woensdag 21 juli 2010

Besluitvormende vergaderring 20 juli 2010

Dat de wethouders niet meer aan de vergadertafel zitten en niet meer rechtstreeks deelnemen aan de debatten is een duidelijke verbetering.

Eigenlijk is het begin van de besluitvormende vergadering het leukst, nou ja het ligt er maar aan wat je leuk vindt. Natuurlijk werden de voorstellen van Keerpunt 2010 om de scheepswerf alsnog op de agenda te zetten getorpedeerd. Jacques zou eens moeten proberen precies het omgekeerde van wat hij wil voor te stellen.

Overigens heeft de raad –door het onderwerp niet aan de orde te stellen- geaccepteerd dat wordt afgezien van een haalbaarheidsonderzoek naar verplaatsingsmogelijkheden en daarmee is de verplaatsing van de scheepswerf compleet van de baan met alle consequenties van dien. Gezien de voorgeschiedenis en de standpunten van raad, college mag dit rustig het meest verstrekkende besluit van deze laatste vergadering voor de vakantie worden genoemd. Het is terecht dat de wethouder pas goed voorbereid over de consequenties wil praten.

Besluitenlijst
Over de besluitenlijst heb ik het al meer gehad. Ik kijk daar niet eens meer naar. Aan de daarin opgenomen informatie heb je toch niets. Toppunt was nu wel dat er bij een voorstel stond dat het was verworpen terwijl gelukkig Nel Schuts (weer Keerpunt 2010) wist dat het was aangenomen. Niemand vroeg zich af hoe het mogelijk was dat zo’n fout het zelfs tot de raadsvergadering haalde. Ik ben nu wel benieuwd hoe de fout wordt hersteld. Dat is bij besluitenlijsten en notulen altijd en overal een vraag. Ik vond wel dat de voorzitter er wat luchtig over deed. “Gelukkig hebben we de band”. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat iemand die in de besluitenlijst leest dat een voorstel is afgewezen voor de zekerheid nog maar even de band afluistert. We moeten het toekomstige archiefvorsers niet moeilijker maken dan noodzakelijk.

Aanwijzing vertegenwoordigers
Verbazingwekkend vond ik dat VPGrave via een amendement moest proberen een wijziging in de vertegenwoordiging naar de Euregio aan te brengen. Van wie was het voorstel dan? Dit is nou typisch een onderwerp waarover een voorstel in vooroverleg moet worden opgesteld. Kom je er dan niet uit dan moet er in de vergadering over de kandidaten worden gestemd. Ik vraag me trouwens af of deze wijze van handelen wel correct is (natuurlijk bedoel ik dat die volgens mij fout was). Het ging immers over de keuze tussen 3 personen en daarover moet schriftelijk worden gestemd. Op het resutaat had dit alles natuurlijk geen invloed. Hier bleek wel de kracht van de coalitie.

Wijziging reglement presidium
Tot verdriet van de coalitie werd het noodzakelijk geacht de vergaderingen van het presidium niet meer openbaar te laten zijn. De aanleiding was natuurlijk dat, door welk toeval dan ook, bij een presidiumvergadering zowel de Gelderlander als de Graafsche Courant als ondergetekende kwamen opdraven en dat was even schrikken. Openbaar wil in Grave nog niet zeggen dat het de bedoeling is dat er iemand komt.

Overigens vind ik dat presidiumvergaderingen, evenals de B&W-vergaderingen niet openbaar moeten zijn. Dat wil helemaal niet zeggen dat er “in achterkamertjes” wordt gewerkt. Een voorname taak van het presidium is te beoordelen of stukken rijp zijn voor behandeling in de raad. Onrijpe stukken in de openbaarheid brengen is een bron van misinformatie.

Jammer blijf ik vinden dat de taak om een jaarprogramma voor de raad op te stellen is geschrapt. Gelukkig is het ook niet verboden. Kennelijk zijn reglementen toch niet zo belangrijk voor de wijze van werken. Niemand die dat ook vreemd vindt.

Litjens
Hoera, er is een uitspraak en zelfs het amendement van VPGrave haalde het voor tweederde. De politiek heeft gesproken. Maar het echte werk komt bij het bestemmingsplan buitengebied. Trots op Nederland gaf terecht als aanbeveling het voorstel aan te nemen zodat er bij de behandeling van het bestemmingsplan over besloten kon worden. Dat riep bij mij de vraag op of dat anders zou zijn als het voorstel zou worden verworpen. Mijn conclusie was: nee. Er is nu wel een lijn uitgezet en dat maakt het werk straks wat makkelijker, hoop ik.

Bijl/Hofplein
Bij de gemeente heet “Hart van Grave” weer Bijl/Hofplein. Het zou de duidelijkheid wel ten goede komen als alle partijen dezelfde naam voor dit project hanteren.

Hetzelfde geldt voor cijfers. Nu moest er over worden gediscussieerd. De oplossing is natuurlijk dat er in het “Hart van Grave” 2 appartementen minder komen en in “Bijl/Hofplein” 5. Het eindresultaat is 45 appartementen in beide projecten.

De overige vragen die er nog zijn krijgen hopelijk in de vakantieperiode een goed antwoord. Het is wel fijn dat deze wethouder zich niet laat verleiden tot discussies zonder over de juiste informatie te beschikken.

Evenementen op Wisseveld
Toen bleek dat wat de VPGrave wilde al lang kon, hetgeen niet wil zeggen dat het ook gebeurt, was er natuurlijk geen aanleiding het initiatiefvoorstel te handhaven. Dat werd dan ook ingetrokken.
En zo eindigde de vergadering op tijd voor de vakantie en kan Ben Peters aan zijn nieuwe functie als opa beginnen.

zaterdag 17 juli 2010

Duidelijkheid over Bijl/Hofplein ?

Er is weer discussie over de overeenkomst die de gemeente heeft afgesloten met vd.Horst over de ontwikkeling van Bijl/Hofplein. Dit project heet tegenwoordig “Hart van Grave”. De nieuwe wethouder heeft geconstateerd dat de gemeente flink wat risico loopt en dat het wel eens veel geld zou gaan kosten. Reden voor Keerpunt 2010 te proberen dit onderwerp in de besluitvormende raadsvergadering van dinsdag a.s. aan de orde te stellen. Dat gebeurt op basis van vragen over de verplaatsing van de markt naar de Lunette. Die verplaatsing is via de “straatradio” naar buiten gekomen. Dat betekent dat het net zo goed niet meer dan een idee kan zijn als een genomen besluit. Wat er met de markt gebeurt is op zich wel een belangrijk punt, maar in het geheel van het project een detail.

Dat de gemeente met Bijl/Hofplein flinke financiële risico’s loopt is geen nieuws. Ik wees daar ook al op in mijn reactie op de afgelopen voorbereidende vergadering. Ook is er al herhaaldelijk –en niet alleen door mij- op gewezen dat de gemeente bij de ontwikkeling van het plan niet bepaald slim is geweest.

Het is daarom goed bij de beoordeling van de huidige situatie en het bepalen van een standpunt daarin de voorgeschiedenis in het oog te houden.

Het begon al in 2002 toen de pas aangetreden raad het besluit nam het stadhuis te verplaatsen naar het Zuidoosterterrein, met als gevolgd dat de locatie van het bestaande moest worden herontwikkeld. Het vorige college –waar ik zelf deel van uitmaakte- had dit al afgeraden, maar dat was gezien de voorgeschiedenis te verwachten (maar daarom nog niet onjuist). Opmerkelijker was dat ook het nieuwe college, dat was gebaseerd op een coalitie die verplaatsen van het stadhuis hoog in het vaandel had staan, die verplaatsing afraadde. Bij nader inzien zag ook dat college dat een financieel verantwoorde herontwikkeling zacht gezegd uitermate twijfelachtig was. Dat dit project de gemeente dik geld zou gaan kosten stond dus vanaf het begin vast. Op zich niet zo erg als er voldoende voordelen tegenover staan en er alles aan wordt gedaan de risico’s te beperken.
Vanaf het begin zijn de risico’s niet onderkend en is het project slecht aangestuurd. Natuurlijk een eerste verantwoording van de colleges, maar de raad heeft het wel laten gebeuren ofschoon er genoeg waarschuwende geluiden zijn geweest.

De aandacht werd vooral gericht op de architectonische aspecten. Zaken als verkeer, parkeren, bestemmingsplanwijziging en ja ook consequenties voor de markt, kermis en andere evenementen kwamen niet of nauwelijks in aan de orde. We herinneren ons allemaal nog de discussie over de architectkeuze, waarin uiteindelijk de raad weer tegen het advies van het college in een keuze heeft gemaakt. Ik geloof nog steeds dat de voorkeur van het college (en de toenmalige ontwikkelaar op de achtergrond) voor een belangrijk deel was gebaseerd op financiële argumenten.

Vervolgens duurde het tot december 2006 alvorens een plan werd gepresenteerd dat volgens het college rijp was om de planologische procedure te starten. Er konden zienswijzen worden ingediend en dat is dan ook gebeurd, ook door mij. Ik heb een aantal zaken aangesneden met als conclusie dat het plan niet rijp was voor een kansrijke procedure. Het werd daarna stil. Af en toe kwam er iets naar buiten, vooral over problemen met de parkeergarage en dan vooral met de financiële aspecten daarvan.

Pas in mei 2008 vroeg de toenmalige wethouder mij wat er moest gebeuren om er voor te zorgen dat ik niet meer lastig zou doen. (Hij zei dat natuurlijk wat anders.) Ik antwoordde: reageer maar eens op de zienswijze. Dat gebeurde dan ook in juni 2008. Ik kreeg toen een reactie met als conclusie dat de procedure niet zou worden gestart alvorens een aantal problemen was opgelost. Het werd weer stil totdat in het voorjaar 2009 de samenwerking van gemeente met Mooiland bij dit project ontplofte. Gelukkig stond v.d. Horst samen met de HEMA al klaar om het project over te nemen. Daarvoor werd in de zomer van 2009 razendsnel door de raad besloten het terrein aan deze combinatie te verkopen voor een bedrag van 1.5 miljoen. Tegelijkertijd werd een verlies van 1.9 miljoen alvast voor gemeenterekening genomen. In de koopovereenkomst kon niet alles worden geregeld. Wel nam de gemeente het op zich tijdig, en ik schrijf met nadruk tijdig, voor een bestemmingsplan te zorgen. De ontwikkeling van het gebied zou volledig voor rekening van de ontwikkelaar komen. Die heeft dat dan ook aangepakt en wel op een communicatief andere wijze dan daarvoor.

Naast de koopovereenkomst was er ook nog een lijst met aandachtspunten van de raad. Die lijst is nog steeds vertrouwelijk. Ik weet dus niet welke extra verplichtingen er bij de ontwikkelaar berusten. Logisch zou zijn als die zich beperken tot het gebied dat door de gemeente is verkocht. Dat betekent dat zaken als verkeer, parkeren en markt tot de verantwoording van de gemeente behoren. De verordening op het mobiliteitsfonds zou nog verplichtingen voor de ontwikkelaar met zich mee kunnen brengen. Die verordening is echter zo lek als een vergiet. In augustus 2009 heb ik daar een beschouwing gewijd. De raad heeft in november 2009 besloten dat die verordening moet worden herzien, maar daar is nog niets van gekomen.

Begin dit jaar moest worden geconstateerd dat de gemeente niet kan voldoen aan zijn verplichting tijdig voor een nieuw bestemmingsplan te zorgen. Dat betekent dat een zogenaamde projectprocedure moet worden gevolgd. Normaliter zijn de kosten daarvan voor rekening van de ontwikkelaar, maar in dit geval komt de gemeente zijn verplichting niet na en dan is het logisch dat de consequenties, zoals de kosten daarvan, ook voor de gemeente zijn. Vervolgens blijft de verplichting van de gemeente voor een nieuw bestemmingsplan te zorgen overeind met als extra risico dat de bouwleges in gevaar komen als dat bestemmingsplan er niet op tijd is. En dat gaat over tonnen.

Ook aanverwante zaken als parkeren, verkeersafwikkeling, eventuele herinrichting van openbare ruimte die niet direct tot het project hoort moeten nog door de gemeente worden aangepakt. Ik zie niet in waarom die kosten voor rekening van de ontwikkelaar zouden moeten komen, tenzij ze in de vertrouwelijke aandachtspunten zijn opgenomen.

Wat daarin over de markt is opgenomen weet ik daarom ook niet. Wel is bekend dat iedereen wil dat de markt ook tijdens de bouw op de huidige plaats blijft. Ook heeft de ontwikkelaar altijd gezegd daaraan volledig te willen meewerken. Als ik bouwondernemer was zou ik nog wel een paar keer achter mijn oren krabben alvorens die medewerking toe te zeggen. Zowel van de Horst als de HEMA hebben al meer laten blijken dat zij er graag aan meewerken de binnenstad niet al te zeer te laten lijden onder het bouwgeweld. Wat de ontwikkelaar betreft blijft de markt dus waar hij nu is. Aan de andere kant is het begrijpelijk dat de marktkooplieden in die tijd liever naar de Lunette gaan (en misschien zelfs wel permanent). Dat kan echter geen reden zijn de kosten van marktverplaatsing voor rekening van de ontwikkelaar te laten komen. Tenzij dat natuurlijk eerder was overeengekomen.

En als we dan toch bezig zijn. Het carillon hangt ook nog steeds in de lucht, figuurlijk dan natuurlijk. Volgens een lijstje van juni 2009 moet het carillon behouden blijven, maar zou dat met de toren niet perse het geval hoeven te zijn. Inmiddels is wel duidelijk dat ook de toren blijft. Dan moet wel duidelijk worden wie daar eigenaar van wordt of blijft en wie opdraait voor de kosten van aanpassen.
Waar alle partijen belang bij hebben is dat ieder zijn taak voortvarend aanpakt. Het kan daarom niet zo zijn dat de gemeente procedures ophoudt omdat er zaken waarvan de verantwoordelijkheid ook bij de gemeente ligt nog niet goed zijn geregeld.

Dat de gemeente bittere pillen zal moeten slikken staat voor mij al lang vast. De juichkreten uit het college bij de overname van het project dat er in plaats van verlies nu winst zou worden geboekt, waarbij een bedrag van 3 miljoen in de krant kwam, heb ik altijd ongeloofwaardig gevonden.

Tot slot: een goede zaak dat de wethouder weer een kast opentrekt om te kijken of er een lijk in zit. Er zijn nog wel een paar kasten.

woensdag 14 juli 2010

voorbereidende vergadering 13 juli 2010, nabeschouwing

Twee niet geagendeerde zaken waren voor mij het meest opmerkelijk.

Allereerst natuurlijk de aankondiging van de burgemeester dat zij Grave gaat verlaten. Verrassend, maar niet verbazingwekkend. Deze stap past volledig in haar carrière. 4 Jaar is voor ons kort, maar als ik mij goed herinner is het burgemeesterschap van Grave de functie die zij in haar loopbaan het langst heeft uitgeoefend. Voor haar is deze benoeming een succes en dus een felicitatie waard.

Grave moet nu op zoek naar een nieuwe burgemeester. Ik ben benieuwd hoe dat zal gaan. Doet de hele raad daar aan mee of regelt de coalitie het weer net als bij de wethouderskeuze. Ik heb veel kritiek gehad op de wijze waarop dat is gebeurd, maar de indruk tot nu toe is wel dat het resultaat van die verkeerde procedure veelbelovend is.

Vervolgens circuleerde er een Raadsleden-Nieuwsbrief waarin werd meegedeeld dat er geen haalbaarheidsonderzoek naar verplaatsing van de scheepswerf zou worden gedaan. Dat ontlokte bij mij een zacht “Hoera”. Eindelijk is besloten een bij voorbaat doodlopende weg te verlaten. Al te lang werd de raad en alle betrokkenen de worst voorgehouden dat verplaatsen van de scheepswerf, en dan bij voorkeur naar het Wisseveld, een haalbare en afdoende oplossing van de problemen zou zijn. Al gauw was duidelijk dat niemand geld beschikbaar had voor deze operatie en daarmee is verplaatsen uitgesloten en het resultaat van het haalbaarheidsonderzoek bekend: onhaalbaar. De Zwarte Piet van het stoppen met het steeds maar niet beginnen met het onderzoek wordt wel erg nadrukkelijk bij de scheepswerf gelegd. Van een ondernemer mag je toch verwachten dat hij geen geld uitgeeft aan zaken die geen rendement opleveren. Zeker raadslid Bos moet het aanspreken dat de directeur van de scheepswerf de gemeente behoedt voor nutteloos geld uitgeven aan een onderzoek. Ook al terzijde van de vergadering ontlokte het bericht dat de gemeente een onderzoek laat doen naar de toestand van een tweetal panden in de Hamstraat opmerkingen in deze zin.

Met de scheepswerf zijn we hiermee wel weer terug bij af. Nu bekend is wat er niet gaat gebeuren moet er snel duidelijkheid komen over hoe de problemen wel worden aangepakt. Ook zullen de plannen voor het Maasfront moeten worden aangepast.

En dan nu nog wat over de punten die wel op de agenda stonden.

“Vernieuwend vergaderen”.
Zoals ik al vreesde werd er inhoudelijk niet veel over gezegd. VPGrave maakte een opmerking over de inderdaad lange duur tussen voorbereidend bespreken en besluiten. Dat werd direct aanleiding om de zaak maar over de vakantie heen te tillen. De gebruikelijke vraag of dit niet voor de besluitvormende vergadering van 20 juli zou kunnen worden opgelost werd niet gesteld. Ik heb nog ergens een schema liggen, waarbij dit bezwaar zich niet voordoet, maar ongetwijfeld kleven daar weer andere bezwaren aan. Maar daarom zou een brede discussie waarin alternatieven naast elkaar worden besproken en afgewogen zinvol zijn. In ieder geval beter dan achtereenvolgens alle mogelijkheden af te schieten vanwege een of ander nadeel. Aan het eind houd je dan niets over. In mijn voorbeschouwing wees ik er ook nog op dat het om meer dan een vergaderschema moet gaan. Alhoewel Keerpunt 2010 bij het begin van de discussie nog vroeg of het voorstel tot wijziging van het reglement voor het presidium bij het onderwerp mocht worden betrokken, hetgeen mocht, werd hier verder geen woord over vuil gemaakt. Wordt dus vervolgd.

Het archeologisch beleid.
De discussie hierover was zeer beperkt. VPGrave vroeg alleen om een onderscheid tussen amateurarcheologen en goudzoekers. De VVD bij monde van Hans Bos vroeg zich af of er wel tijd aan moest worden besteed. Na wat gesteggel constateerde voorzitter Vollenberg dat het stuk rijp was voor de besluitvormende vergadering. Mijn vragen over de communicatie zijn dus niet beantwoord en zullen ook in de besluitvormende vergadering wel niet aan de orde komen, maar wellicht dat degenen die de startnotitie gaan uitwerken zelf tot de conclusie komen dat dit onderwerp meer aandacht verdient. Ik heb daar goede hoop op.

De kwestie Litjens.
Dit werd een volledige herhaling van de vorige bespreking. Iedereen was het er toen en nu wel mee eens dat er een oplossing moet komen en dat die in het bestemmingsplan Buitengebied moet worden vastgelegd. De ideeën hierover van Litjens zijn bekend. Het is nu een zaak van goed formuleren wat de gemeente toelaatbaar acht. Wat er volgende week dan ook wordt besloten, al of niet via een amendement , bij de behandeling van het bestemmingsplan Buitengebied begint de discussie opnieuw. Na een partijtje langs elkaar heen praten constateerde de voorzitter dat ook dit stuk rijp was voor besluitvorming.

Hart van Grave
Met het eigenlijke voorstel: verruiming van het winkeloppervlak met opoffering van enkele woningen kon de hele raad wel instemmen. Wel werd duidelijk dat er nog enkele hobbels zitten in de overeenkomst, maar dat was eigenlijk al lang bekend.

Initiatiefvoorstel over Wisseveld
VpGrave kwam met het idee het Wisseveld, zolang er geen definitieve bestemming is, beschikbaar te stellen voor evenementen. Een goed idee, maar of daar nou een raadsbesluit voor nodig is? Merkwaardig blijf ik vinden dat initiatiefvoorstellen rechtstreeks naar de besluitvormende vergadering dienen te gaan. Je zou toch verwachten dat ook die behoorlijk worden voorbereid, zodat eventuele raakvlakken met andere zaken en de consequenties zowel juridisch als financieel bekend zijn. Ook de fracties kunnen het ambtelijk apparaat toch bij de voorbereiding van een voorstel betrekken?

Overpeinzingen.
Tijdens en na de vergadering heb ik me afgevraagd of er voor Litjens en het archeologiebeleid in dit stadium wel een raadsbesluit nodig was. De raad bemoeit zich toch alleen met hoofdlijnen? De hoofdlijnen voor Litjens zitten in het bestemmingsplan Buitengebied. Dat bij de voorbereiding daarvan het college ook de bestuurlijke Litjenssoap betrekt is logisch en dat de raad er via een nieuwsbrief van op de hoogte wordt gesteld dat men in samenspraak met Litjens in dat bestemmingsplan een hanteerbare bepalingen zal voorstellen is communicatief verstandig. Maar waarom alvast een principe-uitspraak vragen voor uiteindelijk een detail in het bestemmingsplan?

Op zich was de vraag van Bos of gezien de andere drukke bezigheden het wel verstandig is een archeologiebeleid te formuleren terecht. Maar die afweging hoort thuis bij de behandeling van de kadernota, de begroting of het eventuele jaarprogramma voor de raad. De raad informeren over startnotitie en wat daarmee samenhangt is prima, maar besluiten doet de raad over het uiteindelijke beleid en dat moet nog woreden voorbereid.

Zeker Litjens is een politiek gevoelige zaak en dan kun je ook overwegen dat het beter is een keer teveel naar de raad te gaan dan een keer te weinig. Maar de scheepswerf ligt evenzeer gevoelig en het haalbaarheidsonderzoek werd, althans door een deel van de raad als weg naar de hemel gezien, en kwam zelfs voor in een coalitieprogramma. Dat werd wel via een nieuwsbrief afgevoerd.

De vraag hierbij is natuurlijk wat de definitie is van besturen op hoofdlijnen

maandag 12 juli 2010

Hoe zit het met het beeldkwaliteitplan?

Rond de jaarwisseling was het beeldkwaliteitplan aan de orde. Er was een voorgenomen besluit waarop zienswijzen konden worden ingediend. Dat is dan ook gebeurd en daarbij werd de zaak aardig overhoop gehaald, waaronder de communicatie over deze zaak. Er volgde een bespreking met de indieners van zienswijzen en daarin werd toch wel op zijn minst de suggestie gedaan dat er een herbezinning zou komen.

Sindsdien heb ik niets meer gemerkt van voortgang in de procedure. En toch is een beeldkwaliteitplan belangrijk.

Vandaar de kop boven dit artikeltje.

Voorbereidende vergadering 13 juli 2010

Archeologisch beleid
Op de agenda voor de komende voorbereidende vergadering van 13 juli en de besluitvormende vergadering van 20 juli (dus geen fatsoenlijke tijd voor aanpassingen) staat ook het voorstel een archeologisch beleid voor de gemeente Grave. Zoals wel meer gebeurt ademt het voorstel vooral een sfeer van: voldoen aan een wettelijke bepaling. Ogenschijnlijk dus een voorstel van weinig betekenis voor de burgers van onze gemeente. Dat blijkt ook uit de communicatieparagraaf:

“De gebruikelijke inspraakprocedure zal worden gevolgd. Daarnaast zal er aandacht zijn voor de inbreng van de plaatselijke historische vereniging en amateurarcheologen. De commissie RKZ zal advies over het concept uitbrengen”


Opdat deze bepaling niet in de rest van mijn tekst wordt ondergesneeuwd heb ik hem wat extra ruimte gegeven! U begrijpt dat ik het wel erg mager vind.

De eerste vraag is natuurlijk wat de gebruikelijke inspraakprocedure is. In het verhaal over “vernieuwend vergaderen” heb ik het gezegde “inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraak zonder uitzicht” al aangehaald. Communicatie begint met informatie verstrekken. Dat de historische vereniging en de amateurarcheologen erbij worden betrokken is prima. Zijn er ook kwaliteitseisen voor erkende amateurarcheologen? Hoe worden ze erbij betrokken? Komt er een klankbordgroep? Het nog te ontwikkelen beleid is van betekenis voor meer dan voornoemde categorieën. Degenen die bouwplannen willen ontwikkelen en uitvoeren zullen ermee te maken krijgen en dan is het toch wel prettig als men daar ruim van te voren van op de hoogte is.

Conclusie: de communicatieparagraaf zal meer aandacht moeten krijgen en dat zal moeten leiden tot een communicatietraject.

Ingekomen stukken

Zoals gebruikelijk is er ook nu weer een uitgebreide lijst met een opgave van brieven die aan de raad zijn gericht. Er zijn brieven bij, zoals circulaires en veel stukken van de VNG, waarop de afzender geen antwoord verwacht. Op brieven van burgers en verenigingen dient wel te worden gereageerd en wel door de raad, eenvoudig omdat de brief, terecht of onterecht, aan de raad is gericht. Nu viel me bij het afluisteren van de laatste vergaderingen op dat bij dit onderwerp herhaaldelijk werd gevraagd of de betreffende brief al was beantwoord. En dat kan eigenlijk niet. Nu stelt iedereen natuurlijk ook prijs op een snelle beantwoording en dan is het efficiënt de raad er niet bij te betrekken als dat niet strikt nodig is. Daar moet dus iets op worden gevonden. Een mooi punt om te betrekken bij “vernieuwend vergaderen”. (een andere naam in de geest van optimale werkwijze zou niet slecht zijn). Een suggestie: laat een lid van het presidium met de griffier wekelijks de aan de raad gerichte brieven doornemen en sorteren op: “voor kennisgeving aannemen”; “ter afdoening naar B&W” en “raad krijgt concept antwoord”. Op de lijst die aan de raad wordt voorgelegd wordt deze sortering vermeld. Natuurlijk hoort er ook een volgsysteem bij.

Het heeft mij overigens op een idee gebracht. Nu schrijf ik mijn weblogs in de hoop dat de raadsleden er iets mee doen en soms merk er iets van. Ik zou natuurlijk iedere tekst kunnen afsluiten met “Gaarne verneem ik uw reactie op het bovenstaande” en als formele brief aan de raad richten. Daar moet ik toch nog eens over nadenken!

zaterdag 10 juli 2010

Is vernieuwend vergaderen ook beter vergaderen?

Woord vooraf
Met veel belangstelling en ook hoop heb ik uitgekeken naar een voorstel om de werkwijze van de raad te verbeteren. Hoop omdat verbetering mee zou brengen dat ik kan stoppen met deze weblog en mijn inbreng zou kunnen leveren op de juiste manier manier: via de politieke partijen. Vol enthousiasme ben ik dan ook begonnen met het lezen van de stukken: de notitie “Vernieuwend Vergaderen in Grave” en het nieuwe reglement voor het presidium naast het oude. Mijn hoop is nog niet weg, want de discussie moet nog worden gevoerd en waar leven is, is nog hoop. Mijn voornaamste probleem met de notitie is dat ze niet af is. Er zijn teveel open einden en niet voldoende uitgewerkte ideeën om verantwoord op 1 september op deze wijze aan het werk te gaan. Echt onzinnige dingen staan er ook niet in de notitie. Als start voor een verbetertraject is het heus wel een bruikbaar verhaal. Laat ik maar een aantal punten aansnijden.

Welk systeem je ook hanteert, met of zonder commissies, het succes staat of valt met de wijze waarop je ermee omgaat. Dat het huidige systeem met voorbereidende en besluitvormende vergaderingen niet goed werkt vindt zijn oorzaak niet eens zozeer in het systeem zelf als wel in o.a. de volgende punten.

  • Stukken komen te laat en zijn onvolledig;
  • Veel vragen en opmerkingen kunnen in de voorbereidende vergadering niet voldoende worden beantwoord;
  • De dossierkennis van wethouders en aanwezige ambtenaren is onvoldoende om tijdens de voorbereidende vergadering alle gevraagde informatie te verstrekken. Dat betekent dat veel informatie later en somns zelfs in de besluitvormende vergadering moet worden verstrekt.
  • Het vergaderschema biedt voor de fracties weinig ruimte voor overleg met de achterban;.
  • De agenda voor de vergadering is vaak zo vol dat discussies niet zijn afgerond binnen de vastgestelde tijd. Dat betekent uitstel of onvoldragen besluiten.
  • Enzovoorts.

Er is natuurlijk een samenhang tussen de diverse punten. Als een onderwerp met onvoldoende informatie in bespreking komt, kost de behandeling in de raad meer tijd en kunnen minder onderwerpen in de beschikbare tijd worden afgewerkt.
Het is wat erg cru gesteld en er worden wel goede besluiten op tijd genomen, maar toch kan worden gesteld dat het eindtijdstip van de vergadering om 22:30 uur het enige onderdeel van de vergaderwijze van de raad is waarover niemand iets te klagen heeft.


Alhoewel niet bij het werk van de commissie evaluatie “Anders Vergaderen” 2010 betrokken hoort de vastlegging van de werkzaamheden van de raad naar mijn mening volledig bij het systeem.
De geluidsopname van de vergadering is behoorlijk snel voor iedereen toegankelijk en heel goed benaderbaar. Wat mij betreft is er dan ook geen enkele behoefte daar nog iets van schriftelijk vast te leggen. Het enige van belang is de juiste tekst van een besluit. Die tekst hoort in de besluitenlijst thuis. Dat geldt ook voor amendementen en moties. Een besluit genomen met algemene stemmen is net zoveel waard als een besluit met de kleinst mogelijke meerderheid. De stemmenverhouding is dan ook minder belangrijk dan de tekst van de besluiten zelf.
Een vraagstuk apart is hoe moet worden omgegaan met gewijzigde raadsbesluiten. Zo is meegedeeld dat de raad binnenkort een onderdeel van de besluiten over het Hart van Grave moet wijzigen. Er zijn daarvoor diverse aanpakken denkbaar.Moraal: de wijze waarop besluiten worden vastgelegd dient ook onderwerp van bespreking zijn.


Alle fracties geven herhaaldelijk te kennen dat zij betrokkenheid van de burgers bij het raadswerk belangrijk vinden. In de notitie wordt dit onderwerp wel een aantal malen genoemd, maar niet echt uitgewerkt. Aan dit onderwerp zou best een afzonderlijke bespreking mogen worden gewijd. En dan niet beperkt tot betrokkenheid bij raadsvergaderingen. Een voorzetje geef ik verderop.

Opmerkingen over de notitie.
Allereerst viel mij op dat er kennelijk grote overeenstemming heerst in de commissie. Er wordt na een beschouwing van de huidige situatie in één keer een nieuw systeem gepresenteerd. Ik ben benieuwd welke gedachten hier achter zitten.
Al bestuurlijke generaties lang wordt gevraagd aan de raad alternatieven voor te leggen, zodat een afweging en een keuze kan worden gemaakt. In deze notitie is daarvan geen sprake. Strikt genomen zou op basis van de eenstemmigheid in de commissie en geen enkel blijk van verschil van mening over de inhoud en het voorstel door het presidium kunnen worden geconcludeerd dat er geen discussie over nodig is en de zaak dus als A-stuk kan worden beschouwd. Hopelijk denkt men daar toch anders over.Op 1 september hiermee beginnen en dan denken dat de vergaderwijze in Grave daarmee is verbeterd is een illusie.

Dat brengt mij op een detail. De vorige notitie droeg de naam “Anders Vergaderen”, deze heet “Vernieuwend Vergaderen” wat dat ook moge betekenen. Ik mag toch hopen dat het doel is dat de raad op een efficiënte en effectieve wijze, passend in de huidige opvattingen over democratie, besluiten neemt.

Waarom in 2005 “Anders vergaderen” ?
Een probleem van de commissievergaderingen was dat er totaal geen belangstelling voor was in de media. Slimme opmerkingen in de commissie moesten wel in de raadsvergadering worden herhaald om aan de vergetelheid te worden onttrokken. En daarmee was inderdaad het hek van de dam.
Commissievergadering waren in de regel helemaal niet lang en saai. Het grote voordeel van dit systeem was dat belanghebbende burgers en verenigingen aan tafel zaten en konden meepraten. De sfeer was duidelijk ook gemoedelijker en dat kwam de discussie wel ten goede. Misschien een voordeel van het ontbreken van de media.


Er waren inderdaad per cyclus drie vergaderingen en in het huidige systeem maar één. Ik geloof niet dat het oude systeem ook alles bij elkaar drie keer zoveel vergadertijd heeft gekost. Inhoudelijk is de voorbereidende vergadering nooit meer geweest dan drie commissievergadering tegelijkertijd. Hetgeen ten koste is gegaan van de burgerparticipatie.


Overigens is het niet het dualisme dat het mogelijk maakte commissie af te schaffen. Commissies als deze waren nooit verplicht. Ze werden in het monistisch systeem alleen gezien als een goede wijze om raadsvergaderingen voor te bereiden. In het dualistisch systeem zou de raad veel meer op hoofdlijnen moeten besturen en daardoor minder op details in hoeven te gaan en dat zou de bespreking in commissie overbodig maken. Voorwaarde was natuurlijk wel dat de raad voldoende aandacht besteed aan het vastleggen van de hoofdlijnen en het controleren van het college. Maar kadernota’s, begrotingen, buraps en jaarrekeningen worden nog steeds door de raad gejaagd op een wijze die het voor de burgers totaal onmogelijk maakt het raadswerk te volgen. En dat was nou net het hoofddoel van de invoering van het dualisme.


Evaluatie in 2006
Dat het systeem al na één rondje werd geëvalueerd, en daarna niet meer, getuigt wel van een groot optimisme. Mensen in een ander systeem laten werken vraagt nu eenmaal veel tijd en sturing.

Vragen vooraf (van de commissie)
Deze paragraaf zou moeten dienen als opstap naar het ontwikkelen van de verbeterde werkwijze. Alhoewel wat er in staat allemaal volkomen juist is vind ik het toch wat mager en zeker het vierde punt: “welke doelen streven we na met een gewijzigde aanpak”

Dat “gast aan tafel” is mislukt was te voorspellen. Als je daadwerkelijk inbreng wilde hebben moest je allereerst door een fractie worden uitgenodigd. In het algemeen hebben die meer behoefte aan ondersteuning en minder aan het ruimte geven aan een mogelijk afwijkende visie. Natuurlijk kon je vragen om te worden uitgenodigd, maar dan moest je om daadwerkelijk iets te bereiken wel de goede partij kiezen. Het alternatieve systeem van spreekrecht in de vergadering werkt ook niet. De spreektijd is beperkt tot 5 minuten en dat is te weinig om ook maar één raadslid op andere gedachten te brengen en van meepraten is geen sprake. In de praktijk is mij van daadwerkelijke invloed op de besluitvorming dan ook niets gebleken. Het spreekrecht is in mijn ogen alleen geschikt als gelegenheid nog een laatste symbolisch beroep te doen op de raad.


Het (ver)nieuwe(nde) systeem.
Ik vraag me af wat er eigenlijk nieuw is aan dit systeem. Ik zie het niet anders dan het strikter toepassen van het systeem zoals in 2005 ingevoerd, hetgeen op zich al een aanzienlijke verbetering zou zijn. Maar daarvoor zijn wel andere dingen nodig, zoals ik in het woord vooraf heb beschreven.


Conclusie
Dat het onderwerp aan de orde komt is een heel goede zaak. Voor een verandering zal echter meer discussie en meer tijd nodig zijn. Dit is een startnotitie. Een projectmatige aanpak kan daarbij helpen. Intussen is er best een aantal verbeterpunten aan te geven. Ik kan er wel enkele noemen, maar wacht toch liever eerst af wat de raad zelf a.s. dinsdag hierover zegt. Op 2 punten wil ik nu nog wel even ingaan.


Het presidium
In dit kader wordt ook het reglement voor het presidium aangepast. Verbazingwekkend is dat dit punt wel op de agenda staat van de besluitvormende vergadering, maar niet op die van de voorbereidende. Het presidium is juist belangrijk vooral om te waken voor een correcte en gedisciplineerde toepassing van de regeling werkwijze raad. Uiteindelijk is de vastlegging in een reglement een uitvloeisel van de discussie hierover. Het raadsvoorstel geeft geen enkele motivering van de wijzigingen

Eigenlijk zijn er maar 2 wijzigingen.

Allereerst worden de presidiumvergaderingen niet meer openbaar maar besloten, hetgeen zij in de praktijk ook meestal waren. Ik heb daar geen enkel probleem mee. Ook in een toneelstuk blijft de regisseur buiten beeld. De taak van het presidium is de werkzaamheden van de raad te regelen. Bij de werkzaamheden wil ik wel worden betrokken, maar bij het regelen niet.

Veel minder (eigenlijk geen) aandacht heeft getrokken dat Artikel 3 uit het reglement is verdwenen. De letterlijke tekst van dit artikel is:
“Het presidium stelt jaarlijks een jaarschema voor raads- en commissievergaderingen en andere activiteiten voor de raad en de commissies op en legt dit ter besluitvorming voor aan de raad.”

En dat vind ik nou juist een mogelijkheid meer orde te scheppen. Een jaarprogramma of bedrijfsplan is voor iedere organisatie een goed basis om te werken. Natuurlijk zullen zaken anders lopen, maar bijsturen is altijd beter dan van begin af aan te zwalken.

Wat gelukkig wel is gebleven is dat het presidium de agenda’s voor de raad vaststelt. Het betekent ook dat alleen het presidium stukken kan toevoegen of afvoeren. Ook kan het presidium kwaliteitseisen stellen aan de raadstukken. Om te beginnen kan het presidium eisen dat de stukken volledig moeten zijn alvorens ze op de agenda worden geplaatst. Als dan het presidium de agenda vaststelt 14 dagen voor de voorbereidende vergadering en de stukken direct daarna worden verstuurd en op de website geplaatst hebben de fracties voldoende tijd zich met hun achterban voor te bereiden en eventuele aanvullende informatie te vragen. Dat zal de behandeling in de vergadering zelf ten goed komen. Kortom: het presidium heeft nu al de mogelijkheid direct aanzienlijke verbeteringen te bewerkstelligen.


Betrokkenheid van de burger
Hiervoor schreef ik dat dit onderwerp een afzonderlijke discussie waard is en dat ik er een voorzet zou geven.
Wij hebben een parlementaire democratie. Dat betekende in zijn oorsprong dat we eens in de vier jaar onze vertegenwoordigers kozen en dat die vertegenwoordigers dan voor ons de beslissingen namen. Wie wat meer wilde moest maar lid worden van een politieke partij. Tegenwoordig is de burger niet meer zo gedwee. Hij en zij willen ook tijdens de rit meedoen. Daar moeten ze dan ook de gelegenheid voor krijgen. Een gezegde uit de beginperiode van de inspraak is: “inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraak zonder uitzicht”. Dat gezegde is nog steeds van kracht.
Het basisprincipe dat de raad de beslissingen neemt en wel zonder last en ruggespraak is nog steeds van kracht. Dat betekent dat de burgerparticipatie ophoudt wanneer het daadwerkelijke besluitvormingsproces is begonnen.

Bij het tot stand komen van besluiten worden drie fasen onderscheiden, zo constateert ook de commissie: informatiefase; meningsvormende fase en uiteindelijk het besluiten zelf. Natuurlijk zijn de grenzen niet scherp.

Het eigenlijk besluiten begint als alle informatie bekend is en de alternatieven op tafel liggen. Vanaf dat moment is de burger uitgepraat. In het algemeen is dat halverwege de meningsvormende fase.

Er zijn ook 2 “soorten” burgerparticipanten. Allereerst de mensen die gewoon uit belangstelling mee willen doen, maar er zijn ook mensen die een directer belang hebben, bijvoorbeeld omdat zij zelf bij een besluit zijn betrokken, maar ook omdat zij een belangengroep vertegenwoordigen. Deze laatste groep zou best wat langer direct mogen meepraten. De eerste groep zou zeker in de meningsvormende fase de inbreng kunnen leveren via de politieke partijen.

Ook hier is nog bespreekstof voldoende voorhanden.

donderdag 8 juli 2010

Terug van weggeweest

De caravan staat weer in de stalling. De spullen zijn opgeruimd, dus de draad kan weer opgepakt.

Het eerste dat bij terugkomst opviel was de troosteloze aanblik van het Hofplein. Dat het een kale vlakte zou zijn was te verwachten, maar dat onkruid geeft toch wel een heel troosteloze aanblik. Zoiets leidt tot smartelijke gedachten, maar dat zal de burgemeester toch niet bedoeld hebben toen zij in haar telefonische column in de Graafsche Courant opmerkte dat Grave geen decor nodig heeft om de juiste achtergrond te krijgen voor het smartlappenfestival. Bij de behandeling van het bestuursakkoord gaf de woordvoerder van de coalitie nog aan dat Grave het vooral moet hebben van toerisme en recreatie. Grave wil dus gastvrij zijn. Het eerste wat je doet als je gasten ontvangt is zorgen dat je huis er een beetje netjes uitziet. Zo’n kostbaar karwei is dat toch niet. Hopelijk is het ruim voor de intocht van de vierdaagse opgeknapt.

Tijdens het opruimen van weet ik allemaal wat heb ik de opnames van de voorbereidende en besluitvormende vergadering afgespeeld. Ik heb dus maar met een half oor geluisterd. Daarom wat zaken waarbij mijn onderbewustzijn aan de bel trok.

Het bestuursakkoord.
Ik blijf de wijze waarop ook deze raad werkt merkwaardig vinden. De coalitie had een concept opgesteld en aan de anderen gevraagd daar commentaar en aanvullingen op te geven. Dat hebben ze netjes gedaan en dus zou je denken dat concept en opmerkingen samen tijdens de voorbereidende vergadering zouden worden besproken. Vergeet het maar! Het commentaar bleef buiten behandeling. Toen Jacques Leurs het dan in de vergadering nogmaals probeerde werd hem dat niet in dank afgenomen.
Voor de besluitvormende vergadering was een nieuw concept, waarin de gemaakte opmerkingen waren verwerkt, kennelijk zonder dat het veel invloed had.

Alles bij elkaar vind ik het eindresultaat eigenlijk wel goed. Het is een vaag verhaal waar niemand iets op tegen kan hebben. Bij paars plus zijn ze ook zo iets van plan omdat er te grote verschillen zijn tussen de coalitiepartijen. Het moet dan maar in de kamer worden uitgevochten. In Grave is het omdat het verschil tussen oppositie en coalitie te klein is om een dichtgetimmerd coalitieprogramma op te stellen.

AZC
Bij het eerste het beste inhoudelijk stuk bleek al dat de meningen zowel in “coalitie” als in “oppositie” verdeeld waren. Het eindresultaat betekent hoe je het wendt of keert dat de raad tegen een nieuw contract “Ja mits” heeft gezegd. De mitsen zoals door het CDA opgesteld hebben vooral betrekking op de ruimtelijke aspecten. Je mag toch aannemen dat tijden de planontwikkeling het college zelf daar wel op zou hebben gelet. Het COA zal ook wel zo verstandig zijn tijdens de planontwikkeling regelmatig contact te hebben met de gemeente. Liever had ik gezien dat er wat meer over het beleid in het AZC in de mitsen had gestaan. Al eerder heb ik gewezen op het belang van een goede dagbesteding en het voorkomen dat er bewoners op straat worden gezet. In de discussie kwam dit “klinkeren” wel even aan de orde, maar daar bleef het bij.

Er waren 2 insprekers die van de burgemeester te horen kregen dat de raad hun opmerkingen “wellicht zou betrekken” in de discussie. Ik heb daar niet echt veel van gemerkt. Communicatie daarover is belangrijk en zoals door het CDA terecht werd opgemerkt op de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de gemeente en dus niet van het COA.

Financiële stukken
De toelichting heb ik volledig gemis en dat het belang volgens mij deze keer ook niet zo groot was had ik al eerder opgemerkt. Dat blijkt ook wel uit het besluit over de kadernota. Die werd niet vastgesteld, maar voor kennisgeving aangenomen. Daarom geen inhoudelijke opmerkingen

Opvallend vond ik de inbreng van raadslid Bos. Hij was toch tot 1 juni wethouder en dus verantwoordelijk voor deze stukken. Van hem zou je dus geen vragen, maar antwoorden kunnen verwachten. Het meest verbaasde mij dat geen raadslid en geen collegelid inging op zijn opmerking in zowel de voorbereidende als de besluitvormende vergadering dat het probleem bij het opstellen van deze stukken was dat “het zo moeilijk is informatie uit de organisatie te krijgen”. Hier sprak geen raadslid maar een ex-wethouder die zelf hiervoor verantwoordelijk was. Het is niet netjes in een openbare vergadering het ambtelijk apparaat te beschuldigen.

Initiatiefvoorstel jeugdhonk
Op zich is het verheugend dat het college zelf al was teruggekomen op het plan het jeugdhonk te verplaatsen van het Wisseveld naar de “Kleine Elft”. Het initiatiefvoorstel werd daardoor bijna helemaal overbodig. Bijna is niet helemaal, LPG had ook voorgesteld een beslissing te nemen over een definitieve oplossing. Ik herhaal nu nog maar eens dat voor mij het gebruik maken van een gelegenheid die voor een jaar of vijf beschikbaar is misschien wel beter is dan een permanente vaste voorziening.

Volgende week wordt het ook weer interessant als de raad gaat praten over haar werkwijze. Ik heb het stuk inmiddels gelezen en mijn commentaar ligt te rijpen.