woensdag 16 september 2009

Voorbereidende vergadering 19 september 2009. Presentatie COA

Veel duidelijkheid gaf de presentatie van het COA niet. Dat werd wat beter door de vragen vanuit de raad. Uiteindelijk werd afgesproken dat het presidium binnenkort (en dat zal wel de volgende vergadering zijn) een debat zal wijden aan de vraag of het COA in Grave mag blijven, en zo ja hoelang, in welke vorm en waar. Dat is een goede zaak, maar het lijkt mij verstandig van te voren alvast een aantal vragen door het COA te laten beantwoorden en van gemeentewege te laten uitzoeken.

  • Hier alvast wat suggesties van mijn kant.
    Op een vraag om hoeveel plaatsen het gaat antwoordde de directeur van het COA dat een AZC pas “rendabel” is bij 400 plaatsen. Een interessante informatie, maar geen antwoord op de vraag. Ze noemde ook een centrum met 2000 plaatsen. Dat is voor het COA natuurlijk financieel gunstiger. Gevraagd moet worden, hoeveel plaatsen het COA in Grave wil hebben. Aangezien het voor de hand ligt dat het COA, gezien de problemen die men heeft, zal antwoorden met “hoe meer hoe liever” zal Grave zelf daar ook een idee over moeten hebben. Geen eenvoudige zaak.
  • Er was een woordenspel over uitzetcentrum, vertrekcentrum of terugkeercentrum. Hoe je het noemt, het gaat over asielzoekers die niet mogen blijven. De achtergrond van deze discussie is natuurlijk dat het belangrijk is te weten wat de asielzoekers gaan doen. Als zij geen zinvolle bezigheden hebben is de stap naar zinloze of schadelijke bezigheden niet groot. Nu is het landelijk beleid wat dat betreft niet hoopvol. Aan het COA moet dus worden gevraagd, hoe het leven in een nieuw AZC eruit gaat zien.
  • De directeur merkte nog op dat de staatssecretaris geen categorale AZC’s meer wil, maar blijvers en niet-blijvers in hetzelfde centrum wil huisvesten. Dat lijkt mij een moeilijke zaak. Niet-blijvers hebben minder voorzieningen dan blijvers. Die in één centrum laten wonen lijkt mij een bron van problemen. Hier mag ook wel wat nadere informatie van het COA over komen.
  • Het COA gaf te kennen dat de deur van het huidige centrum in oktober 2010 dicht gaat. Een nieuw centrum is voor die tijd gegarandeerd niet gereed. Betekent het sluiten dat de bewoners dan tijdelijk elders worden ondergebracht? Waarom dan niet definitief is een voor de hand liggende vraag. Het zou mij niet verbazen dat het COA als de gemeente Grave wil meewerken aan een nieuw centrum zal vragen het huidige centrum nog een tijdje te mogen gebruiken.
  • Het huidige centrum is eigendom van het COA. Herbestemmen is dus een probleem van het rijk. De gemeente moet over de nieuwe bestemming wel een oordeel hebben, maar ze hoeft niet actief mee te zoeken. Heeft het rijk al ideeën daarover?

Van gemeenteweg zou voor het debat in de volgende informatie moeten worden voorzien:

  • De gemeente zal zelf voor het debat een inzicht in de mogelijke vestigingsplaatsen moeten hebben. Als er nergens plaats is heeft de discussie geen zin. Het Wisseveld is al genoemd. Kamps noemde al een alternatief zonder de naam te noemen, maar hij bedoelde Mariëndaal. Er zijn er meer, natuurlijk met voor en veel tegens. In Gassel is onlangs nog gevraag naar mogelijkheden om woningen te bouwen.
  • Daarom is de vraag aan welke bestemming de gemeente denkt als de asielzoekers gaan verdwijnen nu al belangrijk. Het COA noemde “zorgwoningen” als mogelijkheid. Heeft Grave na het tot stand komen van het nieuwe Maaszicht daar nog behoefte aan?
  • Om te kunnen beoordelen of het Wisseveld geschikt is zal de gemeente toch een idee moeten hebben hoe het Wisseveld er uiteindelijk uit komt te zien; een masterplan dus. Het gevaar van ad hoc beslissingen is dat het Wisseveld een allegaartje wordt.
  • En tot slot en heel belangrijk is de vraag hoe en wanneer over deze problematiek met de bevolking wordt gecommuniceerd. Nu al aannemen dat het Wisseveld niet zal worden geaccepteerd, zoals Jacques Leurs op zijn website voorstelt vind ik voorbarig.
  • De omgekeerde Wildersvraag niet wat kost het, maar wat levert het op is wel interessant maar althans voor mij niet doorslaggevend.

Kortom het voorbereiden van het debat in de raad vereist een gedegen voorbereiding.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten