zondag 27 oktober 2013

2013-88 Commissie Inwoners en Bestuur

Toch nog maar een voorbespreking van de commissievergadering van dinsdag.

De algemene beschouwingen geven eigenlijk geen aanleiding tot opmerkingen die ik nog niet eerder heb gemaakt. Ik wacht de reactie van het college maar even af.

Rekenkamerrapport Handhaving
Ook dit rapport van de rekenkamer liegt er niet om. Ik zie veel overeenkomsten met eerdere Rekenkamerrapporten. De gemeente formuleert wel goed beleid, maar de aan de uitvoering ontbreekt nogal het een en ander. Rolverdeling tussen gemeenteraad, college en ambtelijk apparaat speelt daarbij een belangrijke rol. En natuurlijk is onderlinge en externe communicatie een terugkerend onderwerp. Dinsdag wordt er een toelichting gegeven en praat de commissie erover. Ik ben benieuwd hoe de commissie zich opstelt. Wordt er werkelijk van gedachten gewisseld of blijft het beperkt tot het stellen en beantwoorden van “technische vragen”. Het rapport is wel zo duidelijk, ook na slechts een globale doorlezing een interessante discussie kan ontstaan. De ambtelijke samenwerking met Cuijk en Mill zal wel als oplossing voor alle problemen worden opgevoerd. Hopelijk gaat dit rapport niet de zelfde weg als de rapporten over Trefpunt en Wisseveld

Rekenkamerrapport Leerlingenvervoer.
Het wordt in de agenda gepresenteerd als een op Grave gericht rapport. Het is echter een rapport over Cuijk, St. Anthonius en Grave waarin Boxmeer en Mill ook een rol spelen en Grave nauwelijks heeft meegedaan. Ten minste dat heb ik begrepen uit het complexe netwerk van gemeenschappelijke aanbestedingen en contracten waar iedere gemeente ook weer op zijn eigen houtje mee omging. 
De reactie van het college van Grave bleef beperkt tot het aangeven van enkele tekstuele foutjes waarop de Rekenkamercommissie antwoordde dat Grave daar maar eerder mee had moeten en kunnen komen.

Het probleem is natuurlijk dat de kosten de pan uit lopen. Ik vrees echter dat dit euvel meer wordt veroorzaakt door de regelingen van rijkswege dan door de wijze waarop de gemeenten er mee omspringen.
Verder heerst nog steeds het misverstand dat alleen al door het kiezen van een slimme aanbesteding de kosten zullen dalen.

Een discussie over leerlingenvervoer en de rolverdeling daarbij tussen maatschappij en leerlingen met hun vertegenwoordigers zal veel eerder tot daling van overheidskosten kunnen leiden; of tot het accepteren daarvan natuurlijk. Je moet er ook voor oppassen dat je bij zo’n ingewikkelde materie geen kwartje gaat uitgeven om een dubbeltje te besparen.

De GGD vraagt aan de gemeente Grave om € 11.000 die van het rijk wordt ontvangen aan die organisatie over te maken. Maar Grave heeft dat bedrag in de begroting 12014 voor zich zelf gereserveerd en voelt er dus niets voor. Nu kan de gemeente daar niet zelf over beslissen. Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD zal daar op 14 november een besluit over nemen. En dan moet Grave dat slikken of bij de provincie om Gratie vragen.

Nu heeft de GGD in juli een brief daarover aan de gemeenten gestuurd met het verzoek hun mening voor 1 november kenbaar te maken. Dan kon die mening een rol spelen in de vergadering.
Door de zienswijze van Grave pas op 12 november in de raad te behandelen mist Grave hier dus de boot. In het raadsvoorstel staat dat 12 november nu eenmaal de eerstvolgende raadsvergadering is. Dat klopt vandaag wel, maar de eerstvolgende raadsvergadering na juli was op 22 september. Ook hier geldt: “te laat komen is bijna altijd het gevolg van te laat vertrekken ” Als troost wordt aangevoerd dat de vertegenwoordiger de visie van Grave in de vergadering kan inbrengen. Maar dan hebben alle anderen hun mening natuurlijk al bepaald.

(In de Graafse raad lukt het nog al eens om op het laatste moment met een wijzigingsvoorstel voor een besluit te komen. Vaak leidt dat dan tot verwarring en chaos. Maar het bestreden besluit wordt dan in ieder geval geblokkeerd. Het handhavingsbudget van Grave is daar een voorbeeld van.)

Echte troost is natuurlijk dat meer gemeenten er niet veel zullen voelen een budget over te dragen. De mening van de Graafse raad is dan niet van zo veel belang. Maar dat wisten we al.

Wat nu het inhoudelijke bezwaar van Grave is om de bij het budget behorende taak bij de GGD neer te leggen is mij niet duidelijk. Nu lijkt het louter een geldkwestie. Het college stelt voor nu alleen een besluit voor 2014 te nemen. Dat betekent in feite uitstel van besluit. Zien we ook meer.

Op de agenda staat ook nog de overdracht van de brandweerkazerne aan de Veiligheidsregio. Aangezien het niet instemmen met de overdracht voor 1 januari 2014 de gemeente direct € 145.000 kost zou dit best een A-stuk kunnen worden. Er zal wel neiging ontstaan om over de brandweerauto’s van gedachten te wisselen. Maar daar is misschien geen tijd meer voor. Bovendien vindt de commissie zelf dat ze het daar niet over mogen hebben.


Het voorstel over het zogenaamde normenkader begint met de mededeling dat de accountantscontrole met ingang van 2004 is veranderd. Dat is een schokkend begin van een vooral technische voorstel, waarbij het zo soepel mogelijk kunnen omspringen met rijksregels een belangrijke rol speelt. En daar is niets mis mee. A-stuk dus. 

donderdag 24 oktober 2013

2013-87 terugblik commissie ruimte


De voornaamste uitkomst van de commissie is de bepaling of een raadstuk wordt gekenmerkt als A- of als B-stuk. Gebruikelijk, doch niet reglementair voorgeschreven, is dat het een B-stuk wordt als ook maar één lid dat wil.

Deze keer deed zich een situatie voor die om een soortgelijke aanpak vraagt. Gebruikelijk, doch evenmin reglementair geregeld, is dat er rond 21:00 uur een pauze wordt ingelast. Dit keer werd daar door een commissielid om gevraagd. De voorzitter legde de vraag aan de leden voor en de meerderheid wilde doorgaan. Met als gevolg dat twee leden die een pauze dringend nodig hadden (toilet en sigaret) een deel van de beraadslagingen misten. Ook hier afspreken dat als één lid een pauze noodzakelijk vindt, de pauze wordt ingelast is dan ook wenselijk.

Nu is het begrip beraadslaging in dit kader niet helemaal correct. Alhoewel daarin het reglement niets over is te vinden wordt het niet toelaatbaar geacht dat er een politieke discussie plaats vindt. Er mogen alleen vragen worden gesteld, die eventueel zelfs schriftelijk worden beantwoord. Daarover mag wel van gedachten worden gewisseld. Dat kun je geen beraadslaging noemen. Bovendien kunnen omdat het niet over politieke geladen aspecten mag gaan, alleen min of meer technische kanten aan de orde komen. Dan ben ik van mening dat er dan beter materiedeskundigen dan raadsleden in de commissie kunnen zitten. Nu moet zo iemand als gast aan een fractie worden toegevoegd.

Van de mogelijkheid die het reglement biedt om externe deskundigen of direct betrokkenen aan de besprekingen te laten deelnemen, wordt nauwelijks gebruik gemaakt. Het college laat wel eens een opsteller van een rapport een toelichting geven. Soms wordt een betrokkene als gast aan een fractie toegevoegd, maar dan maakt het natuurlijk wel uit of die gast is van een coalitie- of een oppositiefractie.

Dit vooraf. Nu de besproken punten.

Bij de behandeling van de afsprakenlijst kwam naar voren dat het college een amendement –en dat is een besluit van de raad- eigenhandig had aangepast. Dat kan natuurlijk niet. Als de raad in de ogen van het college een stom amendement heeft vastgesteld heeft het college drie mogelijkheden;
  • Letterlijk uitvoeren en maar zien wat er van komt;
  • Naar de raad teruggaan met het verzoek het besluit aan te passen;
  • Aan de raad meedelen dat het college dit besluit niet kan en zal uitvoeren en maar afwachten of de raad dat pikt.

In de commissie werd er nogal laconiek op gereageerd, politiek is immers niet aan de orde. Omdat door de ingreep het bestemmingsplan buitengebied op één plek niet zo goed uitpakt als door het amendement, wordt nu een beroepsprocedure gevolgd. Dat lijkt me een doodlopende weg omdat de Raad van State nu natuurlijk het aangepaste amendement toetst. Het college zal nog reageren. Ik ben benieuwd wat er in de raadsvergadering over wordt gezegd. Hieruit blijkt wel weer dat formulering van amendementen zorgvuldig moet gebeuren en dat toetsing aan wettelijke voorschriften vooraf noodzakelijk is. Dat kost tijd.

Het voorstel van het college om het burgerinitiatief ondergrondse vuilopslag af te wijzen lokte nog al wat vragen uit. Bovendien had indiener via het spreekrecht (volgens de verordening had ze ook gewoon aan de bespreking kunnen meedoen) al het nodige gezegd. Dit alle kwam er op neer dat iedereen vindt dat ondergrondse opslag kwalitatief voor een groot deel van de binnenstad een prima oplossing is. Dat het duurder zal zijn dan de huidige methode weet ook iedereen. Ook zal er op nog heel wat vragen een antwoord moet worden gegeven. Dat bij die vragen de kwestie in hoeverre de bewoners en ondernemers bereid zijn aan die hogere kosten bij te dragen heel belangrijk is bleek ook voor iedereen duidelijk. Ook de verdediging door de wethouder (waar ligt de grens tussen politiek en techniek?) van het voorstel om het burgerinitiatief af te wijzen,  kwam er op neer dat er nog onderzoek zou moeten worden verricht alvorens tot uitvoeren zou kunnen worden besloten. En laat dat nu precies de bedoeling zijn van de indiener. Dat blijkt uit de toelichting op het formulier. Inderdaad wekt de tekst van het voorstel zelf de indruk dat direct tot uitvoeren moet worden besloten. Dat toont maar weer eens aan dat het noodzakelijk is dat besluiten, amendementen en moties akelig precies moeten worden geformuleerd alvorens over te gaan tot de orde van de dag.

Eigenlijk is iedereen het er mee eens dat het de moeite waard is toch een nader onderzoek in te stellen. De wijkraad heeft daarvoor al een hoop materiaal bijeen gebracht.

Jammer is weer dat dit allemaal niet veel eerder heeft plaatsgevonden. Dan zouden de kosten van het geheel nog lager zijn geweest dan in de vergadering al is gebleken.

Het is natuurlijk een B-stuk geworden.

Het milieuverslag wordt inderdaad een A-stuk.

De herbestemming van het historisch stadhuis lokte nog wat vragen uit die eigenlijk al uit het voorstel waren af te leiden. Dat dit een logische bestemming is vond ook iedereen, maar toch is het een B-stuk geworden. Er wordt dus nog over gesproken, maar het gaat wel door.

Hetzelfde geldt ook voor het groenbeleidsplan.

Over de sterren van NO-Brabant werd wel gesproken, maar er hoefde niet over te worden besloten, hetgeen in een commissie ook niet kan. Ik heb gezien dat het onderwerp ook op de voorlopige raadsagenda staat. Wat er daar nog over moet worden gezegd is mij een raadsel, want vooralsnog wordt er geen besluit van de raad gevraagd. Het gaat er natuurlijk om of de raad van Grave bereid is voor één of drie jaar een bedrag van € 3 per inwoner beschikbaar wil stellen. Daarbij zal in ieder geval met Cuijk en Mill in de pas moeten worden gelopen. Ooit zal er besluit moeten komen. Eigenlijk is de begrotingsbehandeling daarvoor een goed tijdstip.

Bij de vragen kwam de problematiek van de bestemming van kerken en met name Gassel nog aan de orde. Het gaat de gemeente wel degelijk aan.


21:20 uur stonden we weer in de regen

zondag 20 oktober 2013

2013-86 Commissie ruimte 22 oktober

Ik waag het maar niet een voorspelling te doen over het sluitingstijdstip van deze vergadering. Het kan binnen een uur gebeurd zijn, maar het kan net zo goed tot 22:30 uur duren. Misschien heeft er een commissielid ook nog een leuke vraag.

Het burgerinitiatief over de ondergrondse afvalopslag is zo’n onvoorspelbaar gespreksonderwerp. Niet alleen inhoudelijk, maar ook vanwege de procedure. Het verschijnsel burgerinitiatief is eigenlijk niet meer dan een achterdeur om een onderwerp toch aan de orde te stellen wanneer de gemeenteraad dat niet uit zich zelf doet. Bij het besluit de binnenstad te herontwikkelen in de richting van een bruisend centrum had natuurlijk de inzameling en afvoer van huishoudelijk en bedrijfsafval een onderwerp van overweging moeten zijn. Dat is, net als met een aantal andere zaken die specifiek zijn voor het Graafse centrum, niet gebeurd. 

Ondergrondse opslag is voor zo’n binnenstad kwalitatief gezien de beste oplossing. Net als zo vaak is het ook de duurste. Dat is voor het college dan ook direct de reden er maar niet aan te beginnen. Ik vind dat wel erg kort door de bocht. Maar ik vrees dat gewoon de tijd niet wordt gegund eens goed te bezien of ondergrondse afvalopslag toch niet het geld waard is. Ook zal de financiering een probleem zijn. ( In tegenstelling tot wat toch wel gebruikelijk is wordt niet aangegeven wat de consequenties zijn als de raad toch besluit over te gaan op ondergrondse afvalopslag.) Ik vrees dat een greep in de algemene reserve niet de aangegeven weg is. In het overigens uitgebreide verhaal wordt wel aangehaald dat degenen die voordeel hebben bij deze vorm van opslag wellicht bereid zijn daar wat voor te betalen. Dat is voor zover ik weet niet onderzocht. Als de ondernemers niet bereid zijn mee te betalen, en dat moet toch makkelijk zijn na te gaan, kan de zaak inderdaad worden vergeten.

Het mileujaarverslag is qua vorm opvallend. Ik geloof niet ooit een voorstel te hebben gezien waarin “het voldoen aan wettelijke voorschriften” zo’n belangrijke rol speelt. Als beoogd effect is dit ook het enige vermeldenswaardige. Dat de gemeente inderdaad aan dat wettelijke voorschrift wordt in het rapport uitvoerig aangetoond.

In vorige jaren werd ook nog een milieuprogramma toegevoegd. Dat is nu wettelijk niet meer verplicht. Er is daarom dan ook geen programma meer. In dit stuk is luid en duidelijk aangegeven dat de gemeente Grave zich op het gebied van het milieubeleid beperkt tot hetgeen door het rijk wordt voorgeschreven. Wat dat betreft kan het gemeentebestuur dus worden opgeheven. De ambtenaren hebben aan de rijksvoorschriften voldoende om hun werk te kunnen uitvoeren.

In de commissievergadering kunnen de vragen worden gesteld. Voor de raadsvergadering kan het daarom alleen maar een A-stuk worden. Een politieke discussie over wettelijke voorschriften is in een besluitvormende gemeenteraadsvergadering zinloos.

Nu 11 jaar nadat bekend werd dat voor het historisch stadhuis een nieuwe bestemming moest worden gezocht is er een voorstel. Dat voorstel is niet verrassend. Trouwgelegenheid en toeristisch informatiepunt was vanaf  2002 al de bestemming die het meest werd besproken. Het voorstel van het college om het gebouw daarvoor ook te bestemmen zal dan ook weinig weerstand ondervinden. Een alternatief wordt dan ook niet aangegeven. Dat er dan een exploitatietekort van € 30.000 resteert is evenmin verrassend. Het is een logisch gevolg van het verlaten van de stadhuisfunctie. Er wordt in het voorstel nog wel voorzichtig gewezen op de mogelijkheid van nevenfuncties. Of daar serieus naar is gezocht weet ik niet, maar ik kan me wel iets voorstellen in de richting van informatie over gemeentelijke plannen en wellicht dat er plaatselijke horecaondernemingen er iets in zien om aansluitend aan de trouwplechtigheid daar de receptie te verzorgen.
Over het groenbeleidsplan kan en moet ik kort zijn. Het groenbeleidsplan zelf staat niet op de gemeentelijke website. Ik zal me er maar niet over opwinden dat dit in strijd is met het vorige keer vastgestelde reglement voor de raad.

In het raadsvoorstel wordt toegelicht dat dit plan is afgestemd op hetgeen er in Cuijk en Mill op dit terrein gebeurt. Als er ambtelijk wordt gezorgd voor één beleid voor de drie gemeenten kun je ook volstaan met één gemeentebestuur. Meer is zonde van het geld.

Op de agenda van de commissie staan ook nog twee  bij elkaar horende stukken over “regionale samenwerking 5 sterren in Noord Oost Brabant”.

Waar het precies over gaat en wat men wil bereiken is mij uit de stukken niet helemaal duidelijk geworden. Ik vermoed dat het over heel veel dingen gaat en dat daar de gemeenten en vele anderen moeten samenwerken. Men is “ambitieus en realistisch” tegelijk. Een belangrijke rol speelt de “3 O-samenwerking”. Uit het verhaal begreep ik dat 2 van de O’s betrekking hebben op Ondernemers en Onderwijsinstellingen. De derde O zal wel bedoeld zijn voor de Overheid. Het gaat de gemeentelijke overheid wel € 3 per inwoner en per jaar kosten. Gevraagd wordt kennelijk dit voor drie jaar af te spreken. Vanuit de gemeente wil men zich maar voor één jaar vastleggen.

Dat getuigt van niet veel vertrouwen bij de gemeenten op succes en dan kun je er beter niet aan beginnen. Het mag toch bekend zijn dat het tijd kost om een initiatief tot een succes te maken. Dat geldt voor sportprestaties, dat geldt voor zakelijke ondernemingen en dat geldt dus ook voor deze activiteiten. We hebben het gezien aan de fietspendelboot. Net toen die een beetje ging draaien draaiden de gemeenten de kraan dicht.

Van de gemeenteraad wordt dit keer geen besluit gevraagd. Aangezien in de commissie alleen vragen mogen worden gesteld en geen discussie mag worden gevoerd mag ik blij zijn als ik hoor waar het eigenlijk over gaat.


dinsdag 15 oktober 2013

2013-85 Begrotingsbehandeling 2014, vooruitblik

Dit is de laatste begroting in deze raadsperiode en het is ook de laatste Graafse begroting. Vanaf volgend jaar verschijnt er een begroting van de drie gemeenten Cuijk, Grave en Mill. Omdat de gemeenten zogenaamd bestuurlijk zelfstandig blijven is die begroting in drieën verdeeld. Dit jaar presenteert Grave nog zijn eigen hoofdstuk zelf. Ook uit deze begroting blijkt dat de drie gemeenten ook bestuurlijk naar elkaar toegroeien. Dat moet ook wel om het gewenste samenwerkingsrendement te halen. Voor drie gemeenten hetzelfde produceren is nu eenmaal goedkoper dan drie aparte producten afleveren. Opvallend is in deze begroting dan ook het aantal malen dat wijzigingen ten opzichte van voorgaande begrotingen worden verklaard door die samenwerking. In Grave gaan we nog al wat gebruiken uit Cuijk en Mill overnemen. Ik ben benieuwd of de andere gemeenten ook werkwijzen van Grave hebben overgenomen.

Uit de stukken en ook de gang van zaken blijkt dat Grave bestuurlijk naar de finish sukkelt. Eertijds was de begroting het politieke hoogtepunt en werd er veel publiciteit aan gewijd. Nu wordt de begroting zo’n beetje tussen de bedrijven door afgewerkt . Parallel aan deze procedure loopt ook nog de normale raadcyclus met de commissievergaderingen. Vreemd vind ik dat in die cyclus de normale datum voor de raadsvergadering van 5 november wordt gebruikt voor de begrotingsbehandeling. De gewone raadsvergadering is nu op 12 november. Naast deze werkzaamheden zijn de politieke partijen ook druk bezig (dat denk ik tenminste) met hun verkiezingsprogramma en samenstelling van de lijst. De begroting moet nu afgeraffeld worden.

De informatie over de begroting aan de Graafse bevolking is ook weer minimaal. Het heeft nog al wat moeite gekost om de begroting op de website te krijgen. Het gebruikelijke behandelingsschema is helemaal niet verschenen. Inmiddels weet ik dat de raadsleden daar wel over beschikken. Dat dit niet strookt met de toezegging dat alles wat met het raadsproces te maken heeft direct op de site wordt geplaatst als het beschikbaar is verbaast mij niet meer.

De reacties van de fracties, algemene beschouwingen genoemd, moeten maandag 21 9:00 uur bij de griffier liggen. Er moeten ook artikeltjes voor de Graafse informatiepagina zijn bijgeleverd. Die zouden dan wel de volgende dag al de krant moeten zijn opgenomen. De antwoorden zijn er dan  een week later. Dat is verbazend snel voor antwoorden op raadsvragen, maar het zou me niet verbazen als de antwoorden al klaar liggen. En een week later vindt de openbare behandeling plaats. Daar is flink wat tijd voor uitgetrokken. De agenda voor die bijeenkomst staat al wel al op de site. Er is dus voldoende ruimte voor schorsen en dat zal wel nodig zijn ook want alle wijzigingsvoorstellen komen natuurlijk als een verrassing pas in die vergadering naar voren.

En toch zou het ook heel anders kunnen lopen. Ik heb de begroting vluchtig doorgenomen. Voor details wacht ik gemakshalve de algemene beschouwingen af. En nu vraag ik mij af wat de raad anders kan de begroting maar accepteren zoals hij is. Heel veel zaken zijn direct afgeleid van rijksbeleid, Ook het groeiend aantal samenwerkingsverbanden zorgt voor ongrijpbare posten. En dan werpt de ambtelijke samenwerking al zijn schaduw vooruit.

Waar eigenlijk wel discussie over zou moeten ontstaan is, wat eufemistisch ombuigingen wordt genoemd. Het gaat om bezuinigingen die nodig zijn om de begroting sluitend te krijgen. Maar die discussie zou eigenlijk bij de behandeling van de kadernota al moeten hebben plaatsgevonden. Maar toen heeft de gemeenteraad besloten dat het college maar met een voorstel moest komen. En dat heeft het college keurig gedaan. En om het de raad gemakkelijk te maken heeft het die bezuinigingen in een afzonderlijk paragraaf opgenomen. Die paragraaf geeft echter niet meer dan een financiële benadering. Wat de consequentie voor het voorzieningenniveau is wordt niet aangegeven. Sterker nog, de wijze waarop het beleid in de diverse programma’s wordt gepresenteerd is soms gewoon strijdig met de voorgesteld bezuinigingen op dat onderdeel. Een voorbeeld: op pagina 51 van de begroting(=pg 53 van het bestand op de site) staat een schitterend verhaal dat “alle inwoners op een verantwoorde manier kunnen deelnemen aan enige vorm van sportbeoefening”. Volgens een tabel op die pagina zullen in de jaren 2014 tot en met 2017 jaarlijks 1500 jeugdleden gebruik maken van de jeugdledensubsidie. Volgens bezuiniging 72 wordt de jeugdledensubsidie echter afgeschaft. Dat levert een jaarlijkse besparing van  € 30.000 op. De vraag is nu wat de invloed van de bezuiniging op het beleid zal zijn en of we dat wel willen. Zo is er bij veel ombuigingsvoorstellen een dergelijke vraag te stellen. Er zal dus behoefte aan alternatieven zijn, want op ieder voorstel vanuit de raad een bezuiniging te schrappen zal het college komen met de vraag welke bezuiniging daarvoor in de plaats komt. En daarvoor zijn geen mogelijkheden geboden. Uitgesloten is dan ook dat lukt, want er moet in die vergadering wel een begroting worden vastgesteld die aan de criteria van de provincie voldoet.

En toch zit er in deze begroting misschien een ontsnappingsluik. Opvallend is dat heel veel ombuigingen, en zeker de discutabele, nog geen invloed hebben op de begroting voor 2014. De totale ombuiging in 2014 is € 8.000 en in 2015 € 173.000! Vervolgens staat in het raadsvoorstel dat het college voorstelt de begroting voor 2014 vast te stellen en de meerjarenraming 2015-2017 voor kennisgeving aan te nemen. Is dit toeval of strategie? Als de raad die weg op wil kan de vergadering toch nog snel zijn afgelopen.

Voor mij is wel de vraag of de provincie hiermee genoegen zal nemen. Tot vorig jaar moest de begroting voor het komende jaar structureel sluitend zijn en was de meerjarenraming niet meer dan vooruitblik die ieder jaar weer werd herzien. Een veilige constructie dus. Nu mag de begroting een tekort vertonen, maar moet wel worden aangetoond dat in vier jaar tot een sluitende begroting wordt gekomen. Daarmee krijgt volgens mij het meerjarenperspectief een grotere betekenis dan eerst. Tijdens de technische toelichting is dit aspect niet aan de orde gekomen.

Ik ga nu niet in op de afzonderlijke ombuigingsvoorstellen. Grof weg zijn ze in te delen in 4 categorieën;
  • In het verleden werd kennelijk te ruim begroot. Een lagere raming doet geen pijn.
  • In het verleden werd geen gebruik gemaakt van de betreffende voorziening. Schrappen van overbodig beleid doet ook geen pijn.
  • Je kunt ook een ander laten betalen. Verhogen van tarieven of in rekening brengen van ondersteuning. Markttarieven en in rekening brengen van electriciteit aan marktkooplieden is een voorbeeld. Wat is het gevolg van deze maatregel? Een kleinere markt? Kan makkelijker in de Hoofschestraat en Hoofdwagt. Ieder nadeel heeft zijn voordeel.
  • En dan natuurlijk schrappen van beleid, maar hier geldt dat ieder voordeel ook zijn nadeel heeft en daar moet je wel rekening mee houden. Schrappen in jeugdbeleid kon wel eens lang nadelig uitwerken. Het is cynisch maar schrappen in ouderenbeleid werkt minder lang door.


Nu maar de algemene beschouwingen afwachten.

dinsdag 8 oktober 2013

2013-84 Op jacht naar informatie

Dit verhaal is, mede om af en toe te kunnen afkoelen, in fases geschreven. Wat ik in het begin schreef is daarom soms later weer achterhaald. Zo krijgt u toch wel een aardig beeld van het verloop van een jacht op informatie uit het Graafs gemeentehuis. Onbeantwoord blijft de vraag of de nu beschikbare informatie er ook zou zijn geweest als er geen jagers en jaagsters zouden zijn. Een klokkenluider als Jacques Leurs is in Grave ook geen overbodige luxe of lastpost, net zo als je er over denkt.

Begroting 2014

De begroting voor 1994 is vorige week verschenen en wordt in de raadsvergadering van 12 november behandeld. Dat is een openbaar stuk. Die bleek tot stomme verbazing van iedereen bij de balie van het stadhuis al in te zien. Alleen was op de gemeentesite  nog geen spoor ervan te vinden. Als je het reglement van orde voor de raad, zoals dat afgelopen raadsvergadering is vastgesteld, naar de letter leest is publicatie op de website op dit moment nog niet voorgeschreven. Maar het is ook niet verboden. Raadstukken liggen niet meer in de bibliotheek ter inzage omdat ze toch al op de website staan, hetgeen vaak niet waar is. Dan is het toch ook organisatorisch veel simpeler als alle openbare stukken voor de raad tegelijk  op de website en op het raadstablet worden gezet? Als je het reglement van orde naar de (=mijn) geest leest is dat ook wel de bedoeling.

Ik heb net (maandag 11:15 uur) de gemeentelijke site weer eens bekeken en omdat ik daar zo langzamerhand de weg weet ontdekt dat de begroting er nu op staat. Een uur later was er op de homepage ook een verwijzing naar. Uiteindelijk komt het allemaal wel voor elkaar, maar het kost wel veel meer energie dan nodig.

Via de site van Jacques Leurs weet ik dat er op dinsdag 8 oktober een technische toelichting op die begroting wordt gegeven. De informatie die daar wordt gegeven kan de raadsleden helpen bij de behandeling. Maar dan is die informatie ook interessant voor degenen die de behandeling in de raad willen volgen. Ook zie ik geen enkele reden waarom die avond niet openbaar zou kunnen zijn. De belangstelling zal wel niet groot zijn, maar dat mag geen reden zijn om het bestaan van die avond te verzwijgen. Ik ga er heen, maar had graag in het afgelopen weekend dat stuk al vast doorgebladerd.

Hart van Grave

Er is heel wat commotie rond het Hart van Grave. Geen wonder, het faillissement raakt heel wat mensen en ook de gemeente. Gelukkig heeft de raad op 24 september besloten dat de gemeente haar taak van het inrichten van de openbare ruimte, die was opgenomen in de overeenkomst met van der Horst, weer terugneemt. Daarbij werd nadrukkelijk gezegd dat er een goede communicatie met bewoners en ondernemers van het Hart van Grave moest zijn en ook met de omwonenden (daar ben ik er één van).

Het is ook wenselijk dat het werk zo snel mogelijk wordt uitgevoerd. December is zeker voor de ondernemers maar ook voor hun klanten een belangrijke maand en dan wil je toch niet dat de binnenstad overhoop ligt. De huidige staat is evenmin erg aantrekkelijk. Kortom in november moet het worden uitgevoerd. Tempo is dus gewenst. Nu bijna twee weken na die vergadering heb ik nog (maandagmorgen) niets van de gemeente gehoord of gezien. En dat had anders gekund. Ter vergelijking. Direct nadat de raad het besluit had genomen dat het aan de ondernemers de winkels in Grave op zondag open mogen zijn stond bij de supermarkt in de Hoofschestraat daar al een mededeling over. En ik neem aan dat ook bij de gemeente al lang bekend was wat er zou moeten gebeuren als de raad eenmaal het groen licht had gegeven.
Zo weet ik dat van der Horst al in het voorjaar een voorstel voor de openbare ruimte had ingediend. Van gemeentezijde waren er nog al wat opmerkingen. Dat betekent dat de gemeente in ieder geval ambtelijk, en dus ook het college, wist hoe naar hun mening het Hart van Grave aantrekkelijk zou moeten worden gemaakt.

Bij de commissievergadering op 10 september zei de wethouder te zullen proberen dat de raad het plan nog voor de raadsvergadering zou krijgen. Zo’n toezegging doe je als wethouder niet als je er niet zeker van bent dat het lukt. Als je een beetje slim bent en je denkt dat je op dinsdag iets kunt presenteren zeg je dat het donderdag komt. Als je er dan op woensdag mee komt maak je een goede beurt terwijl je toch te laat bent.

Nu vond ik dat toch al een makkelijke toezegging; ik vond het al vreemd dat het plan er bij de commissievergadering niet was. Tijdens de raadsvergadering vroeg niemand er naar, dus trok ik de conclusie dat der raadsleden het plan inmiddels hadden gezien. Ik heb in ieder geval de illusie dat zij bijhouden of een wethouder zijn toezeggingen nakomt. Nu 2 weken later weten de direct belanghebbenden nog niets. Dat wil zeggen officieel en uit de goede hoek. Gelukkig hebben we Jacques Leurs nog als klokkenluider.. En op zijn site stond een foto van het plan en de mededeling over een inloopavond op 24 oktober. Kennelijk had Jacques dat niet mogen doen want de foto is inmiddels weer verdwenen.

Natuurlijk heb ik voor het weekend nog aan de bel getrokken. Het is mij nu duidelijk dat men ten stadhuize van mening is dat alle informatie eerst naar de raadsleden moet en kennelijk wordt dan ook zoveel tijd ingebouwd dat zeker is dat zij het ook hebben gelezen.

Nu is het voor iedereen, dus niet alleen voor raadsleden, vervelend om informatie die op hen betrekking heeft “uit de krant” te moeten vernemen. Maar raadsleden hebben daarin ook een eigen verantwoordelijkheid. Zeker nu zij over een tablet beschikken krijgen zij alle informatie op het moment dat die wordt verspreid. Je moet natuurlijk wel naar je berichten kijken. Geen enkele reden dus om alle openbare informatie niet standaard tegelijkertijd met het versturen aan raadsleden op de website te plaatsen. Dat is ook veel efficiënter. Zeker zolang mijn generatie niet is uitgestorven is publicatie via de gemeentelijke informatierubriek nog geboden. Daarnaast is het niet meer dan fatsoenlijk persoonlijk betrokkenen rechtstreeks te informeren.

Het houden van een inloopavond voldoet niet aan de wens van de raad een fatsoenlijk overleg met bewoners van het Hart van Grave en andere belanghebbenden te hebben. De openbare ruimte van de binnenstad gaat verder dan de bestrating. Ik denk ook aan parkeren en het eenrichtingsverkeer.

Een inloopavond heeft het karakter van “verdeel en heers”. Er wordt geen of nauwelijks informatie vooraf gegeven. Iedereen moet zelf het plan maar komen bekijken en kan dan vragen stellen en opmerkingen maken. Zo’n avond is prima als aanvulling op een normale informatieavond waarop algemene zaken worden besproken. Tijdens de inloopavond kunnen dan meer persoonlijk zaken aan de orde komen. De organisatie van zo’n avond vereist nog wat zorg. Anders dan bij een supermarkt kun je er geen kassa bijzetten. Je moet dus zorgen voor meer dan voldoende ambtenaren die vragen ook kunnen beantwoorden, of met afspraken werken of er een gezellige avond van maken.

Nu dinsdagmorgen staat de aankondiging van de inloopavond ook op de website. En wat ik al vreesde is bewaarheid. Het blijft bij de inloopavond. Het plan ligt zelfs niet van te voren ter inzage. Als burger moet je dus onvoorbereid naar de inloopavond; lekker efficiënt. Van gemeentezijde wordt werkelijk alles gedaan om inbreng vanuit de gemeenschap moeilijk te maken.

Nu had ik de foto op de site van Jacques Leurs bekeken. Omdat ook de wijkraad op jacht is gegaan naar informatie heb ik ook de tekening in vol formaat gezien en dus een indruk van de bedoelingen en direct een hele riedel vragen.

Nu mijn eerste indrukken:

Er is weer een nieuwe opzet voor het Binnenhof. Dat ziet er goed uit. Het basisprincipe, Scheerestraat en niet Scheereplein is zelfs versterkt door de muur op de oude rooilijn te plaatsen en ook het Binnenhof zelf ziet er wel gezellig uit. Het kost wel een aantal parkeerplaatsen. 

Daarmee heb ik het creatieve deel van het plan wel besproken. De inrichting van de openbare ruimte boven de parkeergarage komt op het eerste gezicht overeen met hetgeen tijdens de planvorming van het project in 2010 al is gepresenteerd. Voor de rest is het plan niet meer dan een stoep rond de bebouwing. Aan Hoofschestraat en Hoofdwagt wordt nauwelijks iets gedaan om de nu ongestructureerde ruimte tot aantrekkelijk winkelgebied te maken. Hier wordt alleen herstraat.

Op de tekening mis ik veel informatie zoals dwarsprofielen. De winkels zijn laagdrempelig en dus is er het gevaar voor wateroverlast bij hevige regen. Ook zijn al eerder hoogteverschillen bij het Binnenhof geconstateerd met de ingang van de parkeergarage op het laagste punt.
Geen woord over de verkeersafwikkeling. De Hoofdwagt is tijdelijk eenrichtingsstraat geworden vanwege de bouw. Hetzelfde geldt voor de Hoofschestraat. Is het de bedoeling dat dit zo blijft? Dat heeft weer consequenties voor de verkeerscirculatie.
Op het Binnenhof verdwijnen parkeerplaatsen. Hier en daar is nog een plekje gevonden om een blauw vakje als parkeerplaats in te richten en wel zodanig dat de kans groot is dat de auto buiten de lijntjes staat. Hoe zit het met het verplichte aantal plaatsen op basis van het contract?

Het is voor 99,zoveel procent zeker dat tijdens de bouw rioolaansluitingen zijn gekraakt. De souterrains van de woningen aan de Hoofschestraat ondervinden daar hinder van en daar zal men van verlost willen worden (ik in ieder geval wel). Over de aanpak zijn afspraken gemaakt waarvan ik verwacht dat ze worden nagekomen.

Een complicatie is natuurlijk dat de markt weer naar de Hoofschestraat en Hoofdwagt moet. Er circuleert daarvoor een plan. Gezien de verschillende reacties daarop lijkt het of er meer versies van dat plan bestaan. Het zou goed zijn als dat plan tegelijk met het inrichtingsplan wordt besproken. Verkeersafwikkeling, parkeren markt en gezellige binnenstad kunnen wel eens botsende functies blijken. Ik kan daarom nu nog niet zeggen of dit een goed plan is. Ik had er wel veel meer van verwacht, maar misschien is dit wel het enige haalbare. Maar ik heb nu nog te weinig informatie om me er mee te kunnen verzoenen.

Over smaak valt te twisten, maar ik hoop niet dat dezelfde kleur bestrating als rond het Catharinahof en op de Lunette wordt toegepast. Maar daarvoor hebben we een commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Ik wil dus graag de mening van die commissie vernemen.

Juist voor de algemene zaken is de visie van organisaties als wijkraad, Vereniging van Eigenaren van het Hart van Grave en ook Graeft Voort als hoeder  van het historisch karakter van Grave van belang. Moeten zij ook maar naar de inloopavond komen?

De tijd is kort, maar een informatie/discussieavond over dit plan lijkt mij heel zinvol en kan latere procedures, al is het maar uit balorigheid, voorkomen. Als de gemeente het niet doet dan doen we het toch zelf?
Het raadsel waarom pas nu over de inrichting van de open ruimte wordt gesproken is door de nu beschikbare informatie alleen maar groter geworden.


vrijdag 4 oktober 2013

2013-83 Raadsvergadering 24-9-2013, vervolg op 1-10-2013

Het enige brede aan de brede scholen dat na de behandeling in die raadsvergaderingen over is gebleven is de uitermate breedvoerige discussie. Ook in deze vergadering was ruim 2 uur nodig om te komen tot een uitspraak die de naam besluit nauwelijks verdient. Eigenlijk krijgt het college niet meer dan toestemming vooralsnog door te gaan op de weg die men drie vergaderingen terug al voorstelde.

Na de toch al jaren durende voorbereiding was er overeenstemming dat er in Grave West een inmiddels versmalde brede school moet komen. Dat in Oost de Sprankel door nieuwbouw moet worden vervangen waarin ook ruimte is voor de wijkgebonden activiteiten kreeg na enig heen en weer gepraat ook de instemming van alle partijen.

Volgens het collegevoorstel zou ook Hartenaas in dit nieuwe gebouw worden gehuisvest. Het huidige gebouw komt dan vrij en daar zal een nieuwe bestemming voor moeten komen of het moet worden gesloopt. Het college had in het voorstel niet gerekend met een opbrengst. Daardoor werd voorkomen dat 2 niets met elkaar te maken hebbende problemen elkaar beïnvloeden.

In vorige raadsvergaderingen hadden VVD, LPG en Trots uit kostenoverwegingen voorgesteld Hartenaas te laten zitten waar ze nu zit en ook deze keer had men een amendement met dit effect ingediend. Dat dit ten koste zou gaan van onderwijskundige kwaliteit werd voor lief genomen. iDe discussie werd dus een herhaling van de vorige raadsvergaderingen. De voorzitter constateerde dat er nogal wat technische vragen werden gesteld. En technische vragen (en antwoorden) horen in een commissie thuis. Behalve 2 schorsingen van samen ruim een half uur leverde de behandeling niets nieuws op.

Uiteindelijk kwam er een amendement waarbij werd vastgelegd dat het collegevoorstel wel mocht worden uitgewerkt, maar dat de uitvoering pas zou mogen beginnen als er een nieuwe bestemming was gevonden voor de Hartenaas. Het oorspronkelijke amendement van LPG/VVD/Trots om Hartenaas buiten spel te laten werd aangevuld met de bepaling dat die school alsnog mocht worden opgenomen in het nieuwe gebouw als de nieuwe bestemming was verzekerd. Zo heb ik het tenminste begrepen.

Er moest drie keer worden gestemd om het college verder te laten gaan op de ingeslagen weg in de hoop dat de nieuwe bestemming van Hartenaas, die kennelijk wel aan de horizon gloort, wordt gerealiseerd.  Voor hetgeen er moet gebeuren als dat niet op redelijke termijn gebeurt geldt waarschijnlijk: “wie dan leeft, die dan zorgt”. Wordt dus vervolgd.

Zo langzamerhand groeit de opvatting dat vanuit onderwijs gezien, en daar gaat het toch om?- een nieuwe school tussen Estersveld en Escharen het beste is. Het is waarschijnlijk ook de minst dure. Daarbij komt de plaats van de huidige Sprankel in het centrum vrij voor andere bestemmingen. Genoemd werden daarvoor starterswoningen. Ik denk ook aan ruimte voor buitenevenementen in de wijk en parkeren ’s avonds en ’s nachts.

Over het initiatiefvoorstel van Keerpunt 2010 en VPGrave om tot een referendumverordening te komen om zodoende een referendum te kunnen houden  over het laten opgaan van de gemeente Grave in een groter geheel werd nog 20 minuten heen en weer gepraat met als resultaat dat het inmiddels door de indieners geamendeerde (=uitgeklede) voorstel werd ingetrokken. Dat werd gedaan omdat er in de eerstvolgende raadsvergadering een motie met dezelfde strekking zal komen. De discussie zal dus worden herhaald, zij het die dan eenvoudiger is omdat dan het maken van een referentieverordening wordt losgekoppeld van het referendumonderwerp: het opheffen van de zelfstandige gemeente Grave. Wel een guillotine kopen, maar nog niet gebruiken. Dat was zo’n beetje de teneur van de discussie die eigenlijk in een commissie thuishoorde.

Dat ik het houden van een referendum een brevet van onvermogen van de politieke partijen vind komt wel aan de orde als de motie volgende keer op tafel ligt.

De discussie over het initiatiefvoorstel van de VVD/LPG over de aanbesteding van de gemeentelijke informatiepagina was ronduit komisch. Het voorstel was om te besluiten dat het college het publiceren van de gemeentelijke informatiepagina in 2014 zou aanbesteden in overeenstemming met het aanbestedingsreglement. Volgens de raad had het college zich daar niet aan gehouden bij de keuze van de Maasdriehoek. Bij de beantwoording van de eerste ronde kwam de wethouder met de mededeling dat het college zich wel aan het reglement had gehouden en dat dit ook zou gebeuren bij de volgende aanbesteding samen met Cuijk en Mill. Je zou verwachten dat hiermee de discussie was beëindigd, maar de raad deed net of ze de wethouder niet hadden gehoord en gingen vrolijk verder met heen en weer praten over zaken die tot de verantwoording van het college behoren. De wethouder probeerde het voorstel nog om te buigen tot een motie. Daar had hij geen moeite mee want het college was toch al van plan te handelen zoals de raad wilde. Uiteindelijk werd het initiatiefvoorstel na hoofdelijke stemming toch tot raadsbesluit gepromoveerd. De raad nam zo het besluit dat het college moest handelen volgens de door de raad vastgestelde kaders hetgeen ze toch al van plan waren; een overbodig besluit dus.

Gelet op het vermoedelijke aanbestedingsbedrag zal het een openbare aanbesteding moeten worden. Daarbij zal als belangrijkste selectiecriterium gelden dat de krant in de drie gemeenten een volledige dekking zal hebben, dus huis aan huis wordt bezorgd. Daarmee is het aantal kandidaten beperkt tot de thans verschijnende bladen en dat zou een reden kunnen zijn toch maar van het reglement af te wijken en een meervoudige onderhandse aanbesteding onder deze kranten te houden.

Door de VVD waren ook nog 2 moties ingediend over het jeugdbeleid. De discussie daarover werd wat verwarrend omdat er met de verspreiding en publicatie van deze moties weer iets was misgegaan. Nadat de wethouder had gezegd dat de inhoud van deze moties al was verwerkt in de raadsbesluiten van deze vergadering was mijn belangstelling voor dit agendapunt verdwenen. De moties werden ook alle twee afgewezen.

Ik ben er van overtuigd dat door een wat intensievere behandeling in de commissie veel op vergadertijd had kunnen worden bezuinigd.