zondag 29 november 2009

Scheepswerf

Om maar met de deur in huis te vallen: ik heb de oplossing voor de problemen met de scheepswerf ook niet bij de hand. De problematiek is niet nieuw. Ik herinner me nog dat er eind zestiger jaren een tekening op tafel lag voor een combinatie van scheepswerf en jachthaven langs de Maas tegenover het kerkhof. Die oplossing ontmoette haalde het niet omdat de ruimte daar open moest blijven en omdat het gewoon te duur was. Daarna hebben gemeente en scheepswerf in soort kat en hond relatie het toch 40 jaar volgehouden en zo te zien voor de werf niet zonder succes. Dat de grens van “pappen en nathouden” nu wel is bereikt en dat er meer radicale maatregelen moeten worden getroffen is wel realistisch. De gemeente richt zich helemaal op verplaatsen naar het Wisseveld. Dat is mij te kort door de bocht. Worden door die verplaatsing de problemen opgelost of alleen maar verplaatst? Is die verplaatsing wel haalbaar, zowel financieel, rivierkundig en qua tijd? Past verplaatsen in de lange termijnvisie van de scheepswerf? Zijn er geen alternatieven?

Onlangs is er een gesprek geweest tussen gemeente, provincie, Rijkswaterstaat en de scheepswerf. Door de gemeente werd de indruk gewekt dat in dit gesprek duidelijk zou worden of verplaatsen naar het Wisseveld de aangewezen oplossing zou zijn en dat externe financiering mag worden verwacht. Tijdens een presentatieavond op 24 november deelde wethouder Bos mee dat het gesprek positief was verlopen. Er was een duidelijke positieve grondhouding van de partijen. In de Graafsche Courant van 25 november stond te lezen dat de directeur van de scheepswerf helemaal niet zo tevreden is. Hij vreest voor een faillissement als hij niet snel vergunning krijgt voor aanpassingen aan de bestaande werf, die blijkbaar al lang in de pen zijn. Hij is er kennelijk nog niet van overtuigd dat verplaatsing naar het Wisseveld de problemen zowel op korte als op lange termijn oplost. De reactie van rijkswaterstaat is zowel cryptisch, voorspelbaar en veelzeggend. Cryptisch om dat men zich op de vlakte houdt. Het onderwerp is bespreekbaar, maar er moet nog wel gekeken worden naar gevolgen voor de waterstand en de vistrap. En dat zijn nu juist de punten waarvan de instemming van Rijkswaterstaat met het plan af zal hangen. Over de eventuele medewerking van Rijkswaterstaat zijn we dus niets wijzer geworden. Voorspelbaar was de uitspraak omdat een nette organisatie als Rijkswaterstaat natuurlijk nooit zal beginnen met “daar willen we niet over praten”. Veelzeggend was de mededeling dat aan Rijkswaterstaat niet werd gevraagd enthousiast te zijn voor het project. Ik vind deze uitspraak weinig hoopgevend. Of iemand al iets heeft gezegd over financiën is althans mij niet bekend. Het is toch wel een interessant punt; natuurlijk allereerst wat het gaat kosten, maar ook wie er kan en wil meebetalen. In ieder geval zal de gemeente de vrijkomende grond moeten kopen om daar de Maasboulevard op te realiseren.

Dat de mogelijkheid de scheepswerf te verplaatsen moet worden onderzocht staat in het collegeprogramma 2006-2010. Dan zou je nu, eind 2009 het resultaat van dat onderzoek verwachten. Uit de diverse reacties krijg ik echter de indruk dat het om een eerste verkennend gesprek ging. Dan is de vraag wat er de afgelopen 3 jaar is gebeurd en of dat doelgericht is geweest. Ik vrees voor het antwoord. Ook ligt het voor de hand dat voor verplaatsen een financiële inbreng van de gemeente nodig zal zijn al is het alleen maar in de vorm van de aankoop van de vrijkomende grond. Noch in de begroting noch in de kadernota is hiermee rekening gehouden. We hebben hier weer een voorbeeld van een project dat niet projectmatig is aangepakt. Op de projectenlijst had ook de scheepswerf moeten staan met de daarbij behorende fasering. Dan laat je als gemeente zien dat je serieus aan de zaak werkt. Uit de publicaties krijg ik ook niet bepaald de indruk dat gemeente en scheepswerf eendrachtig samenwerken aan de oplossing van de scheepswerfproblematiek en ook hier geldt de uitspraak dat samenwerken beter is dan samen werken. En er zijn gemeenschappelijke problemen. Denk maar aan de aanvoer van materiaal en materieel, het parkeren van vaste en tijdelijke medewerkers en de verhouding met omwonenden. Voor de werf is natuurlijk de beperkte ruimte een probleem en kennelijk nu al op korte termijn.

Samenwerken moet beginnen met het in beeld brengen van de bestaande situatie met sterke en zwakke punten. Daarbij dient ook zichtbaar worden gemaakt welk belang de gemeente heeft bij de aanwezigheid van de scheepswerf en hoe belangrijk het voor de scheepswerf is om juist op deze plaats langs de Maas gevestigd te zijn. Daarvan zal voor alle partijen de bereidheid om mee te betalen afhankelijk zijn.

Vervolgens zullen alle denkbare oplossingen de revue moeten passeren. Dat gaat van niets doen tot stoppen met de werf. Daar tussenin zit een heel scala van mogelijkheden. Verplaatsen naar het Wisseveld is er één van, maar dat gebied is nog steeds bestemd als woongebied, misschien tijdelijk voor asielzoekers. En dan wordt een deel van het probleem alleen maar verplaatst. Op termijn wegkopen van de woningen aan de Maaskade is een oplossing voor de klachten, maar niet voor de verkeersproblemen. Verplaatsen naar buiten Grave lost alle problemen voor de gemeente op, maar de voordelen van het hebben van de scheepswerf zijn dan weer weg. Zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. De scheepswerf zal ook zo zijn eigen visie hebben. Er zal dan ook nog heel wat water door de Maas stromen alvorens de optimale, haalbare aanpak is gevonden laat staan gerealiseerd. In ieder geval zullen scheepswerf en gemeente de zaak gestructureerd moeten aanpakken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten