dinsdag 3 november 2009

besluitvormende vergadering 3 november 2009

De stemming was, zeker in het begin, onaangenaam en de vergadering rommelig. De voorzitter weet dat aan het weer dat inderdaad onstuimig was. Ik heb altijd gedacht dat alleen kinderen daar gevoelig voor waren en heb dan ook een andere verklaring: de stukken worden onvoldoende voorbereid aan de besluitvormende vergadering voorgelegd. Vragen tijdens de voorbereidende vergadering gesteld, zijn niet of niet afdoende beantwoord. De wel gegeven antwoorden lokken weer nieuwe vragen uit en eventuele wijzigingen in het voorstel zijn in de haast onduidelijk geformuleerd of geven aanleiding tot discussie. De raad heeft ook de gewoonte amendementen pas in te dienen tijdens de besluitvormende vergadering, terwijl ze eigenlijk in de voorbereiding moeten zijn betrokken. Natuurlijk zijn er lichte en zware gevallen. Ook voor besluitvormingsprocessen geldt dat er maatwerk moet worden geleverd. In een voorbereidende vergadering kan een voorstel alleen worden doorgeleid naar een besluitvormende vergadering als alle vragen afdoende zijn beantwoord. Dat geldt ook voor amendementen en initiatiefvoorstellen. Een presidium is er niet voor niets. Je zou dus ook kunnen zeggen dat er tussen de voorbereidende en besluitvormende vergadering een presidiumbijeenkomst is waarin de agenda voor de besluitvormende vergadering wordt vastgesteld. Bij de vergaderstukken horen dan ook de voorgestelde amendementen. Dat betekent natuurlijk dat er meer tijd moet komen tussen voorbereidende en besluitvormende vergadering. Daardoor krijgt het ambtelijk apparaat ook meer tijd om gedegen antwoorden te leveren en de portefeuillehouder te informeren of instrueren. Er is nu een 6 weken-cyclus. Ik doe hierbij een suggestie de indeling van die cyclus te veranderen: Dinsdag in week 1 een voorbereidende vergadering, donderdag week 2 presidiumvergadering met vaststellen agenda besluitvormende vergadering. Stukken waaraan iets ontbreekt worden doorverwezen naar de volgende cyclus; vrijdag in week 2 versturen en publiceren agenda met alle stukken. Dinsdag in week 4 besluitvormende vergadering, donderdag in week 4 presidium met als doel de consequenties van de besluitvormende vergadering te bespreken en de agenda voor de volgende voorbereidende vergadering vast te stellen. De stukken zijn dan in grote lijnen klaar. Woensdag in week 5 kunnen ze dan worden verstuurd en het fractieberaad kan dan in week 6 plaatsvinden op basis van volledige stukken. Er is dan tijd voor de fracties zelfstandig nog gewenste informatie in te winnen. Amendementen moeten uiterlijk tijdens de voorbereidende vergadering globaal worden ingediend en bij de presidiumvergadering in week 4 geformuleerd en gedocumenteerd voorhanden zijn. Initiatiefvoorstellen dienen de normale weg te volgen, zodat ook ambtelijk het voorstel kan worden getoetst op financiƫle, juridische en andere aspecten, zoals invloed op de planning in het stadhuis. De doorlooptijd van voorstellen wordt wat langer, maar aangezien de raad zich tegenwoordig alleen met hoofdzaken bezig houdt is dat geen bezwaar, zeker niet als het besluit kwalitatief beter wordt. Bovendien is de langere doorlooptijd te ondervangen door eerder te beginnen. Dit is een globale weergave van het idee, waarover natuurlijk vragen zijn te stellen, maar daar is wel een antwoord op.

Over de behandelde punten kan ik vrij kort zijn. Het ging over gedane zaken (eindverslag stadhuis ca.), formele zaken (exploitatieberekening Bijl/Hofplein), besluiten om in de toekomst iets te besluiten (parkeernota en nota toerisme) en tot slot een initiatiefvoorstel, dat volgens de indieners om een technische aangelegenheid ging. Toch wat opmerkingen.

Vaststellen exploitatieberekening Bijl/Hofplein. Althans zo stond het op de agenda. Het ging echter ook om het verlenen van een krediet. In het ontwerpbesluit was dit wel meegenomen, maar het gaf weer wel aanleiding tot discussie. Vragen konden niet afdoende worden beantwoord, vandaar ook het voorstel van de PvdA het voorstel naar een volgende vergadering te verwijzen. Dat kon niet volgens het college want er moest worden verder gewerkt. Dus werd toch aldus besloten. Ik vroeg me wel af, waarom de PvdA en mogelijk ook anderen niet voorstelden wel het krediet te verlenen, want dat is nodig voor de voorbereiding, maar de exploitatieopzet aan te houden bij voorbeeld tot de behandeling van het gehele GREX. Want een aantal vragen die ik nog over deze opzet zou willen stellen zijn ook van toepassing op andere projecten. Maar geen man over boord. De exploitatieopzet wordt regelmatig herzien. Ernstiger is de onrust die is ontstaan door het gerucht dat de informatieavond op 5 november zou worden afgeblazen. Het blijkt dat de gemeente nu al achterloopt met de planning zoals die in het koopcontract is opgenomen.

Nota toerisme en recreatie. Afgezien van wat gesteggel over evaluatie verliep de besluitvorming geruisloos. Nu is het succes van dit beleid vooral afhankelijk van ondernemers en vrijwilligers. Het is te hopen dat de aanpak in het atdahuis hen enthousiasmeert.
Eindverslag stadhuis c.a.. Niet alle vragen van raadsleden waren afdoende behandeld. De vraag van de VVD, waarop ik dacht het antwoord in de stukken te hebben gevonden was kennelijk schriftelijk beantwoord, hetgeen mij en dacht ik ook aan zeker enkele raadsleden was ontgaan. Wel werd nog gevraagd naar een tabelletje met kosten in diverse gemeenten. Terecht vroeg de voorzitter wat daarmee werd beoogd. Dat soort vergelijkingen zegt niets als je er niet zeker van bent dat alle factoren ook vergelijkbaar zijn. Omdat de vergelijking met het uitgangspunt in 2002 niet is gemaakt (zie een vorige blog) kan ik niet zeggen of het stadhuis financieel een succes is geworden, qua verloop van het project was het dat niet. Over schoonheid valt niet te twisten en over bruikbaarheid als stadskantoor en huis der gemeente heb ik niemand gehoord.

Parkeernota. Het besluit is in 11 punten weergegeven. Daarmee zouden 2 gesignaleerde problemen moeten worden aangepakt. Als eerste: hoe het toekomstig parkeerprobleem wordt opgelost en als tweede: wat te doen met de verordening mobiliteitsfonds nu is gebleken dat deze verordening meer kwaad doet dan goed. Voor geen van beide problemen behelsde het voorstel concrete voorstellen. Van een echt besluit is dus geen sprake. Wat het parkeerprobleem zelf had volgens mij het college dit besluit helemaal niet nodig. Al bij de vaststelling van de oorspronkelijke nota had het de opdracht gekregen met concrete voorstellen te komen. De aanpak van het mobiliteitsfonds zou als het niet zo’n ernstige zaak was zelfs komisch genoemd kunnen worden. Laat ik volstaan met de opmerking dat als het collegevoorstel was aangenomen het mobiliteitsfonds de facto zou zijn opgeheven (waarom bedrijven niet en woningen wel laten betalen? Dat houd je nooit overeind). De bouwverordening blijft daarbij volledig van kracht en dat betekent dat initiatiefnemers dan zelf voor de parkeerruimte moeten zorgen. Omdat zoiets in de binnenstad onmogelijk is, is juist het fonds in het leven geroepen, zij het in een gebrekkige vorm (zie een vorige blog). Er is nu een amendement, waarvan het formele tekst, een waarschijnlijk onbedoeld effect zal hebben. Er staat letterlijk: “Het college komt m.b.t. het mobiliteitsfonds met een gedifferentieerde bijdrage aan het mobiliteitsfonds. Het college kan hierbij het voorbeeld van Bernheze gebruiken. Dit nieuwe voorstel zal door de raad moeten worden vastgesteld.” Iemand die de vergadering niet heeft bijgewoond zal hieruit concluderen dat het college volgens het Bernhezemodel geld in het fonds gaat storten en dat de raad de bedragen zal vaststellen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling, maar het staat er wel! Overigens ben ik van mening dat de raad hierover ook beter geen bindende uitspraak had moeten doen. Een verordening is een stuk met juridische betekenis. Wijzigingen daarin dienen zorgvuldig te gebeuren. Volgens mij had het college met de door mij weliswaar gewraakte vrijstellingsbevoegdheid ook uit de voeten gekund, sterker nog. Ze hebben de verordening al soepel toegepast.
Alles bij elkaar had het college kunnen volstaan met de volgende mededeling: “Wij hadden toegezegd in september met een aangepast parkeerbeleid en met een evaluatie van het mobiliteitsfonds te komen. Dat is ons niet gelukt, maar wij zeggen nu toe dat het volgende college dit in het tweede kwartaal zal doen.” Ik zou wel eens willen weten waarop de toezegging dat dit in het tweede kwartaal wel lukt is gebaseerd.

Initiatiefvoorstel PvdA Aanpassing delegatiebesluit. Het was de PvdA wel gelukt de pers en de fractie Leurs te overtuigen van de waarde van het voorstel, maar de meerderheid van de raad kwam niet zover. De aard van de discussie roept dan de vraag op wie er nu dom is. Het voorstel van de PvdA is wel logisch, maar ook mosterd na de maaltijd. Dit had de raad moeten doen, of direct bij de vaststelling van het toetsingskader of bij het delegatiebesluit bij invoering van de nieuwe wet R.O. Alsnog repareren terwijl het een uitstervend fenomeen is heeft niet zoveel zin, temeer omdat je mag verwachten dat het college bij het hanteren van de delegatiebevoegdheid het gemeentelijk beleid en dus ook het toetsingskader in acht zal nemen. Helaas ondergroef wethouder Opsteegh bij mij dat vertrouwen wel wat. Hij waarschuwde voor claims. Daarmee nam hij dus aan dat de raad anders zou beslissen dan het college zou doen. Dat kan alleen als het college tegen het raadsbeleid in zou gaan; een bekentenis dus. Waar ik wel wat meer over had willen weten is dat er nu meer dan een jaar na invoering van de nieuwe wet op 1 juli 2008 nog tien aanvragen liggen waarop na meer dan een jaar na indienen nog geen besluit is genomen.

In de loop van de komende dagen haal ik de spel- en stijlfouten nog wel uit dit stuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten