dinsdag 4 januari 2011

Bestemmingsplan binnenstad; haastwerk of gedegen?

Mevrouw de voorzitter,

Dit verhaal is voor u, de raad en het college naar ik hoop geen nieuws. Er zijn echter ook mensen buiten de directe kring van de raad die deze bijdragen lezen. Noem het maar een schaduwpublieke tribune, zoals ik een schaduwfractie ben. Ter wille van die publieke tribune daarom deze bijdrage. Natuurlijk hoop ik dat u, en met u de hele raad aandacht besteedt aan wat ik hier opschrijf.

Het bestemmingsplan voor de kom van Grave, ofwel de binnenstad, is ruim 30 jaar oud. Volgens de wet moet het iedere 10 jaar worden herzien. Onder voorwaarden, waaraan Grave niet voldeed, kon de periode worden opgerekt tot 20 jaar. Je kunt dus rustig zeggen dat Grave behoorlijk nalatig is. Nu staat op het overschrijden van de termijn geen straf en zijn er zelfs procedures om toch bouwplannen die in strijd zijn met het bestemmingsplan goed te keuren. Maar dat is eigenlijk allemaal lapwerk.

Het gemeentebestuur heeft herziening van dit bestemmingsplan dan ook al lang op de klussenlijst staan. Maar er is nog steeds niets van gekomen. Waarom er niet aan is begonnen is mij eigenlijk een raadsel. Bij de verkoop van het nu verlaten stadhuis aan v.d. Horst heeft de gemeente zich zelfs verplicht het bestemmingsplan tijdig te herzien. Toen was al te voorzien dat dit niet haalbaar zou zijn. Er werd dus gebruik gemaakt van de achterdeur in de wet: er zou een projectprocedure worden gevolgd. Het voordeel voor de gemeente daarbij is dat vd Horst het meeste werk moet doen. De gemeente moet dan wel binnen een vastgestelde periode het bestemmingsplan alsnog herzien ander hoeft vd. Horst de leges niet te betalen. Het gaat daarbij om tonnen. Er is dus een flinke financiële stok achter de deur. Vandaar dat ergens in de informatie rond de begroting 2011 staat dat in het eerste kwartaal van 2011 wordt begonnen met dit bestemmingsplan. In de brief van het college aan de verzekering van Theo Gerrits (je moet je informatie toch ergens vandaan halen) staat zelfs dat een eerste ontwerp al in maart of april 2011 ter inzage wordt gelegd. Dat is dus snel en mogelijk wordt er nu van mijn kant een hoera verwacht. Nee dus. Dit kan niet waar zijn. Als iemand tegen mij om elf uur zegt dat hij weggaat omdat hij om twaalf uur in Maastricht moet zijn, zeg ik ook niet goede reis, maar iets dat ik beter hier niet kan opschrijven.

Waarom kan dat niet? Nou "kan niet" is misschien wat veel gezegd. Net zo goed als je met 180/uur over de A73 Maastricht misschien wel in een uur haalt kan een "eerste" ontwerp wel in maart/april ter inzage worden gelegd, maar vraag dan niet naar de kwaliteit.

"Ter inzage leggen" is niet zomaar een kladje laten zien; het is de start van de formele procedure. Het moet dan ook het ontwerp zijn waarvan het college overtuigd is dat het goed is en dat alle nodige en beschikbare informatie erin is verwerkt, zodat het zowel de raad als de bezwarenprocedures zal overleven. Alvorens er met goed fatsoen iets ter inzage kan worden gelegd moet er dus een hoop gebeuren en is er veel overleg nodig met betrokkenen. Dat kan nooit voor maart/april zijn afgerond. Eigenlijk gelooft het college er zelf ook niet in. Bij de begroting werd gesproken over "beginnen met het bestemmingsplan" en in de brief aan de verzekering is sprake van een "eerste ontwerp". Het college verwacht kennelijk zelf ook al dat het ter inzage te leggen ontwerp het niet zal halen en door een tweede moet worden vervangen. Dat betekent tijdverlies en overbodige kosten, dus een linkje met de bezuinigingsoperatie.


 

Hoe moet het volgens mij dan wel?

Allereerst zal moeten worden geïnventariseerd welke afwijkingen

  • Via een procedure (bijv. art. 19.1) tot stand zijn gekomen. In ieder geval zijn dat het Erskine-complex aan de Infirmerie, het Noorderblok en het Kazerneplein en mogelijks een reeks kleinere wijzigingen
  • Wel met instemming van het college tot stand zijn gekomen, maar niet volgens een juiste procedure of waarvan de proceduregegevens niet meer zijn terug te vinden. Mogelijk dat de woongalerie met stadstuin in deze categorie valt.
  • Tot stand zijn gekomen zonder dat er een vergunning voor is verleend, maar die wel kunnen worden gelegaliseerd;
  • Tot stand zijn gekomen zonder vergunning en die niet kunnen worden gelegaliseerd. In die gevallen zal dan een handhavingtraject moeten worden gestart.


 

Vervolgens moet worden nagegaan welke door de raad inmiddels vastgestelde beleidsnotities of structuurvisies op het bestemmingsplan van invloed zijn. Ook de zaken die nog in de pijplijn zitten horen daarbij. Ik heb die inventarisatie niet, maar weet wel een paar voorbeelden:

  • De structuurvisie van Herengracht uit 1990 (?)
  • De visie van Erskine op de binnenstad van 1993;
  • Het beeldkwaliteitplan dat begin 2009 ter visie lag, maar waarover na een hoorzitting niets meer is vernomen;
  • Het verkeerscirculatieplan;
  • De visie op de inrichting van de openbare ruimte;
  • De onlangs vastgestelde parkeernota;
  • Overzicht rijks- en gemeentemonumenten en beeldbepalende panden.


 

De gemeenteraad zal moeten vaststellen of deze visies, of welke status ze ook mogen hebben, al dan niet gewijzigd, in het nieuwe bestemmingsplan moeten worden opgenomen.


 

De volgende stap is nagaan of er wijzigingen in visies en bestemmingen moeten komen. Het vorige plan ging uit van het winkelcarré en de Horeca in de Maasstraat. Is dat nog zo? Is er reden om het basisstreven: bevorderen economie en toerisme, in het bestemmingsplan te verwerken. Er zijn in ieder geval drie zaken waarover de raad een uitspraak moet doen.

  • Er ligt het verzoek van Jan des Bouvrie de bestemming van het Arsenaal te veranderen. Het college heeft zich daartoe bereid verklaard en is met de raad in overleg over wat wel en niet kan;
  • Er ligt een verzoek van de scheepswerf het bestemmingsplan zo aan te passen dat beter aan de milieueisen kan worden voldaan. Het college heeft inmiddels besloten daar niet aan mee te werken. De raad zal daar echter over moeten beslissen.
  • Volgens de nog steeds aangehouden planning wordt het huidige Maaszicht eind 2012 verlaten. Dan zal het gebied een andere bestemming moeten krijgen. Ook hier zal de raad een uitspraak moeten doen over wat wel en niet kan. Uit antwoorden op vragen uit de raad blijkt echter dat het college in dit geval alles overlaat aan de eigenaar en dat is Mooiland/Maasland.

Opvallend is dat het college in deze drie gevallen, die met elkaar gemeen hebben dat de ontwikkelingen gevolgen hebben voor het bestemmingsplan, steeds een andere aanpak kiest.

Zeker voor wat betreft het gebied Prinsenstal (oude Maaszicht) vind ik de opstelling van het college –en de acceptatie daarvan door de raad- merkwaardig. Het principe van het gemeentebestuur is dat niet zelf wordt ontwikkeld, maar dat de gemeente wel de regie in handen wil houden. Voor zover ik weet geeft een regisseur zijn of haar aanwijzingen altijd van te voren.


 

Het ligt voor de hand dat wijkraad, ondernemersorganisaties, historische verenigingen, direct betrokkenen en wellicht nog anderen over het bovenstaande een mening zullen hebben die zij graag in het bestemmingsplan zien verwerkt. Het college heeft al diverse malen uitgesproken dat het daarover liever van te voren overleg pleegt dan via een zienswijze en/of bezwarenprocedure. Er zal dan ook heel wat overleg moeten worden gepleegd, zeker omdat uit de bevolking wel eens tegengestelde meningen naar voren kunnen komen.


 

Alles bij elkaar moet er dus nog al wat gebeuren alvorens een ontwerp bestemmingsplan met kans van slagen ter inzage kan worden gelegd.


 

Nu kan het gemeentebestuur zeggen dat er eigenlijk best met het oude bestemmingsplan kan worden geleefd en dat je kunt volstaan het opnieuw vast te stellen met hoogstens wat aanpassingen aan de nieuwe wetgeving. Waar nodig volg je te zijner tijd een projectprocedure en geregeld is de zaak. Maar de bedoeling van een bestemmingsplan is nou juist om tot een samenhangende visie te komen.


 

Het college heeft aangekondigd dat er in het eerste kwartaal van 2011 met dit bestemmingsplan wordt begonnen. Ik hoop dat de inventarisatiewerkzaamheden inmiddels zijn uitgevoerd. Het begin zou dan een plan van aanpak met planning kunnen zijn. Iedere betrokkene weet dan of en zo ja wanneer de inbreng kan worden geleverd.


 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten