zaterdag 22 september 2012

Rechtzetting


Door mevrouw van Lieshout werd ik er op gewezen dat ik er in mijn beschrijving van de procedure die nog voor het bestemmingsplan buitengebied moet worden doorlopen naast zat. En daar heeft ze gelijk in.
In mijn verhaal over de kwestie Litjens –en niet Litjes zoals ik eveneens foutief in mijn verhaal schreef- stelde ik dat het bestemmingsplan in de formele pijplijn zou zitten en dat de raad aan zet zou moeten komen en dat het daarom vreemd was dat die gemeenteraad nog niet over de nota van zienswijzen beschikte. Mevrouw van Lieshout wees mij er op dat het hier ging om een concept voorontwerp en niet over een ontwerpbestemmingsplan. De zaak is dan ook volgens de wet nog steeds in handen van het college Striktv genomen hoeft de raad de zienswijzennota dan ook niet te krijgen. De huidige stap in de procedure is gebaseerd op de gemeentelijke inspraakprocedure en dient om de bevolking gelegenheid te geven inbreng te leveren.

Dit betekent dat het bestemmingsplan in de procedure minder ver is gevorderd dan ik had aangenomen. Het echte ontwerpbestemmingsplan buitengebied komt pas volgend jaar in procedure en daarmee komt de gemeente wel in tijdnood waar mevrouw van Lieshout tijdens het spreekrecht op wees. Ik was daar nog niet bij, maar heb de opname afgeluisterd en daaruit kwam het mij voor dat de commissie daar niet echt van onder de indruk was.

Mijn excuses voor deze misleiding en ik zal in het vervolg zorgvuldiger moeten controleren wat ik opschrijf.

Dat neemt niet weg dat ik van mening blijf dat de kwestie Litjens en alle andere zaken in het buitengebied in een procedurele pijplijn zitten en dat je daar niet van moet afwijken door individuele kwesties aan de raad voor te leggen. De nu gevolgde procedure berust weliswaar niet op de Wet Ruimtelijke Ordening, maar is net zo goed een formele procedure en moet dus correct worden gevolgd.

Dit deel van de pijplijn is een verantwoordelijkheid van het college. Dat de  gemeenteraad nu formeel bij de kwestie Litjens wordt betrokken past daar niet in. Het schept alleen maar verwarring.

De formele procedure betekent naar mijn mening niet dat die procedure zich ook moet onttrekken aan het oog van de gemeenteraad en de bevolking. Het bestuur wil toch transparant zijn. Aangezien de gemeenteraad uiteindelijk toch de beslissing moet nemen is het op zijn minst verstandig als het college op gezette tijden, bijvoorbeeld via de commissie Ruimte, aftast of het op de goede weg is en dat zeker als de gemeenteraad een duidelijke opdracht heeft meegegeven. Het verschijnen van de zienswijzennota zou daar een goede gelegenheid voor zijn geweest.

Dat de gemeente als laatste onderdeel van de voorbereiding een dergelijke procedure hanteert is prima. Maar dan niet in plaats van het overleg met betrokkenen. Het is een illusie te denken dat je het in zo’n overleg iedereen naar de zin kunt maken. Een formele procedure zoals hier is dan geschikt om uiteindelijk met een goed beargumenteerd ontwerpbestemmingsplan de WRO-pijplijn in te gaan. Gezien het strakke tijdschema van die procedure is een gedegen voorbereiding wel gewenst.


Bij het bestemmingsplan voor het centrum is geen overleg vooraf geweest en ook geen gemeentelijke inspraakprocedure gevolgd. Daar is direct een WRO-procedure ingezet. De tijd om de zienswijzen te verwerken is inmiddels voorbij en dat kan nog problemen geven.

Ontwikkeling Visioterrein


In februari heeft de raad besloten om met Visio het overleg te starten over de herontwikkeling van het Visioterrein. Na diverse veranderingen in de organisatie van  het onderwijs aan blinden en slechtzienden en ook door de tijd zijn de gebouwen en andere voorzieningen zwaar verouderd. Dat daarom wordt gedacht aan een andere opzet is volkomen logisch, ook dat zoiets in overleg tussen gemeente en betrokkene, in dit geval Visio, gebeurt. De gang van zaken bij scheepswerf, maar ook bij bestemmingsplannen heeft wel geleerd dat vroegtijdig overleg nodig is om binnen redelijke tijd tot voor beide partijen acceptabele oplossingen te komen. Dat geldt zeker als het voor één van de partijen betekent dat eigenlijk niets anders rest dan maar aanvaarden wat haalbaar is.
Essentieel in het raadsbesluit was dat de gemeente de regie zal voeren. Over wat regie voeren nu precies inhoudt kun je heel lang discussiëren. Voor mij betekent regie voeren in ieder geval dat de gemeente van te voren aangeeft wat wel en wat niet kan. Regie voeren is niet achteraf goedkeuren wat de andere partij voorschrijft.

Inmiddels is er al een krediet voor nieuwbouw van scholen verleend. Opmerkingen uit de raad dat dit krediet toch eigenlijk in het kader van de totale overeenkomst zou moeten passen werden beantwoord met de verwijzing naar de wetgeving. De raad moest het krediet wel verlenen. Dat is volkomen juist, maar een overleg waarin partijen beginnen met hun wettelijke rechten in stelling te brengen is geen fraai voorbeeld van samenwerking. Het is ook helemaal niet tegen de wet om eerst afspraken te maken over de grote lijnen. Visio wil graag de nieuwe scholen en woningen voor interne leerlingen bouwen. De gemeente wil een deel van het terrein hebben als parkeerterrein en mogelijk voor omleiding van de Elisabethstraat. Er zou niets op tegen zijn geweest daarover principeafspraken te maken en vast te leggen en dan het krediet voor de scholen te verlenen.

Nu is onlangs een Raadsleden-Nieuwsbrief verschenen met de mededeling dat Visio een deel van het terrein gaat verkopen aan de meest biedende projectontwikkelaar. Zo staat het er niet, maar met heel veel woorden komt het daar wel op neer.
Let wel het gaat om een mededeling. Nergens uit blijkt dat de gemeente ook maar enige inhoudelijke invloed heeft gehad. Nu zal ik wel vooringenomen zijn maar op mij maakt het hele verhaal de indruk dat van gemeentezijde de eenzijdige benadering door Visio wordt goedgepraat.

Van regievoering blijkt ook niets. Er wordt door Visio een “bidbook” opgesteld. Zo’n ding is een informatiebulletin waarin alle relevante informatie staat over hetgeen in de aanbieding is. In dit geval zal zeer zeker relevant zijn wat de eventuele koper wel of niet met het terrein mag doen. En laat ik nu altijd hebben gedacht dat de bestemming door de gemeente wordt bepaald en zelfs dat zoiets op basis van een raadsbesluit moet gebeuren. Een eventuele koper zal die bestemming toch wel keihard willen hebben. In de nieuwsbrief wordt daar niets over vermeld.  Dat is geen regie voeren dat is toekijken.

Het bovenstaande had ik al een paar dagen klaar liggen om te rijpen. Vanmorgen las ik in de Gelderlander dat VPGrave ook opmerkingen over de gang van zaken heeft gemaakt. Er is toch één partij wakker. Ook stond er in dat de beoogde bestemming woningbouw is. Nu is dat geen verrassende bestemming, maar volgens mij wel een problematische. De huidige markt is zodanig dat er niet echt behoefte is aan meer woningbouwplannen, en zeker niet als het de bedoeling is er zoveel mogelijk geld uit te halen. Bovendien zijn er in de gemeente al initiatieven voor nieuwe woningen voldoende. Het resultaat van het intergemeentelijk woningmarktonderzoek is ook nog niet bekend. Visio zegt wel geruststellend dat het maar om een 24 tal woningen gaat, maar dat is in Graafse verhoudingen toch een omvangrijk plan. Waarom dan deze nieuwe ontwikkeling wel toestaan en wordt de initiatiefnemer voor herontwikkeling van de marechausseekazerne afgescheept met de mededeling dat er geen tijd is voor zijn plan, dat er geen contingent voor is en dat het niet op de prioriteitenlijst staat van de raad. Volgens mij gelden al deze argumenten ook voor het Visio-initiatief.
Ik zou het nog enigszins kunnen begrijpen als er tegelijk iets werd afgesproken over hetgeen de gemeente daar wil. Of is het argument dat de gemeente dat blijkbaar zelf nog niet weet? Dan wordt het zeker tijd een gemeentelijke visie te ontwikkelen. En dat brengt mij op de vraag hoe het met de gemeentelijke structuurvisie staat.

Ik ben benieuwd of de raad dit zomaar laat lopen.

Voor mij is nog een extra complicatie dat ik niet echt weet wat het nog steeds lopende contract met GBB over het Wisseveld inhoudt. Ik denk nog steeds dat in feite GBB bepaalt wat er waar en wanneer in Grave wordt gebouwd. Dat zou een reden kunnen zijn waarom het gemeentebestuur nu maar zwijgt over andere projecten. Openlijk meewerken zou contractbreuk met GBB kunnen betekenen. De beslissing over mijn verzoek aan de raad om dat contract openbaar te maken wordt ook nog getraineerd. Al op 2 augustus heeft de bezwarencommissie hierover gesproken. Het had dus makkelijk deze keer in de raad hebben gekund, maar nee hoor. Eigenlijk ben ik stom dat ik dat accepteer, dus wie weet..



zaterdag 15 september 2012

De profielschets is er!


In mijn vorig commentaar op het aanbieden van de profielschets schreef ik dat ik afzag van het inspreken aan het begin van de vergadering waarin die schets zou worden aangeboden. Als reden gaf ik op dat ik niet wilde meedoen aan een toneelstuk.
Na afloop van de vergadering die alles bij elkaar zo’n drie kwartier duurde noemde enkele raadsleden de hele procedure een poppenkast. De reden dat de bevolking niet mocht meepraten was dan ook dat de raad de bevolking deze ellende wilde besparen. Het gekke is dat ik het eigenlijk wel met hen eens ben dat het een poppenkast is. Misschien is het wel wat vriendelijker om het een ritueel te noemen. Maar dan is het ook beter, zoals tegenwoordig gebruikelijk, de bevolking aan het ritueel te laten deelnemen. Een burgemeester benoemen is voor een gemeenschap een belangrijke zaak en daar dient in de huidige maatschappij de bevolking, wat mij betreft vooral als volger, direct te zijn betrokken. Er zijn in de samenleving voor belangrijke zaken vele rituelen en daar hoef je de mensen niet tegen te beschermen. Dat kan men zelf wel.

Dat het om een ritueel ging bleek wel uit het verloop van de vergadering De opening, met de standaard agendapunten, verliep deze keer vlot volgens het draaiboek van het raadsritueel. Vervolgens werden namens de vertrouwenscommissie de hoofdzaken van het profiel toegelicht. Erg opvallend was dat profiel niet. Volgens zeggen van raadsleden achteraf week het profiel ook niet echt af van hetgeen bij de vorige burgemeestersbenoeming aan de orde was.
Opvallend vond ik dat de nieuwe burgemeester (als die inderdaad komt) binnen een jaar in Grave moet wonen en dat hij of zij zich naast met de burgemeesterlijke taken ook met toerisme en recreatie moet bezighouden. De burgemeester moet voluit meewerken aan de samenwerking met Cuijk en Mill. Dat vertaal ik dan als meehelpen zijn of haar eigen graf te graven; tenzij de nieuwe burgemeester van Grave ook de burgemeester wordt van de grotere gemeente die straks gaat ontstaan.
Vervolgens gaf de commissaris een toelichting op de procedure die gaat worden gevolgd. Nog deze maand wordt de procedure gestart en op 12 oktober moeten de sollicitaties binnen zijn. Komend voorjaar zou volgens de planning de benoeming kunnen plaatsvinden.
Allereerst gaat de commissaris aan het werk om uiteindelijk de geschikte kandidaten aan de vertrouwenscommissie voor te leggen. Daaruit wordt door de vertrouwenscommissie een vijftal kandidaten geselecteerd waarmee gesprekken worden gevoerd. Aan de hand van de werkzaamheden van de vertrouwenscommissie maakt de  raad een voordracht van 2 personen, die wat de raad betreft ook werkelijk benoemd kunnen worden. Die vergadering is besloten en vertrouwelijk en dat is terecht. De namen van de voordracht worden daarna wel bekend gemaakt. Het is wel duidelijk dat het proces door de commissaris wordt begeleid. Heel sterk werd nog de nadruk gelegd op de vertrouwelijkheid.

Vervolgens gaf de commissaris een commentaar op de profielschets die hem net was overhandigd. Uit zijn reactie leidde ik af dat hij die inmiddels al kende, waarmee het rituele karakter van de vergadering nog eens werd benadrukt. Hij begon met zijn vreugde uit te spreken over het feit dat de burgers van Grave bij de opstelling van de profielschets waren betrokken. Dat gaf natuurlijk aanleiding tot enige verbazing. Hij verklaarde dat hem dit was meegedeeld, maar dat het aan de raad was. Volgens iemand die het kon zien had het zo in zijn draaiboek gestaan. Kennelijk maakt het betrekken van de bevolking gewoonlijk deel uit van het ritueel. De wensen van de raad waren voor hem heel herkenbaar wat ik weer vertaal als voor de hand liggend. En dat is geen wonder want commissarissen van de Koningin hebben veel met burgemeesters te maken en weten dus donders goed wat er van zo’n functionaris wordt verwacht.
Twee opmerkingen zijn mij bijgebleven. Allereerst de eis van de gemeente dat de burgemeester binnen een jaar in Grave moest wonen. Inhoudelijk was hij het daar volkomen mee eens, maar hij wees er wel op dat de huidige huizenmarkt het eventueel verhuizen niet zou vereenvoudigen. Dat bracht mij weer op de gedachte dat sollicitanten uit Grave een duidelijk voordeel hebben.
De tweede opmerking ging over de rol bij de portefeuille toerisme en recreatie. Hij wees erop dat de hoofdtaak van een burgemeester openbare orde en veiligheid zeker in een plaats als Grave al heel veel aandacht vraagt.

Daarna kreeg de raad nog gelegenheid te reageren op de commissaris. Mevrouw Schuts, op persoonlijke titel, sprak er nog even haar teleurstelling uit dat de bevolking niet bij de profielschets was betrokken en stelde voor de procedure te bevriezen totdat bekend is wat de nieuwe regering met gemeenten wil. Ook haalde zij de onlangs verschenen rapporten aan waaruit blijkt dat er eigenlijk geen nieuwe burgemeesters moeten worden benoemd. VPGrave wees op de mening van die partij dat er helemaal geen nieuwe burgemeester moet komen, maar zo snel mogelijk een grotere gemeente in het Land van Cuijk. Maar die partij zou loyaal meewerken aan het meerderheidsbesluit om een eigen burgemeester te laten benoemen. Trots was het niet eens met de vorige sprekers en LPG en CDA hadden geen behoefte iets aan het ritueel toe te voegen. De voorzitter van de VVD-Fractie, Harry de Greeff ging in op de vertrouwelijkheid en wees op het onderzoek waarbij fractievoorzitters op het matje werden geroepen omdat er zou zijn gelekt. Dat was voor hem reden om de “kelk van het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie aan hem voorbij te laten gaan”, een citaat dat natuurlijk prima past in een ritueel. Namens de VVD wordt Hans Bos lid van de commissie.
Bij zijn beantwoording had de commissaris twee argumenten om zich niet in wespennesten te steken. Het eerste was dat heel veel opmerkingen betrekking hebben op een zaak van de raad en hij dient de opvatting van de raad te respecteren. Zo had de raad gevraagd de procedure te starten en dat gebeurde dan ook. Het tweede argument was dat hij weliswaar voorzitter is van Gedeputeerde Staten maar in dit geval optreedt als vertegenwoordiger van de regering. Zijn titel is niet voor niets: Commissaris van de Koningin (mijn toevoeging). Op vragen zoals over rapporten kon hij dus niet ingaan. Een tweede ronde overslaan is voor Keerpunt 2010 onmogelijk en dus wees de fractievoorzitter daarvan er nog op dat het onderzoek naar het lek niets had opgeleverd.

Niets meer aan de orde zijnde en nadat Jacques Leurs voor de zekerheid nog even bevestigd had gekregen dat de profielschets van nu af aan openbaar is werd de vergadering met vriendelijke woorden gesloten.

De notulen van deze vergadering horen bij het informatiepakket dat personen die overwegen te solliciteren krijgen toegestuurd. Ik ben benieuwd of die notulen de animo vergroten. Op 12 oktober zullen we weten.

Voor de goed orde nog even hoe ik over de procedure en het ritueel denk. Ik ben tegen een gekozen burgemeester. Het huidige takenpakket houdt veel meer in dan vergaderingen voorzitten, lintjes knippen en gouden bruiloften bezoeken. Niet dat dit onbelangrijke taken zijn; integendeel heb ik zelf ervaren. In veel landen met een gekozen burgemeester zijn dit wel de hoofdtaken en dan ligt een burgemeestersverkiezing meer voor de hand. In alle profielschetsen staat dat de kwaliteit belangrijker is dan de politieke kleur en andere toevalligheden. Kwaliteit van sollicitanten beoordelen is een vak waar je ook ervaring in moet hebben. Een functionaris als een CdK, die regelmatig met dit bijltje moet hakken, is daarvoor beter geschikt dan een gemeenteraad. Dat in de huidige maatschappij de raad het proces volgt en zelfs een mening geeft is prima, maar de beslissing dient te blijven waar hij nu is: inhoudelijk bij de regering en de laatste handeling, de handtekening, wordt gezet door de persoon die in ieder geval boven alle partijen staat, de koningin.

De profielschets begint met een beschrijving van Grave. Na lezing bekroop mij de vraag wie nu eigenlijk bij wie solliciteert. Misschien is een wervende beschrijving van Grave van meer belang om een goede burgemeester te krijgen dan zo’n algemene beschrijving van de persoon

vrijdag 14 september 2012

Commentaar op commissievergadering 11 september


Inhoudelijk stelde de vergadering van de commissie Ruimte niet veel voor. Je gaat je echt afvragen wat de betekenis van die vergadering is. Het lijkt mij dat het hoofddoel moet zijn er voor te zorgen dat voor de raadvergadering, die per definitie besluitvormend is, alle aspecten bekend zijn en dat de fracties zich hierop in hun fractievergadering hebben voorbereid. Bij alle aspecten hoort ook dat amendementen op voorstellen van het college in de commissie worden toegelicht en dat eventuele direct betrokkenen bij een te nemen besluit zijn gehoord en als dat niet in de voorbereiding is gebeurd moet dat in de commissievergadering kunnen. Het kan best zijn dat de raad van Grave andere ideeën over het doel van een commissie heeft, maar ik weet ze niet. Nu is het niet meer dan een gelegenheid naar nog ontbrekende informatie te vragen waarop desnoods schriftelijk mag worden gereageerd. Ook is een commissievergadering wel handig als je een presentatieavond hebt gemist. Maar ja, als de meeste fracties hun fractieberaad na de commissievergadering houden is het onderling informatie uitwisselen natuurlijk lastig. Ik heb nog steeds de indruk dat de raad eigenlijk geen voorstander is van burgerparticipatie en transparantie en dat zelfs lastig vindt.
Helemaal voor de hand ligt dat de indieners van een burgerinitiatief de gelegenheid krijgen hun idee aan de raad toe te lichten. Nu spreekt dat in Grave niet zo vanzelf, maar deze keer had Keerpunt 2010 de indiener van het initiatiefvoorstel voor de Quaylaan als gast meegenomen. Dat kan volgens het reglement en dan mag die gast gewoon meepraten.  De (waarnemend) voorzitter snoerde hem de mond en de commissie accepteerde dat. De procedure voor zo’n initiatiefvoorstel is kennelijk zo ingewikkeld dat zelfs de commissieleden en de voorzitter niet helemaal paraat hebben hoe het moet. Dit laat onverlet dat ik de manier waarop in Grave het burgerinitiatief wordt gehanteerd een bureaucratisch monstrum vind.
De voorzitter speelde deze keer wel een heel nadrukkelijke rol. De raad heeft besloten een raadslid als technisch voorzitter aan te wijzen. Waarom het perse een raadslid moet zijn is mij niet duidelijk. De voorzitter mag geen inhoudelijke inbreng hebben en een raadslid zou dat juist wel moeten. Het enige argument dat ik kan bedenken is dat er geen extra kosten zijn. Er zijn wellicht anderen die ook geen extra vergoeding nodig hebben. Op zich is er ook niets op tegen om, als je er toch genoeg hebt, een raadslid tot voorzitter of waarnemend voorzitter te benoemen, maar dan moet je wel de consequenties aanvaarden. Je moet dan geen voorzitter of waarnemend voorzitter geen raadslid hebben die ook al commissielid of waarnemend commissielid is. Nu was voor de tweede keer op rij de VVD niet in de commissie vertegenwoordigd en dat was voor de voorzitter de gelegenheid om, toen er naar de mening van de VVD werd gevraagd, de hele discussie naar de raadsvergadering te verwijzen. Je zou er bijna wat van gaan denken. En de commissie pikte het.
Het is een belangrijke taak van een voorzitter er voor te zorgen dat de vergadering zo vlot mogelijk van opening naar sluiting verloopt. Daar slaagde deze voorzitter uitstekend in. Hij deed dat wel erg nadrukkelijk maar hij ging ook voor de commissieleden te ver toen hij tegen 21:00 uur, het tijdstip voor de rook- en plaspauze, de commissie voorstelde een tweede termijn achterwege te laten zodat de vergadering niet lang na 21:00 uur kon worden beëindigd.

Toch nog maar wat over de inhoud.

Bijna werden het milieurapport 2011 en het programma 2012 tot A-stuk verklaard. De algemene indruk was dat het hele op zich uitgebreide verhaal eigenlijk niets voorstelde. Terecht zei de wethouder dat dit nu juist de wens van de raad was. Natuurlijk is dat mijn vertaling, maar die is in dit geval toch wel goed.

Over het initiatiefvoorstel om iets aan de parkeerplaatsen aan de Quaylaan te doen wel gepraat maar er werd niets over gezegd. Als het aan de voorzitter zou liggen wordt er in de raadsvergadering van 13 november verder over gesproken aan de hand van een reactie van het college. Hij vergat dat er in de vergadering van 25 september nog moet worden besloten of de raad wel een voorstel van het college wil hebben.

Het agendapunt parkeren was natuurlijk voor veel commissieleden aanleiding te vragen naar de stand van zaken bij de aanleg van parkeerplaatsen. De voorzitter probeerde met redelijk succes deze discussie af te kappen door er op te wijzen dat volgens de stukken het alleen ging over het ontheffingbeleid in de blauwe zone, het laden en lossen en tenslotte over het parkeren voor minder validen. Kennelijk waren de commissieleden ook verbaasd over het feit dat er in deze zaken wel vooraf wordt overlegd met betrokken groeperingen. Er werd naar gevraagd terwijl het toch duidelijk in de stukken was vermeld. De wethouder ging in zijn beantwoording toch nog in op de aanleg van parkeerterreinen, maar daar kwam niets nieuws uit. Langs andere wegen heb ik wel de indruk dat zijn weergave van de situatie niet altijd overeenkomt met de visie van andere betrokkenen om het maar wat cryptisch uit te drukken.
Kernvraag van het debat was, is en blijft of de prijs van de ontheffing wordt verhoogd naar € 75.- per jaar. De mate van handhaven blijft natuurlijk een discussiepunt. Iedereen die een parkeerplek zoekt wil dat er wordt gehandhaafd en ieder die er een heeft gevonden, legaal of niet, vindt dat helemaal niet nodig.

Dan het evenzeer cryptische agendapunt Reactie op ingekomen brief met onderwerp "oplossen ruimtelijke knelpunten over planvoorschriften". Er waren op de site geen stukken bijgevoegd. Het bleek om de aloude kwestie Litjes te gaan. Nu is er, inmiddels zowat 2 jaar geleden, een deal met Litjes gesloten. De afspraken van die deal zijn door de raad goedgekeurd en zouden in het bestemmingsplan buitengebied worden verwerkt. Nu neem ik aan dat dit door het college op correcte wijze is gebeurd. Dat die deal nog niet door Litjes is ondertekend doet dan niet zoveel ter zake. Beslissend is de uitspraak van de raad. De formele vaststellingsprocedure is inmiddels gestart en daarmee zit de kwestie in de pijplijn en moet er wel een verdomd goede reden zijn om een zijweg te bewandelen door er nu in een afzonderlijk voorstel mee naar de raad te komen. Volgens de rechte weg is  het ontwerp ter visie gelegd en zijn er, onder andere door Litjes zienswijzen ingediend. Op 26 juni, nu meer dan twee maanden geleden, heeft het college zijn reactie op de zienswijzen vastgesteld. Het is normaal dat het college uiterlijk 12 weken na de termijn van indienen van zienswijzen het ontwerpbestemmingsplan met de zienswijzen en een voorstel voor afhandeling daarvan aan de raad voorlegt. Voorwaarde is dan wel dat het bestemmingsplan zo zorgvuldig is voorbereid dat er uit de zienswijzen nauwelijks nieuwe discussiepunten naar voren komen. In Grave gaat dat anders. Er zijn maar liefst 93 zienswijzen ingediend en kennelijk zijn ze nogal bewerkelijk geweest want de normale termijn is ruimschoots overschreden. Over 2 zware punten, Litjes en de Margriet heeft de raad al een uitspraak gedaan dus daar zou het niet aan moeten liggen. Kennelijk zit er in de andere 91 zienswijzen ook nog de nodige discussiestof. Merkwaardig, en als lid van de raad zou ik daar woest over zijn, is het dat de raad nu na 2 maanden kennelijk nog niet beschikt over het zienswijzenrapport, maar mevrouw van Lieshout wel. Het college heeft het bureau opdracht gegeven zijn reactie op de zienswijzen in het bestemmingsplan te verwerken. Daarmee heeft het college een groot risico genomen. De visie van het college is natuurlijk interessant maar het is de raad die er over moet beslissen (vergelijk scheepswerf). En omdat ook het college met zijn ambtenaren nogal veel tijd nodig heeft gehad kun je er donder op zeggen dat het ook voor de raad geen eenvoudige zaak zal zijn en dat de kans groot is dat de raad op een aantal punten een andere mening heeft dan het college. Het zou dan ook verstandig, en passend in de procedure, zijn geweest het hele zienswijzenrapport aan de raad voor te leggen. Als dan de raad daarover heeft beslist kan de verwerking door het bureau tot een bestemmingsplan leiden dat vlot door de raad kan lopen. Dat spaart tijd en kosten. Het college heeft voor een andere weg gekozen. Allereerst werd onlangs de uitspraak van de raad over de Margriet uit 2009 nog eens bevestigd. En nu wordt de kwestie Litjes als afzonderlijk probleem aan de raad voorgelegd. We kunnen alleen maar hopen dat dit voor de andere 91 indieners van een zienswijze geen aanleiding wordt hun kwestie ook maar afzonderlijk aan de raad voor te leggen.

Kennelijk is Litjes het niet eens met de reactie van het college op zijn zienswijze en met de wijze waarop de uitspraak van de raad in het bestemmingsplan is verwerkt. Hij heeft daarover op 18 juli een brief geschreven. Dat is zijn goed recht, maar volgens de procedure had die brief gewoon bij de behandeling van alle zienswijzen aan de orde kunnen en moeten komen. Als ik het allemaal goed heb begrepen ligt nu eigenlijk alleen maar de vraag voor of de raad de zaak gewoon, zoals het volgens mij hoort, bij de behandeling van het zienswijzenrapport wil behandelen of dat er een aparte vergadering wordt gewijd. Ik had niet de indruk dat dit dan al op 25 september zou moeten gebeuren. Als dit wel zo is dan is mij uit de discussie niet duidelijk geworden of de raad Litjes nog verder tegemoet wil komen dan al eerder is afgesproken. We zullen het wel horen. Zoals de wethouder ook nog benadrukte zijn er voor Litjes dan nog de zelfde mogelijkheden als voor iedereen om zijn zin zien te krijgen.

Bij de vragen kwam de loswal nog even aan de orde. Het model van de vesting waarvoor door Martien Koolen het ontwerp was gemaakt was door een bureau niet correct in het uitvoeringsbestek verwerkt. Dat was het stadhuis ontgaan en zoals gebruikelijk was er ook geen terugkoppeling met de ontwerper geweest. Gelukkig was hij wel attent. Nu kan de zaak, zij het met extra kosten, nog worden hersteld. Dat had kunnen worden voorkomen. Maar het is wel duidelijk dat de kritiek in de rapportage over bestuurskracht op e wijze waarop de gemeente Grave met projecten omgaat terecht is. Daar zijn vele voorbeelden van.

Aanbieden profielschets


Veertien dagen geleden leverde ik commentaar op de agenda van de vergadering van vanavond, waarin de door de raad opgestelde profielschets aan de commissaris van de Koningin wordt aangeboden. Één van mijn opmerkingen was dat er in strijd met het reglement geen spreekrecht voor burgers was en dat ik wel iets inhoudelijks had te melden.
Gisteren kreeg ik een telefoontje van de griffier dat er een gewijzigde agenda is, waarin het spreekrecht wel is opgenomen. Ik heb hem maar direct meegedeeld dat ik van dat spreekrecht geen gebruik zal maken. Onlangs zijn er provinciale rapporten verschenen waaruit duidelijk blijkt dat de gemeente Grave zo snel mogelijk moet opgaan in een grotere gemeente. Dan is het toch een vreemd toneelstuk om dan net te doen of er niets aan de hand is en een sollicitatieprocedure voor een vaste burgemeester te beginnen? Aan zo’n komedie doe ik niet mee. Ik zou dan in het spreekrecht moeten vertellen dat ik vind dat er, in ieder geval vooralsnog, geen vaste burgemeester in Grave moet komen. Maar dat onderwerp staat weer niet op de agenda en mag ik dus niet aansnijden. Bovendien staat wel op de agenda dat de commissaris een reactie geeft. Best mogelijk dat hij zelf daar al op ingaat. Dat wacht ik maar af. 

zondag 9 september 2012

Commissie ruimte 11 september 2012


Vanwege onder andere het mooie weer slechts een korte vooruitblik op de commissie ruimte van a.s. dinsdag.

Milieuverslag en -programma
Op de agenda voor de commissie Ruimte staat als eerste inhoudelijke punt het milieuverslag 2011 en het programma 2012. Noch in het raadsvoorstel noch in de 25 pagina’s tellende rapportage staat ook maar iets waaruit blijkt dat Grave een eigen milieubeleid heeft. Er wordt alleen gedaan wat van hogerhand is voorgeschreven. Het woord “milieueducatie” komt in het verhaal niet voor. Wat dit beleidsterrein betreft heeft het voortbestaan van Grave met een eigen gemeenteraad dus geen enkel nut. Meer kan ik er ook niet over zeggen. Dat is wel jammer.
Burgerinitiatief parkeersituatie de Quaylaan.

Weer een voorbeeld hoe je de inbreng vanuit de burgerij kunt bureaucratiseren.
Tijdens een wijkbijeenkomst op 19 april, dus 5 maanden geleden, waarbij het gemeentebestuur is vertegenwoordigd wijst een burger op een parkeerprobleem en geeft direct een oplossing. Kennelijk vindt het gemeentebestuur dit een goed idee. Maar in plaats van dat de vertegenwoordiger van de gemeente zegt: “Hartelijk dank; we kijken nog even of er adders onder het gras zitten en anders zorgen we dat het voor elkaar komt”, wordt aangeraden er een burgerinitiatief van te maken. Dat betekent dat de initiatiefnemer handtekeningen moest verzamelen. Die gaan nu naar de raad en dan zegt de raad op 25 september: “Dat is een goed idee, college wat vindt u ervan?”. Het college vindt er al lang iets van want men stelt voor dat op 23 oktober de zaak inhoudelijk in de commissie wordt behandeld en dan moet het college in de B&W-vergadering van 2 oktober zijn mening al hebben vastgesteld. Bovendien heeft het college al op 19 april zijn instemming betuigd. Het systeem van geformaliseerde burgerinitiatief is eigenlijk niet meer dan wat een reserveband voor een auto is. Als de normale niet werkt heb je die reserve achter de hand. Zo’n opmerking uit een wijkbijeenkomst moet het gemeentebestuur toch uit zich zelf ter harte nemen. Daar hoeft toch geen stapel handtekeningen aan te pas te komen??

Parkeren
Volgens het voorstel ligt de gemeente goed op koers om de doelstellingen van de parkeernota uit december 2010 te halen. Naar mijn idee moet er dan wel een tandje worden bijgezet als het gaat om het realiseren van de nodige parkeerplaatsen. En daarbij gaat het niet alleen om het aantal vierkante meters, maar ook om de plaats en de bereikbaarheid voor bezoekers van buiten de gemeente.  Maar daar gaat het nu niet over. Nu zijn drie facetten aan de orde.
a.    De ontheffingen voor aanwonenden in de blauwe zone, en dan met name over de hoogte van de vergoeding. Die wordt volgens het voorstel van het college zodanig opgeschroefd dat de verdenking wordt gewekt dat het niet alleen gaat om het dekken van de kosten, maar ook om het onaantrekkelijk maken van het aanvragen van zo’n ontheffing. Ik vrees dat de discussie vooral over deze kosten zal gaan en dat de inhoudelijke kant aan de aandacht ontsnapt. Zelf ben ik nooit voorstander van zo’n ontheffing geweest. Het wonen in het centrum heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat je boodschappen te voet kunt doen en het nadeel is dat je de auto overdag niet voor de deur kunt laten staan, als je dat al erg vindt. En zelfs met een ontheffing mag je in een redelijk groot deel van de blauwe zone je auto toch niet neer zetten. Voor invaliden geldt sowieso al dat ze binnen die zone onbeperkt mogen parkeren. Als er voldoende langparkeergelegenheid is op redelijke afstand van de binnenstad (maar ja!!) heeft zo’n ontheffing voor mij niet veel waarde. Van ’s middags 16:00 uur tot de volgende morgen 11:00 uur mag ik de auto toch al voor de deur zetten, als er plaats zou zijn.
b.    Het laad- en losprobleem is in beeld gebracht en er zijn suggesties voor oplossingen. Het moet nog wel worden geconcretiseerd.
c.    Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor het “beleid parkeren voor mindervaliden”

Wat positief is, dat dit voorstel is voorbereid met inbreng vooraf van de betrokken partijen uit de samenleving. Daarmee is de kans dat het ook tot realisering komt natuurlijk enorm toegenomen. Voorwaarde is dan wel dat die samenwerking blijft.

Er is ook nog een paragraaf over digitalisering. Natuurlijk is iedere maatregel om de uitvoering van beleid te vereenvoudigen welkom en dat geldt dus ook voor het parkeren. Tegenwoordig komt dat neer op digitaliseren wat mogelijk is. Vandaar dat we nog steeds op 12 september met een rood potlood gaan stemmen en er met de hand wordt geteld. Waarom zouden we eigenlijk consequent moeten zijn?

zaterdag 8 september 2012

Wisseveld aanvulling door Wil Baaijens

Van Wil Baaijens ontving ik de volgende reactie, die ik u mede op zijn verzoek niet wil onthouden.


Beste Leo.

Graag wil ik reageren op het artikel “Wisseveld” in je weblog nr. 45  d.d. vrijdag 31 augustus 2012.

De grondpositie waarover de GBB ten tijde van de opzegging van de intentieovereenkomst tussen de Gemeente en Ballast Nedam kon beschikken, kan bepaald worden aan de hand van een notariële verklaring van notariskantoor Dangremond te Barneveld (dossier nr. 9135/3CH) aan de gemeente Grave (brief van 12-01-2004).
GBB kon (binnen een samenwerkingsverband met andere partijen, waaronder Deltano, Trustor en Skanwing) beschikken over 5 kavels in het projectgebied Koninginnedijk/ Wisseveld. De kavels hebben een totale oppervlakte van  21.194 m² en zijn aangekocht in de periode 2001 tot en met 2003. Er was een investering mee gemoeid van € 4.402.836.-. De prijzen per m² scheelden nogal per kavel: € 47.-, 328.-, 386.-, 423.-, en 632.-.
De notariële verklaring gaf eveneens aan dat GBB kon beschikken over gronden waarover een koopovereenkomst was gesloten. Te weten:
  • Betreffende Koninginnedijk 32 en de kavels A 1374/1493, Koninginnedijk 34. (totaal 5930 m²) een koopovereenkomst tussen een Graafse ondernemer  (tevens raadslid) enerzijds als verkoper en GBB c.s. als koper anderzijds,
  • Met betrekking tot kavel A 2046, Koninginnedijk 1 en kavel 2050 (betoncentrale, totaal 25.405m²) een koopovereenkomst tussen Harry Cox Grave B.V als verkoper en Daltano, Trustor en Skanwing als koper.

Uit bovenstaande valt de conclusie te trekken dat Ballast Nedam al in een vroegtijdig stadium  niet de enige private partij was die geïnteresseerd was in de ontwikkeling van het project Koninginnedijk/Wisseveld. Dit gegeven geeft aanleiding tot de gerede vraag of deze concurrentie er de oorzaak van is dat Ballast Nedam en de gemeente hun intentieovereenkomstover de (her-)ontwikkeling Koninginnedijk Grave (d.d. 22 december 2000) op 16 december 2003 per direct beëindigde?  Het beëindigen van deze samenwerking kwam de gemeente en GBB (uit hoofde van de aangegane PPS: Gemeente en GBB) op een schadeloosstelling te staan van € 725.000,- (Zie rapport Rekenkamercommissie Feitenreconstructie blz.3).

Op 9 juni 2004 werd er een nieuwe Intentieovereenkomst tot gezamenlijke ontwikkeling van het Koninginnedijk-/Wisseveldproject gesloten tussen de gemeente en GBB. Op 25 januari 2005 werd deze opgewaardeerd tot een PPS-samenwerkingovereenkomst (Publieke Private Samenwerking).
Op zichzelf is daar niets mis mee, ware het niet dat, voordat de PPS-samenwerking op 25 januari 2005 werd gesloten, de koopovereenkomst van de kavels van de Graafse ondernemer (Koninginnedijk 32 en 34) en GBB nietig werd en de gemeente de kavels op 30 december 2004 voor  € 711.527,38 van de ondernemer kocht. Bekend was/is dat er op kavel Koninginnedijk 32 asbestverontreiniging was/is vastgesteld, hetgeen ook blijkt uit de koopovereenkomst. Het rapport Pouderoyen (030-005 november 2005) constateert daarnaast dat er op Koninginnedijk 32 olievervuiling aangetroffen was/is. In de koopovereenkomst geeft de gemeente aan, dat beide verontreinigingen geheel voor haar rekening en risico komen, ongeacht de mate waarin het verkochte is verontreinigd. Uiteraard komen de opruimkosten op kosten van de Graafse Gemeenschap.

Het is  dan ook een interessante vraag waarom GBB, ondanks de koopovereenkomst, de kavel niet kocht en de gemeente vlak voor het tekenen van de samenwerkingsovereenkomst  de  vervuilde kavel Koninginnedijk 32 dat wel deed?

De voormalige terreinen van Harry Cox Grave B.V. bestaande uit de kavels 2046, Koninginneweg 1 (2485 m²) en kavel 2050, de betoncentrale in de uiterwaarden,
( 21.920 m² ) werden op 7 oktober 2005 aan de GBB verkocht voor € 589.914,28.

Volgens de feitenreconstructie van de Rekenkamer (blz 2) zou de GBB de gronden van Ballast Nedam hebben overgenomen. De vraag is dan wel: welke kavels en tegen welke prijzen.

M.v.g. Wil Baaijens