woensdag 14 juli 2010

voorbereidende vergadering 13 juli 2010, nabeschouwing

Twee niet geagendeerde zaken waren voor mij het meest opmerkelijk.

Allereerst natuurlijk de aankondiging van de burgemeester dat zij Grave gaat verlaten. Verrassend, maar niet verbazingwekkend. Deze stap past volledig in haar carrière. 4 Jaar is voor ons kort, maar als ik mij goed herinner is het burgemeesterschap van Grave de functie die zij in haar loopbaan het langst heeft uitgeoefend. Voor haar is deze benoeming een succes en dus een felicitatie waard.

Grave moet nu op zoek naar een nieuwe burgemeester. Ik ben benieuwd hoe dat zal gaan. Doet de hele raad daar aan mee of regelt de coalitie het weer net als bij de wethouderskeuze. Ik heb veel kritiek gehad op de wijze waarop dat is gebeurd, maar de indruk tot nu toe is wel dat het resultaat van die verkeerde procedure veelbelovend is.

Vervolgens circuleerde er een Raadsleden-Nieuwsbrief waarin werd meegedeeld dat er geen haalbaarheidsonderzoek naar verplaatsing van de scheepswerf zou worden gedaan. Dat ontlokte bij mij een zacht “Hoera”. Eindelijk is besloten een bij voorbaat doodlopende weg te verlaten. Al te lang werd de raad en alle betrokkenen de worst voorgehouden dat verplaatsen van de scheepswerf, en dan bij voorkeur naar het Wisseveld, een haalbare en afdoende oplossing van de problemen zou zijn. Al gauw was duidelijk dat niemand geld beschikbaar had voor deze operatie en daarmee is verplaatsen uitgesloten en het resultaat van het haalbaarheidsonderzoek bekend: onhaalbaar. De Zwarte Piet van het stoppen met het steeds maar niet beginnen met het onderzoek wordt wel erg nadrukkelijk bij de scheepswerf gelegd. Van een ondernemer mag je toch verwachten dat hij geen geld uitgeeft aan zaken die geen rendement opleveren. Zeker raadslid Bos moet het aanspreken dat de directeur van de scheepswerf de gemeente behoedt voor nutteloos geld uitgeven aan een onderzoek. Ook al terzijde van de vergadering ontlokte het bericht dat de gemeente een onderzoek laat doen naar de toestand van een tweetal panden in de Hamstraat opmerkingen in deze zin.

Met de scheepswerf zijn we hiermee wel weer terug bij af. Nu bekend is wat er niet gaat gebeuren moet er snel duidelijkheid komen over hoe de problemen wel worden aangepakt. Ook zullen de plannen voor het Maasfront moeten worden aangepast.

En dan nu nog wat over de punten die wel op de agenda stonden.

“Vernieuwend vergaderen”.
Zoals ik al vreesde werd er inhoudelijk niet veel over gezegd. VPGrave maakte een opmerking over de inderdaad lange duur tussen voorbereidend bespreken en besluiten. Dat werd direct aanleiding om de zaak maar over de vakantie heen te tillen. De gebruikelijke vraag of dit niet voor de besluitvormende vergadering van 20 juli zou kunnen worden opgelost werd niet gesteld. Ik heb nog ergens een schema liggen, waarbij dit bezwaar zich niet voordoet, maar ongetwijfeld kleven daar weer andere bezwaren aan. Maar daarom zou een brede discussie waarin alternatieven naast elkaar worden besproken en afgewogen zinvol zijn. In ieder geval beter dan achtereenvolgens alle mogelijkheden af te schieten vanwege een of ander nadeel. Aan het eind houd je dan niets over. In mijn voorbeschouwing wees ik er ook nog op dat het om meer dan een vergaderschema moet gaan. Alhoewel Keerpunt 2010 bij het begin van de discussie nog vroeg of het voorstel tot wijziging van het reglement voor het presidium bij het onderwerp mocht worden betrokken, hetgeen mocht, werd hier verder geen woord over vuil gemaakt. Wordt dus vervolgd.

Het archeologisch beleid.
De discussie hierover was zeer beperkt. VPGrave vroeg alleen om een onderscheid tussen amateurarcheologen en goudzoekers. De VVD bij monde van Hans Bos vroeg zich af of er wel tijd aan moest worden besteed. Na wat gesteggel constateerde voorzitter Vollenberg dat het stuk rijp was voor de besluitvormende vergadering. Mijn vragen over de communicatie zijn dus niet beantwoord en zullen ook in de besluitvormende vergadering wel niet aan de orde komen, maar wellicht dat degenen die de startnotitie gaan uitwerken zelf tot de conclusie komen dat dit onderwerp meer aandacht verdient. Ik heb daar goede hoop op.

De kwestie Litjens.
Dit werd een volledige herhaling van de vorige bespreking. Iedereen was het er toen en nu wel mee eens dat er een oplossing moet komen en dat die in het bestemmingsplan Buitengebied moet worden vastgelegd. De ideeën hierover van Litjens zijn bekend. Het is nu een zaak van goed formuleren wat de gemeente toelaatbaar acht. Wat er volgende week dan ook wordt besloten, al of niet via een amendement , bij de behandeling van het bestemmingsplan Buitengebied begint de discussie opnieuw. Na een partijtje langs elkaar heen praten constateerde de voorzitter dat ook dit stuk rijp was voor besluitvorming.

Hart van Grave
Met het eigenlijke voorstel: verruiming van het winkeloppervlak met opoffering van enkele woningen kon de hele raad wel instemmen. Wel werd duidelijk dat er nog enkele hobbels zitten in de overeenkomst, maar dat was eigenlijk al lang bekend.

Initiatiefvoorstel over Wisseveld
VpGrave kwam met het idee het Wisseveld, zolang er geen definitieve bestemming is, beschikbaar te stellen voor evenementen. Een goed idee, maar of daar nou een raadsbesluit voor nodig is? Merkwaardig blijf ik vinden dat initiatiefvoorstellen rechtstreeks naar de besluitvormende vergadering dienen te gaan. Je zou toch verwachten dat ook die behoorlijk worden voorbereid, zodat eventuele raakvlakken met andere zaken en de consequenties zowel juridisch als financieel bekend zijn. Ook de fracties kunnen het ambtelijk apparaat toch bij de voorbereiding van een voorstel betrekken?

Overpeinzingen.
Tijdens en na de vergadering heb ik me afgevraagd of er voor Litjens en het archeologiebeleid in dit stadium wel een raadsbesluit nodig was. De raad bemoeit zich toch alleen met hoofdlijnen? De hoofdlijnen voor Litjens zitten in het bestemmingsplan Buitengebied. Dat bij de voorbereiding daarvan het college ook de bestuurlijke Litjenssoap betrekt is logisch en dat de raad er via een nieuwsbrief van op de hoogte wordt gesteld dat men in samenspraak met Litjens in dat bestemmingsplan een hanteerbare bepalingen zal voorstellen is communicatief verstandig. Maar waarom alvast een principe-uitspraak vragen voor uiteindelijk een detail in het bestemmingsplan?

Op zich was de vraag van Bos of gezien de andere drukke bezigheden het wel verstandig is een archeologiebeleid te formuleren terecht. Maar die afweging hoort thuis bij de behandeling van de kadernota, de begroting of het eventuele jaarprogramma voor de raad. De raad informeren over startnotitie en wat daarmee samenhangt is prima, maar besluiten doet de raad over het uiteindelijke beleid en dat moet nog woreden voorbereid.

Zeker Litjens is een politiek gevoelige zaak en dan kun je ook overwegen dat het beter is een keer teveel naar de raad te gaan dan een keer te weinig. Maar de scheepswerf ligt evenzeer gevoelig en het haalbaarheidsonderzoek werd, althans door een deel van de raad als weg naar de hemel gezien, en kwam zelfs voor in een coalitieprogramma. Dat werd wel via een nieuwsbrief afgevoerd.

De vraag hierbij is natuurlijk wat de definitie is van besturen op hoofdlijnen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten