(Dit verhaal behoeft nog een redactionele correctie, maar het wordt mooi weer een dan heb ik andere prioriteiten. Opmerkingen zijn welkom. Ik besef dat dit een lang verhaal is. Als troost vermeld ik dat ik nog meer op mijn kladblaadjes heb staan)
Het heeft heel wat moeite gekost alle hele en halve
informatie over het Hart van Grave tot een samenhangend geheel te maken. Dat is
ook direct de kern van het hele probleem. Er wordt steeds over details
gesproken en het uiteindelijke doel en de grote lijnen worden daarbij uit het
oog verloren.
Dat uiteindelijke doel was, en is hoop ik nog steeds,
de binnenstad te herontwikkelen zodat het naast een fijn woon- en werkgebied
ook aantrekkelijk wordt voor bezoekers van buiten de gemeente, uit de regio
voor hun inkopen en van verder weg als toerist. Al deze bezoekers wordt het zo naar de zin gemaakt dat zij
flink wat geld achter laten. Vanzelfsprekend dienen gemeentenaren, die nu hun
inkopen buiten de gemeente doen, nu
zoveel mogelijk in Grave blijven. Dit is mijn vertaling van hetgeen in
officiële stukken staat: Grave voert een toeristisch economisch beleid.
De
raadsleden-nieuwbrief no 16 over de stand van zaken Hart van Grave
In deze onlangs verschenen brief geeft het college
informatie over de stand van zaken. Deze brief geeft op onderdelen aan welke
problemen er al zijn. Uit deze brief blijkt voor mij dat het faillissement niet
echt de oorzaak is van de ellende. Het is wel een flinke scheut die de emmer
doet overlopen. Teleurstellend was voor mij dat de gemeente nog weinig
activiteit toont om de schade zoveel mogelijk te beperken. En dan bedoel ik met
schade niet alleen de directe kosten, maar vooral de schade voor het doel van
de hele operatie zoals ik in het begin omschreef. Dit toeristenseizoen is nu helemaal
verloren. Het zal extra inspanning kosten de schade aan het beeld van Grave als
trekpleister weer te herstellen.
Dat is geen zaak van het gemeentebestuur alleen. Ook de
ondernemers zullen in actie moeten komen en ook de bewoners zullen moeten meewerken.
Dit weekend hebben we het smartlappenfestival, vlak daarna de vierdaagse en in
augustus het ballon- en waterfestival.
Dat het centrum er uit ziet als een “verwaarloosd Russisch stadje”
(citaat) zal moeten worden gecompenseerd door extra gastvrijheid. De volgende
suggestie die ik daarvoor kreeg toont wel aan dat de sfeer niet echt positief
is.
advertentie:
a.s.
Zondag 7 juli Smartlappenfestival in Grave! Bent u het gejengel zat en
wilt
u even een uurtje uw kinderen laten spelen?
Wij
hebben de grootste zandbak, midden in het centrum!
Zelf
emmertjes en schepjes meenemen voor de wedstrijd “Luchtkastelen”.
Jury:
de bewoners van de wijk Binnenstad.
We moeten uit deze sfeer vandaan. Het lijkt mij dat het
centrummanagement daar een belangrijke rol in moet spelen. Die kar wordt
getrokken door de ondernemers in samenwerking met de gemeente. De bewoners
spelen daar nog een vrij passieve rol in die best wat actiever mag worden.
De situatie heeft wel wat weg van de toestand eind
1966. De naoorlogse sanering had toegeslagen en het St.-Henricus-instituut was
gesloopt met als gevolg een open zandvlakte van Hoofschestraat tot en met wat
nu de Henricusweg is. Er ontstond een positief gericht volksoproer dat
uitmondde in de stichting “Hart van Grave”. Gemeenteraadsleden, ondernemers en
bewoners hadden het voortouw. Dat het leefde bleek wel uit de carnavalsoptocht
1967; de prinsenwagen was aan het onderwerp gewijd.
De woningstichting was één van de eerste producten.
Mede door de activiteiten van de stichting, maar zeker ook door de
“opgestroopte-mouwen-sfeer” kon in mei 1971 een reeks van openingen worden
verricht. Ik ben er ook van overtuigd dat deze sfeer er aan heeft bijgedragen
dat de dreigende sluiting van de St. Elisabeth in het voorjaar 1971 kon worden
afgewend.
We zijn inmiddels zo’n 45 jaar verder en het heeft dus
geen zin terug te grijpen naar de toestand toen. Wat wel kan en moet is het
samen optrekken van gemeentebestuur, ondernemers en bewoners. Ze praten meer tegen elkaar dan met elkaar.
De nieuwsbrief is vooral gewijd aan de gevolgen van het
faillissement. Natuurlijk heeft dat faillissement consequenties. Maar bij een
beter gestructureerde aanpak van deze herontwikkeling waren die consequenties niet zo groot geweest en
makkelijker op te vangen.
Het
faillissement
Over de aspecten van een faillissement valt veel te
zeggen. Failliet gaan is zo’n beetje de nooduitgang van het ondernemerschap,
dus net als in een gebouw een noodzakelijk kwaad. Veel ondernemingen hebben dan
ook een organisatiestructuur waarin duidelijk rekening is gehouden met de
mogelijkheid van een faillissement. Een faillissement is dus geen natuurramp
maar gewoon een factor waarbij je bij het verlenen van een opdracht en het
aannemen daarvan rekening moet houden. Het begin is natuurlijk een inschatting
maken van het risico dat je met een aannemer of leverancier of opdrachtgever neemt.
In de huidige slechte economische situatie is dat risico sowieso al een stuk
groter dan toen alles nog alleen maar groter en beter kon. Vervolgens wordt
geprobeerd zich in te dekken tegen risico’s bijvoorbeeld door pas achteraf te
betalen (waardoor je wel het risico van een faillissement weer vergroot). Ook
het tijdstip waarop het eigendom van leveranties overgaat speelt daarbij een
rol. Als besteller wil je graag dat het eigendom overgaat zodra het materiaal
op de werkplek is gearriveerd. Kennelijk hadden bij het HvG leveranciers in het
contract staan dat de eigendom pas overgaat na betaling en konden ze hun
spullen terughalen. Zo wordt het voorkomen en omgaan met het risico een
ingewikkeld spel waarop zowel opdrachtgever als –nemer op moeten zijn voorbereid.
Of van de Horst-ontwikkeling als hoofdopdrachtnemer
goed was voorbereid kan en wil ik niet beoordelen. De gemeente was dat naar
mijn mening niet.
Zeker in dit geval was rekening houden met dit risico
belangrijk. Zoals ik vorige keer al schreef wist de raad dat de herontwikkeling
zoals die voor ogen stond risicovol zou zijn. Dat werd in de loop van de tijd
alleen maar erger. Na het afhaken van de woningcorporatie bood vd Horst zich
aan. Op dat moment had een onderdeel van het conglomeraat al gebruik moeten
maken van de nooduitgang. (faillissement). Alleszins reden voor de gemeente de
touwtjes strak in handen te houden. Dat is niet gebeurd. Daarbij werd de aandacht
alleen gericht op het bouwen van de woningen en winkels en niet op de even
belangrijke infrastructuur.
Tot slot kon echt niet worden gesproken van een innige
samenwerking tussen vd Horst en de gemeente. Kennelijk gaf de overeenkomst meer
dan voldoende ruimte voor conflicten.
Tot zover het kader waarin deze geschiedenis zich heeft
afgespeeld. Om in medische termen te spreken: het lichaam is ziek. Maar
alvorens te kunnen beoordelen wat de geneeswijze moet zijn, zo die er is zullen
toch alle organen aan een analyse moeten worden onderworpen om een goed
diagnose te kunnen stellen. De nieuwsbrief van de gemeente is daarvoor een goed
aanknopingspunt. Ik begin echter met enkele aspecten die niet in de brief
worden besproken maar wel zeker van betekenis zijn voor het slagen van het
project Hart van Grave.
Het
Binnenhof
Het Binnenhof is een wezenlijk onderdeel van het
stadscentrum. In alle visies (door de gemeenteraad vastgesteld!) op dat
gedeelte van onze gemeente wordt aangegeven dat het huidige karakter moet worden
gehandhaafd. Toch is het Binnenhof nooit echt in het project Hart van Grave,
voorheel de Bijl, betrokken. Toen het nog een project van de woningcorporatie
was heeft de architect Crepain dat wel betreurd.
Het Binnenhof is kennelijk ook niet betrokken bij de
open ruimte waarvoor v.d Horst ontwikkeling een plan moest maken en uitvoeren. De
gemeente is immers zelf bezig hier een plan voor door de raad goedgekeurd te
krijgen. Er was wel een burgerinitiatief nodig om de zaak aan de gang te
krijgen. Het terrein is intussen in gebruik geweest als werkruimte voor HKM. De
door de werkzaamheden aangerichte schade moet vanzelfsprekend worden hersteld.
De eerste vraag
is nu of het Binnenhof door de gemeente rechtstreeks aan HKM of via
vdHorst-ontwikkeling in gebruik is
gegeven als werkterrein. In het eerste geval kan de gemeente vergoeding van de
schade op zijn buik schrijven. In het tweede geval kan de ontwikkelingstak nog
worden aangesproken. Dan wordt de tweede vraag interessant. Het contract moet
er wel in voorzien dat de schade in geld kan worden vergoed. Als dat niet zo is
kan vd Horst aan het contract voldoen door simpelweg het Binnenhof te
herstraten. En gezien de plannen van de gemeente is dat niet wat men, althans
tot nu toe, wil.
Het voorstel van het college was de huidige gammele
muur te slopen en de bomen die nog “maar” 10 à 15 jaar te leven hebben te
rooien. Met een nieuwe muur, nieuwe bomen (of de platanen van de
Hoofschestraat) en natuurlijk een nette bestrating zou het Binnenhof er weer
prima uitzien. Kosten geraamd op € 90.000. De raad heeft echter roet in
het eten gegooid. Een deel van de raad wil een totaal ander plan een ander deel
wil vooralsnog helemaal niets. Er is dus een impasse en het college beraadt
zich hierop. Hopelijk vindt dat beraad plaats in het kader van het totale
ontwikkelingsproject.
Verkeer
en parkeren
Een onderwerp dat in dit kader maar beperkt ter sprake
komt. Toch is het van groot belang, niet zo zeer voor de realisatie maar vooral
voor het gebruik. Bezoekers moeten goed de weg kunnen vinden naar Grave, maar
zeker ook in Grave. Een parkeerplaats moet snel en makkelijk kunnen worden
gevonden. In 2010 heeft een klankbordgroep, waarin ook ondernemers en bewoners
waren vertegenwoordigd in het kader van het opstellen van een parkeernota een
advies gegeven. In hoofdlijnen kwam dat neer op het creëren van enkele grote
langparkeerterreinen aan de rand van de stad en het optimaliseren van het
gebruik van de parkeerruimte in de stad. Onderdeel was het opnemen vaan een
deel van de Lunette in de blauwe zone. Met name hierdoor zou de parkeerdruk in
de winkelstraten afnemen. De aantrekkelijkheid van die straten zou dan worden
vergroot. Het college, gevolgd door de raad heeft dat advies verminkt
opgevolgd. Aan de inderdaad moeilijke ontwikkeling van grote (en dus relatief)
goedkope parkeerterreinen is niets gedaan. Inrichten van wat kleinere terreinen
stuitte steeds op onoverkomelijke bezwaren en werden aldus één voor één wel
voorbereid (ook dat kost geld) en vervolgens weer afgeschoten.
Het gebruik maken van nog beschikbare mogelijkheden in
de winkelstraten werd wel besproken als vervanging van parkeerplaatsen die
tijdelijk moesten verdwijnen tijdens de bouw.
Inmiddels heeft de gemeente een speurtocht gemaakt door
de stad en iedere plek die maar in zicht kwam voorzien van een blauw randje. De
Lunette is heringericht en verdeeld gedeeltelijk opgenomen in de blauwe zone.
Het gevolg is nu dat er op de Lunette plek zat is en de Rogstraat wordt
ontsierd door blik.
Het gerucht wil dat hierdoor het parkeerterrein aan de
Stadhouderslaan kan vervallen. Iedereen gelukkig?? Blijkbaar is er in de
binnenstad toch geen parkeerprobleem. Ik durf te beweren dat er in de
binnenstad nooit een structureel parkeerterrein zal ontstaan. Als een bezoeker
niet snel een parkeerplaats vindt zal hij of zij gewoon doorrijden. Er hoeft
niet in Grave te worden gekocht. Bezoekers moeten worden gelokt door de
zekerheid te bieden dat men zonder zoektocht rechtstreeks naar een
parkeerplaats kan rijden en dan langs een gezellige weg naar een Rogstraat kan
lopen die niet is ontsierd door een verzameling blik.
Tijdens de bouw is in Hoofdwagt en Hoofschestraat
éénrichtingsverkeer ingevoerd. Nu de bouw nagenoeg is afgerond had bekend
moeten zijn hoe de verkeerstromen inclusief zoekverkeer naar parkeerplaatsen
moet plaatsvinden. Dat is niet gebeurd.
Dan nu de elementen uit de nieuwsbrief
Het
historisch stadhuis.
Het is natuurlijk onvergeeflijk dat het zo lang heeft
geduurd en nog duurt alvorens bekend is welke rol dit fraaie gebouw in de
opleving van het centrum gaat spelen. In plaats van dat het restauratieplan is
afgestemd op het toekomstig gebruik moet nu het gebruik worden afgestemd op
hetgeen is gedaan. Of er moeten later weer aanpassingen komen, hetgeen weer
extra kosten met zich meebrengt. Blijft het verlies dat het gebouw al lang een
rendement had kunnen opleveren, hetzij direct door de activiteiten in het
gebouw, hetzij indirect omdat een gebouw met een functie voor bezoekers nu
eenmaal aantrekkelijker is dan een leegstaand.
Tot overmaat van ramp is het gebouw nu betrokken in het
faillissement van HKM. Er kan wel worden getrouwd. Of dat nu zo aantrekkelijk
is weet ik niet gezien de omgeving. Alles hangt met alles samen.
In de raadsleden-nieuwsbrief wordt meegedeeld dat de
gemeente HKM op 3 juni in gebreke heeft gesteld en dat naar (juridische)
mogelijkheden wordt gezocht het werk af te ronden. Mij lijkt dat HKM niet in
staat is het werk af te ronden. De stap na “in gebreke stellen” en de
constatering dat de aannemer het werk niet kan afmaken is dat de opdrachtgever
het werk door derden laat afmaken op kosten van de oorspronkelijke aannemer. Nu
is die failliet en zal van verhaal van kosten niet veel terecht komen. Dat
hoeft geen ramp te zijn. Ik ken het contract met HKM niet, maar neem toch wel
aan dat er een betalingsregeling zo is als in deze branche gebruikelijk. Dat
betekent dat in principe ,pas wordt betaald naarmate het werk is geleverd. Als
het werk niet klaar is moet er dus nog geld zijn. Beter word je als betrokkene nooit
van een faillissement.
Gelukkig hangt tegenwoordig wel de vlag uit op dit
stadhuis.
Het
Hart van Grave
Het college deelt nogmaals mee dat niet het failliete
HKM, maar van der Horst-Vastgoedinitiatief de contractpartner van de gemeente
is. Niets aan de hand dus. Wel is “van der Horst uitgenodigd te situatie te
komen bespreken”. De uitkomst van dat gesprek, dat inmiddels toch wel zal
hebben plaatsgevonden kan veel duidelijk maken. Niet alleen voor de gemeente,
maar zeker ook voor kopers en huurders. De gemeente is bij hun belangen wel
niet direct betrokken, maar heeft toch wel een zorgplicht.
Het inrichtingsplan
De gemeente heeft het opstellen van een inrichtingsplan
en de uitvoering daarvan overgelaten aan vdH. Zo lang dat gaat om de openbare
ruimte in het complex zelf is dat logisch. Het torenplein en de openbare wegen
liggen op het dak van de parkeergarage. Maar het ontwerp daarvoor is toch al
lang klaar? Waar ligt dan het verschil van mening? Of heeft de gemeente de
herinrichting van Hoofschestraat, Hoofdwagt, Scheerestraat en Bijl ook aan vdH
overgelaten? Volgens informatie in de zogenaamde signaalgroep gaat de
verantwoordelijkheid van vdH niet verder dan zeg maar de stoep langs het gebouw
en het herstel van schade aan de wegen. Kennelijk denkt de gemeente daar anders
over en dan is de conclusie dat de contractbepalingen niet duidelijk zijn.
Bovendien is louter herstel van de oude situatie rondom
het gebouw toch niet wat we met de herontwikkeling voor ogen hadden. Bij het
gereedkomen van de woningen en de winkels had de hele binnenstad een
opknapbeurt moeten krijgen. Helaas is daar niet aan gedacht.
Bestrating
hoek Hoofdwagt Hoofschestraat.
Deze voor mij bekende plek is inderdaad zwaar beproefd
tijdens de bouw en dat heeft zijn sporen nagelaten. Lastig maar niet echt een
probleem. Bij de herinrichting komt alles weer in orde. Maar helaas is nog
steeds niet bekend welke rol Hoofdwagt en Hoofschestraat gaan spelen en hoe ze
er dus gaan uitzien. Met het oog op smartlappenfestival en vierdaagse zijn de
sporen in de Hoofdwagt nu uitgevlakt. Maar ik hoop toch niet dat het college nu
denkt dat de zaak daar in orde is. Het ziet er niet uit (ga maar kijken)
Bovendien wil ik wel eens zien hoe het er na een flinke bui uitziet. Kortom
deze op zich noodzakelijke reparatie is weggegooid geld.
Brief
advocaat van der Horst Vastgoedinitiatief.
VdH ziet blijkbaar argumenten om € 180.000
subsidie te claimen. Ik vind het vreemd dat daarover verschil van mening kan
zijn. Een contract geeft altijd wel aanleiding tot discussie en desnoods wordt
er naar gezocht. Maar dit is toch wel vreemd. De gemeente heeft de inrichting
van de openbare ruimte in het project aan vdH overgelaten. Dat vind ik knap
stom, maar het is nu eenmaal zo. Maar dan is in het contract toch goed
vastgelegd hoe de betaling daarvoor is geregeld? Normaal zou zijn dat er een
uitgewerkt ontwerp met de kosten daarvan zou zijn. Die kosten zou de gemeente
dan achteraf kunnen betalen of ze zouden in de koopsom voor de grond kunnen
zijn verwerkt. Dat laatste hoop ik niet. Waar de gemeente de dekking vandaan
haalt gaat vdH dan niets aan. Kennelijk is deze zaak niet normaal geregeld.
Verder speculeren over de gang van zaken heeft geen
zin. Wel is duidelijk dat er nog geen plan is voor de herinrichting van de
straten rondom het Hart van Grave. De huidige situatie handhaven past volgens
mij niet in het streven van Grave een aantrekkelijke winkelstad te maken.
Overeenkomst
In deze paragraaf geeft het college aan dat de subsidie
ad € 180.000 wordt ingezet voor Binnenhof en carillontoren. Wie heeft die
keuze gemaakt. Mij lijkt dat de subsidie beschikbaar zal moeten zijn voor de
hele infrastructuur, dus ook de straten rondom zoals hiervoor omschreven. Het
is maar wat wij met z’n allen het belangrijkst vinden. Ik hoop wel dat de
subsidietoekenning niet is toegespitst op deze twee onderdelen van het hele
project.
Hoe
nu verder?
Dit had het hoogtepunt van de nieuwsbrief moeten zijn.
Maar daarin ben ik teleurgesteld. Standpunten uit vorige paragrafen worden nog
eens benadrukt en men beraad zich op mogelijkheden vdH te dwingen de zaak in
orde te brengen.
Samengevat: doorgaan met afwachten en intussen wordt
van der Horst Vastgoedinitiatief er op gewezen dat “zolang de herinrichting
niet is opgeleverd, de verantwoordelijkheid betreft de veiligheid van de
bewoners, passanten en winkeliers binnen het plangebied ook bij Van der Horst”.
Ik vind dit niet juist. De gemeente is en blijft
verantwoordelijk voor de veiligheid in het openbaar gebied. Als de gemeente aan
een derde opdracht hebben gegeven daar daadwerkelijk voor te zorgen en die
derde laat het afweten dan is de gemeente nalatig als de gemeente niet voor de
veiligheid zorgt.
Dit zou een mooie overstap zijn van diagnose naar
geneeswijze. Maar er is nog een detail dat de aandacht vraagt;
De
carillontoren
Om een of andere reden heeft het gemeentebestuur bij
het besluit het stadhuis te verplaatsen verordonneerd dat de toren waarin het
carillon hangt moet blijven staan. Waarom is nooit helemaal duidelijk geworden.
Het argument: voorbeeld van de Bossche school is pas later verschenen.
Bovendien is het nou niet zo’n uitgesproken voorbeeld van die
architectuurschool. Grave heeft meer en betere voorbeelden. Het is gewoon een
relikwie en niets meer. Mooi of lelijk dat doet er niet toe. Je mag het een gek
ding vinden maar het is een herinnering aan een voorbije periode. Zonder die
toren zou het complex ook veel lijken op soortgelijke centra elders. Nu kan het
voor stadsgidsen ook een mooi rustpunt zijn om iets te vertellen over de
historie. Er is aanvankelijk ook helemaal niet echt gedacht aan een functie
voor de toren. Pas toen vdH de ontwikkeling had overgenomen en daarbij nadrukkelijk
de gewone wereld erbij betrok kwam een nieuwe functie weer ter sprake.
Aangezien de toren bestaat uit een stenen trap naar het
carillon. Om die trap zit een eveneens stenen jas. Daar kun je niet veel mee en
al snel was de opvatting dat als je er iets mee zou willen er een, eventueel
glazen, gebouwtje omheen zou moeten. Kiosk, expositieruimtetje werden genoemd.
Maar omdat de toren niet werkelijk in de herontwikkeling door vdH was betrokken
bleef het toen bij het idee het carillon uit te breiden. Maar dat zou dan door
particulier initiatief moeten worden bewerkstelligd. Daarna werd het stil.
Pas onlangs heeft de gemeente zelf, als
verantwoordelijke voor de toren, een brainstormgroep bij elkaar geroepen om met
ideeën te komen. Voor zover ik weet zijn ook die, mede door het late tijdstip
waarop ze bij de zaak zijn betrokken, niet verder gekomen dan uitbreiding van
het carillon tot een volwaardig instrument. Ik weet niet of er een verband
bestaat maar sindsdien heet de brainstormgroep “klankbordgroep”. De kosten worden
geraamd op € 140.000. Met hetgeen van de € 180.000 subsidie over zou
blijven als het Binnenhof volgens de B&W-plannen zou zijn opgeknapt zou de
dekking voor een groot deel zijn verzekerd. Leuk voor het carillon, maar is een
uitgebreid carillon beter voor de economie in de binnenstad dan aantrekkelijke
straten?
Dan nu echt….
Hoe
nu verder
Verwacht van mij hier geen kant en klaar draaiboek.
Daarvoor zijn nog teveel duistere punten en teveel tegenstrijdige belangen die
tegen elkaar moeten worden afgewogen. Daarbij speelt ook het beschikbare of bij
elkaar te schrapen budget een rol.
Allereerst zal een keuze moeten worden gemaakt wat nu
de prioriteit heeft.
- Is dat het zo snel mogelijk opknappen van de hele binnenstad met het beschikbare budget of gaat het alleen om het bouwproject. Die keuze zal het gemeentebestuur moeten maken, maar dan wel in samenspraak met ondernemers en bewoners. Dan moet er heel wat gebeuren. De gemeente zal het initiatief ook moeten overnemen van vd Horst vastgoedinitiatief.
- Of is dat alleen het laten afmaken van het project Hart van Grave door vdHorst c.s., toren en Binnenhof en zien we wel wat er met de rest gebeurt. Dat is ongeveer de aanpak die ik uit de nieuwsbrief haal.
Het zal u niet verbazen dat ik sterk voor een grondige
aanpak ben. Zo had het al veel eerder gemoeten. Ik besef wel dat niet alles
direct zal zijn te realiseren en dat er meer geld mee zal zijn gemoeid. Maar
beter een hele Euro goed besteed dan een halve weggegooid.
De aanpak zoals het gemeentebestuur blijkbaar voorstaat
heeft als voordeel dat we een goed carillon hebben en dat we van de discussie
over het parkeren af zijn. Geen bezoekr van onze fraaie stad zal nog een keer terugkomen
en zijn buren meenemen.
Als eenmaal de goede keuze is gemaakt zal een
inventarisatie op tafel moeten komen van wensen, mogelijkheden en kosten.
Daarbij hoort zeker ook een inrichtingsplan voor Hoofschestraat en Hoofdwagt
met de verkeersafwikkeling, éénrichting of niet. Toegankelijkheid van de
parkeergarage is daar ook bij betrokken. Dat zal wel discussie uitlokken omdat
de meningen van ondernemers en bewoners hier en daar wel verschillen, maar dan
hebben we ons gemeentebestuur om knopen door te hakken.
Bij wijze van voorbeeld één afweging van mijn kant.
Ik zou het toejuichen als het carillon zou kunnen
worden uitgebreid. Ik wil daar zelf wel aan bijdragen. Maar toch zal dat voor mij
het eerste slachtoffer zijn als er geschrapt moet worden vanwege de
gemeentelijke financiën. Ten eerste kan het altijd nog. Ten tweede vind ik dat zelfs
als er gemeentelijke geld voor kan worden gevonden nog de vraag moet worden
gesteld of het daaraan bestede geld niet beter kan worden ingezet om minder te
bezuinigen op culturele zaken zoals muziekonderwijs. Ik heb het gevoel dat het
carillon nu uitbreiden is als een dure steinway-piano kopen en dan tegen je kinderen
zeggen dat er nu geen geld meer is voor pianoles.
Belangrijk in deze materie is vooral hoe de ondernemers
er over denken. Als zij afwachtend blijven kun je het de gemeente niet kwalijk
nemen als ook daar weinig initiatief wordt getoond. Maar dat zal toch niet zo
zijn. Er is niet voor niets een centrummanagement opgericht, juist om
activiteit te ontwikkelen. De ondernemers hebben ook zelf al besloten dat ook
voor hen de kost voor de baat gaat en er daarom een ondernemersfonds moet
komen.
Ik heb niet de illusie dat de gemeentelijke aanpak zal
veranderen omdat ik dat zo opschrijf. Actie vanuit de ondernemers kan dat waarschijnlijk
wel. Ik ben benieuwd hoe het gaat lopen.
Dat zou een mooi slot zijn geweest als ik me niet had gerealiseerd
dat ik het helemaal niet over de markt heb gehad. Nou ja dat is een duidelijke
zaak. De enquête heeft als resultaat dat, zoals we allang wisten en hadden
besloten, de markt weer in het centrum moet komen. Maar daarvoor zal wel het
een en ander moeten worden aangepast en daarmee val ik in herhaling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten