zondag 31 juli 2011

Toch nog maar weer eens scheepswerf en bestemmingsplan binnenstad.

Het is rustig. De raad is bijna helemaal in zomerslaap en ook in het stadhuis heeft men andere zaken aan het hoofd. Voor mij dus ook weinig reden me druk te maken. Maar eigenlijk is er heel wat werk aan de winkel en straks krijgen we weer als argument dat er geen tijd meer is voor goed overleg, maar er is altijd nog een bezwarenprocedure.

Gelukkig is er in ieder geval nog één raadslid dat wakker is. Jacques Leurs heeft zich niet beperkt tot (foto)reportages over leuke dingen die in Grave gebeuren, maar zich ook weer op de scheepswerf geworpen.

Eerst de feiten. De scheepswerf heeft bezwaar gemaakt tegen het B&W-besluit van 14 december 2010 (8 maanden geleden!) om geen medewerking te verlenen aan een door de scheepswerf gewenste wijziging van het bestemmingsplan. Dat bezwaar komt binnenkort in de bezwarencommissie. Afgaande op de berichtgeving van Jacques is het voornaamste bezwaar van de scheepswerf dat het college niet bevoegd is dat besluit te nemen. Het is aan de raad. Dat besluit heb ik op 24 december 2010 al besproken (klik in de kolom hier rechts maar op 2010-december-scheepswerf(alweer) )

Gebruikelijk is dat in zo'n bezwaarprocedure het college commentaar geeft op het bezwaar. Het college vindt dat de scheepswerf helemaal geen bezwaar had mogen maken (niet-ontvankelijk in het jargon) want het is maar een besluit met een voorbereidend karakter. Ook het college vindt dat de raad het echte besluit moet nemen.

De letterlijke tekst van het besluit, met blijkbaar een voorbereidend karakter, luidt:

" Er wordt geen medewerking verleend aan een mogelijke planologische uitbreiding van de Scheepswerf op de huidige locatie aan de Maaskade 28 te Grave;"

Niets van: "het college is niet van plan aan de raad voor te stellen mee te werken…." of zo iets. De tekst van het besluit –en van een besluit is de tekst maatgevend- is nog al resoluut.

Aan de opmerking dat het college de huidige situatie wel in het bestemmingsplan wil vastleggen hebben zowel de scheepswerf als de omwonenden en dus heel Grave niets. De scheepswerf kan dan niet aan de milieueisen voldoen en moet dus verdwijnen en dat wil niemand in Grave.

Inhoudelijk geeft het college eigenlijk toe dat de scheepswerf gelijk heeft. En dat het besluit van 14 december niets voorstelt. De bezwarencommissie zal het wel wat anders formuleren.

Mijn conclusie op 24 december was dat de discussie verder gevoerd zou moeten worden in het kader van het bestemmingsplan binnenstad. En dat is nu 8 maanden later nog steeds zo. Alleen is daarvan nog niets zichtbaar en de tijd begint te dringen.

In de laatste raadsvergadering was er bij de raad nogal wat boosheid over het bestemmingsplan Escharen. Door de tijd gedwongen moest dat worden vastgesteld zonder dat er voldoende overleg met gevoerd met de inwoners van Escharen. Die werden nu naar de bezwarenprocedure verwezen. Helemaal volgens de wettelijke regels aldus het college. Dat deed mij denken aan de spreuk: "het geeft niet als de zaak naar de bliksem gaat, als het maar volgens de regels gebeurt". De reden van de haast was van financiële aard. Een subsidie dreigde verloren te gaan.

Een zelfde situatie dreigt nu voor het bestemmingsplan binnenstad. De vergunningen voor het "Hart van Grave" zijn verleend en de bouw kan dus starten. Die vergunningen zijn verleend op grond van een zogenaamde projectprocedure. Heel fijn allemaal, maar in die zelfde procedure staat dat de leges die de bouwer moet betalen wordt opgeschort tot dat het bestemmingsplan is vastgesteld. En daaraan is een tijdslimiet verbonden. Als die wordt overschreden kan de gemeente naar de leges fluiten.

Kortom: voor het bestemmingsplan binnenstad is het aftellen begonnen. En het opstellen van een goed bestemmingsplan is niet dat je zo maar iets doet. In mijn blog van 4 januari 2011 met de titel "Bestemmingsplan; haastwerk, of gedegen?" heb ik uitgebreid weergegeven hoe naar mijn mening dat proces zou moeten verlopen. Daarvan heb ik nog helemaal niets teruggezien. Op zich is dat niet erg, want er zijn vele wegen, die naar Rome leiden. Maar ook van een andere aanpak en vormen van overleg is nog niets te merken.

Jacques Leurs wijst vooral naar het college en het ambtelijk apparaat. Ik vind dat zeker ook de raad tekort schiet. Het is mij te makkelijk te verwijzen naar de ambtelijke organisatie. Het functioneren daarvan is volkomen afhankelijk van de wijze waarop de raad en het college aansturing geven. Tenzij het ambtelijk apparaat de macht overneemt en dat willen we ook niet.

De raad had kunnen weten wat er aan schort. Net als ik, kunnen ze de B&W-besluiten lezen en constateren dat het bestemmingsplan binnenstad niet opschiet. Ze kunnen mijn commentaar lezen, en ik weet dat het ook wel wordt gedaan. Ze mogen mijn aanpak onzin vinden en een eigen aanpak kiezen. Helaas beperkt de raad zich tot wat vragen, die al of niet afdoende worden beantwoord. Ingrijpen ho maar!

De titel van mijn vorige blog (zie hier pal onder) was zo gek nog niet en zo eindig ik toch met een positieve opmerking.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten