donderdag 31 mei 2012

Wisseveld: dromenland of nachtmerrie?



Dat het met de ontwikkeling van het Wisseveld niet goed gaat is al jaren lang bekend. De wildste geruchten gingen de ronde variërend van geld opleverend tot 30 miljoen verlies. De rekenkamer kreeg van de raad opdracht het eens uit te zoeken.

Op 20 december 2011 leek met de zonnewende ook licht in de Graafse duisternis te komen. De gemeenteraad nam het besluit een eind te maken aan de relatie met GBB. Er moest wel een bitter pil van € 10.000.000 afschrijven worden geslikt, grondeigendom moest alsnog aan GBB worden overgedragen en er zou nog € 300.000 moeten worden geïnvesteerd in de nieuwe rol van de gemeente. Maar daarmee zouden verdere risico’s voor de gemeente zijn verdwenen en kon de gemeente zich beperken tot het voeren van de regie, wat dat ook zou mogen inhouden. De raad moest het besluit wel nemen want het was nu of nooit. Voor het publiek bleef veel onduidelijk en of de gemeenteraad, die wel alle stukken mochten zien, het allemaal snapte betwijfel ik nu toch ook. Het ondertekende “onderhandelingsresultaat” moest nog wel worden omgewerkt tot een beëindigingovereenkomst maar dat zou een fluitje van een cent zijn. Inhoudelijk was alles geregeld en het was dan ook niet nodig dat de raad die beëindigingovereenkomst nog zou zien. De raad stemde in en heel Grave ging gelukkig de feestdagen in.

Vervolgens gebeurde er een tijdje niets. Half januari kwam het bericht dat de ondertekening van de stukken was uitgesteld tot 1 februari. In een daarop volgende vergadering werd meegedeeld dat de zaak voor 99% rond was, maar toch nog fout kon lopen. En uiteindelijk vernamen we via de pers dat de scheiding van GBB en de gemeente was afgesprongen.

Intussen is de behandeling van het rapport van de rekenkamer al twee keer uitgesteld. Dat schiet dus ook niet echt op. Wat mij hogelijk verbaast en eigenlijk ergert dat er zelfs nog geen reactie van het college is. Het bestuurlijk rapport laat heel veel vragen over waar het college duidelijkheid in kan en moet verschaffen.

Vraag is natuurlijk ook op welke grond het college, bij monde van de wethouder, in december gloedvol betoogde dat er overeenstemming is met GBB en dat Grave daarmee van een knellend contract wordt verlost en geen oneigenlijke taken meer heeft uit te voeren. De raad moest dan wel snel beslissen, hetgeen geschiedde.
Nu stelt het college en weer bij monde van diezelfde wethouder dat GBB steeds aanvullende eisen stelde en dat dit de gemeente te ver ging. En als klap op de vuurpijl is Daandels van mening dat dit wellicht beter voor Grave is dan verbreken van het contract.

Weet men in december en nu niet wat men zegt, houdt het college ons voor de gek of wordt het college zelf voor de gek gehouden?

Het belangrijkste is nu wat de positie van de gemeente werkelijk is. Veel is duister, maar op basis van de informatie die ik wel heb is Grave nu € 11.800.000 kwijt, heeft wat grond in eigendom, moet jaarlijks 3 ton aan GBB betalen en heeft niets over het Wisseveld te vertellen. Ik hoop dat ik het mis heb en wil dan graag snel weten hoe het wel zit.

En dan wat gaat er gebeuren? De wethouder wil dat er snel huizen worden gebouwd. De gemeente heeft alvast een studie laten verrichten waaruit blijkt dat het best mooi kan worden, maar veel schieten we er niet mee op. Het probleem van huizen bouwen is dat je ze ook moet verkopen of verhuren en daar zit nu het probleem. Bovendien zijn er in Grave zat plaatsen en ontwikkelaars die hetzelfde willen. GBB heeft, net als Mooiland voor de Prinsenstal, al laten weten dat afwachten voorlopig het parool is. Hoe denkt de wethouder dan dat die huizen wel snel worden gebouwd?

Raadsels zat dus. Één ding is nu wel duidelijk: bijna raak is hetzelfde als helemaal mis.

woensdag 30 mei 2012

Postuum (?) de scheepswerf


Er is tijdens de pinksterdagen in bestuurlijk Grave nogal wat commotie ontstaan over de rechterlijke uitspraak betreffende het afwijzen door het college van een bestemmingsplanwijziging ten behoeve van de scheepswerf. De Geest is blijkbaar weer in Grave gearriveerd, want verrassend kun je deze uitspraak van de rechter niet noemen.
De uitspraak van het college dateert van 14 december 2010 en op 24 december citeerde ik in deze weblog het B&W-besluit en concludeerde:

“Wat het college betreft dus "einde verhaal", maar zo simpel is het niet. Het is interessant te vernemen dat het college alleen bereid is de scheepswerf conserverend op te nemen, maar het is de raad die het bestemmingsplan vaststelt en of de raad zonder enige discussie ook "einde verhaal" tegen de scheepswerf zegt moet nog maar worden afgewacht.

Er zijn wetten waarvoor je drie juristen nodig hebt om te bepalen wat er wordt bedoeld; één die beargumenteert dat het de ene kant op moet, een tweede die juist het tegenovergestelde beweert en een derde, de rechter, die dan bepaalt welke kant het echt op gaat. En zelfs dan bestaat er vaak nog een beroepsmogelijkheid. Er zijn ook wetten die uit te leggen zijn als 1+1= 2. En dat is hier het geval. De raad beslist over verzoeken om een bestemmingsplan te wijzigen; geen vraagtekens en discussie mogelijk. Ook dient de raad daar op redelijke termijn een beslissing over te nemen. Om dat te waarborgen hebben we tegenwoordig de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Allemaal glashelder. De scheepswerf had het verzoek dus verkeerd geadresseerd, maar dan vereist zelfs het bestuurlijk fatsoen dat je als college de brief op het goede adres bezorgt, hetgeen de rechter nu ook op juridische basis heeft uitgesproken.

En laat nu de raad niet beweren dat ze er niets van af wisten. Allereerst ga ik er van uit dat zij wekelijks de B&W-besluiten lezen. Ook staat in het besluit dat de raad over het standpunt van het college zal worden geïnformeerd. Heel wat raadsleden hebben mij ook herhaaldelijk gezegd dat zij mijn stukjes lezen. Bovendien zijn de plannen van de werf in de wandelgangen vaak genoeg ter sprake geweest.

Hier is gewoon sprake van een bestuurlijke blunder. Die moet je zoveel mogelijk voorkomen maar ze zijn er nu eenmaal. Het wezen van een blunder is dat er geen redelijke verklaring voor te vinden is. Wat ik wel ergerlijk vind is dat het college niet in staat is geweest zelf 1 en 1 bij elkaar op te tellen en het tot een rechterlijke uitspraak heeft laten komen. De fout had al veel eerder kunnen worden hersteld. Het zou wat arrogant van mij zijn te beweren dat men dat al op 2 januari 2011 had kunnen doen nadat men tijdens het kerstreces mijn weblog had gelezen. De smoes van “niet-ontvankelijk” omdat het besluit geen juridische betekenis zou hebben is te gek om los te lopen.

De belangrijkste vraag is echter wat de consequenties zijn. Gelukkig is het aan anderen om de eerste zet te doen. Het boetekleed en nederig afwachten lijken mij voorlopig het beste.


Wat nu met de "Margriet"?



Het besluit dat de raad op 22 mei heeft genomen is uit meer oogpunten merkwaardig., al is het alleen maar vanwege de dubbele ontkenning die er in zit. En met zo’n taalkundige constructie is moeizaam te formuleren.
·         De raad besloot, via een amendement op een voorstel van het college, iets dat al op 16 juni 2009 was besloten. Men had gewoon kunnen volstaan met het voorstel van het college af te wijzen. Het besluit van 2009 was gebaseerd op argumenten die aannemelijk maakten dat de zo gewenste medewerking van de provincie zou worden verkregen. Het nu genomen besluit mist die inhoudelijke onderbouwing. Het besluit van 16 juni 2009 is echter niet ingetrokken, dus nog steeds van kracht en ook niet in strijd met het nu genomen besluit. Dubbel genaaid houdt beter zullen we maar zeggen.
·         Het besluit van 16 juni 2009 was gebaseerd op een voorstel, dus informatie, van het college. Ook het college was dus toen van mening dat opnemen van de Margriet in het bestemmingsplan door de provincie zou worden geaccepteerd. Het heeft weliswaar een hele tijd geduurd, maar uiteindelijk is de Margriet wel in het concept voorontwerpbestemmingsplan opgenomen en ter inzage gelegd. Ook toen was het college dus nog van mening dat de weg begaanbaar was. Er zijn zienswijzen ingediend, die voor een groot deel nog niet geopenbaard zijn. Wel blijkt uit het voorstel van het college voor 22 mei dat er in ieder geval 2 zienswijzen zijn die argumenten aanvoeren tegen opnemen van de Margriet in het bestemmingsplan. Van de “appellanten” was dat natuurlijk te verwachten, maar het college heeft kennelijk uit de zienswijze van de provincie geconcludeerd dat die niet zonder meer voor opnemen is. Op zienswijzen die voor de Margriet pleiten wordt niet inhoudelijk ingegaan. En er is zeker één zo’n zienswijze, namelijk namens de Margriet zelf. In die zienswijze worden argumenten aangevoerd waarom er wel een gerede kans is dat de provincie meewerkt. (Ik formuleer het wat voorzichtig, want in dit stadium van de procedure zijn er nog geen zekerheden; sterker nog ze mogen er eigenlijk niet zijn. Zekerheden ontstaan pas wanneer het bestemmingsplan door de raad wordt vastgesteld.). Omdat er wel wordt verwezen naar overleg met de provincie, maar geen verslagen zijn bijgevoegd kan ik niet beoordelen waarom het college nu plotseling de eigen procedure doorkruist door op basis van twee  zienswijzen en met voorbijgaan van alle andere op één onderdeel van het gehele bestemmingsplan buitengebied de raad een uitspraak laat doen. Dat riekt naar paniek
·         Het huidige besluit past niet in de procedure. Na de ter visielegging en het indienen van zienswijzen dient het college het voorontwerp en de zienswijzen te verwerken tot een formeel ontwerpbestemmingsplan. Afhankelijk van de intensiteit van vooral het overleg in de voorbereiding is dit een minder of meer complexe aangelegenheid. Gelet op het tijdsverloop zou het in dit geval eenvoudig moeten zijn en zou het ontwerpbestemmingsplan zeer binnenkort ter inzage moeten kunnen worden gelegd. Er is dan 6 weken tijd om opnieuw een zienswijze in te dienen. Daarna moet de raad na vier maanden het bestemmingsplan vaststellen. Dat lijkt mij geen aanleiding voor een overhaaste beslissing.
·         Het college wekte met het voorstel de indruk dat opnemen van de Margriet in het bestemmingsplan een onhaalbare kaart zou zijn en dat daarom tijdverspilling er nog aandacht aan te besteden. Dat is natuurlijk mijn interpretatie, maar waarom zou het college anders nu met dit voorstel zijn gekomen? Als je het voorstel goed leest is het toch niet zo absoluut. Zo wordt gesproken over “onwaarschijnlijk” maar niet over “uitgesloten” of woorden van gelijke strekking. Zelfs de wethouder heeft gezegd dat hij een geamendeerd besluit (dat alleen maar kon neerkomen op een afwijzing van zijn voorstel) zou uitvoeren. Dus het college gaat nu gewoon zijn stinkende best doen de provincie te overtuigen van de juistheid van het opnemen van de Margriet in het bestemmingsplan.
·         Mevrouw de Zoeten lichtte nog toe dat zij eigenlijk de Margriet als rivierpleisterplaats wel zag zitten, maar toch tegen het amendement zou stemmen, en dus tegen opnemen van de Margriet. Het collegevoorstel had haar aangetoond dat deze weg onbegaanbaar zou zijn. De raad als geheel koos er echter voor die weg toch in te slaan en het college zelf gaat voorop. Iedereen is er wel van overtuigd dat het geen asfaltweg is en dat er nog wel wat hobbels zijn te nemen, maar als je niet gaat lopen kom je zeker nergens.

Genoeg over het besluit. Het ligt er en wat nu. Formeel is gewoon het college weer aan zet om concept ontwerpbestemmingsplan en zienswijzen om te werken tot formeel ontwerpbestemmingsplan. Voor de Margriet betekent het dat vooral de aandacht moet worden gericht op de zienswijze van de provincie. Blijkbaar is die nog afwijzend. Daar hoeft de gemeente niet bij voorbaat bang te zijn. Nog niet zolang geleden had de provincie ook een negatieve zienswijze op een woningproject in Escharen. Na één goed gesprek met de provincie stemde de provincie alsnog in. Bovendien is in de huidige regelgeving de provincie niet meer zo machtig als vroeger. Tegenwoordig is de gemeente leidend en heeft de provincie dezelfde gereedschappen als iedere burger: een zienswijze indienen en eventueel later een beroep op de Raad van State. Natuurlijk moet je wel met goede argumenten komen om de provincie te overtuigen en zou ik bij een beroep van de provincie op de Raad van State ook geen weddenschap op de gemeente afsluiten. Een bestuurlijk aanval vanuit de gemeente op het provinciebestuur is dan ook nodig.

De zienswijze van de “appellanten” is voor een belangrijk deel gebaseerd  op het provinciaal beleid. Daarnaast wordt nog een aantal andere regels genoemd waar de Margriet eventueel zou moeten voldoen. Op zich is dat wel juist, maar spelen die regels in de bestemmingsplanprocedure geen rol. Blijft over de invloed op het uitzicht van de “appellanten” op het landschap en andere opvattingen op wat wel en niet daar past. Die bezwaren moeten natuurlijk worden afgewogen. Daarbij speelt natuurlijk een rol of er 2 appellanten zijn of dat een groot aantal mensen vindt dat de Margriet daar niet hoort. Zo werkt nu eenmaal een democratie. Democratie is ook accepteren dat besluiten worden genomen waar je het zelf niet mee eens bent.
De “appellanten” wijzen ook nog op uitspraken van de Raad van State dat de Margriet daar ten onrechte ligt. Dat is juist, maar de raad van State baseert zijn uitspraken op twee facetten:
·         Is de aangevochten beslissing op de juiste wijze tot stand gekomen? Indien dit niet het geval is, moet de procedure over. (Dit speelt bij de vraag van de scheepswerf om het bestemmingsplan te wijzigen. Het was weliswaar een rechterlijke uitspraak, maar de RvS is in dit geval ook een rechtbank).
·         Is de aangevochten bestemming niet in strijd met het beleid van hogere organen? Indien dit het geval is een nieuwe poging alleen zinvol als eerst het beleid van dat hogere orgaan wordt.
Dit laatste speelt nu bij de Margriet. Alle uitspraken van de Raad van State zijn gebaseerd op het huidige bestemmingsplan en volgens die regels kan de Margriet echt niet. Maar het gaat nu om het vaststellen nieuwe beleidsregels. Oude uitspraken van de Raad van State zijn hierbij wel leerzaam maar niet maatgevend.

Alles bij elkaar genomen doe ik hierbij geen uitspraak over de zienswijze van wie dan ook. Wel geloof ik er bij een voortvarende en zorgvuldige aanpak zeker in dat de Margriet in het bestemmingsplan buitengebied kan worden opgenomen.

Rest nog het plan van de “appellanten” het besluit van de raad aan de Kroon voor te leggen voor vernietiging. Daarmee zou het besluit van de baan zijn en de komische situatie ontstaan dat het besluit van 16 juni 2009 van kracht blijft. En dat is inhoudelijk precies hetzelfde. Dat schiet voor de “appellanten” ook niet op. Dit neemt echter niet weg dat het recht om het te proberen wel bestaat. Ik zie de aankondiging dan ook niet als een bedreiging maar als een aansporing zorgvuldig te werk te gaan.

Naast de bestemmingsplanprocedure loopt ook nog het handhavingtraject. Nu heb ik van de aanpak van de scheepswerfproblematiek overgehouden dat je alvorens een eventueel gedoogbesluit te nemen in afwachting van legaliseren of verdwijnen ook nog een besluit kunt nemen tijdelijk niet te handhaven. Ik zou de stukken eens moeten bestuderen of in combinatie met de weg naar een nieuw bestemmingsplan dit niet een begaanbare weg is ondanks de uitspraak van de Raad van State op dit terrein. Het is toch te zot dat je tegelijk werkt aan het bouwen en het slopen van een huis?

vrijdag 25 mei 2012

De Raadsvergadering van 22 mei,


Allereerst maar een paar algemene opmerkingen.

Het eerste dat opviel was een aantal net geklede heren op de eerste rij van de tribune. De rest van het publiek en ook de raad zat erbij alsof men op een gezellig terras zat. Ik zal wel gruwelijk ouderwets zijn, maar een beetje stijl is ook uiting van respect. En respect is het eerste dat tegenwoordig wordt gevraagd.

Een tweede opvallende zaak was het stilzwijgen van de collegeleden. Dat hoort natuurlijk ook zo sinds de invoering van het duale stelsel in 2002. Wethouders zijn sindsdien geen raadslid meer en mogen dan ook niet meer meepraten. In Grave was de voorbereiding van de vergadering altijd dermate mager dat de wethouders wel gedwongen waren tijdens de besluitvormende vergaderingen nog legio vragen te beantwoorden. De grens tussen beantwoorden van vragen en een voorstel in een discussie verdedigen is daarbij niet te trekken. Tegenwoordig mogen ook de wethouders desgewenst weer deelnemen aan de beraadslagingen. Deze keer kwam het kennelijk beter uit dat zij er het zwijgen toe deden. Het zou mij niet verbazen als dit nog afgesproken werk was ook. Als een raadslid toch nog een vraag richting collegeleden afvuurde werd er onmiddellijk bij gezegd dat beantwoording best achteraf mocht. Ik ga er van uit dat een raadslid geen overbodige vragen stelt en dus moet de vraag wel per ongeluk uit gewoonte zijn gesteld.

Bij enkele agendapunten bleek dat de raad blijkbaar niet echt is geïnteresseerd in de uitvoering van besluiten. Nu heb ik altijd gedacht dat een heel belangrijke kwaliteitseis voor een goed besluit juist de uitvoerbaarheid is. Nu is dit manco in Grave al een hele tijd zichtbaar, maar deze keer werd het bewust gehanteerd om een door de raad of/en college ongewenste discussie te voorkomen of af te stoppen. Bij de bespreking van de agendapunten kom ik daar nog wel op terug.

De traditionele verwarring bij het vaststellen van de agenda ontstond deze keer doordat zelfs raadsleden nog uitgingen van de voorlopige agenda. Deze keer kon vanaf de tribune hulp worden geboden. Nu is het normaliter niet zo erg omdat gewoonlijk alleen de volgorde is aangepast vanwege het totaal onbelangrijke verschil tussen A en B stukken. Dat was deze keer iets anders vanwege het bewust buiten de orde plaatsen van de uitvoerbaarheid van besluiten.

Ik denk dat het goed is om in het reglement van orde op te nemen dat mevrouw Schuts van te voren de ontwerp besluitenlijst nakijkt. Het is bijna iedere vergadering raak en dan is het efficiënter als zij dat van te voren doet.  

Bij de behandeling van het “Raadsvoorstel  met betrekking tot wijziging en vaststelling van de verordening Wet inburgering 2012” kwam mevrouw de Zoeten toch met een opmerking. Zij miste in het voorstel het besluit. En gelijk had ze. Maar bij het voorstel hoorde ook een bijlage: de verordening zelf. En die verordening begint met een alinea waarin staat dat de raad de verordening heeft vastgesteld. Dus was er geen lacune. En nu ben ik benieuwd naar de volgende besluitenlijst. Als daar, zoals gewoonlijk, staat: conform voorstel besloten klopt het niet. Correcte, volledige en consequente formulering heeft trouwens toch al geen hoge prioriteit bij het werk van de raad. Dat blijkt al uit het volgende agendapunt: “Vaststellen Destructieverordening gemeente Grave” Dit is een veel kortere en duidelijker formulering van een agendapunt dan het vage “raadsvoorstel met betrekking tot enz.”. Een kleinigheid, maar het wijst er wel op dat er niemand is die zorgt voor eenheid in de raadstukken. Dat gebrek aan coördinatie is op meer plaatsen te zien.

De in de aanhef genoemde vier netgeklede heren waren gekomen voor het vaststellen van het implementatieplan CGM. Cuijk en Mill hadden dit plan al eerder vastgesteld. Als ook Grave  er mee zou instemmen zou de trein kunnen gaan lopen en zouden de gemeenten Cuijk, Grave en Mill vanaf 1 juli 2013 kunnen gaan proefdraaien met één gezamenlijk ambtelijk apparaat. Per 1 januari 2014 kan de zaak dan gesmeerd lopen. Gesmeerd liep ook de behandeling in de raad. Iedereen was veel lof en dat was ook wel terecht. Het plan zit goed in elkaar maar ook hier geldt dat een je wel een goed besluit kunt nemen maar het moet wel worden uitgevoerd. En bij organisatieveranderingen bestaat het risico dat de trekkers wel enthousiast zijn maar de grote groep niet kan volgen. Een sterke locomotief is voor een trein belangrijk, maar de wagons moeten er wel stevig aan vast zitten en ze moeten ook op het zelfde spoor rijden als de locomotief.

Na dit punt waren we weer gezellig samen in zomerse sfeer. De wethouders kregen verlenging van de ontheffing van de verplichting (wat een getingeling) in Grave te wonen. Alleen VPGrave had principiële bezwaren en vond dat ze dus maar moesten verhuizen. Je zou het ook zo kunnen opvatten dat alleen VPGrave de kans reëel vindt dat de wethouders worden herkozen.

Bij de behandeling van het “Werkgeverschap griffier” dreigde de gezellige sfeer nog even te worden bedorven. Het ging niet om het werkgeverschap van de griffier maar om de formele vaststelling van het werkgeverschap over de griffier. Volgens de wet is de gemeenteraad zijn baas en dat was nooit formeel vastgelegd. En dat moest nog worden geregeld. Van Geest vond nog dat een regeling niet nodig was, het liep toch wel goed en daar herkende ik hem weer in. Bijna werd de kwestie geruisloos afgedaan, maar mevrouw Schuts herinnerde er nog aan dat er nog wel een werkgeverscommissie moest worden benoemd en dat was men vergeten. Een schorsing leverde een commissie op waarin ook de “oppositie” is vertegenwoordigd, dus de zon scheen weer volop hetgeen aan de temperatuur in de zaal wel was te merken.

En toen zou het uitgestelde debat over de relatie tussen gemeente en wijk- en dorpsraden beginnen. Vorige keer werd dat uitgesteld omdat enkele wijkraden weigerden het aan de beleidsnotitie verbonden convenant niet wilden ondertekenen. De oplossing die het college had gevonden was geniaal. De meningsverschillen waren niet opgelost, ze werden gewoon buiten de orde geplaatst. Volgens de bijgestelde agenda was alleen de beleidsnotitie onderwerp van discussie. Over de voornemens van het college was weinig discussie nodig. Het probleem zit hier juist in de wijze waarop het college het beleid uitvoert. Dat de dorpsraden daar minder moeite mee hebben dan de wijkraden van Grave komt omdat die dorpsraden veel meer gericht zijn op het ontplooien van aktivitei9ten in hun dorp dan op contacten met het gemeentebestuur. De beleidsnotitie werd vastgesteld en verder zien we wel hoe het loopt.

Bij de twee volgende verordeningen heb ik me afgevraagd waarom er niet alvast wordt gewerkt aan uniforme regelingen voor de drie gemeenten die straks één ambtelijk apparaat hebben. Bij de klachtenverordening was wel de verordening van Cuijk overgenomen terwijl die van Mill een stuk beter is omdat daarin de coördinatie van de klachtenbehandeling goed is geregeld. En dat is zoals ik hiervoor al opmerkte in Grave wel aan te bevelen. De informatie over het bestaan van deze verordening zal wel weer minimaal zijn, maar het kan voor de burger toch wel een belangrijk stuk gereedschap zijn. (wapen klinkt zo onvriendelijk).
De wegsleepverordening leverde nog een amendement van VPGrave op. Een overtreder van een parkeerverbod moet voor een loze rit ook betalen. Een loze rit houdt in dat geconstateerd wordt dat een wagen verkeerd en hinderlijk staat geparkeerd en dus zo snel mogelijk moet verdwijnen. Er wordt dus een sleepwagen geregeld maar die moet uit Cuijk komen en is een tijdje onderweg. Dan bestaat de kans dat intussen de eigenaar van de auto alsnog verschijnt en wegrijdt. De takelwagen komt dus voor niets en heeft dan een loze rit. De overtreder krijgt alsnog een rekening maar weet dan natuurlijk van niets. Het amendement hield in dat er een briefje op de auto wordt geplakt dat de sleepwagen is besteld. Een duidelijke en voor de hand liggende verbetering. Ik neem tenminste aan dat er bij overtreding van een parkeerverbod altijd al een briefje onder de ruitenwisser wordt gelegd. Het wegslepen kan daar op worden vermeld. De VVD had zo zijn twijfels: moet dit niet juridisch worden onderzocht. De oplossing was typisch Graafs. We nemen het besluit en dan kijken we later wel of het goed is. Eigenlijk had men de juridische onderbouwing van het voorstel zelf in de commissie beter aan de orde moeten stellen. Het college bleef ook hier consequent in het zwijgen.

Met het project Vennedaal aan de Borretweg was iedereen gelukkig en wat er van sociale woningbouw en starterwoningen terecht komt zien we later wel.

Ja en toen moest de “koers t.a.v. Prinses Margriet” worden bepaald. De formulering van dit agendapunt zal in Grave niet tot misverstanden leiden, maar kan landelijk wel wat bevreemding veroorzaken. De raad heeft eigenlijk niet meer gedaan dan op een wat ingewikkelde manier het besluit van 16 juni 2009 bevestigen dat de bijdrage die de ark met die naam aan het toeristisch-economisch klimaat kan leveren dermate positief is dat in het bestemmingsplan buitengebied die voorziening moet worden geregeld. Daarvoor moet dan wel nog een procedure worden gevolgd waarin de opstelling van de provincie de doorslag zal geven. Alhoewel de uitspraak van de raad nog niet veel soelaas biedt zitten er wel zoveel kanten aan de gang van zaken dat ik er een afzonderlijke bespreking aan wijd.

De eerste Burap 2012 heb ik nog niet echt bekeken. Geconstateerd is wel dat we bijna 3 ton in de min zitten en dat de Idops tot luchtspiegelingen verklaren een uitweg biedt. De raad wil daar niet aan en verwijst de inhoudelijke discussie daarover naar de kadernota die wel weer zo laat verschijnen dat een diepgaand debat niet meer mogelijk is. En zo worden de problemen vrolijk uit de zonnige zaal verdreven. Het voorstel van VPGrave de zaak te redden door de Burap  niet te laten vaststellen, maar voor kennisgeving te laten aannemen kreeg van niemand bijval. Het zou er ook niet wezenlijk toe doen.

De motie kinderpardon van VPGrave kreeg veel sympathie en werd met een flinke meerderheid ook aangenomen. De discussie ging niet over de inhoud maar over de vraag of een gemeenteraad zich hiermee wel mocht bemoeien. Jammer dat maar weinig raadsleden de bijeenkomst op 11 mei in de protestantse kerk hebben bijgewoond. Dan hadden ze geweten dat de gemeente Grave wel degelijk wordt geconfronteerd met de consequenties van het landelijk beleid.

Het was nog licht toen de vergadering werd gesloten.


zondag 20 mei 2012

Mevrouw Betty Mathurin over de Margriet


Aan de leden van de Raad en College                                                     20-05-2012
van de Gemeente Grave.




Geachte Raad en College.

Ik neem aan dat u ervan op de hoogte bent dat het petitierecht de burger een basis geeft om inspraak of politieke aandacht bij kwesties die tot burgerlijke onvrede leiden.
Inspraak en medezeggenschap zijn termen die in verkiezingstijd, of als het politiek zo uitkomt, door politici en/of politieke ambtsdragers geopperd worden om de kiezer/burger het gevoel te geven dat er sprake zou zijn van een democratische samenleving waar de stem des volks gehoord wordt. Helaas blijkt dat de dagelijkse politieke praktijk niet strookt met dit ideaalbeeld.

Voorbeeld!
De geplande besluitvorming van het college (wethouder Daandels) om in te stemmen met de eisen van de z.g. “Appellanten Prinses Margriet” om de ark “Prinses Margriet” uit de Graafse Gemeente te verwijderen was de reden dat ik en met mij 165 burgers van Grave, op 13 maart jl., in de commissievergadering Ruimtelijke Ordening, de voorzitter van deze vergadering een petitie aanbood waarin wij aan politiek en stadsbestuur uiting gaven aan onze onvrede over de trieste gang van zaken rondom het legaliseren van de ark. Mij werd door de Commissievoorzitter toegezegd dat de petitie op de juiste bestemming terecht zou komen.

De tekst van de petitie gaf de bezorgdheid weer van Graafse burgers over de wijze waarop de Graafse overheid omgaat met de belangen van de “Prinses Margriet”en haar bewoners.
Tot op heden hebben wij van de gemeente taal noch teken mogen ontvangen als antwoord op onze petitie. Daar staat tegenover dat ik zeer veel positieve reacties heb mogen ontvangen van inwoners uit Grave op het aanbieden van de petitie. Wij, de petitieaanbieders, voelen ons dan ook door politiek en stadsbestuur zeer onheus behandeld, en kunnen niet anders dan concluderen dat de Graafse gemeentelijke overheid zich niets gelegen laat aan meningen van haar burgers als dat haar zo uitkomt.

Het petitierecht is geregeld in artikel 5 van onze grondwet. We dachten ervan uit te kunnen gaan dat onze bestuurders daar boodschap aan hadden. We voelen ons dan ook tekort gedaan in ons democratisch recht en maken hiertegen bezwaar

Met vriendelijke groet,.
Betty Mathurin, ook namens de 165 petitieaanbieders

donderdag 17 mei 2012

Commentaar commissievergaderingen 15 mei 2012


De eerste verrassing bij de gezamenlijke commissievergadering was al dat Keerpunt 2010 opnieuw de bespreking van het rapport over het Wisseveld wilde uitstellen. De rest van de commissies had daar duidelijk weinig moeite mee. De bepaling van de verordening op de commissies stellen ook niet zo veel meer voor. Als het zo uitkomt worden die genegeerd.
Er was maar één inspreekster. Anderen hadden er weinig zin in zich nog voor joker te laten zetten. Dat begint zo het gevoel te worden van degenen die of betrokken bij een onderwerp van de agenda of gewoon interesse hebben in het bestuur van onze gemeente.

Uit de bespreking van de afsprakenlijst van de vorige vergadering blijkt alweer dat er weinig controle is op afwerking van vragen, toezeggingen en wat dies meer zij.

De diverse verordeningen die aan de orde kwamen gaven wel aanleiding tot opmerkingen en vragen maar werden uiteindelijk bijna allemaal tot A-stuk verklaard. Dat schiet volgende week dinsdag dus lekker op. Alleen over de wegsleepregeling zal nog worden gepraat. Er waren wel leuke momenten zoals het verzoek van wethouder Adams om geen vragen te stellen waarvan het antwoord in het stuk staat. Tekenend voor de werkwijze van de raad.

Het woningbouwproject Vennedaal moet worden gered door woningcapaciteit van de Stoof over te hevelen van de Stoof naar dit project. Daarbij kwam naar voren dat daarmee wel het financieel resultaat van de Stoof een stuk ongunstiger wordt, maar die tegenvaller zou toch wel komen begreep ik. Waarom Vennedaal prioriteit heeft boven andere projecten werd niet duidelijk. De “overcapaciteit” van de Stoof kun je maar één keer weggeven. Bovendien zijn er in Grave toch al meer plannen dan de markt vraagt. Door VPGrave  werd nog de problematiek van sociale starterswoningenn aan de orde gesteld. De wethouder begon met een vrij op naam prijs van € 220.000. Commissielid of gast Stoffer vond € 180.000 een maximum waarop de wethouder meedeelde dat hij het liefst een prijs van € 140.000 zag. En toen was ik de draad kwijt. Er zal nog wel een discussie over komen. Raadsbesluiten over bouwprojecten blijken later vaak helemaal geen besluit te zijn.

De bespreking van de beleidsnota over de omgang met wijk- en dorpsraden gebeurde op basis van dezelfde stukken als in de vorige cyclus. Ook de aanleiding voor het uitstel, geen overeenstemming met enkele wijkraden, bestond nog steeds. Dat onderstreepte LPG nog eens op basis van enkele telefoontjes. De wethouder en daarmee het hele college dachten dat er wel overeenstemming was. Gedurende de discussie veranderde de beleidsnota en het daaraan verbonden convenant tussen het college en de raden van middel om de communicatie te regelen tot een doel op zich. Dus is er straks wel een beleidsnota maar geen communicatie. Uit het antwoord op de vraag of er nu één convenant zou komen of dat er gelet op de karakterverschillen tussen de wijk- en dorpsraden verschillen mogelijk zouden zijn heb ik afgeleid dat het kan vriezen en dooien tegelijk.

Uit de behandeling van het voorstel over de samenvoeging van de ambtelijke apparaten van Cuijk, Mill en Grave bleek dat de zorgen die ik er over heb niet bij de gemeenteraad leven. Het proces verloopt vlekkeloos en op 1 juli 2013 gaat de zaak proefdraaien om 1 januari 2014 uit de kinderziekten te zijn. Alleen de vertegenwoordiger van VPGrave dreigde nog roet in het eten te gooien door te vragen naar de rijksbijdrage die je wel krijgt bij de fusie van gemeentebesturen, maar niet bij de fusie van ambtelijke apparaten (simpel gezegd vroeg hij: zijn we niet stom bezig?). De burgemeester als portefeuillehouder pareerde die poging moeiteloos door er op te wijzen dat men voor deze weg had gekozen. Toen even dreigde dat ook dit een A-stuk zou worden verzocht zij er toch een B-stuk van te maken zodat de raad eens een keer zijn enthousiasme zou kunnen uitspreken. Aldus werd besloten.

En dan de Margriet. De meest partijen hielden het kruit droog en stelden wat bijkomende vragen. Aangezien het stuk pas één dag van te voren verscheen was dat ook niet zo verwonderlijk. Er werd een amendement aangekondigd. Nu is een amendement gewoonlijk bedoeld om een voorstel wat bij te sturen, maar hier lijkt het wel de bedoeling om via het amendement het voorstel van het college af te wijzen en dus het raadsbesluit van september 2009 te handhaven. Volgende week verder.

Bij het agendapunt vragen werd nog gevraagd naar de reden om de commissie samen te voegen. De vragenstelster werd verwezen naar de fractievoorzitter. Die was aanwezig bij de vergadering van het presidium waarin dat werd afgesproken. Jammer, want ik had het graag willen horen en in het fractieberaad van het CDA werd het ook niet echt duidelijk. Ik houd het er dan ook op dat met name het stuk over de Margriet niet tijdig klaar was om er op 8 mei over te praten. Als ik het mis heb hoor of zie ik het graag, want het begint er al weer op te lijken dat ook dit vergadersysteem niet werkt.

Tijdens de vragen kwam toch het Wisseveld aan de orde. Tussen neus en lippen door werd verteld dat het onderhandelingsresultaat van afgelopen december toch niet tot een beëindigingovereenkomst zou leiden. En wat nu?? Joost mag het weten. Voorlopig leid ik er uit af dat de overdracht van grond aan GBB waarvoor de gemeente 1.8 miljoen zou krijgen niet doorgaat en dus het tekort van 10 miljoen oploopt tot 11.8 miljoen. Daarnaast moet de gemeente doorgaan met jaarlijks 3 ton rente aan GBB te betalen. Voor de uitwerking blijft de gemeente met handen en voeten gebonden aan GBB. Natuurlijk zijn dit speculaties van mijn kant, maar wel gebaseerd op de informatie waar ik over beschik. Mogelijk, maar wel onwaarschijnlijk, is dat de informatie die nog geheim moet blijven een zonniger beeld geeft. Waarom zou je anders die informatie geheim houden?
Afgelopen maandag is in beslotenheid een studie gepresenteerd hoe het Wisseveld er in de toekomst zou kunnen uitzien. Nu is die visie al in de openbare vergadering van de Commissie Ruimte en Kwaliteit aan de orde geweest en beschik ik er over. Het kan er best mooi worden, maar haalbaarheid en woningbouwmarkt waren niet aan de orde. Wat nu de status van het verhaal en hoe het nu verder moet met het Wisseveld is wordt hopelijk nog eens een keer duidelijk.

De scheepswerf is uit beeld verdwenen en oh ja de vergadering was voor 22:30 uur afgelopen.

donderdag 10 mei 2012

Foutje of, zo u wilt, een stommiteit


In de bespreking van de agenda voor de commissie van 15 mei gaf ik kritiek op het raadsvoorstel voor de klachtenregeling. Daarin zou staan dat volgens het college evaluatie van de verordening niet gewenst is. Dat is onjuist. In het raadsvoorstel wordt evaluatie van die verordening niet van toepassing verklaart. Daar ben ik het ook wel niet mee eens, maar gelukkig staat in de verordening dat er jaarlijks wordt gerapporteerd., Die rapportage kan dan weer aanleiding zijn om de verordening aan te passen. Met een kleine omweg wordt het doel van evaluatie dan toch bereikt. Zoals gebruikelijk is de communicatieparagraaf wel uitermate mager. Dat de verordening is vastgesteld wordt in de Graafsche Courant gepubliceerd. Zo moet het nu eenmaal volgens de wet. Nu is het ook niet nodig het indienen van klachten te stimuleren, maar het zou toch wel netjes zijn de burgers er op te wijzen dat die mogelijkheid wel bestaat en dat klachten er zelfs toe kunnen leiden dat er verbetering komt.


Toch heb ik de gewraakte opmerking niet verzonnen. Hij komt namelijk voor in het voorstel voor de wegsleepregeling en past daar natuurlijk ook niet in. 

vrijdag 4 mei 2012

Commissievergadering 15 mei 2012


22 mei is weer de volgende raadsvergadering. Er rommelt nog al wat in bestuurlijk Grave, dus is het hard nodig dat de gemeenteraad iets van zich laat horen. Dat vereist natuurlijk een gedegen voorbereiding.  Om die voorbereiding goed te laten verlopen heeft men weer commissies ingesteld.
En daar begint het gedonder weer. Net als vorige keer zijn de commissies weer samengevoegd. Waarom? Geen agendapunten? Kom nou! Bovendien zou het dan een mooie gelegenheid zijn eens dieper op de agendapunten in te gaan in plaats van wat gehakketak, dat in de Graafse raad politiek wordt genoemd. Daar heeft het niets mee te maken, het is niet meer dan vliegen afvangen. De ware reden om de commissies samen te voegen is natuurlijk dat de stukken niet op tijd klaar waren voor een vergadering op 8 mei.

Ter zake;
Allereerst valt op dat de scheepswerf niet op de agenda staat. Een bespreken van de situatie ligt voor de hand en omdat regeren nu eenmaal vooruitzien is zou een overweging wat er kan, moet of gaat gebeuren als de werf werkelijk failliet gaat  ook zinvol zijn. Een failliete werf zou ook voor Grave wel eens slecht kunnen uitvallen.

Het eerste echte agendapunt is de klachtenverordening. Op het eerste gezicht een hamerstuk, maar mij viel op dat volgens het voorstel evaluatie van de verordening niet wenselijk is. Nu zal wel zijn bedoeld dat evaluatie niet nodig wordt geacht want wat kan er nu op tegen zijn? En laat ik het nu zelfs wenselijk vinden dat die verordening jaarlijks wordt geëvalueerd. Niet zozeer vanwege de tekst van de verordening, maar vanwege het gebruik. Wordt er veel geklaagd , waarover en wat is er aan gedaan? Eigenlijk is mijn blog een voortdurende klacht over het optreden van het gemeentebestuur. Ik zal eens overwegen dat te formaliseren als de verordening eenmaal van kracht is.

De wegsleepverordening  is ook al zo’n zaak die nu eenmaal moet worden geregeld. Maar waarom nu vastleggen dat de auto’s naar een particulier bedrijf in Cuijk worden gesleept. Je pakt op die manier de boosdoeners natuurlijk extra door ze te dwingen naar Cuijk te lopen om hun auto op te halen. Maar hoe kan het college nu beslissen over de openingstijden van dat particuliere bedrijf. Logischer lijkt mij dat de auto’s naar de gemeentewerf worden gesleept. Dan hoeft dat bedrijf ook niet in de verordening te worden opgenomen en kan het wegslepen gewoon worden aanbesteed in plaats van de wegsleper in de verordening op te nemen.

De voorstellen voor  de verordening inburgering 2012  en de destructieverordening heb ik één keer doorgelezen en daarbij niets bijzonders aangetroffen.

Anders is dat bij de Beleidsnotitie en convenant wijk- en dorpsbeheer gemeente Grave. Dat punt is vorige keer aangehouden omdat gemeente en wijk- en dorpsraden het niet zo eens waren als het college suggereerde. Ik hoefde de stukken niet nog eens door te lezen want zelfs de datum van de raadsvergadering was in het raadsvoorstel niet aangepast. Alle reden dus voor de commissie om een vertegenwoordiging van de wijk- en dorpsraden uit te nodigen voor de commissievergadering om van hen direct te horen hoe de vlag er bij staat.

Bij het  voorstel voor de implementatie CGM is een hoop papier gevoegd. Dat is wel logisch want het gaat om niets meer of minder dan het samenvoegen van da ambtelijke organisaties van Cuijk, Grave en Mill per 1 januari 2014.
Die operatie vereist natuurlijk een omvangrijke voorbereiding en er zitten nog al wat haken en ogen aan vast. Het directe doel van het voorstel dat nu aan de orde komt is dat de raad van Grave het implementatieplan vaststelt en een krediet van € 247.500 voteert ter dekking van de kosten.
Daar begint het gedonder natuurlijk al. Het voorstel is weer dat bedrag te onttrekken aan de algemene reserve. Nu meen ik mij toch echt te herinneren dat de vorige keer dat zo iets werd voorgesteld aan het college werd opgedragen in een volgend geval, dus nu, aan te geven wat daarvan de consequenties voor die algemene reserve zijn. Voor zover ik weet is die reserve in ieder geval niet van elastiek.

Verder is het voorstel weinig meer dan een overname van theoretische beschouwingen uit de rapporten. Bij eerste lezing zijn mij enkele dingen opgevallen die een wat diepere bespreking toch wel gewenst maken.

Er is een enquête gehouden onder personeel en bestuurders van de drie gemeenten.  Het bureau noemde de respons “relatief laag”. Ik zou het liever “zorgelijk laag” willen noemen. Het wijst er op dat de betrokkenheid niet groot is terwijl het toch gaat om de eigen werkplek

Ook is aan organisaties uit de gemeente om hun mening gevraagd.  De respons was evenmin groot. Uit de conclusies van die raadpleging citeer ik 2 punten.

4. Geef duidelijkheid aan burgers wat het betekent als ambtenaren van drie gemeenten voor drie besturen, met elk hun eigen collegeprogramma, regels en afspraken, moeten gaan werken. De deelnemers aan de drie burgerpanels vragen zich af wat het voor de ambtelijke organisatie betekent dat per 1 januari 2014 nog geen harmonisatie van regels, verordeningen en afspraken heeft plaatsgevonden.
5. Zowel het burgerpanel in Grave als de vertegenwoordigers van de Graafse dorps- en wijkraden, die eerder deelnamen aan een gezamenlijke klantenpanelbijeenkomst van de drie gemeenten, hebben zich opmerkelijk kritisch, af en toe zelfs negatief uitgelaten over het bestuur van hun gemeente. Hun vertrouwen in het gemeentebestuur is zeer laag. Zij veronderstellen dat de ambtenaren binnen hun gemeente daar last van hebben. Zij hebben de indruk dat sommige ambtenaren graag anders willen, maar zich belemmerd voelen. De verhoudingen tussen burgers en bestuur en mogelijk ook tussen ambtenaren en bestuur verdienen in de gemeente Grave extra aandacht.

Punt 4 sluit goed aan bij mijn eerdere opmerking dat het handhaven van drie gemeentebesturen na het samengaan van de ambtelijke organisaties een zinloze zaak is.

Punt 5 is, denk ik, voor velen in Grave geen nieuws, maar het is wel zorgelijk en mag niet zomaar worden genegeerd. De commissie en de raad van Grave dienen zich het advies voor extra aandacht direct ter harte te nemen

Een andere risicofactor in het voorstel is dat de huisvesting van de organisatie wordt verdeeld over de drie gemeenten. Dat heeft het gevaar van cultuurverschillen en coördinatieproblemen. Natuurlijk zijn  er ook goede argumenten, en service dicht bij de burger is ook wenselijk, maar in het voorstel wordt er toch wat luchtig overheen gestapt.

Het grootste probleem vind ik toch de desinteresse. Een oude stelregel is toch dat een theoretisch volmaakte organisatie faalt met slecht gemotiveerde mensen en dat een theoretisch slechte organisatie met goed gemotiveerde mensen toch tot succes kan leiden.

Wat de raad nu wil met het Wisseveld en het rapport van de rekenkamer is mij volkomen een raadsel. Ook bij dit agendapunt niets dan de oude stukken. Ik had op zijn minst verwacht dat er tussen 13 maart en nu een reeks van vragen vanuit de raad zou zijn gesteld en dat nu de reactie van het college bekend zou zijn. Niets van dat alles, dus heb ook ik er niets aan toe te voegen. Maar ja, het is ook nog niet eens zeker dat de gemeente nog iets over het Wisseveld heeft in te brengen. Intussen is er wel een fraai rapport van het bureau SVP in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit aan de orde geweest; om je vingers bij af te likken. Voor mij een “déjà vu”. De opzet deed mij sterk denken aan de eerste ideeën van Soeters in 2000, maar ook aan een liedje dat ik ooit maakte “Grave bouwt weer een luchtkasteel”. De muziek kwam uit “les Miserables”. Symbolischer kan niet.

Ook de prinses Margriet staat op de agenda maar het raadsvoorstel is nog in behandeling. Zou men zelf al weten welk spoor men wil volgen?

Algehele indruk: slordig!!

Voor de zekerheid: vrijdag 12:00 uur heb ik bij de bibliotheek en op de gemeentelijke site gekeken of er aanvullingen zijn: Nee