dinsdag 30 juli 2013

2013-71 Hart van Grave, waar maak ik me druk over.

De gebeurtenissen met betrekking tot het project  Hart van Grave trekken natuurlijk de belangstelling van iedere rechtgeaarde Gravenaar.  Maar belangstelling hebben is nog iets anders dan “je er druk over maken” en zeker dan “je er mee bemoeien”.  Uit de krant en de raadsledennieuwsbrief no 18 blijkt dat er zich al velen druk over maken en zich mee bemoeien.

En toch kan ik mijn laptop niet dicht houden en maak ik me er druk over en is de neiging groot mijn visie te geven.  Waarom wil ik dat?

Bij het Hart van Grave in de huidige situatie zijn veel partijen betrokken. Allereerst natuurlijk de bewoners en de ondernemers die er hun woning of winkel hebben gekocht of gehuurd en al zitten of hadden willen zitten.
Wie in de huidige situatie de huurders vertegenwoordigd is mij niet duidelijk. Ik denk dat zij volledig afhankelijk zijn van de verhuurder als eigenaar. Diens belangen hoeven niet hetzelfde te zijn als van de huurder. Aan mijn bemoeienis zullen ze niet veel hebben.

De kopers van een appartement hebben een Vereniging van Eigenaren die de gemeenschappelijke belangen behartigt. Ook die vereniging zit natuurlijk niet op mij te wachten.

Dan hebben we de drie ondernemingen  van van der Horst, die bij het project zijn betrokken.  Ze zijn alle drie failliet en dus zijn er drie curatoren. Er zou nog best discussie kunnen ontstaan over de vraag in welk faillissement een bepaald onderwerp is betrokken. Dat kan dan weer invloed hebben op de consequenties voor de slachtoffers van de faillissementen.

Slachtoffers zijn naast kopers en huurders natuurlijk onderaannemers en leveranciers. Sommigen waren in staat hun wel geleverde spullen terug te halen. Daarmee werd de ellende natuurlijk verplaatst naar de kopers.
Partij is ook de instantie die zich garant heeft gesteld voor de afbouw van het complex. Als dat allemaal goed is geregeld betekent het dat de woningen wel worden afgewerkt in de overeengekomen kwaliteit. Het komt dus wel goed, maar wanneer?

En dan hebben we de gemeente. Vaak is de taak van de gemeente bij een bouwproject beperkt. De gemeente toetst een ingediend plan aan een vastgesteld bestemmingsplan en kijkt of het conform de vergunning wordt afgebouwd. Daarbij speelt veiligheid een rol en voor dat het gebouw in gebruik wordt genomen wordt die veiligheid gecontroleerd. Verder gaat de verantwoordelijkheid bij een dergelijk project niet. Zelfs niet als het project wordt gebouwd op grond die van de gemeente is gekocht.

Hier is het anders. De gemeente Grave is met van der Horst in 2009 een overeenkomst aangegaan om het gat dat in de binnenstad is ontstaan door de verplaatsing van het stadhuis te dichten.  Dat gat is in 2002 veroorzaakt toen de gemeenteraad van Grave besloot de noodzakelijke modernisering en uitbreiding van het stadhuis niet op de oorspronkelijke plaats te realiseren. Er werd een deel  van het project van de woningcorporatie gekocht dat door die organisatie op het voormalige Zuidoosterterrein  werd ontwikkeld. 

De raad nam dat besluit tegen het advies van het college in. Ook dat college oordeelde dat verplaatsen van het stadhuis en vooral de daardoor noodzakelijke herontwikkeling van het vrijkomende stadsdeel financieel  onverantwoord zou zijn.  De raad nam toch het besluit met de kleinst mogelijke meerderheid (8-7).

Je kunt dus stellen dat de gemeenteraad bewust een project is gestart  dat tot verlies moest leiden. Dan zijn er twee sporen te volgen.  Natuurlijk moet alles in het werk worden gesteld het verlies zo klein mogelijk te houden en vervolgens moet de gemeente er voor zorgen dat het uiteindelijke verlies niet bij onschuldige slachtoffers terecht komt.

Geen van beide sporen is eenvoudig. En de gemeente heeft zich op beide sporen zich niet bijzonder ingespannen.  Om dat aan te tonen zou de hele gang van zaken bij dit project moeten worden toegelicht. Dat gaat nu te ver. Binnenkort zal ik mijn visie daarop wel via dropbox beschikbaar stellen.

Mijn conclusie is dat het faillissement van van der Horst kan worden beschouwd als een door de gemeente ingecalculeerd risico. Daarvoor draagt de gemeenteraad de verantwoordelijkheid. De gemeenteraad vertegenwoordigt ook mij en daarom voel ik mij mede verantwoordelijk en dus maak ik mij er druk over.

Dat is natuurlijk mooi gezegd, maar waar leidt dat toe?  Het antwoord is eenvoudig: de gemeente moet alles in het werk stellen en er actief voor zorgen dat de schade wordt beperkt. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar het uitgangspunt zou kunnen zijn dat de gemeente allereerst alle verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte weer overneemt. Plan maken en uitvoeren zat voor een deel in de overeenkomst met vdH. Vervolgens zou de gemeente er via garantstellingen voor kunnen zorgen dat het project zo spoedig mogelijk wordt afgemaakt. Anders gezegd: eerst doen en dan steggelen over wie wat betaalt.

Belangrijk is daarbij ook de openbare ruimte in de hele binnenstad. Ook omwonenden en ondernemers in het centrum hebben belang bij dit project.  Daarbij gaat het  om meer dan alleen het Binnenhof.
Natuurlijk betekent dit weer een financiële strop voor onze gemeente. Daar zitten we niet op te wachten maar het is niet anders.

Natuurlijk is het de gemeenteraad, die hoofdverantwoordelijke voor deze situatie is, die dan ook het college deze weg moet wijzen. In de huidige verhoudingen doet het college alleen wat de raad opdraagt. En zoals de raad het college in 2002 dit pad heeft opgestuurd zal ook de raad het college de kaders moeten aangeven voor de weg naar het oorspronkelijke doel: een bruisende binnenstad.

En nu de moraal: de raad zal heel spoedig bijeen moeten komen en dan niet alleen om vragen te stellen, maar vooral om richting aan te geven. Dat is in ons aller belang. Het college moet er dan wel voor zorgen dat alle informatie voor iedereen beschikbaar is.

De informatie die het college heeft gegeven vond ik teleurstellend. Het gaat alleen over veiligheid. Belangrijk, maar die situatie is niet door het faillissement ontstaan. Die is ontstaan doordat het gebouw in gebruik is genomen alvorens de veiligheid was gecontroleerd en afspraken waren gemaakt over (eventueel tijdelijke) maatregelen het  gebouw zo snel mogelijk te kunnen betrekken. Hat faillissement heeft de aanpak alleen maar wat lastiger gemaakt.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten