zaterdag 30 januari 2010

Scheepswerf

De oppositie in Grave wil aan de toch al goedgevulde agenda voor dinsdagavond nog een interpellatiedebat over de scheepswerf toevoegen. Op zich wel terecht. De open brief van de directie van de scheepswerf en het artikel in de \gelderlander van vrijdag 29 januari geven daar voldoende aanleiding voor.

Al eerder gaf ik mijn visie over de toekomst van de werf in Grave. Daarom kan ik nu wel volstaan met een samenvatting.

Iedereen is het er wel mee eens dat de scheepswerf in Grave verkeerd ligt, zowel voor het bedrijf zelf als voor de omgeving. Vanaf de zestiger jaren wordt verplaatsen ook als het ideaal gezien. Dat is nooit haalbaar gebleken en dus is volstaan met iedere keer de werf wat meer ruimte te geven en wat maatregelen om de overlast voor de naaste omgeving te verminderen.

Het leven in die situatie werd steeds meer een aanleiding tot ongenoegen. De bijdrage van de werf aan het gemeenschapsleven zoals door het beschikbaar stellen van de kantine kon daar niet meer tegenop. In het raadsprogramma voor deze periode stond dan ook wederom een onderzoek naar de haalbaarheid van verplaatsen van de werf. Alleen dat voornemen aan gaf blijkbaar weer wat rust terwijl er feitelijk niets wezenlijks gebeurde.

Nu is kennelijk een punt bereikt dat het pappen en nathouden niet meer voldoende is. De vergunningsvoorwaarden van de provincie moeten worden gehandhaafd en dat gaat de werf geld kosten. In ieder geval zal een keuze tussen de oplossingsmogelijkheden moeten worden gemaakt. Als die keuze op redelijk korte termijn realiseerbaar is zal de provincie blijkbaar nog enige clementie tonen.

Er zijn nu volgens mij drie benaderingsmogelijkheden.


1. De scheepswerf daar weghalen. Dat kan in drie varianten

  • De gemeente weigert alle verdere medewerking en dan gaat de werf naar eigen zeggen kapot. Niet bepaald een elegante aanpak;
  • De werf wordt verplaatst naar het Wisseveld. Gezien ook de uitlating van wethouder Bos in de Gelderlander van vrijdag 29 januari is de kans op een financiële bijdrage van de provincie verkeken. Hiermee is het haalbaarheidsonderzoek ook direct afgerond. Verplaatsen is niet haalbaar en al helemaal niet op korte termijn. Die illusie kunnen we niet langer overeind houden. Één lichtpuntje is daarbij dat de vraag of het Wisseveld een geschikte plaats is dan niet hoeft te worden beantwoord.
  • De werf, of in ieder geval de activiteit, gaat naar een plek buiten Grave, al of niet als zelfstandige werf . De scheepswerf zelf zal moeten aangeven of dat een reële optie is. Uit de brief van de werf krijg ik niet die indruk.

2. De woningen die overlast hebben wegnemen.

Dat is alleen een zinvolle aanpak als zeker is dat de overlast beperkt blijft tot de woningen aan de Maaskade zelf. Die vraag moet toch eenvoudig zijn te beantwoorden. Als het een zinvolle aanpak blijkt hoeft het nog niet te betekenen dat de woningen moeten worden gesloopt. De geneugten van het “aan de Maas wonen” zullen voor veel mensen toch wel een tijdje opwegen tegen de hinder van de scheepswerf. Aankoop en bijvoorbeeld inzet als starterswoning is denkbaar. De vraag is natuurlijk wie die woningen wil kopen en bewaren. Een ander punt is of de milieuregelgeving deze aanpak wel toestaat. Op korte termijn zal die aanpak dan ook wel niet realiseerbaar zijn.

3. Toch maar weer doorgaan met een verbetering ter plekke.

De werf zelf heeft daar kennelijk al uitgewerkte plannen voor en ook de financiën. Het enige dat nog ontbreekt is de medewerking van de gemeente in de vorm van een bestemmingsplanwijziging. Ook dat kost tijd, maar blijkbaar is de provincie bereid de dwangsom nog wat op te schorten als de gemeente meewerkt. De grote vraag bij deze aanpak is natuurlijk weer voor hoe lang hij werkzaam is. Al eerder is medewerking geven op basis van “dit is de laatste keer”. Het is wel zo dat de aanpak door de woningen weg te nemen, al of niet met hergebruik, kansrijker wordt.

Conclusie: De gemeente heeft nu eigenlijk maar 2 opties: meewerken aan de huidige plannen van de scheepswerf of tegen de scheepswerf zeggen dat van de gemeente niets meer valt te verwachten dan handhaven van vergunningen hetgeen ook de provincie zal doen.

Deze conclusie is gebaseerd op hetgeen ik uit de brief van de scheepswerf en uit de krant heb.

Een visie van het college in een debat in de raadsvergadering is dan ook dringend gewenst.

Deelname van de scheepswerf aan dat debat kan alleen maar verhelderend werken.

Daar zal wel tijd voor moeten worden ingeruimd en waar haal je die nou vandaan. Ik zou als minste van alle kwaden de discussie over het AZC schrappen. De notitie van het college die als basis moet dienen geeft alleen maar wat financiële feiten en die zijn zoals ze zijn. Meer daarover in het hieronder staande artikel.

Discussie over AZC

De uitgestelde “kaderstellende” discussie over het AZC is nu voor a.s. dinsdag gepland. Het presidium (of wie anders?) heeft zelfs de besluitvorming alvast op de agenda gezet van de besluitvormende vergadering die direct daarna wordt gehouden. Al vaak heb ik betoogd dat de redactie van een besluit zorgvuldig moet gebeuren zodat iemand alleen al uit de tekst van het besluit begrijpt wat de raad er mee heeft bedoeld en niet ook nog de band af moet luisteren en vervolgens aan diverse partijen moet vragen hoe een en ander moet worden geïnterpreteerd. Hoe dat moet in de korte pauze tussen discussie en voorbereidende vergadering is voor mij een raadsel, maar in het stadhuis kijkt men daar wat luchtiger tegenaan dan ik doe. Een Multi-interpretabel besluit is ook wel eens handig.

Als grondslag voor het debat dient nog steeds alleen de notitie die eigenlijk alleen maar gaat over financiële voordelen van een AZC voor de gemeente. Dat is een magere basis voor een discussie die in een half uur tot een formulering van kaders zou moeten leiden. Dat moet beter worden voorbereid en dus kan deze discussie beter worden uitgesteld. Dat wil niet zeggen dat er niets moet gebeuren, maar dat kan ook zonder uitgebreide bespreking in de raad. Een korte regiebespreking is voldoende, maar die zou dan wel door het presidium moeten worden voorbereid. De fractievoorzitters moeten vervolgens zichzelf en hun fractieleden tijdens de vergadering in toom houden!

Mijn uitgangspunt is dat Grave bereid is te praten over een nieuw contract. En ik heb de indruk dat ook de meeste partijen op zijn minst bereid zijn dit in overweging te nemen. Ik heb nog niet keihard gehoord dat voor ook maar één partij een nieuw contract volledig onbespreekbaar is.

Alle partijen hebben nog veel vragen en vooruitlopend op de antwoorden alvast een idee over de locatie. Hoe ik redeneer en tot vragen kom heb ik hier onlangs al laten zien en mijn vragen komen aardig overeen met de vragen die door diverse partijen worden gesteld.
Het merendeel van de antwoorden zal door het COA moeten worden gegeven en dan niet in de algemene vorm zoals bij de presentatie in september, maar concreet voor de Graafse situatie. Het is efficiënt die vragen eerst aan het COA voor te leggen en dan als de antwoorden binnen zijn die in een notitie te verwerken die dan te bediscussiëren. Dat zal niet meer voor de verkiezingen lukken; jammer maar helaas of misschien juist goed?

Beperk de bespreking dinsdag tot een procedurediscussie of het zo wordt aangepakt of op een andere manier en ga nog niet inhoudelijk op de materie in. Er moet die avond wel een goede regie zijn zoals ik hierboven ook al opmerkte. Dat betekent dus wel dat het presidium maandag of dinsdag nog bij elkaar komt.

Als er dan toch iets moet worden besloten en eigenlijk is het wel goed de procedure vast te leggen; maar dan wel in de vorm van een motie, want zo formuleer je nu eenmaal een opdracht aan het college (het besluit dat wordt genomen over de loswal is eigenlijk ook meer een motie dan een besluit). De motie zou ongeveer als volgt kunnen luiden

“De raad van Grave in vergadering bijeen overwegende dat de ervaring met het AZC in de afgelopen jaren geen aanleiding geeft de relatie met het COA te beëindigen spreekt de bereidheid uit met het COA te onderhandelen over een nieuw contract. De raad draagt het college op het voorstel voor een contract voor te bereiden volgens het volgende traject.

  1. Aan de fracties wordt gevraagd welke vragen moeten worden beantwoord alvorens die fractie een standpunt kan bepalen over het al of niet sluiten van een nieuw contract. De locatie, de aard en omvang van het centrum kunnen daarbij aan de orde komen.
  2. Aan maatschappelijk instellingen en wijkraden wordt eveneens deze gelegenheid geboden.
  3. Het college bespreekt de inbreng met het COA en legt het resultaat voor aan de raad die daarover discussieert en op basis daarvan de voorwaarden formuleert.
  4. Het college werkt met het COA deze voorwaarden uit tot een contract en legt dat voor aan de raad.
  5. Dit traject moet uiterlijk in juli 2010 tot het al of niet sluiten van een contract leiden. Indien het dan tot een contract komt is de gemeente bereid mee te werken aan voortzetting van de huidige situatie tot het nieuwe AZC gereed is

En dan de altijd weer fraaie slotzin.

Toelichting.

Algemeen. Ik heb alleen de eindtijd genoemd; het is zinvol tussentijden op te nemen

Ad 1 Het is raadzaam hier wat tijd voor beschikbaar te stellen. Daarbij is de vraag of de politieke partijen hier in de verkiezingsvoorbereiding nog gebruik van willen maken. Raadplegen van de achterban moet in ieder geval mogelijk zijn. Half maart moet toch haalbaar zijn

Ad 2 Het interkerkelijk platform heeft hiervoor al een voorzet gegeven. In dit stadium vind ik een publieksbijeenkomst nog niet zinvol. Er zijn nog teveel vragen en te weinig antwoorden. Instellingen die direct met het AZC of de bewoners te maken hebben moeten wel de gelegenheid hebben in een vroeg stadium mee te praten. De Graafse ondernemers horen daar ook bij. De wijkraden kunnen inbreng leveren ten behoeve van de locatiekeuze.

Ad 3. Als de raad de voorwaarden heeft geformuleerd is het tijd voor een publieke bijeenkomst om voordat er definitief wordt besloten uit te leggen wat er gaat gebeuren. Mocht dan ondanks alles er toch nog een lacune in het besluit zitten is er nog tijd voor reparatie. Zoals ik er nu tegenaan kijk zal de formulering in hoofdzaken als volgt kunnen zijn.

Zo zou ik het nu formuleren met nog wat details erbij. Een deel van de voorwaarden past niet in het landelijk beleid, maar als wij meewerken mag men daar toch wel rekening mee houden. Eventueel kan aan de laatste voorwaarde nog worden toegevoegd dat de gemeente jaarlijks maximaal € 10.000 of misschien wat meer beschikbaar stelt voor huisvesting in particuliere opvangcentra.

Nog een laatste woord.

Wat we zeker niet moeten doen is een referendum over dit onderwerp houden. Waarom niet? Mijn mening daarover is een verhaal apart waard.

Referendum ja of nee?

Om maar met de deur in huis te vallen; ik vind een referendum geen toppunt van democratie, maar een brevet van onvermogen voor onze volksvertegenwoordiging.

Wij leven in een democratie. Wat is een democratie? Daar zijn net zo veel meningen over als er deskundigen en pseudo-deskundigen zijn. Ik geef mijn idee daarover.

Letterlijk betekent het dat niet één persoon of groep het voor het zeggen heeft, maar het hele volk. Dat “voor het zeggen hebben” gaat niet louter op basis van meeste stemmen want dat leidt tot een dictatuur van de meerderheid. De meerderheid beslist wel ,maar houdt daarbij rekening met de minderheid en beslissingen moeten worden genomen in het algemeen belang. Je zou ook kunnen zeggen dat democratie niet is: doen wat het volk wil, maar doen wat goed is voor het volk. Omdat het nemen van beslissingen in een democratie studie en overleg vereist hebben wij een parlement of gemeenteraad gekozen die voor ons dat werk doen.

Een referendum past niet in dit systeem. In een referendum beslist iedereen op basis van zijn eigen voorkeur, houdt geen rekening met andere belangen en het is onmogelijk dat iedereen de consequenties van zijn voorkeur voldoende overziet. Daarvoor hebben we juist onze volksvertegenwoordigers gekozen.

Dat wil niet zeggen dat wij als kiezers ons vier jaar lang gedeisd moeten houden en dat onze vertegenwoordigers zich niet aan ons kiezers hoeven te storen. Om een goede beslissing te kunnen nemen moet je als volksvertegenwoordiger wel weten wat er bij het volk leeft en wat de consequenties van een besluit zijn. Er dient wel degelijk sprake te zijn van burgerparticipatie, maar dan wel in de voorbereiding van een besluit en bij de invoering. Een wezenlijk element van democratie is ook dat, wanneer eenmaal een beslissing is genomen, dat besluit door iedereen wordt geaccepteerd. Een besluit zal dus ook moeten worden uitgelegd. Ook bij die burgerparticipatie spelen politieke groeperingen een belangrijke rol. Zij moeten daar voldoende energie en tijd in stoppen. Op het moment dat van hen dan wordt gevraagd een standpunt te bepalen moeten zij dat ook durven omdat zij de overtuiging hebben dat zij weten wat hun achterban ervan vindt. En als dan toch anders wordt beslist moeten zij kunnen en durven uitleggen dat met hun mening bij het besluit wel degelijk rekening is gehouden, maar dat er op een gegeven moment nu eenmaal moet worden gekozen. Daarvoor in de plaats een referendum houden is dus weglopen voor de verantwoordelijkheid.

Bovenstaand is ook zo ongeveer de reden waarom er in ons land –en dus ook in onze gemeenten- geen echt referendum mogelijk is. Wel is om de voorstanders van een referendum toch tegemoet te komen het “raadgevend referendum” uitgevonden. Zo’n oplossing vinden past in mijn definitie van democratie, maar het is wel een ongelooflijk doekje voor het bloeden. In zijn letterlijke betekenis is het niet meer dan een element voor de afweging. Dan kun je hoogstens zeggen dat de volksvertegenwoordigers zich er wel erg makkelijk van af maken met het betrekken van de achterban bij het besluitvormingsproces. Erger wordt het wanneer de vertegenwoordigers zich bij voorbaat indekken door te stellen dat de uitslag van het referendum zal worden gerespecteerd; waarmee dan wordt bedoeld dat die uitslag maatgevend is. Dat is dan echt een brevet van onvermogen.

En dan de gang van zaken bij een referendum. Allereerst het formuleren van de vraag. Hoe leg je het probleem zo aan de kiezer voor dat alleen met “ja” of “nee” kan worden geantwoord zonder dat antwoord in de mond te leggen? Bij een raadgevend referendum wordt ook campagne gevoerd. De gemeenteraad weet niet hoe te beslissen en vraagt dus raad aan de bevolking. In plaats van vol spanning die raad af te wachten gaat iedere partij druk aan de gang om de kiezers te vertellen welke raad zij willen dat de kiezer geeft. Beter bewijs dat de politieke partijen wel weten wat er besloten zou moeten worden maar het gewoon niet durven, is er niet.

Een referendum is voor mij dan ook weglopen voor de verantwoording.

Nu moeten we helaas erkennen dat politieke partijen, zeker in de gemeenten, vaak hun rol in het democratisch proces slecht spelen. Het is ook niet eenvoudig. Raadslid zijn is geen dagtaak en de werkwijze laat vaak een zorgvuldige aanpak niet toe, maar daar kan de raad zelf iets aan doen. Het duale stelsel bij gemeenten is juist ingevoerd om de raad meer als volksvertegenwoordiging te laten optreden en minder als bestuurder.

Maar het ligt ook aan de bevolking zelf. De animo om als burger aan de politiek mee te doen neemt duidelijk af. Dat is een maatschappelijke ontwikkeling. De burger wordt meer “klant bij” dan “lid van”. Dit verschijnsel doet zich ook bij verenigingen voor. Het is dan, om de democratie te redden, voor besturen en bestuurders ook zaak aan klantenbinding te doen. Je kunt burgers niet verplichten belangstelling te tonen, maar je kunt het wel aantrekkelijk en gemakkelijk maken. Daarvoor zijn heel veel manieren. Een referendum hoort daar niet bij!

donderdag 28 januari 2010

Voorbereidende vergadering impressie

Direct na de vergadering plaatste ik een korte eerste reactie. De vergadering was beschamend. Vervolgens schreef ik eerst een wat uitgebreidere reactie en daarna nog wat over de diverse punten. Die volgorede is voor lezers en lezeressen die niet ieder uur kijken onlogisch. Vandaar dat ik de tekst van de algemene reactie nog even naar voren haal.

Het uitstel van de discussie over het AZC, bij nader inzien kaderstellend genoemd, was wel het dieptepunt. Dat uitstel was te voorspellen. Voor de vergadering was hier al op gewezen en halverwege de vergadering werd vanuit de raad ook het idee geopperd eens te kijken welke stukken doorgeschoven konden worden. Er werd toch stug doorgepraat en klok-tijd is blijkbaar heiliger dan kwali-teit. De AZC-discussie ging niet door. Je kon de mensen op de publieke tribune die speciaal voor dit punt waren gekomen, tot zelfs uit Breda, achteruit horen bidden. Jan de Rijk -die gebruik had gemaakt van het spreekrecht om de raad er op te wijzen dat er nog een brief lag van het interkerkelijk platform vluchtelingwerk waar in de notitie niet eens gewag van werd gemaakt- zit nu met het dilemma of hij a.s. dinsdag wanneer een nieuwe poging wordt gedaan weer kostbare tijd moet vragen om zijn oproep te herhalen. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. De oorzaak is iedere keer hetzelfde. Een overvolle agenda met onvoldoend voorbereide punten en collegeleden. Ik heb het voordeel van deze vergaderwijze boven de vroeger commissies nooit gezien, maar nu durf ik te stellen dat het Graafse systeem van voorbereidende vergaderingen niet deugt. In een vorig artikel over de presentatieavond van 19 januari gaf ik aan dat ik het twee keer kort na elkaar houden van dezelfde presentatie tijdverspillen vind. Ik hoorde dat het argument is dat de raad eerder wenst te worden geïnformeerd dan de bevolking. Dat is nog te verdedigen als het om nieuwe en gevoelige informatie gaat, maar deze presentatie was niets meer (maar ook zeker niet minder) dan een voortzetting van al eerder gegeven informatie. De raad had zich heus niet achtergesteld hoeven voelen als men gewoon ook donderdag naar het Palazzo zou zijn gekomen en daar ook de bevolking had horen meepraten. Daarmee zou zo al een half uur zijn gewonnen en enkele mensen hadden zich vier uur kostbare reistijd kunnen besparen. (ik heb ooit een klok gezien die behalve de tijd ook de vergaderkosten aangaf en dat was wel effectief) Een gevolg van deze overladen agenda is nu dat van een aantal, zeg maar bijna alle, punten nog nadere informatie moet worden gegeven. Dat heeft weer als gevolg dat er in de besluitvormende vergadering een mengsel van informatie verstrekken en besluitvormen ontstaat en dat kost weer extra tijd. Daarbij komt dat er toch flink wat tijd zal moeten worden uitgetrokken voor het stellen van kaders voor het AZC. Is 22:30 uur echt zo heilig? Soms moet je van een aantal kwaden de minste kiezen. Toch zie ik nog wel andere mogelijkheden, maar die geef ik wel aan bij mijn commentaar op de afzonderlijke agendapunten. .

woensdag 27 januari 2010

Vervolgtraject loswal

Het wordt langzamerhand echt een soap en als je nu vraagt naar de inhoud van een eventueel besluit moet er goed worden gezocht naar iets wezenlijks.

Punt 1 vraagt akkoord te gaan met voorstel 2 binnen het door de raad vastgestelde krediet enz. Eigenlijk moet alleen maar worden gekozen tussen voorstel 1 en 2. Het verschil tussen die 2 is alleen te vinden in de bestratingmaterialen en laat nu in het tweede punt die keuze nu weer worden gemandateerd aan het college. Met alle eerbied, maar die figuurtjes in de bestrating zijn op een tekening leuk, maar stellen in werkelijkheid niets voor. En om in die bestrating nog een verwijzing naar water op te nemen met de hele werkelijke Maas erachter vind ik bedrieglijk, maar vooruit, kwaad kan het niet en de extra kosten stellen ook niet veel voor.

Laten we maar ophouden met praten erover. Iedereen vindt een opknapbeurt van de loswal hard nodig. Voorlopig gebeurt er in werkelijkheid nog niets en is er nog tijd zat om als er meer bekend is over het parkeren en wellicht ook over de presentatie van vestingwerken en daarbij het plan ook aan de bevolking is gepresenteerd nader te beslissen over een versiering in de bestrating en het al dan niet voorlopig toelaten van parkeren. Het idee van de maquette moet nog worden uitgewerkt van taartformaat naar een vlak van 8x9 m2. Het uitwerken zou ik wel opdragen, maar het beslissen daarover toch wel even met de bevolking bespreken en er dan in de raad over beslissen.

Zorgelijk vond ik wel de mededeling dat de damwandconstructie nog verder moet worden uitgewerkt. Dat kost tijd en mogelijk ook extra geld. Als het resultaat daarvan is dat kleine schepen daar beter niet kunnen aanleggen zou ik de vlonder in ieder geval als zijnde misleidend weglaten. Als er wel aangelegd kan worden blijft die vlonder ook nutteloos en moet er uit kostenoverwegingen van worden afgezien. Voor zover ik weet is nog niet afgezien van de steiger die voor de kade is gepland. Het totaalplan is nu eenmaal nog niet in de raad geweest.

Het krediet van € 650.000 is bedoeld voor de gehele loswal en dus niet alleen voor deze fase. Daarvoor is volgens het stuk € 450.000 voldoende. Het mandaat dient dan ook tot dat bedrag beperkt te blijven. Als dat niet genoeg is om ook kosten van voorbereiding en uitvoering te dekken, hetgeen in de vergadering in twijfel werd getrokken ontstaat er een nieuwe situatie en dan moet de zaak weer terug naar de raad. Je hebt nu eenmaal overal goede en slechte tijden
Tot slot dient december 2010 uit de planning te worden gehaald. Het moet zijn: klaar voor de Sinterklaasintocht in november of beginnen na 1 maart 2011

Vergoeden energiekosten Voedselbank

Duidelijk was dat een groot deel van, zo niet de hele raad eigenlijk vindt dat de voedselbank in leven moet worden gehouden. Zeker omdat de gemeente er nog niet in is geslaagd die instelling overbodig te maken. Ook de wethouder heeft ooit gezegd dat het vergoeden van energiekosten blijft zolang de gebruiksovereenkomst van kracht is. Nu wordt om de gemeente moverende reden het gebruiksrecht wel ieder jaar opnieuw gegeven, maar er is toch van een continuïteit sprake en van een koppeling tussen gebruik ruimte en vergoeding energiekosten. Het resultaat is dan ook voorspelbaar: de voedselbank behoudt zijn vergoeding. Dat kan ook door de energierekening rechtstreeks naar de gemeente te lalen komen en te betalen. Extra werk levert dat niet echt op en de voedselbank kan het geld niet aan andere zaken besteden waarmee de neiging om het een verkapte subsidie te noemen ook weg is.

Hoe dit in de besluitvormende vergadering snel te laten verlopen?

Een nieuw kort voorstel. “Aangezien we er met z’n allen niet in zijn geslaagd de voedselbank overbodig te maken moet die instelling nog blijven bestaan. Daarom wordt het pand aan de Arnoud van Gelderweg ook voor het jaar 2010 beschikbaar gesteld en komen de energiekosten voor rekening van de gemeente. De rekeningen worden rechtstreeks door de gemeente voldaan. De kosten worden geboekt bij de energiekosten gemeentelijke gebouwen, zodat geen nieuw budget nodig is.”

Ik ga er hierbij van uit dat de kosten in de ruis van alle energiekosten van gemeentelijke gebouwen verdwijnen.

Overleg en afstemmen met de portefeuillehouders in het Land van Cuijk die ook met deze materie te maken hebben is nooit weg en daartoe zal iedere wethouder wel toe bereid zijn.

Advies over de lokale omroep.

Noch het college, noch de raad voelt er kennelijk iets voor een bijdrage aan STILO/Radio Meander te geven. Deze omroep verzorgt –in ieder geval naar eigen zeggen- ook op Grave betrekking hebbende uitzendingen. Dus moet Grave advies geven over het representatief zijn van deze club en daarvoor zijn door het rijk criteria vastgesteld. Volgens het college voldoet de stichting daaraan. Geen poging is gedaan die club niet representatief te achten. Getrouw worden de regeltjes van het rijk gevolgd. Vreemd is dan dat wel zonder enige motivatie wordt afgeweken van het door het, eveneens door het rijk vastgestelde, minimum bedrag voor de bijdrage. Ik heb de lijst met representatieve mensen gezien en volgens mij is er niet erg veel fantasie voor nodig om de voor Grave genoemde personen in ieder geval voor een deel niet-representatief te achten. De medewerker van Sensis woont niet in Grave en werkt voor een instelling die weliswaar in Grave is gevestigd, maar verder weinig relatie met het gemeenschapsleven heeft. Wel representatief voor Sensis, maar niet voor het Graafse maatschappelijk leven. Ook zijn er onvoldoende Graafse vertegenwoordigers. Dat wordt dan later wel aangevuld, maar op dit moment, en daar gaat het om, is er geen sprake van representativiteit.

Tijdwinst in de besluitvormende vergadering kan worden gewonnen door voor die tijd het voorstel in bovenstaande zin te veranderen en er dan unaniem mee in te stemmen Anders rest niets anders dan hooguit te knarsetanden, maar niet meer te discussiëren. Met de rug tegen de muur en dan door de knieën was ooit een gymnastiekoefening van het programma “Cursief”.

Delegatiebesluit projectprocedure Hart van Grave.

  1. Dit voorstel is de laatste trap van een drietrapsraket:
    Met v.d. Horst c.s. i overeengekomen dat de gemeente tijdig voor een bestemmingsplan zou zorgen;
  2. Het college ziet nu ook in dat het bestemmingsplan niet op tijd klaar zal zijn en heeft nu met de ontwikkelaar afgesproken dat een projectprocedure zal worden gevolgd. Dat levert tijdwinst op;
  3. Om nog meer tijdwinst te boeken stelt het college nu voor het nemen van het uiteindelijke besluit deze bevoegdheid aan het college te delegeren.

Het gaat nu dus alleen maar over de delegatie, die volgens het college bij nadere informatie 4 weken winst oplevert. Volgens mij is dat maar 2 weken; besloten wordt in een besluitvormende vergadering; een week daarvoor is de voorbereidende vergadering en weer een week daarvoor wordt in het college veelal het voorstel goedgekeurd. En er zijn voorbeelden waarbij die totale tijd nog korter is. Toch ben ik wel voorstander van die delegatie. Ook 2 weken winst is welkom en een raadsbesluit in plaats van een B&W-besluit heeft geen meerwaarde als de communicatie over het plan tenminste goed is geweest. Dat is wel een belangrijke voorwaarde.


De addertjes onder het gras die ik al eerder noemde en de vragen van de PvdA slaan dan ook niet op het voorstel dat nu aan de orde is , maar op de keuze voor een projectprocedure in plaats van een nieuw bestemmingsplan. Die keuze is nu onvermijdelijk geworden. Al bij de start van het project achtte ik het uitgesloten dat de gemeente op tijd een bestemmingsplan klaar zou hebben. Léon Kamps had gelijk dat voor beide procedures hetzelfde werk moet worden verricht. Waar zit dan de tijdwinst?

De projectprocedure brengt ook risico’s met zich mee en wel zodanig dat de gemeente indien het bestemmingsplan, waarvoor nu meer tijd beschikbaar is, ook dan niet op tijd klaar is een flink bedrag verliest (volgens de “over de duim”-berekening van Léon ongeveer twee ton). Onthutsend was dat de wethouder kennelijk niets wist van deze materie en vragen daarover moest doorschuiven naar volgende week. Nog onthutsender werd het toen ik thuiskomend de mail van Léon las waarbij waren ingesloten zijn vragen over dit onderwerp en het antwoord daarop. In dat antwoord stond precies wat de consequenties en de risico’s van de projectprocedure zijn en hoe de gemeente normaliter die risico’s afdekt. In dit geval zijn de kosten en de risico’s voor de gemeente omdat de gemeente eigenlijk de verplichting had dat een bestemmingsplan op tijd klaar te hebben. Kennelijk kende de wethouder de vragen en de antwoorden, die toch van te voren bekend waren niet eens. Over goed voorbereid naar een vergadering komen gesproken!

Uit het antwoord kwam ook naar voren dat de tijdwinst eigenlijk zit in het bij een projectprocedure niet verplicht zijn van de eigen door de raad vastgestelde inspraakprocedure waarbij men een zienswijze kan indienen. Wethouder Opsteegh als portefeuillehouder van een ander deel van de portefeuille Ruimtelijke Ontwikkeling verwijst als het om communicatie gaat vaak naar deze procedure. Het argument om deze inspraakprocedure weg te laten is dat de zienswijzen van 3 jaar geleden en de reactie daarop er nog liggen! Sinds die tijd is er wel wat veranderd en het gaat nu echt om een nieuw plan en een nieuwe procedure. Als voorwaarde bij het delegatiebesluit noemde ik hiervoor al dat de communicatie goed verzorgd moet zijn. Als het aan het college ligt is dat dus niet het geval, maar gelukkig heeft in de projectprocedure niet de gemeente maar de ontwikkelaar de leiding. (Afschuwelijk dat ik dat gelukkig vind). Het ware voordeel van deze procedure is in dit geval dat de tijdbewaking nu beter gewaarborgd is en dat al is aangetoond dat de communicatie met de bevolking veel beter is dan met de wijze waarop de gemeentelijke inspraakprocedure wordt gehanteerd is te bereiken.

Hoe nu dit stuk te behandelen:
Houd het bij het voorstel en niet bij de zaken er omheen. Verleen de delegatie, maar besteed straks bij het opstellen van het raadsprogramma 2010-2014 en het zoeken van de daarbij behorende wethouders (in deze volgorde graag) aandacht aan deze materie.


maandag 25 januari 2010

Loswal vervolg

Dit is de tweede versie van deze weblog. Ik had hem begin van de middag al grotendeels klaar, maar moest weg. Gelukkig had ik de ingeving nog even op de site van Jacques te kijken alvorens het verhaal af te ronden.

Ik vind het onwaarschijnlijk dat een college een voorstel de wereld instuurt en dan zonder dat er nog maar enige discussie heeft plaatsgevonden een paar dagen later alweer een andere mening heeft. Eigenlijk zou ik de mededeling van Jacques dat nu voorstel 2 bij het college de voorkeur heeft dan ook niet willen geloven. Als het college een voorstel doet is dat weloverwogen. Helaas geloof ik Jacques wel.

Ik heb vanochtend de stukken voor de loswal bekeken. Daar werd ik niet veel wijzer van. Op de vragen die ik in het vorige artikel stelde vond ik geen antwoord. Gelukkig heeft Jacques de tekeningen op zijn site gezegd en dat maakt het voor mij mogelijk er wat commentaar op te geven zonder er zelf de plaatjes bij te moeten leveren.

De voorstellen zijn niet meer dan ontwerpschetsen en nog ver van uitvoeringstekeningen. De behoefte om eerst te besluiten wat we nu eigenlijk met de vestingwerken, en de loswal daar als onderdeel van, willen, is alleen maar versterkt. In beide schetsen zijn de verwijzingen naar de vesting van weleer allemaal erg fragmentarisch en, maar dat is mijn mening, ook misleidend. Het is gebruikelijk om in nieuwe bestrating de contouren van de oude situatie aan te duiden. Maar dan wel om aan te geven hoe het er op die plek vroeger uitzag en niet als een soort symbool, waarbij het de vraag is of de argeloze bezoeker wel begrijpt wat er met die figuren wordt bedoeld. Ik kan me voorstellen dat iemand die de historie van Grave niet kent bij het zien van de bestrating van voorstel 2 vermoedt dat het hier gaat om een oude landingsplaats van schildpadden.
In de scan van Jacques was de uitleg bij de verticale strepen op voorstel 2 weggevallen. De blauwe kleur kreeg als uitleg: bedriegertjes!

Natuurlijk is het goed de bezoeker van Grave te laten zien hoe de vestingwerken er hebben uitgezien en wat de betekenis daarvan was. Een maquette zoals Martien Koolen voorstelt kan daar een onderdeel van zijn, maar de informatiewaarde van alleen de maquette is beperkt. Tijdens een rondleiding kan de maquette als illustratie dienen, maar dan is de vraag of de loswal de beste plaats is. Je moet dit niet vanuit het oogpunt van een kenner van Grave bezien, maar zoals een niets of weinig wetende bezoeker de maquette zal ervaren.

Ik heb de maquette van de maquette ook gezien. Met de goede uitleg erbij is het veel meer dan een symbolische verwijzing. Maar mijn mening dat je die maquette in een afmeting van 8 x 9 meter niet maakt voor € 10.000 is alleen maar versterkt. Daarbij ga ik wel uit van een behoorlijke kwaliteit en niet van een plaat beton met wat krassen en rode verf. In het stuk staat wel dat het een schatting is, maar in de Gelderlander werd het bedrag al als een budget gebracht.

Over geld gesproken. Jacques merkte op dat het bedrag van € 450.000 niet in het voorstel staat. Het staat er wel in onder de kop Argumenten en alternatieven, één na laatste alinea. Er is dan ook geen sprake van schending van vertrouwen. Tenzij het raadsstuk zelf het lek is. Waterdicht is het in ieder geval niet.

Uit gesprekken heb ik inmiddels ook begrepen dat kleine schepen, waarvan de schippers met de situatie bekend zijn, liever niet aan de kade afmeren omdat zij daar beschadigd kunnen worden. Dan moet je natuurlijk niet door een vlonder de suggestie wekken dat de aanlegsteiger doorloopt. Dat is vragen om schadeclaims. Waarom grote schepen, die toch meer diepgang hebben, wel tegen de wal aan kunnen liggen vind ik niet logisch. Een reden temeer om de huidige situatie te onderzoeken en als dat al is gebeurd de resultaten bekend te maken

In het vorig artikel vroeg ik me af wat er met halfverharding wordt bedoeld. Uit de schetsen blijkt dat het toch om keiharde keien gaat, gres- en betonkeien.

De verwarring is inmiddels alleen maar groter geworden en toch zal er een uitspraak moeten worden gedaan. Uitstel van het besluit tot er een duidelijk visie is zou natuurlijk het beste zijn, maar dat zal wel op politieke bezwaren stuiten. Bovendien zou het wel eens kunnen zijn dat Rijkswaterstaat nog dit jaar het stuwpeil van de Maas wil verhogen en ook daarvoor is spoed geboden.

Mijn conclusie: houdt het nu simpel en doe alleen wat direct nodig is om de peilverhoging aan te kunnen en de kwaliteit als aanlegplaats en entree voor de stad te vergroten.
Dat kan door de kademuur te verhogen en zo nodig te verbeteren. Leg een simpele verharding aan die bestand is tegen de wisselende waterstanden en overstroming. Na de discussie over de visie op de vestingwerken zal wel blijken of er op de loswal nog verwijzingen zinvol zijn. Ik denk dat een open terrein het meest historisch is verantwoord. Misschien dat een moeras nog beter zou zijn. Het doel van vestingwerken was bezoekers buiten te houden. De huidige loswal moet juist aantrekkelijk worden voor bezoekers. Welke aankleding daarvoor nodig is moet volgen uit de nog te voeren discussie over het totaalplan.
Laat de parkeerproblematiek waar die hoort en praat nu nog even niet over een parkeerverbod. Daarvoor dient de parkeernota waar we ook al een tijdje op wachten.

Ik weet niet hoever het staat met het overleg met rijkswaterstaat. Mij staat trouwens bij dat een deel van de loswal ook eigendom is van het rijk.
Wil je voor de winter 2010-2011 iets daadwerkelijk aan de loswal hebben gedaan zul je het zo moeten aanpakken. Voorwaarde daarbij is wel dat de technische uitwerking van het plan en de aanbesteding vlot kunnen verlopen.

Dat brengt me overigens op de vraag wanneer met het bouwrijp maken voor Maaszicht wordt begonnen. Dat was toch voor december 2009 gepland?

zaterdag 23 januari 2010

Loswal vervolg

Het voorstel voor de loswal dat op 26 januari in de voorbereidende vergadering aan de orde komt is nu ook beschikbaar.

Er is een inbreng geweest van enkele mensen die zich uit zich zelf hebben gemeld. Voor de rest van Grave blijft het allemaal een verrassing. Er zijn wel stukken en een maquette ter inzage, maar deels bij de griffier. Ik ben er toch wel nieuwsgierig naar en ga maandag kijken. Nu oordeel ik alleen op basis van het raadstuk en dat zou ook mogelijk moeten zijn.

Het gaat nu alleen om fase 1 : een opknapbeurt van de huidige loswal. Toch is er van het totale budget van € 650.000 al € 450.000 nodig. Dan blijft er voor de rest niet veel over.

Voor de maquette van 8x9 meter worden de kosten geschat op € 10.000. Nu zal het toch een weer- en andere ellendebestendige constructie moeten worden en dan lijkt het mij een bijzonder optimistische schatting. Waarom die maquette niet bewaard totdat er meer bekend is en beslist is over het totaal plan? Bovendien komt er nog een visie op de vestingwerken van Grave. Daarvan is al veel verdwenen en misschien willen we met die andere verdwenen delen ook nog iets.

In het in september gepresenteerde plan was een steiger langs de loswal opgenomen. Volgens dit voorstel vervalt die. Is dat voorlopig of definitief? Ik neem aan definitief want er wordt nu een vlonder voorgesteld in het verlengde van de bestaande steiger, die in de normale hoogwaterperiode moet worden verwijderd. Die vlonder komt dus op de loswal te liggen. Waarschijnlijk is het de bedoeling daarmee een doorlopende steiger te suggereren. In mijn ogen wordt het een nepsteiger. Niet doen dus. Ik ben ook benieuwd naar de constructie. De loswal komt af en toe onder water te staan en dan kan er zeker langs de rand ook nog een flinke stroom staan. Rijkswaterstaat zal eisen dat er geen gevaar bestaat voor wegdrijven. Daarom moet de steiger van november tot maart ook worden verwijderd.

Er is altijd gesproken over verharding van de loswal. In het voorstel wordt gesproken over bestrating, maar in de paragraaf over kosten duikt op eens de term halfverharding op en dat staat ook in het ontwerpbesluit. Van bestrating is in het ontwerpbesluit geen sprake meer. Behalve dat het onduidelijk is doet het mij twijfelen aan de kwaliteit van de opknapbeurt en dat voor zoveel geld.

Een belangrijke rol speelt ook het parkeren. Dat het college voorstelt pas te beginnen met de opknapbeurt als in een vervangende parkeerplaats is voorzien is dan ook prima. Het gevolg is wel dat in december 2010 met het werk wordt begonnen. En dat vind ik nou weer een tijdstip dat je juist niet moet beginnen. Je loopt dan een reële kans dat je hele werk een keer wegspoelt en dat zal ook Rijkswaterstaat niet leuk vinden. Daar staat wel weer tegenover dat ik het nogal optimistisch vindt dat de vervangende parkeergelegenheid volgens de planning van het college gerealiseerd kan worden. Als je geen tijd neemt voor een goede communicatie verlies je die tijd zeker in een bezwarenprocedure, ook als je al uitgaat van een tijdelijke oplossing. En dat vind ik sowieso al kosten verspillen.
Moraal: wil je snel, dus voor december 2010, de loswal hebben opgeknapt moet je het parkeren nog maar een tijdje gedogen.

Er wordt wel gesproken over een onderzoek naar de waterdiepte, maar is er voldoende bekend over de kwaliteit van de wand van de loswal? Een aantal jaren geleden is daar een probleem mee geweest en volgens mij is wel het gat gerepareerd, maar niet de hele loswal verbeterd.

De redactie van het hele stuk is nogal merkwaardig en dat geldt zeker voor de formulering van het besluit. Samengevat staat er eigenlijk: ”Raad, laat het maar over aan het college”. Dat past wel uitstekend in de duale aanpak, waar de raad de hoofdlijnen vaststelt en het college de details invult. Maar helaas heeft de raad de hoofdlijnen voor de loswal als onderdeel van de Maasboulevard nog niet vastgesteld.

In het begin noemde ik al dat met de heren Timmermans en Koolen een gesprek is gevoerd. Dat gesprek leidde tot een aanpassing van het plan, vastgelegd in voorstel 2. Nu staat in het ontwerpbesluit dat het oorspronkelijke ambtelijke ontwerp (voorstel 1) wordt uitgevoerd. Nu wil meepraten niet zeggen dat je ook je zin krijgt, maar dan is toch wel op zijn minst fatsoenlijk dat je de argumenten geeft waarom toch het plan van de gemeente wordt uitgevoerd.

Het voorstel voor de loswal stond oorspronkelijk op de agenda van de commissie van de commissie Ruimtelijke Kwaliteitszorg van afgelopen donderdag. Het punt is echter afgevoerd vanwege het ontbreken van stukken. Nu wordt het in februari besloten. Het advies van deze belangrijke commissie komt dus na het besluit.

Ik vind niet dat het nu voorliggende voorstel zoveel beter is dan het vorige dat je verantwoord een besluit over kun nemen. Maar ja, er ligt natuurlijk wel de coalitieafspraak !

woensdag 20 januari 2010

Presentatieavond 19 januari 2010

Ook deze avond gaf weer enkele interessante presentaties. Dit communicatiemiddel zou moeten worden uitgebouwd. Daarom een paar opmerkingen mijnerzijds.

Vier presentaties op één avond is te veel. Dat is al enkele malen gebleken en ook nu weer. De laatste presentator is daarvan duidelijk de dupe.

De raadsleden mogen na een presentatie een paar vragen stellen. Dat gebeurt op dezelfde wijze als in een raadsvergadering. Logisch dat de grens tussen vragen over de inhoud en politiek getinte vragen dan moeilijk is te handhaven. Het publiek, dat uit interesse voor de presentatie is gekomen, moet de mond dicht houden. Een presentatie maakt geen deel uit van het besluitvormingsproces. Informatie geven gaat daaraan vooraf. Het zou daarom beter zijn presentaties niet te laten lijken op raadsvergaderingen, maar een meer algemeen karakter te geven. Publiek en raadsleden zijn daarin gelijkwaardig. Ze zitten ook gewoon door elkaar. Er zal iets meer tijd moeten worden ingeruimd voor vragen stellen, maar dat kan worden bereikt door het aantal presentaties te beperken tot twee, maximaal 3. De neiging van raadsleden om vragen te stellen die in een raadsvergadering thuishoren zal dan ook makkelijker zijn te bedwingen (door de raadsleden zelf) zeker als bij de agendering van de presentatie het behandelingstraject wordt aangegeven zodat de raadsleden weten wanneer zij aan zet komen.
.
Vragen stellen tijdens het verhaal werkt altijd vertragend. Dat zou je dus niet moeten doen. Aan de andere kant kan een directe opmerking uit het publiek verhelderend werken. Een compromis wordt wel eens bereikt door af te spreken dat het publiek tussendoor geen vragen stelt, maar dat de voorzitter, of eventueel iemand anders die daarvoor is aangewezen, waar nodig de spreker vraagt in de microfoon te spreken of wat hij of zij met die Engelse afkorting bedoelt of iets dergelijks. Dat vraagt van die persoon wel wat inleving in het publiek en ook wat zelfbeheersing. Het helpt ook als wordt afgesproken dat alleen de presentator antwoordt en niet een wethouder. Politiek of bestuurlijk gerichte vragen worden dan niet beantwoord. Daarvoor komt een andere gelegenheid.

Eigenlijk leent de raadzaal zich niet goed voor presentaties en zeker niet als ze worden gehouden zoals ik hiervoor schetste. De sprekers stonden nu achter hun toehoorders en dat doet wat komisch aan. Of een andere opstelling, eventueel met gebruikmaken van de hal mogelijk is betwijfel ik. Zeker als de publieke belangstelling toeneemt, en dat zouden we allemaal moeten willen, kan beter worden uitgeweken naar andere ruimten. Straks hebben we het MFC.

Door op deze wijze te presenteren vervalt ook de noodzaak om onderwerpen als het IGP-Velp en landgoed Hermanussen twee keer moeten worden gepresenteerd.

Nog enkele opmerkingen over de presentaties zelf.

Veiligheidsnormen.
Aangezien het de eerste rapportage was in deze vorm (nulmeting werd het ook genoemd)kun je weinig meer doen dan je wenkbrauwen fronsen en ooh zeggen. Volgend jaar is dan te zien of we vooruitgaan of niet. Het is daarom ook te hopen dat het systeem niet weer snel verandert.

Ontwikkelingsplannen van de Broek Logistics Services BV (BLS)
Het was al enige tijd te zien dat het terrein van Maertens een nieuwe gebruiker had gekregen. Het leek op een vrachtbedrijf, maar tijdens de presentatie bleek dat het om heel iets anders gaat. Jacques Leurs zag al perspectieven voor de binnenstad. Een interessante ontwikkeling werd geschetst met kansen voor Grave. Het enige is dat het ruimtelijk beleid voor het Wisseveld hierdoor wel onderuit wordt gehaald. Nu is dat beleid toch al omgevallen, dus dat hoeft geen bezwaar te zijn. Er moet nu wel voor worden gewaakt dat het Wisseveld geen allegaartje wordt van bestemmingen. Het maken van een nieuwe totaalvisie wordt nu wel heel urgent, zeker omdat de vertegenwoordigers van het bedrijf wel geduldig leken, maar toch ook wel snel vooruit willen. Mij viel nog op dat bij de opsomming door de presentator van bestemmingen voor het Wisseveld het AZC ontbrak.

IGP-Velp
De ontwikkeling van dit plan is al ver gevorderd. Al in een eerder stadium hebben belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren. Wat de plannenmakers is het plan nu wel uitontwikkeld en moet er over worden besloten. Ëén element daarvan is hoe men in de omgeving over het uiteindelijke plan denkt. Dat zal tijdens de presentatie op 8 februari wel blijken. Vervolgens zal de raad moeten beslissen. Daarom moeten de raadsleden naar die bijeenkomst; met de oren open en de mond dicht.

Landgoed Hermanussen Velp
Het provinciale beleid laat dit soort ontwikkelingen toe, maar het is wel de vraag of we het in Grave wel willen zoals het hier is gepresenteerd. Gelukkig kwam Léon Kamps, raadsbreed gesteund, met het voorstel om eerst in het algemeen over deze ontwikkelingen een visie te ontwikkelen.

maandag 18 januari 2010

voorbereidende vergadering 26 januari 2010

De agenda was vandaag beschikbaar. Nu wat opmerkingen vooraf:

Agendapunt 6: Advies over lokale omroep
De raad moet aan het commissariaat van de media adviseren over een erkenning van STILO/Radio Meander als omroepinstelling. Als de raad positief adviseert dan mag in 2010 worden doorgegaan met uitzenden, maar dan moet de gemeente wel een financiële bijdrage leveren. Het college stelt voor positief te adviseren en motiveert dat ook. Voor de bijdrage van de gemeente wordt door het rijk als minimum een bijdrage van € 1.30 per woonruimte genoemd. Het college adviseert echter een bijdrage van € 0.55, terwijl bij de BURAP 2009-2 voldoende geld voor een volledige bijdrage was gereserveerd. Er wordt dus bezuinigd. Het is de vraag is of een gemeente onder het minimum mag bijdragen.

De raad heeft ook in 2008 besloten de lokale omroep gezien de geringe luisterdichtheid niet langer te steunen. Niet duidelijk is waarom aan dit aspect nu wordt voorbijgegaan.

Aangezien de organisatie voor Cuijk en Grave werkzaam is moeten de raden van Grave en Cuijk eenzelfde advies uitbrengen. In het stuk staat dat de voorstellen ongeveer gelijkluidend zijn. Dat is niet voldoende. De formulering van het uiteindelijke advies vereist dus zorg en afstemming vooraf met Cuijk. De bijdrage van Grave is afgeleid van hetgeen men in Cuijk wil gaan betalen. Die afstemming is er wel, maar of het mag en gewenst is is nog een vraag. Is hierover overleg geweest met STILO/Meander?

Agendapunt 7: Voorstel tegemoetkoming energiekosten Voedselbank.
De tekst van dit voorstel is een spannend verhaal met de clou aan het eind. Het college stelt voor juist geen tegemoetkoming te geven, zulks in tegenstelling tot vorige jaren. Waarom die wending wordt gemaakt wordt niet aangegeven. In de begroting is geen rekening gehouden met een vergoeding. Aangezien de raad daarmee akkoord is gegaan lijkt het voorstel van het college logisch. Er is wel reden om van een vergissing te spreken.

De voedselbank is tijdelijk in het huidige gebouw gevestigd. Tijdelijk omdat er uiteindelijk een andere bestemming voor dat gebouw of/en die plek wordt beoogd. Daarom wordt het pand ook van jaar tot jaar beschikbaar gesteld. Tot nu toe is beschikbaar stellen steeds gepaard gegaan met vergoeden van de energiekosten. De stichting heeft gevraagd ook in 2010 het gebouw te mogen gebruiken, maar daarbij niet expliciet aangegeven ook een vergoeding van de energiekosten nodig te hebben of in ieder geval goed te kunnen gebruiken. Later bleek dit wel het geval te zijn. Je mag dus rustig spreken van een koppeling tussen gebruiksrecht en vergoeding van kosten. Waarom dit nu loslaten? Welke gevolgen heeft dit voor de stichting? Het gaat over € 7.200 valt uit het ontwerpbesluit af te leiden. Dat vind ik ook wel een flink bedrag, maar er staat bij dat dit het maximum is. Om welk bedrag gaat het werkelijk?

Uit de redactie van het voorstel krijg ik trouwens de indruk dat in ieder geval delen van het voorstel al ruimschoots in 2009 gereed waren. Wanneer is het verzoek om verlengen van het gebruik ontvangen?

Agendapunt 9: vaststellen vervolgtraject project herinrichting Loswal fase 1
Er is nog geen stuk voorhanden, dus wat hiermee wordt voorgestaan weet ik nu niet. Ik dacht dat de LPG aanstuurde op een besluit, wat daarvan dan ook de inhoud zou moeten zijn. Wat ik vermoed is dat het college instemming wil vragen voor de planning zoals die in het oorspronkelijke stuk was opgenomen. Dat betekent wel dat er voorlopig niets gebeurt omdat volgens die planning niet kan worden begonnen met opknappen van de loswal alvorens een vervangende parkeervoorziening gerealiseerd is.

Al eerder heb ik aangegeven dat een tussenweg zou zijn de loswal op te knappen en het parkeren vooralsnog toe te laten. We moeten dan hopen dat die opknapbeurt past in het totale plan voor de Maasboulevard waarover de raad nog moet beslissen en dat zal zeker nog niet eenvoudig zijn gezien de inmiddels van diverse zijden gemaakte opmerkingen. Als de loswal voor een deel is verhard zal het parkeren alleen maar aantrekkelijker worden en moeilijk tegen te houden. Dan maar gedogen en bij (hopelijk vele) evenementen een tijdelijk parkeerverbod instellen. Daar zal iedereen dan begrip voor hebben.

Agendapunt 10 Toekomstvisie AZC.
Een paar dagen geleden heb ik al aangegeven welke vragen volgens mij beantwoord zouden moeten zijn alvorens ik zou kunnen zeggen of ik voor continueren van het AZC in Grave zou zijn, en zo ja waar.

De notitie van het college gaat helemaal niet in op het hoe en waar. Op zich juich ik dat toe. Ik heb zelf ook steeds beweerd dat eerst de vraag of we het in Grave wel willen moet worden beantwoord.

Eigenlijk geeft het college alleen maar aan dat het continueren van het AZC financieel aantrekkelijk is en waarschijnlijk bedoelt VVD-wethouder Bos dat het continueren van het AZC voor de financiën van de gemeente noodzakelijk is.

Het kan dus een open discussie worden. Daar moet dan in de vergadering wel voldoende tijd zijn en die is er naar ik verwachtniet. Daarbij komt dat voor een aantal vragen het antwoord van het COA moet komen, maar misschien heeft het college die vragen ook al gesteld en weet dus het antwoord. Maar waarom dat dan niet in de notitie opgenomen?

Uit het slot van de notitie blijkt wel dat de bewoners van het AZC gebruik kunnen maken van allerhande voorzieningen. Interessant is nu te weten hoeveel AZC-bewoners op dit moment gebruik maken van die voorzieningen en of dat bij een nieuw AZC meer of minder zal worden.

Een verantwoord besluit nemen voor de verkiezingen lijkt mij nu wel zeker uitgesloten. Een planning van het vervolgtraject is daarom -net als bij de loswal- wel wenselijk.

Agendapunt 11 Vaststellen raadsvoorstel m.b.t. delegatie projectbesluit Bijl/Hofplein aan Burgemeesters en Wethouders.
Op het eerste gezicht zou je denken dat dit een hamerstuk is. Het is bedoeld om de proceduretijd te bekorten en wie zou dat nu niet willen. Er zitten echter een paar addertjes onder het gras.

In de koopovereenkomst is vastgelegd dat de gemeente tijdig zou zorgen voor een adequaat bestemmingsplan. Daaraan kan de gemeente blijkbaar niet voldoen. Door alsnog voor een projectprocedure te kiezen wordt de verplichting om voor een ruimtelijke onderbouwing te zorgen van de gemeente verschoven naar de koper/ontwikkelaar. Gezien agendapunt 5 is de ontwikkelaar daarmee akkord en al begonnen. Daarmee zijn kosten gemoeid. Wie draagt die kosten? Als men zich zakelijk zou opstellen, en dat zou ik verstandig vinden, moet tot een wijziging van de koopovereenkomst worden gekomen en daartoe is dan weer de raad bevoegd.

Een tweede consequentie is dat de verplichting om leges te betalen wordt opgeschort tot nadat het bestemmingsplan is vastgesteld. Als dat bestemmingsplan niet binnen anderhalf jaar na het procedurebesluit wordt vastgesteld vervalt de verplichting tot leges betalen helemaal. (Zie ook mijn bijdrage projectprocedure Mariëndaal van 29 september 2009).

Opmerking :
Ik noemde al de misleidende titel van het “voorstel tegemoetkoming energiekosten Voedselbank”. Het is juist een voorstel geen tegemoetkoming te geven. De meeste agenda punten beginnen met “voorstel tot…”. Agendapunt 9 zou dan als titel moeten hebben “voorstel tot vaststellen vervolgtraject….” In plaats van direct “vaststellen vervolgtraject…”. Het daaropvolgende agendapunt heeft als titel “vaststellen raadsvoorstel m.b.t. delegatiebesluit.

Nu mag iedereen vinden dat ik aan het zeuren ben, maar ik weet uit ervaring dat een juiste en consequente formulering van wat met een bespreking wordt beoogd en zeker het formuleren van het eenmaal genomen besluit heel belangrijk is.

donderdag 14 januari 2010

AZC vragen..vragen.

Op 11 januari plaatste Jacques Leurs de agenda voor de voorbereidende vergadering van 26 januari op zijn website. Daarop stond –zoals te verwachten- het agendapunt “Toekomstvisie AZC”. De officiële agenda met stukken is nog niet verschenen, ook niet bij de raadsleden. Of er een notitie of voorstel is van het college, of dat er sprake zal zijn van een vrije gedachtewisseling is dus ook niet duidelijk. Een vrije gedachtewisseling als start van de discussie zou niet zo gek zijn, maar die had al veel eerder gehouden kunnen worden en dan wordt beslissen voor de verkiezingen onhaalbaar. In mijn ogen is het sowieso al onmogelijk met goed fatsoen voor die tijd te beslissen. Maar dan doel ik natuurlijk op communicatie met de bevolking over dit onderwerp en ik heb het opgegeven daar nog iets over te schrijven.

Het is dus nog afwachten waar het college mee komt

De LPG vergadert vanavond (donderdag 14 januari) al over dit onderwerp. Ik ben benieuwd hoe ze dat gaan doen.

Laat ik dan nu maar eens (in grote lijnen) schetsen hoe ik mijn gedachten over de voortzetting van het contract met het COA zou willen vormen.

I Allereerst de vraag of voortzetting überhaupt nog aan de orde is.

Het is denkbaar en te motiveren dat je het standpunt inneemt dat Grave zijn aandeel nu wel heeft geleverd. Voor partijen die dat standpunt innemen is de beslissing makkelijk.
Aan de andere kant kunnen partijen zich op het standpunt stellen dat het gewoon een menselijke plicht is mee te werken aan opvang van vluchtelingen. De vraag of is dan beantwoord. Resteert nog de vraag hoe.

Natuurlijk kan ook nog een middenstandpunt worden ingenomen. Er valt met die partijen over voortzetting te praten, maar dan moet wel een aantal vragen worden beantwoord en aan voorwaarden worden voldaan alvorens ja wordt gezegd en dan komt ook bij die partijen de vraag hoe aan de orde

Welke vragen zouden dan kunnen worden gesteld? Allereerst natuurlijk hoe de ervaringen zijn met het huidige AZC. In het algemeen kunnen we rustig zeggen dat die positief zijn, ook bij de direct omwonenden, maar daarbij moeten we wel beseffen dat het nu een nogal gesloten instelling betreft.
Van het Interkerkelijk Platform Vluchtelingenwerk Wijchen e.o. is inmiddels een brief ontvangen dat handhaven van een AZC in Grave alleen acceptabel is als er ook is voorzien in opvang voor personen die uit het AZC op straat worden gezet. Daarmee is direct de vraag aan de orde wat voor AZC het wordt. Nu is er een duidelijk onderscheid tussen mensen die in de procedure zitten en uitgeprocedeerden die Nederland zullen moeten verlaten. De directeur van het COA heeft tijdens de presentatie op 19 september aangegeven dat de staatssecretaris naar algemene centra wil. Dat was toen nog een voornemen waarvan deskundigen toch al zeiden dat het niets zou uithalen. Hoe zit het daar nu mee. Heel belangrijk vind ik zelf wat de bewoners wel en wat ze niet mogen. Volgens de huidige regels mogen zij niet werken. Samengevat is de vraag: hoe is de dagbesteding?

De antwoorden op deze en ongetwijfeld nog andere te stellen vragen zijn ook bepalend om te kunnen aan beantwoorden van de vraag hoe en natuurlijk daarbij inbegrepen waar.

II Hoe en waar is een AZC mogelijk?

Het COA propageerde tijdens de presentatie een AZC in de vorm van een woonwijk. Een deel van de raad heeft daarom al een kijkje genomen in Winterswijk. Bij gebrek aan informatie vanuit de raad heb ik maar een kijkje genomen op internet. Daaruit heb ik de conclusie getrokken dat deze vorm alleen mogelijk is als het centrum een heel open karakter heeft en er vrij verkeer mogelijk is tussen bewoners van die wijk en overige inwoners van Grave. Anders ontstaat gettovorming en dat kan leiden tot situaties zoals bijvoorbeeld in Culemborg zijn voorgekomen. Met name is dan van belang hoe de dagbesteding is verzorgd. Vervolgens: wat gaat er gebeuren met bewoners die te horen hebben gekregen dat zij Nederland moeten verlaten? Worden zij op straat gezet of genieten zij een vorm van huurbescherming, zodat zij mogen blijven totdat zij daadwerkelijk Nederland verlaten?

De vraag waar blijft tot nu toe beperkt tot het Wisseveld of op de huidige plaats. Toch zou ik nog wel even willen kijken naar Gassel, waar men graag een uitbreiding zou zien, maar ook naar Escharen. Volgende week is daar de presentatie van een plan met 90 woningen in een reeks van jaren te realiseren, dus wie weet. Mogelijk kan ook de kazerne nog worden ingericht als appartementencomplex.

Als gekozen wordt voor een andere plaats dan de generaal de Bonskazerne komt vervolgens de vraag aan de orde wat er moet gebeuren met dat complex. Die oplossing dient een rol te spelen bij de keuze. Bij de kosten van verhuizen naar het Wisseveld moeten de kosten van herontwikkeling van de kazerne worden meegenomen. In theorie bestaat ook nog de kans op een positieve opbrengst van herontwikkelen.
De gemeente kan zich er niet van afmaken met de op zich juiste constatering dat het een probleem van het rijk is. Is uitbreiding van het bedrijventerrein of concentratie van sportcomplexen misschien aantrekkelijk?

Als dan uiteindelijk ergens ja tegen wordt gezegd zijn er nog niet onbelangrijke details te regelen alvorens de overeenkomst kan worden getekend.

III uitwerken overeenkomst

Er zal wel het een en ander moeten worden geregeld op het gebied van ruimtelijke ordening. Als het een woonwijk wordt en de bewoners gaan gebruik maken van bestaande sport- en recreatiemogelijkheden moeten daar financiële en andere regelingen voor worden getroffen. Welke rol gaat het MFC daarbij spelen? En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan.
Heel belangrijk is natuurlijk wat wordt afgesproken over overname van het complex als de COA het niet meer nodig heeft. Dat kun je niet afdoen met “dat zien we later wel”.
Als het toch het Wisseveld wordt zal de greondprijs moeten passen in de exploiatieopzet van het Wisseveld zoals die onlangs door de raad (openbaar) is vastgesteld.

U zult begrijpen dat ik een verantwoorde beslissing op dit moment nog niet zie zitten. En op 1 oktober loopt het huidige contract af.

dinsdag 12 januari 2010

Beeldkwaliteitplan Binnenstad

De tijd gaat vlugger dan je denkt. Vandaag loopt de termijn af waarbinnen je een zienswijze over het beeldkwaliteitplan van de gemeente kon indienen. Hieronder mijn bijdrage daarvoor. Denk nu niet dat daarmee alles over het plan valt op te merken ook is opgemerkt. Het zou goed zijn als zeker allen ondernemers en bewoners van de binnenstad hier aandacht aan besteden. Maar ook voor bezoekers van het centrum is het belangrijk een mening te geven over het aanzien van de binnenstad.




Geacht college,

Met grote tegenzin lever ik hierbij, in de door u gevraagde vorm van een formele zienswijze, mijn bijdrage aan het tot stand komen van het beeldkwaliteitplan. Die tegenzin wordt geïllustreerd door het volgende citaat uit het plan zelf. Op pagina 7 onder punt 1.3 staat het volgende te lezen:

“Middels dit BKP wil het gemeentebestuur de discussie over en het enthousiasme voor beeldkwaliteit verder brengen en zo gezamenlijk met betrokkenen het aanzien van de stad verbeteren.”

De wijze waarop dit plan is gepresenteerd en nu in procedure wordt gebracht is volgens mijn zienswijze regelrecht is strijd met bovengenoemde doelstelling. Van “discussie over” is nog geen sprake geweest en “enthousiasme voor” zal moeten worden gewekt en dat gaat niet van zelf. Al eerder heb ik gewezen op de noodzaak dit plan breed te presenteren en het, voordat er over wordt beslist, te bespreken en dan niet alleen met ondernemers maar ook met bewoners van de binnenstad. In de voorbereidende vergadering van 15 december 2009 heb ik gebruik gemaakt van het spreekrecht om hier aandacht voor te vragen. Hierop is nog door het college, noch door de raad inhoudelijk gereageerd.

Het beeldkwaliteitplan gaat veel verder dan wellicht velen, waaronder ik zelf, aanvankelijk hebben gedacht. Het gaat niet alleen over reclameborden, zonneschermen en straatmeubilair. Het is een herijking van de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie 1993 van Ralph Erskine en de daarop gebaseerde beleidstukken gezien vanuit de visie op het aanzien van de binnenstad. Naast de visies op verkeer, wonen en werken vormt het zo de basis voor het bestemmingsplan en voor toekomstige en al op gang zijnde ontwikkelingen.

Nadere informatie en discussie over de grondslagen die uiteindelijk hebben geleid tot de voorschriften en aanbevelingen is nodig om in een zienswijze niet te verzanden in schriftelijke polemiek over allerlei details. Een zienswijze is niet geschikt om te discussiëren over de vraag waarom zonneschermen alleen op de begane grond mogen worden toegepast en niet bij bovenverdiepingen. Er zijn gebouwen waarbij ik me zo’n beperking kan voorstellen, maar moet het dan overal worden verboden? Hoe ik de bepaling moet interpreteren dat zonnecollectoren mogen worden toegepast als zij het aanzien van het dakvlak niet verstoren of door hun afmetingen gaan overheersen is mij ook niet duidelijk. Zo zijn er nog legio voorbeelden aan te halen.

Belangrijk vind ik nog wat de gemeente zelf gaat doen om de openbare ruimte te laten voldoen aan de opvattingen van het beeldkwaliteitplan en hoe ondernemers en bewoners worden gestimuleerd om geconstateerde tekortkomingen te verbeteren.

Het zal u duidelijk zijn dat volgens mijn zienswijze er eerst een communicatieslag moet worden gemaakt alvorens over het plan kan worden beslist. Vol enthousiasme zal ik aan een openbare bespreking van het belangrijke plan deelnemen.

Met vriendelijke groeten,

w.g. L.J.T. de Vreede

maandag 11 januari 2010

rectificatie

In mijn commentaar op de afgelopen raadsvergadering schreef ik dat alle moties van Jacques Leurs werden verworpen. Dat was niet juist. Jacques had er zelf al 5 ingetrokken omdat de inhoud was opgenomen in het amendement dat de coalitiepartijen indienden. Dat was natuurlijk een nog groter succes dan een aangenomen motie. Dus zelfs voor Jacques was het “eind goed al goed” van kracht.

Vertrouwelijkheid zin of onzin

Er was weer gedoe over het schenden van vertrouwen door raadsleden. Er dreigde zelfs een justitieel onderzoek en misschien dreigt dat nog. Dat wordt natuurlijk ook niets.

De enige manier om iets geheim te houden is gewoon door het niet te vertellen. Als in Nederland een geheim bekend is bij 3 mensen, die geen eigen belang hebben bij het niet vertellen, weet binnen de kortste keren de hele wereld het. Daar helpt geen enkele verplichting tegen. Met de informatie dat het COA 8 miljoen over zou hebben hoefde en kon de raad helemaal niets.

Waarom het dan toch, zij het vertrouwelijk, meedelen? Mogelijk was het bedoeld om de raad weer even zoet te houden? In september is de wens van het COA gepresenteerd om in Grave te blijven. Begin 2010 –dus nu- zou er over moeten worden beslist. Dat zou door het college worden voorbereid. Behalve een bezoek aan een wellicht ook voor Grave geschikte aanpak is er niets zichtbaars gepresenteerd. Ook over de gemeentelijke positie bij de ontwikkeling van het Wisseveld bestaat nog steeds onduidelijkheid. En dan is iedere informatie natuurlijk welkom. Ik hoop trouwens dat de raad bij de keuze al of geen AZC andere argumenten hanteert dan een eventuele opbrengst van grondverkoop.

De raad vertrouwelijk meedelen dat 1+1 als 2 uitkomst heeft is ook geen zinvolle bezigheid. Met het genoemde aantal van 400 bewoners en enige kennis van grondprijzen en een kijkje via internet naar Winterswijk is wel een gok te maken naar de grondprijs en die kon dan wel eens op 8 miljoen uitvallen. Maar waarom zou je dat in hemelsnaam doen? Ik in ieder geval niet.

Ik heb al geschreven dat ik het niet meer zinvol vind te schrijven over communicatie. Dat zal ik dan ook nu niet doen ofschoon dat bij dit onderwerp wel dringend noodzakelijk zou zijn geweest.

vrijdag 8 januari 2010

terugblik op vergadering 5 januari 2010

Eind goed al goed
Na ons de zondvloed
Je kunt het resultaat van de afgelopen raadsvergadering in deze 2 zinnen samenvatten.

Waarom “Eind goed al goed” ?

Bij diverse punten was nogal wat gekrakeel, waardoor de laatste vergadering van 2009 zelfs doorliep naar 2010. Uiteindelijk kwam alles nog op zijn pootjes terecht. De Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) kan nu met Grave verder; het museum kan worden uitgebreid de voorbereiding van de verharding van de loswal kan, mag en moet doorgaan zonder dat de raad er nu een uitspraak over heeft gedaan en de moties die Jacques Leurs had aangekondigd en nu indiende werden alle verworpen en toch was Jacques blij omdat de stadsdichter er komt als het college tenminste het potje vindt, maar daar zijn ze goed in.

Ook de motie om een visie op archeologiebeleid te ontwikkelen werd verworpen. Ik vind dat wat merkwaardig. De burgemeester en voorzitter van de raad heeft zowel bij de begrotingsbehandeling als in haar nieuwjaarstoespraak aangekondigd dat zij dit onderwerp wil aanpakken. Je zou dus nog wel kunnen zeggen dat de motie in deze vorm overbodig was. Toch zou het ook van de burgemeester slim zijn geweest om voor haar initiatief ook een uitgesproken ondersteuning van de raad te hebben verkregen. Nu bleef het bij instemmende woorden die niet in besluitenlijsten worden opgenomen. Is dat belangrijk? Je weet het maar nooit en een duidelijke ondersteuning van de raad is nooit weg, ook al omdat er niet door iedereen hetzelfde wordt gedacht over de wijze waarop de archeologie in Grave moet worden beoefend om het maar voorzichtig uit te drukken. Het afwijzen van de motie kan nu worden gezien als een afwijzing van het initiatief. Het college had de motie kunnen overnemen, waardoor het initiatief van de burgemeester zou zijn “verheven” tot een opdracht van de raad of de motie had kunnen worden geredigeerd in een vorm als “de raad ondersteunt het initiatief van de burgemeester en geeft haar alle vrijheid zaken te organiseren”.

De reden waarom discussies in de raad van Grave zo vaak uitlopen op verwarring heb ik al dikwijls aangegeven. De voorstellen zijn onvolledig en er is te weinig tijd voor een goede voorbereiding, zodat in de besluitvormende vergadering nog allerlei informatie –en dan vaak nog half- moet worden verstrekt. Dat gaat irriteren, ook op de publieke tribune. De bezoekers worden netjes welkom geheten en ook na afloop bedankt, maar verder wordt er geen rekening gehouden met de aanwezigheid van publiek. Naar zeggen wordt daar toch wel belang aan gehecht. Een voorbeeld was de (non)discussie over de loswal. Iedereen dacht dat het onderwerp naar de volgende cyclus was doorgeschoven, maar plotseling kwam het onderwerp weer ter sprake op basis van een informatie die kennelijk de vorige avond aan de raadsleden was verzonden. Als je publiek bij een vergadering van wezenlijk belang vindt moet je er voor zorgen dat de aanwezigen over dezelfde informatie kunnen beschikken als de raadsleden. Dat nu zelfs de voorzitter de fractieleiders bijeen moest roepen om orde in de chaos te krijgen was een triest hoogtepunt, maar gelukkig wel effectief.

Bij monde van de CDA-woordvoerder heeft de raad lering getrokken uit het verloop van de ISD-besluitvorming. Dat is dan rijkelijk laat. Het is niet de eerste keer dat in Nederland en ook in Grave meer gemeenteraden tegelijk eenzelfde besluit moeten nemen. En dan weet iedereen dat de discussie tussen die gemeenteraden en dientengevolge ook in die gemeenteraden moet zijn afgesloten alvorens over het voorstel wordt besloten. Zo’n voorstel kan dan niet meer worden gewijzigd. Dat is algemeen bekend, maar voor de raad van Grave was dat geen belemmering alsnog tot een wijziging te besluiten. Nu is natuurlijk weer het argument dat haast was geboden, maar ook hier geldt dat te laat komen in 99% van de gevallen wordt veroorzaakt door te laat weggaan.

Waarom “Na ons de zondvloed” ?

Bij de begroting was al aangegeven dat donkere financiële wolken boven Grave hangen. Komend jaar moet er drastisch worden bezuinigd. Een terughoudende houding tegenover nieuwe uitgaven was dus dringend gewenst. Jammer voor de verlanglijst. Desondanks besloot de raad de verlanglijst volledig te honoreren door de voorzieningen en reserves drastisch op te schonen. De zaken die nu alsnog kunnen worden gerealiseerd zijn op zich allemaal zinvol en voor een deel ook verplicht omdat er al raadsuitspraken aan ten grondslag liggen. De wijze waarop deze voorzieningen worden gefinancierd was voor mij de aanleiding ze te bestempelen als “na ons de zondvloed”.

Dat een actuele stand van zaken van voorzieningen en reserves deel had moeten uitmaken van de begroting is al besproken, daar kom ik dus niet meer op terug. Nu had men natuurlijk de positievere vermogenspositie van de gemeente moeten inbrengen bij de komende bezuinigingsdiscussie. Dat zou die discussie een stuk makkelijker maken. Nu loop je nog een eindje door terwijl je al weet dat je op de verkeerde weg bent. Een tweetal details:

Een flinke bijdrage levert het schrappen van de reserve voor een nieuw stadhuis. Volgens de begrotingsstukken zou die verplicht zijn. Uit de nadere informatie blijkt dat die reservering maar één van de mogelijkheden is. Uitgangspunt is dat aan een stadhuis in financieel opzicht een levensduur van 40 jaar wordt toegekend. Vanuit de raad werd de vraag gesteld of de gemeente Grave, en daarmee de noodzaak van een stadhuis, over 40 jaar nog wel zou bestaan. Ik benader het positiever: ik ben er van overtuigd dat dit gebouw, afgezien van de gevel, veel langer blijft bestaan. Wacht dan ook maar een 20-tal jaren met reserveren. Alleszins verantwoord dus deze investering te schrappen ook als de gemeente Grave nog heel lang blijft bestaan. Wel is het natuurlijk nodig dat het gebouw goed wordt onderhouden. Dat geldt ook voor andere gebouwen, wegen en groen. En dan ben ik bij een tweede greep in de reserves en voorzieningen waar ik helemaal niet gelukkig ben.

Terwijl al is uitgegaan van een aanzienlijke bezuiniging op beheersplannen (en dus op onderhoud) wordt nu al een deel van de voorzieningen afgeroomd. En waarom? Het blijkt dat werkzaamheden van de beheersplannen –en dus opdrachten van de raad- niet zijn uitgevoerd en er dus geld in de pot is blijven zitten. In plaats van een inhaalslag te organiseren haalt het college dit geld uit de voorziening; en de raad stemt hiermee in. Nieuw beleid wordt gefinancierd door raadsbesluiten niet uit te voeren. Daar kun je lang mee doorgaan. Door deze handelwijze wordt wel weer een zware claim gelegd op de herziening van de beheersplannen. De PvdA had met deze opmerking groot gelijk. Het vervelende is dat de kwalijke gevolgen van bezuinigen op onderhoud meestal pas na een aantal jaren zichtbaar worden

Maar wie dan leeft, wie dan zorgt is in dit kader een mooie afsluiting van dit commentaar