zou bouwen en er eigenaar van zou worden. Het is nu duidelijk dat dit gewoon de gemeente is. De verklaring van de onduidelijkheid is mij nu wel duidelijk.

Binnen het gemeentelijk apparaat werkt men aan een verbetering van de werkwijze. Ik was daarom verbaasd te zien dat als projectleider voor de uitbreiding van het museumgebouw een ambtenaar is ingeschakeld met veel deskundigheid op het gebied van subsidies en het beheer van accommodaties, maar niet op het gebied van bouwen en de daarbij behorende procedures. Vandaar waarschijnlijk dat in het voorstel werd gesproken over een subsidie en niet over een investering wat het gewoon is. Bij bouwprojecten is het ook normaal de kosten van onderhoud en gebruik bij de beoordeling van de investering mee te nemen, waar daar dan weer tegenover staat dat eventuele huuropbrengst (of doorrekening naar een andere sector in de gemeente) eveneens wordt opgenomen in de projectraming. Het principe is niet veel anders dan bij grondexploitatie. Hopelijk wordt voor het bewaken van het bouwproces wel een beroep gedaan op de deskundigheid die in de gemeente aanwezig is.

Overigens is dit ook weer een onvolledig voorstel. Als de uiteindelijke subsidie zo laag wordt dat het krediet te laag uitvalt is het besluit onuitvoerbaar.

Nu duidelijk is dat het om een gemeentelijk bouwproject gaat is het ook vanzelfsprekend dat het gemeentelijk aanbestedingsbeleid wordt gevolgd.

Voorbereidende vergadering: Intergemeentelijke Sociale Dienst

De discussie over de samenwerking van de sociale diensten van Grave, Cuijk en Mill was scherp maar verliep zeker in het begin in goede sfeer. Langzamerhand begon de irritatie bij de raadsleden weer op te komen omdat zaken nog niet waren geregeld of omdat het college antwoorden niet had of in ieder geval niet paraat.

Een verschil in berekenen van het aantal effectieve werkuren in een fte moet toch zijn opgehelderd voordat je ermee naar de raad gaat. Ik wil niet aannemen dat er verschil is tussen productiviteit van Graafse ambtenaren en die van Cuijk en Mill. Als dat wel zo zou zijn had men in Cuijk en Mill al lang op de achterste benen gestaan. Het moet dan ook wel gaan om een verschil in wijze van berekenen. Ik vrees dan ook dat beantwoorden van deze vraag niet zal leiden tot een vermindering van het aantal benodigde fte’s.

Uitermate vreemd vond ik het dat geen van de aanwezige bestuurders en topambtenaren wist wat de status is van het advies van de OR. De OR heeft in deze aangelegenheden zeker een adviesrecht. Advies wordt uitgebracht aan het bevoegde gezag, in deze de gemeenteraad. Logisch dat de raad dan kennis mag nemen van het advies. Of een advies ook openbaar is, is weer een andere vraag.

Ook bleek dat er binnen het college soms verschillend tegen zaken wordt aangekeken. Intergemeentelijke samenwerking is portefeuille van de burgemeester, Personeelszaken van wethouder Bos en Sociale zaken van wethouder Opsteegh. Opsteegh was kennelijk de coördinerende bestuurder. In zo’n situatie is het wel gewenst dat het college uit een mond spreekt en liefst ook letterlijk. Als je de raad wil overtuigen van de juistheid van een voorstel moet je als college die overtuiging ook zelf wel uitstralen. De burgemeester vond dat je moest vertrouwen op afspraken met collega-bestuurders en dat daarom nu vragen om een schriftelijke bevestiging niet netjes zou zijn. Bos stelde een aantal malen dat de kwesties zakelijk worden aangepakt en dat betekent o.a. vastleggen van afspraken. Een zakelijke aanpak is ook bij samenwerken tussen gemeenten wel gewenst. Dat blijkt alleen al uit het uittreden van Boxmeer en St. Anthonis.

De intergemeentelijke samenwerking in het land van Cuijk heet “Samen En Toch Apart”. Die naam wijst al op een complexe vorm. En dat is het ook. Het idee om de verschillende samenwerkingsterreinen onder te brengen bij verschillende gemeenten voorkomt zogenaamde desintegratiekosten (van lege bureau’s tot minder werk voor de koffiejuffrouw). Heel slim dus, maar daardoor kun je de samenwerking op het gebied van de brandweer (naar Mill) niet meer los zien van die van Sociale Zaken (naar Cuijk) en Personeelszaken (naar Grave). De enige manier om dat probleem op te lossen is te starten met een raamovereenkomst waarin van te voren wordt vastgelegd hoe met deze materie wordt omgegaan in het geval dat bijvoorbeeld de samenwerking op het gebied van personeelszaken niet of niet geheel doorgaat. Bij zo’n raamovereenkomst is het ook niet zo makkelijk gedurende de rit uit te stappen zoals Boxmeer en St. Anthonis hebben gedaan. Ik schrijf dit nu makkelijk achteraf, maar regeren(=besturen) is nu eenmaal vooruitzien. Bovendien is het vastleggen van afspraken in overeenkomsten bij samenwerken met private ondernemingen wel heel normaal.

Hopelijk komen de antwoorden op tijd en zijn ze afdoende. Anders ben ik benieuwd of de raad dan inderdaad zal weigeren het onderwerp te behandelen.

maandag 7 december 2009

VGRP en waterplan 50% verhoging rioolrecht

Water is in onze leefomgeving een belangrijke factor. We willen graag droge voeten houden en beschikken over schoon drink- zwemwater en ook de vijvers en sloten mogen niet stinken. Geen wonder dat we in Nederland daarvoor een hele organisatie hebben opgebouwd. Er is zelfs daarvoor een eigen openbare bestuurstructuur: het waterschap. Ook rijk, provincies en gemeenten hebben taken op dit gebied. En toch kunnen burgers niet achteroverleunen om dat “big brother” er wel voor zal zorgen. Ook de burger heeft op watergebied nog zijn eigen verantwoordelijkheid.

Logisch dat voor het waterbeleid een heel stelsel van wetten en voorschriften bestaat. Op grond van die regelgeving wordt de rol van een gemeente vastgelegd in het gemeentelijk waterplan en een gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Sinds enige tijd heeft de gemeente ook een zorg voor het grondwater. Daarvoor dient het GRP te worden verbreed en dan krijg je een VGRP.

Dit gemeentelijk waterplan en VGRP komen in de voorbereidende vergadering van 15 december en de besluitvormende van 17 december aan de orde. Gelet op de andere onderwerpen van die vergaderingen is er nauwelijks tijd voor een zorgvuldige behandeling. Je mag dan ook rustig stellen dat die onderwerpen door de raad worden gelast. Aangezien de agenda door het presidium is vastgesteld heeft de raad zelf de verantwoordelijkheid hiervoor. Voor communicatie met de bevolking is dan ook helemaal geen ruimte beschikbaar en dat is jammer (eigenlijk bedoel ik schandalig). Ook de burger speelt immers een rol en zal uiteindelijk kosten betalen. Het college stelt voor scenario 3 te volgen en dat betekent meer doen dan wat wettelijk is voorgeschreven. Ik juich dat toe, maar het betekent wel dat het rioolrecht in 5 jaar met meer dan 50% gaat stijgen en dat de personele capaciteit met 2 fulltime ambtenaren wordt verdubbeld. Mag dat even aan de bevolking worden uitgelegd?

Ik heb de stukken nu één maal doorgekeken. Dat is te weing voor een goed oordeel omdat vragen op pagina 4 soms op pag. 38 worden beantwoord en omgekeerd het antwoord op een vraag op pag.77 te vinden is op bladzijde 13. Alles hangt nu eenmaal met alles samen als het om water gaat. Een presentatie vooraf kan daarin helpen. De presentatie op 20 oktober ging helaas nagenoeg uitsluitend over de financiën.

Bij die eerste lezing viel mij op dat vooral de organisatie van het beheer moet worden aangepakt. Daarvoor is de personeelsuitbreiding nodig. Daartoe besluiten is één, maar uitvoeren is vaak iets heel anders. Een ander aspect is dat volgens mij de grondwaterproblematiek wordt onderschat. Bij de gemeente zijn geen problemen bekend. Nou, de woningen in 1977 aan de Hoofschestraat gebouwd hebben allemaal een pomp om grondwaterpomp. Schoon grondwater wordt in de riolering gebracht en dat is een ongewenste zaak. Zelf heb ik –ik woon daar ook- toen de gemeente de regenwaterputten in de Hoofschestraat wilde afkoppelen gewaarschuwd voor de gevolgen. Daarop heb ik nooit antwoord gekregen. Wel werd bij de eerste de beste sneeuwbui de afkoppeling weer grotendeels ongedaan gemaakt. En onlangs bleek na een paar dagen regen dat de bezorgers van post en kranten bij mij niet met droge voeten konden bezorgen. Op een telefoontje werd door de gemeente onmiddellijk gereageerd. Daarvoor niets anders dan lof. Nu maar kijken of het heeft geholpen. Ook weet ik dat aan de Kanterslaan in ieder geval bij hogere Maasstanden, maar waarschijnlijk ook in perioden van flinke regenval het water in de kruipruimten hoog staat. In het plan staat wel dat de gemeente een onderzoek moet instellen naar de grondwatersituatie in bebouwde gebieden. Ook om deze reden is een goede en vroegtijdig overleg met de bevolking nodig.

zondag 6 december 2009

Intergemeenschappelijke Sociale Dienst

Over dit onderwerp wordt al lang gesproken. Dat het bestuur van de gemeente deze samenwerking wel ziet zitten is duidelijk. Daar zal de discussie dan ook niet over gaan. Het merkwaardige in dit geval is dat de samenwerking tot hogere kosten leidt in plaats van dat het een besparing oplevert. Dat komt omdat de samenwerking vooral invloed zal hebben op de kwaliteit. De vraag is dan of door de samenwerking de situatie van slecht naar voldoende verandert of van voldoende naar beter. In het eerste geval is het natuurlijk noodzakelijk met de samenwerking in te stemmen, maar heeft het college iets uit te leggen. In het tweede geval kun over de samenwerking discussiëren. “Goed is goed genoeg” zeker als de financiële situatie penibel is. De reden waarom Boxmeer en St. Anthonis hebben afgehaakt is hierbij interessant.

Ik ben ook benieuwd naar de reden van de presentatie in Grave. Op 18 november is er toch voor alle deelnemende gemeenten een presentatie geweest. En volgens de hand-outs van die presentatie is de Graafse situatie daarbij uitgebreid aan de orde geweest.
Grondexploitatie

Het overzicht van de grondexploitatie, in het verleden een belangrijke bron van inkomsten, ziet er nu heel wat minder rooskleurig uit. De effecten daarvan zijn in de begroting 2010, burap 2009-2 en overzicht reserves en voorzieningen verwerkt. Wellicht dat er bij bestudering van die stukken nog vragen opdoemen, maar zoals gebruikelijk zit het probleem niet in de cijferopstelling maar in de zaken daarachter die tot deze cijfers hebben geleid.
Bij dit overzicht moet in beschouwing worden genomen dat toch niet onaanzienlijke bedragen al uit de algemene dienst zijn verwerkt. Vooral Koninginnedijk en Bijl/Hofplein zijn grote veroorzakers van de situatie. Dat is al lang bekend, maar nog steeds is niet duidelijk gemaakt hoe het zover heeft kunnen komen. Dat er iets mis is geweest blijkt ook wel uit dit overzicht. Er wordt immers gewezen op een nieuwe aanpak van deze projecten. Om te vermijden dat zaken opnieuw fout lopen moet wel bekend zijn waar de problemen zitten: openheid van zaken dus.
Het is ook van belang te weten welke verplichtingen de gemeente in de diverse projecten heeft aangegaan, zeker met het oog op de scenario’s. Dat geldt zeker voor de relatie met de grondbank. Aan het Wisseveld is nu ruim € 6.000.000 uitgegeven. Wat is daarvoor in de plaats gekomen aan grond of uitvoerbare plannen?

Al eerder heb ik opgemerkt dat Loswal, Prinsenstal en Sensis in het programma zouden moeten worden opgenomen. De loswal is niet opgenomen omdat daar geen grondexploitatie bij is betrokken. Dat is een grens, maar als het gaat om personeelsplanning dient de loswal wel in de planning te worden betrokken. Er wordt immers een beroep gedaan op hetzelfde personeel als voor de wel opgenomen projecten. Ik denk trouwens dat dat ook geldt voor Bekaf. De verklaring voor het niet opnemen van de prinsenstal is merkwaardig. Er wordt gewacht op de ontwikkeling van het nieuwe Maaszicht. Dat is toch rond. De startdatum van de bouw is bekend, dus weten we dat over dik 2 jaar de plannen voor de Prinsenstal uitvoeringsgereed moeten zijn. De tijd daarvoor is niet ruim. Wat Sensis wil is niet bekend, maar uit de presentatie over de jeugdhuisvesting in dat complex viel af te leiden dat Sensis over 2 jaar met de herontwikkeling wil beginnen.

Met de scenario’s kan ik op dit moment niet zoveel. Misschien komt dat omdat de bijlage Model ontwikkelplan niet bij het stuk zat zoals het op de site van de gemeente staat. De gedachten die over aanpak van de exploitatie worden gegeven zijn goed, maar ook uit het stuk zelf blijkt dat je de aanpak per project moet bekijken en daar ben ik het mee eens. Ook gezien de agenda van deze maand is het misschien zinvol de inhoudelijke discussie over de projecten op basis van volledige informatie met de nieuwe raad te voeren. Dan is er wellicht ook al iets te zeggen over de ervaring met de nieuwe werkwijze.

museum

De beslissing om aan de uitbreiding van het museum mee te werken is al eerder genomen. Het heeft dan ook geen zin hier een nieuwe discussie over te beginnen. Er is nog onzekerheid over de provinciale subsidie. Daarmee kan het 2 kanten uit. Als er te weinig subsidie komt staat het hele plan ter discussie en als er meer dan € 114.000 komt hoeft de gemeente minder bij te dragen dan het krediet dat nu gaat worden verleend. Ik vraag me daarom af waarom de kredietverlening in deze overvolle agenda moest worden gevoegd. De gemeente heeft immers al eerder besloten dat zou worden meegewerkt. De kredietverlening kan dus rustig komen als het juiste bedrag bekend is. En dan natuurlijk het feit dat de raad bij de begrotingsbehandeling de kredieten voor zaken die in de begroting zijn verwerkt heeft verstrekt. (besluit 1 van de programmabegroting 2010)

Een tweede opmerking. De gemeente geeft een eenmalige subsidie. Zover ik heb kunnen nagaan staat daar niets tegenover. Misschien staat er iets in de overeenkomst met de stichting, maar uit het stuk haal ik niets anders dan dat de stichting eigenaar wordt van het museum. Dat is ook de betekenis van het begrip subsidie. Toch wordt de eenmalige subsidie gedekt alsof het om investering in een gebouw gaat. De subsidie is ook van die omvang dat samen met de provinciale subsidie de totale investering door de overheid en dus door ons wordt betaald. Dan is het ook logisch dat als het museum om wat voor reden dan ook de werkzaamheden binnen die 40 jaar moet staken het gebouw aan de gemeente vervalt. Wellicht dat hier in de voorbereidende vergadering duidelijkheid over komt.

zaterdag 5 december 2009

loswal

De loswal staat toch op de agenda van de besluitvormende vergadering van 17 december en de voorbereidende van 15 december. Het stuk komt bij mij over als een zoethoudertje. De raad wil er over praten en dus wordt er over gepraat. Voor dit voorstel geldt echt “ze drinken een glas, ze doen een plas en alles blijft zoals het was”. Nou niet helemaal, het is meer een stap terug omdat het nu gaat om een uitgeklede eerste fase.

In de planning op pagina 3 kun je lezen dat het plan wordt uitgevoerd nadat de alternatieve parkeervoorziening is gerealiseerd en de nodige vergunningen zijn verkregen. Zoals ik in mijn reactie op de presentatie al verwachtte zal de vergunning voor de steiger wel niet zo vlot komen. Die steiger, toch wel essentieel voor het plan, is dan ook voorlopig weggelaten.

De besluiten die van de raad worden gevraagd zijn ook niet hemelschokkend. Het krediet is bij de begrotingsbehandeling al vrijgegeven en met de materiaalkeuze moet de raad zich niet willen bemoeien. Voor kennisgeving aannemen dit voorstel. In het stuk wordt trouwens enkele malen aangegeven dat de raad in een later stadium alsnog kan besluiten het anders te doen of alsnog te wachten tot het plan in één keer kan worden uitgevoerd.

Helemaal tot slot. Verhogen van het Maaspeil is één van de redenen de loswal aan te pakken. Alle reden dus om van Rijkswaterstaat een bijdrage in de kosten te vragen.

vergaderschema 2010

Bij de agenda voor de voorbereidende vergadering van 8 december was het vergaderschema 2010 gemeente Grave gevoegd. Een onvolledig doch leerzaam stuk. Al diverse malen heb ik betoogd dat het om allerlei redenen, waaronder het stimuleren van de betrokkenheid van de burgers bij het raadwerk, nodig is voor de aanloop naar de besluitvormende vergadering voldoende tijd te nemen. In een eerdere blog heb ik uiteengezet hoe naar mijn mening die aanloop er uit zou kunnen zien. Met wat aanpassingen blijkt dit schema daar wel in te passen. Ik wil 2 vergadercycli eens nader beschouwen.


Allereerst de eerste vergadering op 2 februari: Het schema ziet er als volgt uit:
Aanmelden onderwerpen : niet ingevuld:
Ambtelijk gereed : niet ingevuld:
Presidium : 5 januari
Voorbereidende vergadering : 19 januari (reserve)
: 26 januari
Besluitvormende vergadering : 2 februari

Opmerkingen mijnerzijds

  • Communicatie, waaronder publieksvoorlichting, is niet afzonderlijk in het schema opgenomen. Dat is niet erg als er bij de aanmelding van een onderwerp tegelijkertijd een planning van de aanpak van dat onderwerp is gevoegd. Daarin is opgenomen welke voorlichting wordt gegeven. Die planning zou dan in het presidium moeten worden goedgekeurd. Het presidium kan dan de onderwerpen ook wat evenwichtiger over de diverse vergaderingen verdelen. Nu is de ene besluitvormende vergadering overvol en de andere nagenoeg leeg.
  • De voorbereidende vergadering is weer slechts een week voor de besluitvormende. Dat betekent dat wanneer er vragen niet beantwoord zijn de besluitvormende vergadering wordt vervuild met een deel voorbereiding en de fracties geen tijd hebben voor een volledig intern overleg. Het gekke is dat er een week eerder een reserve datum is opgevoerd. Een reserve houd je toch achter de hand? Draai die 2 om: op 19 januari de voorbereidende en de reserve op 26 januari. Een reservedatum is wel een goed idee. Overblijvende vragen kunnen dan in de reservevergadering alsnog worden behandeld. Dit omwisselen hoeft geen invloed te hebben op de rest van het schema want…..
  • In de presidiumvergadering van 5 januari wordt de agenda vastgesteld op basis van ambtelijk afgeronde stukken. Er is dan alleen nog een dag tijd nodig voor het verbeteren van typefouten en de organisatie van het verzenden. Op donderdag 7 januari kunnen dan de stukken worden verstuurd en op de website worden gezet. Dat geeft de fracties gelegenheid in de week erna de fractievergadering te houden aan de hand van volledige stukken.

De vergadering van juni wordt een dubbelslag, het schema ziet er als volgt uit:

Aanmelding onderwerpen : niet ingevuld;
Ambtelijk gereed : niet ingevuld;
Presidium : 18 mei
Voorbereidende vergadering : 1 juni
Besluitvormende vergadering : 15 juni
: 29 juni
- Jaarrekening 2009
- Burap 2010-1
- Kadernota 2011

De dubbelslag zit er in dat er naast de normale cyclus ook elementen uit de Planning & Control cyclus aan de orde komen. Er is dan ook op 14 juni en technische toelichting op de stukken voor de raad op 29 juni voorzien. Nu houden met name de jaarrekening en de kadernota veel meer in dan techniek. In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het beleid dat in de begroting 2009 was afgesproken. In de kadernota wordt vooruitgekeken: wat willen we en wat kunnen we. Het zijn de zwaarste politieke stukken van het jaar. De partijen moeten daarom voldoende tijd hebben om met de achterbannen te overleggen. Het minste is om naast een technische toelichting waarin informatie wordt gegeven een extra voorbereidende vergadering in te lassen, waarin de fracties meningen kunnen uitwisselen om zo tot eventuele amendementen te komen. De besluitvormende vergadering wordt dan een echte politieke discussie met besluitvorming. Ideaal zou zijn wanneer de Burap en jaarrekening nog verder naar voren zouden kunnen worden geschoven. Waarom kan een bedrijf wel in januari met de cijfers komen en een gemeente daarmee pas in juni? Een stokoude vraag waar ik nooit een goed antwoord op heb kunnen krijgen. Personele capaciteit speelt daarbij natuurlijk een rol. Je zou daarvoor de mensen die met de P&C-cyclus bezig zijn niet moeten belasten met “de waan van de dag”.

Een onderwerp om met de nieuwe raad eens duchtig aan de orde te stellen.

Gast van de Raad

In de Graafsche Courant staat wekelijks een column “bellen met de burgemeester”. Op 25 november 2009 verwees de burgemeester daarin naar het project “Gast van de Raad”. In dat project worden enkele inwoners, die zich daarvoor hebben opgegeven voor een raadsvergadering ontvangen door de burgemeester en enkele raadsleden. Zij krijgen dan informatie waardoor de vergadering beter is te volgen. De reactie van de deelnemers is positief. Zij vinden het bijzonder eens een kijkje in de keuken te kunnen nemen. Na de vergaderingen van december wordt bekeken of er al dan niet mee wordt doorgegaan. De reacties van de deelnemers aan het project zullen bij die beslissing een rol spelen. Ik vind dat het project in ieder geval door moet gaan. Iedere manier om de belangstelling voor het besturen van de gemeente te stimuleren moet worden aangegrepen. Aan de deelnemers zou kunnen worden gevraagd wat er nog nodig zou zijn om te bewerkstelligen dat zij voortaan de raadsvergaderingen blijven bezoeken. En dan natuurlijk ook dat zij actief gaan meedoen via de politieke partijen. Hoe ik daarover denk is in voorgaande artikelen wel te lezen. Belangrijk is daarbij tijdig en ruimschoots informatie wordt gegeven over wat er in de raad gaat spelen. Op dit moment deugt dat systeem gewoon niet. Ook de fracties moeten, kunnen en willen waarschijnlijk daarbij een rol spelen. Ook daarvoor is het nodig dat die fracties daarvoor de tijd krijgen. Ik geef hierna (en dus hierboven) een reactie op het vergaderschema van volgend jaar.

Regelmatig worden presentatieavonden voor de raad gegeven. Als zij al openbaar zijn worden zij niet aangekondigd. Onderwerpen als beeldkwaliteitplan voor de binnenstad zijn voor een brede kring interessant. Maak dus de presentatieavonden in principe openbaar en kondig ze aan. De keren dat het wel gebeurt zoals onlangs in Gassel en ook de bijeenkomst van het “Hart van Grave” tonen aan dat daarvoor veel belangstelling is. De raadzaal zal dan vaak te klein zijn. Dan is er altijd nog het Palazzo en straks het MFC. Laat de raad maar naar buiten komen. Ook de eigen website van de gemeente kan daarin een sterkere rol vervullen dan nu het geval is.

De evaluatie van “Gast van de Raad” is een mooie gelegenheid de werkwijze van de raad eens duchtig aan een kritische beschouwing te onderwerpen. Straks een nieuwe raad en nieuw elan?