Alhoewel de vergadering pas tegen 22:30 uur werd beëindigd
gebeurde er weinig schokkends. Zoals te verwachten verloopt het daadwerkelijk
samenvoegen van de ambtelijke apparaten niet helemaal vlekkeloos. Ook de
raadsleden hebben last van de onvermijdelijke kinderziekten. Maar de belofte
dat die zo snel mogelijk zouden worden genezen was voldoende en het bleek dat
van die ziektes niet echt veel last werd ondervonden. Er werd door de commissie
dan ook meer geluisterd dan overlegd.
Er waren geen aanmerkingen op de afsprakenlijst en geen
insprekers. Dat was met het oog op het AZC wat verrassend, maar wellicht dat
inspreken bij de raadsvergadering zinvoller wordt geacht.
Dus kon na goed vijf minuten met het echte werk worden
begonnen.
Het rekenkamerrapport
leerlingenvervoer ontving brede lof en de aanbevelingen werden ter harte
genomen. Er waren nog wat vragen, met name van LPG-zijde, maar het tempo waarin
die vragen werden gesteld was hoger dan het schrijftempo van de wethouder. Hij
krijgt nu de gelegenheid de vragen schriftelijk te beantwoorden en dus kon na
nog geen 20 minuten de plaatsvervangend plaatsvervangend voorzitter de hamvraag
stellen: A- of B-stuk. Maar die vraag was overbodig. Het rapport komt in de
raadsvergadering helemaal niet aan de orde. Dat was in ieder geval voor mij een
verrassing. Ik heb het net nog even nagekeken (donderdag 23 januari 17:00 uur).
Op de officiële website van de gemeente gepubliceerde agenda staat het rapport
punt 8 het rapport geagendeerd. Volgens het reglement moet dit de echte agenda
zijn. Ik vind niet behandelen vreemd want het rapport is aan de gemeenteraad
gericht en die zal, al is het maar beleefdheidshalve, moeten zeggen wat er mee
gebeurt. Het kwam elders in de vergadering nog eens aan de orde dat de
commissie wel vragen stelt, maar geen beslissingen neemt; dat is aan de gemeenteraad
voorbehouden. Het rapport verdwijnt nu in de bestuurlijke mist.
Hetzelfde geldt voor het rekenkamerrapport handhaving. Ook hier vond de commissie dat de
aanbevelingen moeten worden opgevolgd. Maar zoals gezegd; de mening van de
commissie is geen uitspraak van de raad. Maar wellicht gaat men er van uit dat
het college, dat voornamelijk verantwoordelijk is voor de uitvoering, de
aanbevelingen wel uit zich zelf overneemt. Dat geloof ik ook wel, maar daarmee
wordt weer een argument aangevoerd voor de stelling dat de gemeenteraad van
Grave overbodig is.
Ik zie nog wel een adder onder het gras. Er werd een
vraag gesteld over de nog steeds aanwezige achterstand bij de handhaving
ruimtelijke ordening. De raad heeft tot drie keer toe geweigerd het door het
college nodig geachte krediet te verlenen. Die achterstand had op 1 januari
2014 moeten zijn ingehaald en dat is dus niet gelukt. Gelet op de uitspraak van
de portefeuillehouder, in dit geval de burgemeester, voeg ik er “bij lange na
niet” aan toe. De gemeente Grave is nog steeds verantwoordelijk voor die
inhaalmanoeuvre. Op de vraag of dat zou lukken antwoordde de burgemeester met
een metafoor: “Als u mij naar Barcelona stuurt, maar mij maar geld voor benzine
tot Parijs meegeeft kom ik niet bij de Sagrada Familia, maar bij de
Eifeltoren”. De commissie kwam niet verder dan de aanbeveling in plaats van
naar de Eifeltoren, maar naar een andere kerk te gaan. Dat schiet niet echt op.
Bovendien kun je naar Barcelona veel beter via Luxemburg rijden. Dat is korter
je kunt er nog goedkoop tanken ook. Maar de bedoeling van de vergelijking,
nogmaals duidelijk maken dat voor het uitvoeren van de wens van de raad meer
geld nodig is, is kennelijk niet overgekomen. Ook dit rapport verdwijnt in de
bestuurlijke mist. Er is nog een herkansing mogelijk Op de commissieagenda
staat ook nog de aftrap voor (weer) een takendiscussie. En dat hier nog een
taak voor de gemeente ligt staat boven kijf.
Vervolgens kwam het aangaan
van een bestuursovereenkomst met het COA aan de orde was. Volgens die
overeenkomst zal het AZC nog 18 jaar in Grave gevestigd blijven. Er werden nog
wat toelichting gevraagd die afdoende werd gegeven. Eigenlijk waren er maar twee
inhoudelijke punten.
Het eerste punt is de vraag wat er moet gebeuren met
asielzoekers die eigenlijk naar het land van herkomst moeten, maar dat niet
kunnen. Die worden op straat gezet.
In de commissie was men het roerend over eens dat op
straat zetten geen fatsoenlijke optie is en dus moet worden voorkomen. De wijze
waarop dit werd gezegd gaf wel te denken. Degenen die in juni 2010 hadden
voorgestemd waren duidelijk dat moet worden voorkomen en als het rijk dit niet
doet zal de gemeente mee moeten werken aan een opvangmogelijkheid. In november
2013 is daar ook een motie over aangenomen. De toenmalige tegenstemmers - LPG, VVD
en Trots – formuleerden het wat cryptisch: “degenen die straks gaan voorstemmen
moeten beseffen dat de gemeente bij
uitzetten voor opvang moet zorgen”.
Ook het onderwijs en de dagbesteding in het algemeen
kregen aandacht. In beide gevallen is het niet zozeer een zaak tussen gemeente
en COA en gemeente, maar tussen rijk en gemeente. De overeenkomst die nu aan de
orde is regelt alleen de zaken tussen COA en gemeente. Zo kwam uit de commissie
naar voren dat nu eigenlijk een extra voorwaarde werd toegevoegd. Het college
toonde zich bereid zich in te zetten deze kwestie naar de wens van de raad geregeld
te krijgen. Met name bij de problematiek
van uitgezette personen werd dit nog eens benadrukt. Er is daarover al overleg
gaande.
Vanuit de VVD kwam het verrassende voorstel het onderwerp
tot A-stuk te benoemen. Dat zou betekenen dat het zonder nadere discussie en
hoofdelijke stemming zou worden aangenomen. Dat is tenminste de gebruikelijke
uitleg van het begrip A-stuk, ook wel hamerstuk genoemd. Het reglement van de
gemeente Grave zegt hier echter niets over. Ik denk daarom dat als het aan de
VVD ligt direct tot stemming kan worden overgegaan. Aangezien er toch een
commissielid was dat er nader over wilde praten wordt het toch een B-stuk.
Daarmee is in ieder geval voor dan een discussie over het begrip A- of B- stuk
voorkomen.
In goed overleg werd vervolgens de gebruikelijke rook- en
plaspauze vervroegd zodat iedereen opgefrist aan de volgende punten kon
beginnen.
Na de pauze kwam een extra ingelaste toelichting op de
voorstellen over de Transitie Jeugdzorg
aan de orde. Het rijk heeft de jeugdzorg gedecentraliseerd en de gemeenten
daarvoor verantwoordelijk gemaakt. Die taak is zo gecompliceerd en omvangrijk
dat in onze contreien 19 gemeenten moeten samenwerken –dan dan natuurlijk
synchroon- om het op verantwoorde wijze te kunnen doen. Daarmee is bijna 25% van onze provincie
gedekt.
De presentatie maakte veel duidelijk over de wijze waarop
het zal worden aangepakt. Er werd een keurige opsomming gegeven van hetgeen
waar de gemeenteraad van Grave ja-en amen tegen moet zeggen. U begrijpt dat dit
mijn interpretatie is en niet die van de commissie. Dat de commissie
uiteindelijk besloot dit voorstel tot een A-stuk te bestempelen past overigens
wel in mijn interpretatie. En toch vind ik dat jammer. Het rijk heeft nu
eenmaal het besluit genomen de gemeenten met die taak te belasten en het valt
in ieder geval de commissie te prijzen dat de zaak wel serieus wordt besproken
maar dat wordt geaccepteerd wat in de samenwerking tot stand is gekomen. Zoiets
zou ook in de raadsvergadering zelf wel tot uiting mogen komen. Dat is immers
het forum waarin het beleid dat in Grave van kracht is wordt bepaald. En dat
geldt ook voor het beleid waar de raad van Grave feitelijk niets heeft in te
brengen.
Daarna werd nog een kwartier gesproken over het voorstel
van het college leden van een werkgroep te benomen die een discussie moet
voorbereiden over hetgeen de gemeente wel en niet voor zijn inwoners gaat doen
(takendiscussie en herijking
gemeentelijk takenpakket). De randvoorwaarde is wel dat de discussie een
positief saldo voor de gemeente oplevert dat oploopt van € 1.200.000 in
2015 tot € 1.978.000 in 2017 (bron begroting 2014-2017). Om te beginnen
zal in 2014 ook nog een € 608.000 moeten worden gevonden. De discussie mag
dan door de nieuwe raad worden gevoerd. De animo om in die werkgroep zitting te
nemen was niet groot; “ik ben voor die werkgroep als ik er zelf niet in hoef” was
daarbij de sterkste uitspraak. Wij willen niet over ons graf heen regeren was
een wat mildere maar volkomen verkeerde uitlating. Het gaat immers niet zozeer
om de nieuwe raad voor te schrijven wat die moet gaan doen maar veel meer om
het achterlaten van een in ieder geval geordende rommel.
Ik ben benieuwd wie deze klus gaan klaren. Eigenlijk is
het een onmogelijke taak om voor 1 juni de financiën van onze gemeente weer op
orde te hebben. Toch zal een weg uit dit moeras moeten worden gevonden. Blij
was daarom de commissie dat ambtelijke steun wordt gegeven. Toch nog wat.
De resterende tijd werd besteed aan een reeks vragen Dat leverde nog wat
interessante informatie op. Voor Hartenaas is een koper en als dat doorgaat kan
die school meedoen aan de brede school. Met de VVV-vrijwilligers is overleg
gaande.
Er kwam ook nog naar voren dat er een brief is van de
provincie over de begroting. Het blijkt dat de gemeente onder repressief
toezicht van de provincie gaat vallen en dat de wethouder daar blij mis is. Dat
betekent dat de provincie een aantal uitgaven van de gemeente vooraf wil
goedkeuren. En dat heeft de gemeenteraad van Grave altijd, desnoods met kunst-
en vliegwerk, willen voorkomen. Ik heb het nog eens extra afgeluisterd en het
is echt zo. Nou wil ik die brief van de provincie ook wel eens zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten