vrijdag 26 februari 2010

Opheffen gemeente Grave ?????

Tot nu toe heb ik in het kader van de verkiezingen het onderwerp ”opheffen gemeente Grave” vermeden.
Geen van de partijen heeft het ook als doel gesteld. Het wordt wel als dreigend en soms als onvermijdelijk in de teksten verwerkt. Zolang er niet is geconcludeerd dat opheffen onvermijdelijk is moet je je eigen kracht laten zien.

Louis Sparidans heeft daar nu het onderwerp aangesneden en daar moet ik iets mee.

Natuurlijk is Grave een kleine gemeente. Dat heeft nadelen, maar ook voordelen. Samenvoegen van gemeenten is voor een aantal problemen een oplossing, maar niet voor alle. Het samenvoegen van een klein schildersbedrijf en een snoepwinkel kan op administratiegebied tot meer efficiency en kostenbesparing leiden, maar dat kan ook anders worden geregeld. En de gemeente Grave heeft eigenschappen die omliggende gemeenten niet hebben. Vooralsnog zoeken alle partijen het in andere vormen, zoals het samenwerken op gemeenschappelijke terreinen.

Samenvoegen van gemeenten heeft ook nadelen. We klagen over het gebrek aan communicatie tussen het gemeentelijk apparaat, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Dat wordt bij een grotere gemeente niet eenvoudiger.

We moeten het niet alleen zoeken in het aanpakken van de nadelen van een minder grote gemeente (geen calimerogedrag s.v.p.), maar juist ook de voordelen benadrukken.

Maak van je zwakke punten je sterke is een bekende overlevingsstrategie.

Ook in het personeelsbeleid kun je deze strategie goed toepassen. Er zijn ook bekwame mensen die niet direct achter het grote geld aanjagen, maar het juist fijn vinden in een wat bredere functie in een kleinere organisatie te werken en zich te ontwikkelen. Maar dan moet je ze wel stimuleren en de ruimte geven.

Waar ik veel meer voor vrees is het afbrokkelen van de democratie, ook op gemeentelijk niveau. Een democratie is meer dan verkiezingen houden. Een democratie functioneert alleen in een gemeenschap waar een hoge mate van saamhorigheid heerst. Dat het noodzakelijk is om steeds meer aandacht en dus geld aan veiligheid, handhaving een dergelijke te besteden is een veeg teken. De “clubgeest” die voor een democratie nodig is begint af te nemen. Het geroep om een sterke leider vind ik beangstigend.

Het is een maatschappelijke ontwikkeling, die ook te maken heeft met de schaal van de samenleving. Onze gemeente is zo groot dat je daar als gemeentebestuur nog iets aan kunt doen. Communicatie is daarin het sleutelwoord. Schaalverkleining kon wel eens de redding van de democratie betekenen.

Vertrouwelijkheid Wisseveld

De toekomst van het Wisseveld is een zaak die velen bezighoudt. Natuurlijk allereerst bij degenen die daar hun bedrijf hebben, maar ook voor alle andere inwoners van de gemeente. Geen wonder dat het overal wordt besproken en ook onderwerp is bij de verkiezingen.

Nu heeft de raad besloten de geheimhouding over een aantal stukken te handhaven. Tijdens de verkiezingsbijeenkomst van het CDA in het dorpshuus bleek direct dat discussie met raadsleden -en dus kandidaten- over dit onderwerp eigenlijk onmogelijk is. Zij doen er dan ook verstandig aan helemaal niet over het Wisseveld te praten. Door slimme vraagstelling is het anders best mogelijk het "geheim" in te kapselen en daarmee te ontsluieren. Het contract dat met de grondbank is afgesloten zal ook wel aanwijzingen bevatten.

Het is vaak beter een bittere pil te slikken, schoon schip te maken, uit te huilen en opnieuw te beginnen.

Hier stond eerst nog iets. Ik laat een bijdrage altijd even liggen en dat is maar goed ook. Allerlei complottheorieën kan ik beter niet publiceren.

Beeldkwaliteitplan

In november werd door het bureau Croonen het concept beeldkwaliteitplan gepresenteerd. De presentator gaf duidelijk aan dat het de bedoeling was dat dit concept met de ondernemers van de binnenstad zou worden besproken en eventueel aan te passen alvorens het besluitvormingstraject te starten. Dat werd zowel door raad als college duidelijk onderschreven. Verbazingwekkend was dan ook het bericht van de gemeente dat het college 6 weken de tijd gaf om een zienswijze in te dienen. Ik heb daarover al mijn verontwaardiging in deze weblog uitgesproken; ook over het feit dat de bewoners helemaal niet in het proces waren betrokken. Er is een aantal zienswijzen ingediend. De mijne heeft u hier kunnen lezen.

De indieners werden uitgenodigd om 24 februari in een zogenaamde inloopbijeenkomst hun zienswijze te bespreken met de opstellers en een vertegenwoordiging van de commissie Ruimtelijke Kwaliteitszorg. Duidelijk met als doel daarna het plan aan de raad ter goedkeuring voor te leggen. In plaats van individuele gesprekken werd het gelukkig een gemeenschappelijk overleg tussen de opstellers, de commissie en vertegenwoordigers van Graveon, de wijkraad binnenstad, Graeft Voort en Menno van Coehoorn en ik als “stuurman aan de wal”. De vertegenwoordigster van de gemeente had de niet eenvoudige taak de discussie te vertalen in een bruikbaar advies voor het college. Dat advies is er uitgekomen: doe wat in november de bedoeling was en ga praten met de ondernemers, maar ook met de bewoners in één of meer openbare bijeenkomsten. Pas daarna het concept aan en ga pas dan het besluitvormingstraject in. Jacques Leurs deed op zijn site al of het zo ook zou gebeuren. Ik wacht dat nog even af. Het college had duidelijk de bedoeling het plan na deze bijeenkomst in de raad te brengen. En er is inderdaad haast bij en alsnog opvolgen van het advies kost natuurlijk extra tijd. Maar dat is beter dan een beleid vast te stellen dat geen draagkracht heeft en dus ongebruikt in een la verdwijnt. Daar ligt het dan niet eenzaam en alleen.

Scheepswerf deel zoveel

Woensdag 24 februari 2010 in de Gelderlander het bericht dat het haalbaarheidsonderzoek naar verplaatsing van de scheepswerf, en dan met name naar het Wisseveld, is begonnen. Wat dat onderzoek inhoudt werd uit het artikeltje niet duidelijk. Bij het lezen van het interview met van Hemsbergen kreeg ik de indruk dat de Brabantse OntwikkelingsMaatschappij (BOM) het uitvoert of er in ieder geval bij is betrokken. Dat houdt bij mij de hoop levend dat het onderzoek zich niet uitsluitend richt op verplaatsen naar het Wisseveld.

Siem van Hemsbergen gaf al enkele nautische bezwaren. In de bijdrage van de VVD aan de artikelen in de Graafsche Courant van 24 februari onder de kop “Het Arsenaal mag niet omvallen” staat te lezen: “Een verplaatsing van het AZC naar Wisseveld is volgens de VVD-lijsttrekker geen goed plan “De VVD is hier mordicus op tegen. Onze prioriteiten liggen bij woningbouw en eventueel kleinschalige industrie.””. Nu kun je over de definitie van kleinschalige industrie twisten, maar een scheepswerf als die van Grave zal niet in die definitie passen. Al eerder heb ik als mijn mening verkondigd dat de combinatie scheepswerf-woningbouw op het Wisseveld alleen maar verplaatsen van het probleem betekent en dus niet gewenst is.

Het zou goed zijn wanneer het college duidelijkheid zou geven over de inhoud van het haalbaarheidsonderzoek en de mate waarin Rijkswaterstaat medewerking heeft toegezegd. Of zou dat ook al lekkage betekenen en lekkage kun je bij een scheepswerf niet gebruiken.

Vervolgens werd woensdag in het artikel in de Gelderlander door wethouder Bos nog meegedeeld dat de scheepswerf, de gemeente en de provincie geen geld hebben voor verplaatsen. Het is wat brutaal om te zeggen dat daarmee het haalbaarheidsonderzoek is afgerond; er is immers nog een postcodeloterij. Maar toch durf ik er wel een weddenschapje op af te sluiten dat verplaatsen naar het Wisseveld en ongewenst en op redelijke termijn niet haalbaar is en dan zijn we over een paar maanden opnieuw bij “AF”. Dat is wel jammer, want er moet wel iets gebeuren. Hoe dat probleem naar mijn mening zou moeten worden aangepakt (bewust schrijf ik niet: opgelost) heb ik al eerder opgeschreven. Dat is niet eenvoudig en zal ergens pijn doen.

Sociëteitdebat bijdrage Leny van Lieshout

Ook Leny van Lieshout heeft op de vragen gereageerd.

beste Leo,

Je hebt vrome wensen voor de collegevorming na de verkiezingen (eerst de
prioriteiten, dan de poppetjes) die ik volledig deel. Maar volgens mij is
wat er na de verkiezingen zal gebeuren al lang geregeld, en wel toen de
LPG steun ging geven aan het zittend college van CDA en VVD. Toen is,
vrees ik, de buit vast verdeeld. Inclusief poppetjes, of liever,
allereerst de poppetjes. Eigenlijk zijn deze verkiezingen dus niet nodig,
want het moet al erg gek lopen willen de huidige drie niet ten minste acht
zetels halen.

Dit mag worden gepubliceerd.

met vriendelijke groet,

Leny van Lieshout

Mijn reactie:
De vrees die Leny uitspreekt was juist voor mij de reden om die vraag als eerste te stellen. Op zich mag je voortzetting van het huidige beleid en dus het huidige samenwerkingsverband inzet van de verkiezingen maken. Kom er dan wel voor uit.

Leo de Vreede

Societeitdebat bijdrage Louis Sparidans 2

En dan hierbij de tweede bijdrage:

Debatpunt 2: Regionale samenwerking resp. de onvermijdelijke herindeling in de (nabije?) toekomst

Het is geen "leuk" onderwerp, maar ik denk dat er binnen enkele jaren (nog tijdens de komende raadsperiode?) niet aan valt te ontkomen: het bestaan van Grave als zelfstandig stadje loopt ten einde! Grave is eigenlijk te klein om nog een goed geëquipeerd ambtenarenapparaat op de been te kunnen houden en om aan redelijke wensen van burgers te kunnen voldoen, waar burgers zelf ook mondiger zijn geworden.

Op het moment kent Nederland ruim 400 gemeenten. Nog niet eens zo lang geleden waren dat er ruim twee keer zoveel. De meeste mensen weten nog wel dat vroeger ook Escharen Gassel en Velp zelfstandige gemeenten waren en natuurlijk zou het veel leuker zijn als dat nog kon. Het moet weldadig zijn als iedereen de burgemeester nog persoonlijk zou kennen, alsook omgekeerd en iedereen "zomaar" het gemeentehuis zou kunnen binnenlopen als er een probleempje was, wat dan ook nog kon worden opgelost.

Helaas, dat kan niet meer. De Rijksoverheid hanteert tegenwoordig vaak een inwonertal van 35 tot 40-duizend inwoners als minimumgrens, uitzonderingen daargelaten. Te verwachten valt dat binnen niet al te lange tijd ook de financiering daarop wordt afgestemd en we weten allemaal hoe 's Rijks Schatkist er voor staat. Dan komen we er ook niet meer onderuit met regionale samenwerking op deelgebieden, daar ben ik van overtuigd.

Of we willen of niet: de herindeling van gemeenten wordt ons op een gegeven opgelegd, tenzij .......... gemeenten zélf besluiten vrijwillig samen te gaan om op die manier de overheid vóór te zijn.

Op het moment "schurken" we nogal tegen Cuijk (en Boxmeer) aan, met omliggende gemeenten. Hebben wij zoveel met Cuijk? Niets ten nadele van Cuijk, maar Cuijk moet zelf op termijn tóch met Boxmeer samengaan en is het dan zo nodig dat wij daar ook bij zijn? Zijn we dan letterlijk en figuurlijk niet nóg verder van huis? Een David-en-Goliath-constructie?

Kijk ook eens een andere kant op. Zeeland, Schaijk (en Reek) vormen samen Landerd. Weldra zitten ze nóg verder onder de minimum-grens, zodra die, wat te verwachten valt, door de Rijksoverheid opnieuw zal worden opgetrokken. Ik weet dat zowel Oss als Uden/Veghel er al een beetje op "azen".

Waarom zouden we niet proberen als vier gemeenschappen van vergelijkbare grootte (Zeeland, Schaijk, Grave en Mill) met samen een ruim voldoende inwonertal (op vrijwillige basis) een "bolwerk" te gaan vormen, tegen Oss, Uden/Veghel en Cuijk/Boxmeer. Zou dat niet (veel) "leuker" kunnen zijn? Maar dan moeten we wel opschieten, anders is het Rijk ons voor! Is dat zo'n gek idee, vraag ik aan de partijen en zo ja, waarom?

Sociëteitdebat bijdrage Louis Sparidans 1

Van Louis Sparidans ontving ik een tweetal reacties op de vragen die ik aan de lijsttrekkers heb voorgelegd.
Hierbij de eerste:

Debatpunt 1: De onvermijdelijke bezuinigingen tijdens de komende raadsperiode

Ook ik ben bezig geweest de verkiezingsprogramma's op dit punt na te lopen, maar géén der partijen noemt concrete punten.

Terwijl het toch een hot item zou moeten zijn! Het gaat straks immers álle inwoners raken en in zekere zin doen alle partijen nu net alsof hun neus bloedt. Het bedrag is bekend: één miljoen euro, dat is niet niks! Er hoeft in het kader van de verkiezingen helemaal niet gewacht te worden op nadere ambtelijke stukken terzake, want "het leuke" is dat men nu al, iedere partij voor zich en min meer vrijblijvend, kan aangeven waarop men concreet denkt te willen gaan bezuinigen. Ik denk dat iedere kiezer met name op dit punt graag wil weten waar ie aan toe is, om zijn/haar definitieve keuze te bepalen.

Als dan ná de verkiezingen de machtsverhoudingen bekend zijn kunnen ambtenaren meteen beginnen om stukken voor te bereiden, waarmee het College, dat dan hopelijk na niet al te langdurige onderhandelen zal gaan optreden, vervolgens voortvarend te werk kan gaan om raadsvoorstellen te dier zake op te stellen.

Dus, ik hoop serieus dat geen enkele partij tijdens het verkiezingsdebat zo "laf" zal zijn om niet man en paard te noemen op dit punt! Niet alleen wáár men (noodgedwongen, dat wel) op wil gaan bezuinigen maar ook met hoeveel. En dan bedoel ik niet loze woorden als een kleiner ambtenarenapparaat, of wat minder extern inhuren, maar héél concreet: op welke punten zullen de inwoners het gaan merken!

dinsdag 23 februari 2010

Verkiezingsdebat Sociiëteit

Zondag 28 februari is weer het langzamerhand traditionele verkiezingsdebat in de sociëteit. Deze keer is er voor gekozen geen discussiepunten voor te bereiden. Op die manier ontstaat een open bijeenkomst waarin de kandidaten kunnen laten zien en horen hoe zij spontaan over zaken denken. Maar zoals altijd heeft ook dit voordeel weer een nadeel. Als ik een vraag stel wil ik dat de vraag wordt begrepen en dat ik ook een concreet antwoord krijg. De ervaring in de laatste vier jaar heeft wel geleerd dat op veel vragen die in de raad werden gesteld het college geen direct antwoord had. En de raad nam daar telkens genoegen mee. Aangezien behalve Trots op Nederland (zekerheidshalve schrijf ik de naam maar voluit) alle partijen die aan de verkiezingen deelnemen nu ook al in de raad zijn vertegenwoordigd neem ik het zekere voor het onzekere en maak de vragen die ik zou willen stellen maar vast openbaar. Ik doe dit nu pas omdat ik vorige week in Libië was, een zeer interesZANDt land. De vragen zijn bestemd voor alle partijen.

  1. Hoe denkt uw partij over de collegevorming? Wordt het zoals in het verleden gebruikelijk zoeken naar een combinatie van 8 zetels om zo de eigen kandidaten aan een zetel te helpen, waarna een coalitieprogramma wordt opgesteld dat vervolgens tot raadsprogramma wordt verheven. Of wordt eerst geprobeerd een zo breed mogelijk gedragen raadsprogramma op te stellen, waarna vervolgens daarbij passende wethouders worden gezocht, binnen of buiten de gemeente. En hoe gaat volgens u de procedure verlopen, waarbij de openheid natuurlijk belangrijk is? Anders dreigt ook hier lekkage!
    Toelichting: In het duale stelsel is het veel meer een debat tussen raad en college van tussen coalitie en oppositie. Een beschouwing van de verkiezingsprogramma’s leert ook dat er inhoudelijk geen wezenlijke tegenstellingen zijn tussen de partijen. Alle kans dus om een breed overleg te voeren. Ook de wijze waarop het proces verloopt is van belang. Neemt de grootste fractie het voortouw of denkt man aan een formateur of formatrice. En misschien heeft uw partij een heel ander verfrissend idee hierover.
  2. Hoe denkt uw partij over communicatie in het besluitvormingsproces en moet dat volgens u tot veranderingen in dat proces leiden? Gebrek aan communicatie is deze periode herhaaldelijk aan de orde geweest. Niet alleen tussen college en raad, maar ook tussen gemeentebestuur in zijn totaliteit en de bevolking. De huidige besluitvormingsprocedure werkt een slechte communicatie ook in de hand. De voorbereidende vergadering wordt een week, of vaak minder, voor de besluitvormende gehouden. Daarbij is de beantwoording in de voorbereidend vergadering te vaak van een dergelijke kwaliteit dat een voortzetting van de voorbereidende discussie in de besluitvormende vergadering noodzakelijk is. In plaats van een debat tussen partijen wordt het weer een discussie tussen raad en college. En dat is weer net niet de bedoeling van het duale stelsel. Kom niet aan met het argument dat het duale stelsel niet geschikt is voor kleinere gemeenten. Ik zou bijna zeggen in tegendeel.
    Toelichting: Het huidige systeem biedt op zich al weinig ruimte om niet raadsleden, dus de bevolking, bij de besluitvorming te betrekken. Daarbij komt dat te vaak stukken moeten worden nagezonden of onvolledig zijn. Als partijen schriftelijk vragen stellen, hetgeen op zich is toe te juichen omdat de antwoorden kunnen worden voorbereid , is het antwoord er vaak nog niet of het wordt ook schriftelijk gegeven en dan verdwijnt het in ieder geval voor het publiek in het niets. Mij is onlangs ook gebleken dat een wethouder toen een schriftelijk gestelde en beantwoorde vraag nogmaals aan de orde kwam kennelijk niet op de hoogte was van het antwoord. Als het voor de raad al moeilijk is dan is het voor het publiek zeker niet meer te volgen.
    De inbreng van het publiek is uiterst minimaal. Het spreekrecht is zeer beperkt, van meepraten is geen sprake en invloed op de discussie heeft het niet. Dat zou niet zo erg zijn als er een voor het besluitvormingstraject een communicatietraject was geweest. Dat is nog maar zelden het geval.
  3. Ziet uw partij het onthutsende rapport van de rekenkamer over het “Trefpunt” als een incident of als kenmerkend voor de werkwijze van het gemeentebestuur? Wat gaat u er aan doen? Zou het niet beter zijn geweest als college en raad nog in deze periode verantwoording hadden afgelegd?
    Toelichting: Zoals ik de vraag stel is natuurlijk ook beantwoorden. De werkwijze van raad, college en ambtelijk apparaat leidt tot dit soort ongelukken. Kijk maar naar Bijl/Hofplein, Wisseveld, Scheepswerf en ga zo maar door. Ook de lekkageproblematiek vindt zijn oorsprong in deze werkwijze. Het wordt door ambtelijke leiding en college ook wel erkend en er wordt gewerkt aan verbetering, althans dat wordt gesteld. Maar er zouden al zaken zichtbaar moeten zijn. Een basisprincipe van projectmatig werken is plannen. Onlangs id besloten om voor het “Hart van Grave” een projectprocedure te volgen in plaats van zoals nog slechts enkele maanden geleden was overeengekomen een bestemmingsplanprocedure. Dat kost de gemeente extra geld en levert een risico op in de orde van grootte van 3 ton in Euro’s. Bij dit besluit had een realistische planning van de procedure voor het nieuwe bestemmingsplan gehoord. Ook had moeten worden verantwoord waarom een bestemmingsplanprocedure opeens niet haalbaar is. (dat was hij volgens mij al niet toen de overeenkomst met v.d. Horst c.s. werd gesloten. ) En er wordt toch al jaren gesproken over de noodzaak van een nieuw bestemmingsplan. Zo zijn er nog wel meer voorbeelden aan te halen.
  4. Wat is uw visie op de toekomst van de scheepswerf en de rol van de gemeente?
    Toelichting: Ik besef dat dit een rot vraag is. De gemeente kan die ook niet alleen beantwoorden. Op zijn minst moet het vraagstuk samen met de scheepswerf worden aangepakt. Na de –noem het maar- noodkreet van de scheepswerf is door de raad daadkrachtig gesteld dat er een haalbaarheidsonderzoek naar verplaatsing moest komen. De term “daadkrachtig” is niet van mij, maar een citaat uit een krant. Dat haalbaarheidsonderzoek was in 2006 al in het raadsprogramma opgenomen. Dat dit nu kennelijk nog moet plaatsvinden kun je niet bepaald daadkrachtig noemen. Wat houdt een haalbaarheidsonderzoek eigenlijk in? Ook daarbij zal inbreng van de scheepswerf noodzakelijk zijn. En wat te doen als het haalbaarheidsonderzoek tot de conclusie leidt dat verplaatsen binnen afzienbare tijde niet haalbaar is? Zijn we dan weer bij af? Is het Wisseveld een wezenlijke oplossing of alleen maar een verplaatsen van het probleem? Het Wisseveld is toch bestemd voor woningbouw met wat lichte bedrijvigheid? Of ligt het verzorgingscentrum met MFC straks op een echt industrieterrein?
  5. Hoe gaat uw partij de noodzakelijke bezuiniging van € 1.000.000 met ingang van 2011 realiseren? De vraagstelling is nogal direct en dat mag naar mijn mening. De huidige raad, waar nagenoeg alle partijen die aan de verkiezingen deelnemen zijn vertegenwoordigd, heeft hiertoe besloten bij de behandeling van de begroting 2010. Er valt niet meer aan te ontkomen. In de verkiezingsprogramma’s heb ik wel zaken gevonden die tot hogere kosten leiden, maar geen concrete bezuinigingen.

Alhoewel hierbij niet al mijn vragen over het toekomstig besturen van de gemeente Grave aan de orde zijn geweest zullen uw antwoorden mij voldoende houvast bieden om een keuze te maken.

zaterdag 13 februari 2010

verkiezingsprogramma's

In de Gelderlander van zaterdag 13 februari werd een beschouwing gegeven over de verkiezingsprogramma’s. Geconstateerd werd dat die programma’s weinig concreet zijn, vooral waar het gaat om de noodzakelijke bezuinigingen als gevolg van de crisis.

Dat is geen wonder omdat een verkiezingsprogramma twee doelen heeft die meestal niet tot dezelfde tekst leiden. Het gevolg is dan een vage tekst, maar dat is in de politiek gebruikelijk.

Het eerste doel is natuurlijk aangeven wat volgens de partij de komende vier jaren moet en liefst ook zal gebeuren. In de huidige situatie zal dat leiden tot schrappen van leuke dingen, verhoging van lasten of afzien van nieuwe leuke dingen. De huidige raad van Grave heeft in de meerjarenbegroting 2010-2014 alvast een besparing van € 1.000.000 minder uitgeven ingecalculeerd. Een verkiezingsprogramma met dit doel als hoofddoel is geen aantrekkelijke lectuur.

Het tweede, en directe, doel is met de tekst zoveel mogelijk stemmen winnen en daarvoor is een heel ander verhaal nodig en daarin zijn meer voorzieningen en minder lasten natuurlijk favoriet.

Een gevolg van deze spagaat is dat tegenstellingen tussen partijen, zo ze er al zijn, zullen worden vervagen. Kiezen tussen partijen wordt dan moeilijk en dan rest niets anders dan kiezen tussen de personen, los van de partij waarop ze staan. Misschien is dat in gemeenten met een omvang als in het land van Cuijk wel juist goed. Te hopen is dan wel dat na de verkiezingen die eensgezindheid blijft en dat gezamenlijk een raadsprogramma wordt opgesteld en daarbij wethouders gezocht. Het zou jammer zijn als men weer probeert iets meer dan 50% van de raadszetels bij elkaar te krijgen om zo enkele favorieten aan een wethouderszetel te helpen.

dinsdag 9 februari 2010

debat rapport rekenkamer

Jacques Leurs zegt op zijn website dat hij het presidium wil voorstellen een extra raadsvergadering in te lassen waarin het rapport van de rekenkamer over het Trefpunt word besproken.

Op het eerste gezicht een goed idee, het zou goed zijn wanneer dit college aan het eind van de zittingsperiode verantwoording aflegt over de hangende heikele zaken. Maar dat zijn er meer dan het Trefpunt. Allereerst is er natuurlijk het Wisseveld. Vervolgens is er ook nog steeds geen eindverantwoording verschenen over het afbreken van de samenwerking met Mooiland bij het project Bijl/Hofplein. Bij de begrotingsbehandeling was er wel een wat cryptische zin in de risicoparagraaf; het college voorziet bij de afwikkeling geen risico’s. Dat betekent wel dat de afwikkeling nog niet is afgerond. Dat bleek ook al uit een B&W-besluit van 26 januari. Het college besloot het verzoek van Mooiland om mee te werken aan een art.19.1 WRO voor het project Bijl/Hofplein af te wijzen. Een duidelijk geval van mosterd na de maaltijd. Vraag hierbij is direct waarom dit besluit pas nu is genomen. “Al” half 2007 kreeg ik van dit college als antwoord op mijn zienswijze van januari 2006 de mededeling dat die procedure niet zou starten, een omzichtige omschrijving van afwijzing van die procedure. Dit lijkt heel erg veel op het gebrek aan regie bij het gemeentebestuur waar de rekenkamercommissie in de zaak Trefpunt op wees. En dan is het ook goed de eindrapportage over het nieuwe stadhuis eens door de bril van de rapportage over het Trefpunt te bezien. Al eerder noemde ik die rapportage onvolledig, maar de raad nam er genoegen mee.

En daarmee ben ik bij de raad. Een alinea die begint met “op het eerste gezicht” zoals hiervoor vraagt om een vervolg dat begint met een dikke “Maar…..”

De eerste “maar”. Het gaat zowel bij het Trefpunt als bij de andere punten niet alleen over de rol van het college, maar evenzeer over die van de raad in zijn geheel.

En dan de tweede “maar”. Zo’n bespreking vereist voorbereiding wil die niet in oeverloos gezwam ontaarden. Nu is het college al vanaf oktober 2009 op de hoogte van de inhoud van het rapport. Dat zou voldoende tijd opgeleverd moeten hebben om een reactie inclusief te nemen maatregelen te produceren. Maar helaas…
Alles bij elkaar betwijfel ik of een zinvol debat op 23 februari , hoe wenselijk ook, nog haalbaar is. Maar misschien is kort na 3 maart een alternatief. Dan moet de raad toch nog een keer bij elkaar komen als afsluiting.

Het brengt mij wel op het idee dat het een goede zaak zou zijn wanneer in het volgende raadsprogramma wordt opgenomen dat in februari 2014, aan het eind van de periode raad en college verantwoording afleggen over het gevoerde beleid.

dinsdag 2 februari 2010

Rapport Rekenkamer Trefpunt

Het lang verwachte rapport is nu openbaar. Aanvankelijk was ik niet zo blij dat alleen dit project onderwerp van onderzoek zou zijn. Het resultaat is nu wel zodanig dat het niet moeilijk is te zien dat de gang van nzaken bij het Trefpunt geen incidentele misser is, maar een gevolg van de wijze waarop de gemeente werkt. Ik gebruik de tegenwoordige tijd omdat het bij andere projecten ook nu nog hetzelfde gaat. Ook de eindrapportage over het stadhuis deugt niet (zie mijn commentaar erop) en ook MFC en loswal zijn op dezelfde ongelukkige wijze aangepakt. Ook is duidelijk dat de hoofdverantwoordelijkheid bij het gemeentebestuur ligt, zowel college als raad. Een andere aanpak door het ambtenarenapparaat is dan ook niet voldoende. Ook raad en college zullen heel anders moeten werken. Ik ben benieuwd naar de reacties