De gebeurtenissen met betrekking tot het project Hart van Grave trekken natuurlijk de
belangstelling van iedere rechtgeaarde Gravenaar. Maar belangstelling hebben is nog iets anders
dan “je er druk over maken” en zeker dan “je er mee bemoeien”. Uit de krant en de raadsledennieuwsbrief no
18 blijkt dat er zich al velen druk over maken en zich mee bemoeien.
En toch kan ik mijn laptop niet dicht houden en maak ik me
er druk over en is de neiging groot mijn visie te geven. Waarom wil ik dat?
Bij het Hart van Grave in de huidige situatie zijn veel
partijen betrokken. Allereerst natuurlijk de bewoners en de ondernemers die er
hun woning of winkel hebben gekocht of gehuurd en al zitten of hadden willen zitten.
Wie in de huidige situatie de huurders vertegenwoordigd is
mij niet duidelijk. Ik denk dat zij volledig afhankelijk zijn van de verhuurder
als eigenaar. Diens belangen hoeven niet hetzelfde te zijn als van de huurder.
Aan mijn bemoeienis zullen ze niet veel hebben.
De kopers van een appartement hebben een Vereniging van
Eigenaren die de gemeenschappelijke belangen behartigt. Ook die vereniging zit
natuurlijk niet op mij te wachten.
Dan hebben we de drie ondernemingen van van der Horst, die bij het project zijn
betrokken. Ze zijn alle drie failliet en
dus zijn er drie curatoren. Er zou nog best discussie kunnen ontstaan over de
vraag in welk faillissement een bepaald onderwerp is betrokken. Dat kan dan
weer invloed hebben op de consequenties voor de slachtoffers van de
faillissementen.
Slachtoffers zijn naast kopers en huurders natuurlijk
onderaannemers en leveranciers. Sommigen waren in staat hun wel geleverde
spullen terug te halen. Daarmee werd de ellende natuurlijk verplaatst naar de
kopers.
Partij is ook de instantie die zich garant heeft gesteld
voor de afbouw van het complex. Als dat allemaal goed is geregeld betekent het
dat de woningen wel worden afgewerkt in de overeengekomen kwaliteit. Het komt
dus wel goed, maar wanneer?
En dan hebben we de gemeente. Vaak is de taak van de
gemeente bij een bouwproject beperkt. De gemeente toetst een ingediend plan aan
een vastgesteld bestemmingsplan en kijkt of het conform de vergunning wordt
afgebouwd. Daarbij speelt veiligheid een rol en voor dat het gebouw in gebruik
wordt genomen wordt die veiligheid gecontroleerd. Verder gaat de
verantwoordelijkheid bij een dergelijk project niet. Zelfs niet als het project
wordt gebouwd op grond die van de gemeente is gekocht.
Hier is het anders. De gemeente Grave is met van der Horst in
2009 een overeenkomst aangegaan om het gat dat in de binnenstad is ontstaan
door de verplaatsing van het stadhuis te dichten. Dat gat is in 2002 veroorzaakt toen de
gemeenteraad van Grave besloot de noodzakelijke modernisering en uitbreiding
van het stadhuis niet op de oorspronkelijke plaats te realiseren. Er werd een
deel van het project van de
woningcorporatie gekocht dat door die organisatie op het voormalige Zuidoosterterrein
werd ontwikkeld.
De raad nam dat besluit
tegen het advies van het college in. Ook dat college oordeelde dat verplaatsen
van het stadhuis en vooral de daardoor noodzakelijke herontwikkeling van het
vrijkomende stadsdeel financieel onverantwoord
zou zijn. De raad nam toch het besluit
met de kleinst mogelijke meerderheid (8-7).
Je kunt dus stellen dat de gemeenteraad bewust een project
is gestart dat tot verlies moest leiden.
Dan zijn er twee sporen te volgen.
Natuurlijk moet alles in het werk worden gesteld het verlies zo klein
mogelijk te houden en vervolgens moet de gemeente er voor zorgen dat het
uiteindelijke verlies niet bij onschuldige slachtoffers terecht komt.
Geen van beide sporen is eenvoudig. En de gemeente heeft
zich op beide sporen zich niet bijzonder ingespannen. Om dat aan te tonen zou de hele gang van
zaken bij dit project moeten worden toegelicht. Dat gaat nu te ver. Binnenkort
zal ik mijn visie daarop wel via dropbox beschikbaar stellen.
Mijn conclusie is dat het faillissement van van der Horst
kan worden beschouwd als een door de gemeente ingecalculeerd risico. Daarvoor
draagt de gemeenteraad de verantwoordelijkheid. De gemeenteraad vertegenwoordigt ook mij en daarom voel ik mij mede
verantwoordelijk en dus maak ik mij er druk over.
Dat is natuurlijk mooi gezegd, maar waar leidt dat toe? Het antwoord is eenvoudig: de gemeente moet
alles in het werk stellen en er actief voor zorgen dat de schade wordt beperkt.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar het uitgangspunt zou kunnen zijn dat
de gemeente allereerst alle verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte weer
overneemt. Plan maken en uitvoeren zat voor een deel in de overeenkomst met
vdH. Vervolgens zou de gemeente er via garantstellingen voor kunnen zorgen dat
het project zo spoedig mogelijk wordt afgemaakt. Anders gezegd: eerst doen en
dan steggelen over wie wat betaalt.
Belangrijk is daarbij ook de openbare ruimte in de hele
binnenstad. Ook omwonenden en ondernemers in het centrum hebben belang bij dit
project. Daarbij gaat het om meer dan alleen het Binnenhof.
Natuurlijk betekent dit weer een financiële strop voor onze
gemeente. Daar zitten we niet op te wachten maar het is niet anders.
Natuurlijk is het de gemeenteraad, die hoofdverantwoordelijke
voor deze situatie is, die dan ook het college deze weg moet wijzen. In de
huidige verhoudingen doet het college alleen wat de raad opdraagt. En zoals de
raad het college in 2002 dit pad heeft opgestuurd zal ook de raad het college
de kaders moeten aangeven voor de weg naar het oorspronkelijke doel: een
bruisende binnenstad.
En nu de moraal: de raad zal heel spoedig bijeen moeten
komen en dan niet alleen om vragen te stellen, maar vooral om richting aan te
geven. Dat is in ons aller belang. Het college moet er dan wel voor zorgen dat
alle informatie voor iedereen beschikbaar is.
De informatie die het college heeft gegeven vond ik
teleurstellend. Het gaat alleen over veiligheid. Belangrijk, maar die situatie
is niet door het faillissement ontstaan. Die is ontstaan doordat het gebouw in
gebruik is genomen alvorens de veiligheid was gecontroleerd en afspraken waren
gemaakt over (eventueel tijdelijke) maatregelen het gebouw zo snel mogelijk te kunnen betrekken.
Hat faillissement heeft de aanpak alleen maar wat lastiger gemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten