zondag 29 mei 2011

AZC-Grave, een analyse

Dinsdag 31 mei dient de raad een uitspraak te doen over het AZC waar echt een stap in een richting wordt gezet die de hele raad verder als uitgangspunt kan nemen. Zoals de kaarten nu liggen zal dat met 8 tegen 7 leiden tot voortzetting over het overleg over een nieuw AZC. Ik heb al duidelijk laten blijken dat ik de aanpak van de raad niet bepaald efficiënt en effectief vindt. Daarom maak ik van het voordeel van uitstel maar gebruik om mijn analyse van de gang van zaken en de wijze waarop verder zou moeten worden geopereerd op te schrijven. Dat viel overigens nog niet mee!

Hoe het in theorie had moeten gaan

Uitgangsituatie.

  • Er is een bestuursovereenkomst tussen de gemeente Grave en het COA die op 1oktober 2010 afloopt. In de overeenkomst is geen regeling getroffen voor een eventuele voortzetting. Dat was bewust omdat bij het treffen van de overeenkomst bij de gemeente het standpunt was dat na afloop van de overeenkomst de gemeente zijn aandeel in het asielzoekersbeleid wel had geleverd.
  • Het terrein waarop het AZC is gevestigd is eigendom van het COA (of rijk in het algemeen). De gebouwen zijn voor een deel aangewezen als rijksmonument.
  • Het huidige complex voldoet niet aan de eisen die je aan een fatsoenlijk AZC moet stellen.

Het proces om tot een nieuwe relatie Grave-COA te komen:

Beide partijen moeten allereerst voor zich uitspreken of een nieuw contract tot de mogelijkheden zou behoren. Beide partijen hebben op grond van de aflopende overeenkomst geen enkel recht of plicht tot voortzetting van het AZC. Dus moet eerst worden vastgelegd of een nieuw contract bespreekbaar is. In dit stadium praten over voorwaarden is zinloos als één van de partijen toch al het standpunt heeft.

Als uitkomst zijn er 2 mogelijkheden

  1. Éen van de partijen spreekt zich uit dat een nieuwe overeenkomst niet bespreekbaar is.
  2. Beide partijen zijn bereid om over een nieuw contract te praten. Daarbij doet het nog niet ter zake of één van beide partijen er zware voorwaarden aan wil verbinden (gemeente) of anderzijds er veel voor over heeft (COA).

In beide gevallen zal er toch door beide partijen verder moeten worden gepraat:

  1. Als het AZC uit Grave verdwijnt zal er een nieuwe bestemming moeten worden gezocht, gevonden en gerealiseerd voor de Generaal de Bonskazerne. Er ontstaat dus een ontwikkelingsproces zoals er wel meer in de gemeente lopen. Denk daarbij aan het gebied van "Dichterbij" in Velp, Hof van Esteren in Escharen. De gemeente dient daarbij een actieve rol te spelen. Ik ga daar nu niet dieper op in. Elders op deze weblog zijn mijn opvattingen daarover wel terug te vinden. Ik volsta met de opmerking dat communicatie in dat proces ook, en misschien wel vooral, een verantwoording van de gemeente is.
  2. Als voortzetting van het AZC bespreekbaar zijn er 2 varianten denkbaar:
  • Het AZC wordt gemoderniseerd op de huidige locatie;
  • Het AZC wordt op een andere plaats gevestigd en voor de huidige locatie wordt dezelfde weg gevolgd als hiervoor onder 1. Is beschreven.

Gezien de slechte conditie van de gebouwen zal ook een keuze voor moderniseren geruime tijd zijn gemoeid. Gelet op de einddatum van het contract op 1 oktober 2010 is een tijdelijk verlengen van de huidige situatie onvermijdelijk.

In een situatie waarin twee partijen onderzoeken moeten doen, plannen maken en vooral tijd moeten besteden zonder dat succes bij voorbaat is verzekerd is het gebruikelijk dat een intentieovereenkomst wordt afgesloten, waarin taken en verantwoordelijkheden van beide partijen worden vastgelegd. Ook het te bereiken eindresultaat moet zijn beschreven. Eindtijdstip van de overeenkomst en de verdeling van kosten in dit stadium horen ook in de overeenkomst thuis. Tot slot, maar zeker niet onbelangrijk dienen beide partijen de randvoorwaarden van een eventuele voortzetting in de intentieovereenkomst vast te leggen.

In beide varianten volgt na de intentieovereenkomst eventueel de ontwikkeling- en daarna de realisatieovereenkomst.

De realiteit.

Het proces is in werkelijkheid iets anders verlopen. Bij de gemeente is geen duidelijk begin te definiëren. Op een gegeven moment in 2009 ontstond in het informele circuit, inclusief pers, een discussie of het Wisseveld wellicht een goede vestigingsplaats zou zijn. Inmiddels was bekend dat landelijk werd gestreefd naar een woonwijkvorm van een AZC. De gemeenteraad wijdde er zelfs een excursie aan, waaraan overigens niet alle fracties deelnamen. Aangenomen werd dat deze fracties eigenlijk helemaal niets voor voortzetting van het AZC voelden en dat voor hen een dergelijke excursie overbodig was.

Presentatie COA 19 september 2009

Van COA-zijde begon het proces in september 2009 met een presentatie die vooral inging op het algemene beleid voor vestiging van AZC's en niet speciaal toegespitst op Grave. Wel gaf het toenmalige college aan dat er binnenkort een principiële discussie zou worden gevoerd over een eventuele voortzetting van het AZC. Dat zou dus volgens het boekje zijn geweest. Een discussie stond geprogrammeerd voor de voorbereidende vergadering van 26 januari 2010, maar werd vanwege tijdgebrek (niet ongebruikelijk) op 2 februari gehouden. Het leidde niet tot duidelijke uitspraken, wel kwam er zicht op eventueel te stellen voorwaarden. De voorzitter sloot af met de constatering dat het college wel tijd nodig zou hebben om een raadvoorstel te formuleren en dat nader overleg met de raad wellicht nog nodig zou zijn.

Aangezien de verkiezingen voor een nieuwe raad in zicht kwamen zouden de programma's van de partijen wel een aanwijzing kunnen bevatten. Heel erg duidelijk werd dat niet. Alleen de VVD had in het programma zwart op wit staan dat het nu wel genoeg was, hetgeen niet helemaal hetzelfde is als absoluut niet. Uit allerlei aanwijzingen viel wel af te leiden dat VVD, LPG en Trots het AZC graag zouden zien vertrekken, dat VPGrave en Keerpunt 2010 voor voortzetting waren en dat het CDA aan een voortzetting voorwaarden zou stellen. Na de verkiezingen leidde dat tot een verhouding 8-7 voor bespreekbaar zijn van een nieuwe overeenkomst Grave-COA. Zonder dat dit formeel werd uitgesproken was wel duidelijk dat het Wisseveld als vestigingsplaats niet de instemming van de raad zou krijgen.

Het bestuursakkoord van de nieuwe coalitie geeft geen aanwijzingen over het AZC.

Presentatie COA 8 juni 2010

Op 8 juni 2010 geeft het COA weer een presentatie. Daarbij blijkt dat het COA een plan wil ontwikkelen om op het huidige terrein nieuwe woongebouwen wil vestigen voor het AZC en voor de resterende monumentale gebouwen een nieuwe bestemming wil zoeken. Aangezien dit natuurlijk niet voor 1 oktober gerealiseerd zal zijn werd ook verlenging van het huidige contract met 1 jaar gevraagd. Over de verlenging wordt in de voorbereidende vergadering van 15 juni en de besluitvormende vergadering van 29 juni gesproken. De raadstukken voor die vergadering zijn niet meer te vinden en het was mij teveel moeite om de geluidsopnames nog eens helemaal af te luisteren.

De conclusie was dat het contract werd verlengd. Er waren 7 tegenstemmers. Daaruit kun je afleiden dat die tegenstemmers bedoelden dat het AZC op 1 oktober 2010 zou moeten verdwijnen. Dat bleek ook wel uit de discussie. De voorstemmers hadden wel eerst een amendement aangenomen waarin voorwaarden stonden voor een eventuele ontwikkeling. Eigenlijk dus een heel ander onderwerp. Bovendien mocht het COA zelf bepalen of zij aan de voorwaarden wilden en/of konden voldoen. Een heel merkwaardige constructie. Hiermee heeft de raad zich, zonder het in een besluit vast te leggen, wel in principe uitgesproken voor handhaven van het AZC. Sterker nog het COA mocht uit de verlenging niet concluderen dat de toekomst voor het AZC in Grave verzekerd was. Als het wel in een besluit was vastgelegd hadden de tegenstanders zich hierbij neer moeten leggen en hadden zij zich kunnen concentreren op de nieuwe ontwikkeling. Nu is er voor die partijen altijd nog de mogelijkheid overal tegen te zijn omdat men gewoon het AZC niet wil. In het vervolg is dat goed merkbaar.

Op de voorwaarden die in het amendement zijn gesteld ga ik niet diep in. Ze zijn in het kader van ruimtelijke ordening gebruikelijk en zullen voor het COA dan ook niet zo'n probleem zijn. Er waren ook elementen die in een intentieovereenkomst thuis zouden horen.

De belangrijkste voorwaarde was dat er alleen nieuwbouw mocht worden gepleegd voor huisvesting van asielzoekers en dat andere functies in de bestaande gebouwen moest gebeuren en voor overbodige ruimten een herbestemming moest worden gevonden, hetgeen verder gaat dan gezocht. Aan de voorwaarden moest op 1 maart 2011 zijn voldaan.

De bal werd helemaal bij het COA gelegd, ook op punten waarvoor de gemeente eigenlijk (mede)verantwoordelijk is zoals RO-aspecten (wat kan wel en wat kan niet) en de communicatie.

Presentatie 1 maart 2011

Gemeentelijk werd het nu stil (afgezien misschien van ambtelijk overleg). Precies op 1 maart 2011 kwam het COA met een nieuwe presentatie.

Allereerst bleek dat het overleg met omwonenden en anderen uiterst summier was geweest. Vervolgens was het COA nogal vaag over de voorwaarde van de herbestemming. Bij de discussie na de presentatie werd dit vanuit de raad natuurlijk naar voren gebracht. Goed beschouwd was er na 29 juni 2010 niet veel voortgang te zien.

Voorbereidende vergadering 13 april 2011

Op 13 april stond het AZC weer op de agenda van de voorbereidende vergadering met een voorstel van het college de ontwikkeling voort te zetten. Inmiddels was er wel een brief van het COA waarin men meedeelde dat men wel de bedoeling had in de geest van de gemeente te willen opereren.

De bekende tegenstelling wel of niet voortzetten van het AZC met een verhouding 8-7 speelde een belangrijke rol. De tegenstanders hanteerden als argument dat het antwoord van het COA op 1maart kwam en dat is niet voor en dus te laat. Als tweede kwam de vraag of het COA nu wel of niet aan de voorwaarde van herbestemming voldeed. Volgens de tegenstanders duidelijk niet. De voorstemmers hadden er wel vertrouwen in.

De discussie werd zelfs onaangenaam toen de tegenstemmers aan de wethouder een duidelijk ja of nee op de vraag of aan de voorwaarde werd voldaan. Strikt en in de meest letterlijke zin was het antwoord natuurlijk: nee, want de herbestemming was nog onduidelijk. Maar dat komt natuurlijk door de ongelukkige formulering van de voorwaarde. De voorwaarde geeft namelijk een richting aan waarin de herontwikkeling zou moeten gaan, maar het was vanaf het begin klip en klaar dat die ontwikkeling nooit voor 1 maart 2011 zover gevorderd zou kunnen zijn dat 100% zekerheid zou kunnen worden gegeven. Dat is nou net ook de reden dat moet worden gewerkt in drie fasen: initiatief, ontwikkeling en realisatie; alle drie vastgelegd in een overeenkomst. Logisch dat wethouder Adams hier niet intrapte en verwees naar het voorstel. Ook tijdens de vergadering in juni 2010 had hij gewezen op een aantal onlogische en zelfs tegenstrijdigheden in de aanpak van de raad.

De strekking van de voorwaarde is natuurlijk correct. Er moet worden gezorgd voor een herbestemming van de gebouwen en daar moet vanaf het begin aan worden gewerkt. Alleen als men bij de nieuwbouw van het stadhuis dezelfde voorwaarde had gesteld en zo strikt had gehanteerd als de tegenstanders van een nieuw AZC nu willen dan hadden de ambtenaren nu nog in het oude stadhuis gewerkt.

De discussie van 13 april was voor het college geen aanleiding met een ander of aanvullend voorstel te komen. Het zou in de besluitvormende vergadering dan ook een prolongatie van de discussie worden, maar niet vanwege het succes.

De periode tussen voorbereidende en besluitvormende vergadering

In deze periode werd wel duidelijk dat de communicatie met omwonenden en de bedrijven in de omgeving had gefaald. De gemeente heeft daarin zijn verantwoordelijkheid niet genomen. Dat leverde de tegenstanders van het AZC natuurlijk weer argumenten op, ofschoon met name de bedrijven te kennen gaven dat zij niet bij voorbaat tegen waren. Zij wilden wel dat hun belangen veilig werden gesteld, en gelijk hebben ze.

Besluitvormende vergadering 24 mei 2011

Waar ik een herhaling van het geharrewar over het voldoen aan de voorwaarden zou worden herhaald met als resultaat dat op basis van een 8:7 verhouding verder kon worden gemodderd kwam de VVD met een voorstel het punt van de agenda af te voeren. Wat daarvan de bedoeling was werd mij in ieder geval niet duidelijk. De kaarten lagen toch voor iedereen zichtbaar op tafel en daar zou niets aan worden toegevoegd. Het voorstel werd dan ook afgewezen. Vervolgens kondigde de VVD en motie aan "die betrekking had op het onderwerp" en dus bij het agendapunt moest worden behandeld. De voorzitter wil moties liever aan het eind van de vergadering behandelde en wilde de motie eerst zien en lezen. Het bleek een motie te zijn van afkeuring. De raad moest het optreden van het college in deze materie afkeuren. Kritiek op het college vastleggen in een motie van afkeuring is een nogal zwaar wapen. Als een wethouder zo'n motie serieus neemt moet hij bij aannemen zijn positie wel heroverwegen. Met die motie op tafel zou de sfeer bij de discussie over dit onderwerp wel zijn bepaald.

"Ieder nadeel heb zijn voordeel". Het zal wel duidelijk zijn dat ik voor de huidige wijze van vergaderen weinig waardering heb. Deze keer zorgde het er wel voor dat het agendapunt niet meer kon worden behandeld. Er ontstond zo een week van heroverweging. Of er in die week nog iets is gebeurd weet ik niet.

Conclusie

Mijn conclusie is dat deze kwestie vanaf het begin op een slecht gestructureerde wijze is aangepakt. Dat heeft ongetwijfeld tot vertraging geleid en tot ongewenste verhoudingen. Het publiek kan geen moties indienen anders zou ik de volgend tekst willen voorstellen die dan wellicht ook als richtlijn kan dienen voor de besluiten die op 31 mei moeten worden genomen.

Publieksmotie

Het publiek, aanwezig bij de presentaties en discussies in voorbereidende en besluitvormende vergaderingen over een eventuele voortzetting van het AZC in Grave spreekt zijn ongenoegen uit over de gang van zaken en betreurt de vertraging die als gevolg daarvan is opgetreden. Dit ongenoegen heeft vooral betrekking over de werkwijze van de raad.

Overwegende dat, gelet op de kieswet, deze raad tot maart 2014 in functie blijft en wachten tot een nieuwe raad onverantwoord is, komt het publiek tot de uitspraak dat vanaf nu een gestructureerde aanpak nodig is volgens de principes van samenwerking van overheidsorganen als de gemeente Grave en private en andere overheidsorganen zoals het COA

Deze overweging leidt tot de volgende aanbeveling voor besluiten te nemen op 31 mei 2011, waarbij de voorwaarden die op 29 juni 2010 zijn gesteld als uitgangspunt hebben gediend:

  1. De raad stemt er mee in dat met het COA een intentieovereenkomst wordt afgesloten met het doel te komen tot een voortzetting van het AZC binnen het huidige eigendom;
  2. Het college dient alvorens deze met het COA wordt afgesloten de intentieovereenkomst aan de gemeenteraad ter goedkeuring voor te leggen;
  3. In de intentieovereenkomst dienen in ieder geval de volgende onderwerpen te worden geregeld:
    • Het aantal asielzoekers waarvoor het complex is bestemd;
    • Dat de gebouwen met een monumentenstatus gehandhaafd blijven en bij voorkeur in het AZC moeten worden opgenomen
    • Als nieuwbouw noodzakelijk is, hetgeen in ieder geval voor huisvesting van asielzoekers aannemelijk is dient voor eventueel vrijkomende gebouwen een bestemming te worden gevonden
    • De nieuwe bestemming dient te passen in het landelijk, respectievelijk provinciale en gemeentelijke beleid.
    • In de intentieovereenkomst dient een communicatieplan te zijn opgenomen;
    • Voor het opstellen van het AZC en de nieuwe ontwikkelingen wordt een projectorganisatie opgezet waaraan vanuit de gemeente actief wordt meegewerkt.
    • De kosten die de gemeente moet maken in de initiatieffase dienen door het COA te worden vergoed. Indien het tot realisering komt kan een herberekening van kosten op basis van legesbepalingen plaatsvinden.
    • Een planning van de initiatieffase met momenten van tussenrapportage aan de raad;
    • Een globale planning van het gehele traject, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen AZC en hergebruik door anderen;
    • Het risico van leegstand en het in goede staat houden van niet door het AZC te gebruiken gebouwen is voor het COA;
    • De initiatieffase wordt afgesloten met een rapportage waarin is opgenomen
      • Het voorlopig ontwerp voor het nieuwe AZC inclusief de mate waarin van bestaande gebouwen gebruik wordt gemaakt.
      • De mogelijkheden van herbestemming van de vrijkomende gebouwen;
      • Een verslag van de overleggen met anderen en zeker met omwonenden en ondernemers;
      • Een planning van het vervolgtraject;

    Het ligt voor de hand dat vanuit het college, gevoed door het ambtelijk apparaat, en het COA nog punten aan de intentieovereenkomst worden toegevoegd.

  4. In dezelfde raadvergadering waarin over de intentieovereenkomst wordt besloten, wordt een besluit genomen over voorlopige voortzetting van het huidige AZC
  5. Als de intentieovereenkomst wordt goedgekeurd, geldt de verlengingsovereenkomst tot het besluit over de ontwikkelingsfase. Als de intentieovereenkomst door de raad wordt afgekeurd dient het COA binnen drie maanden met een liquidatieplan te komen. Het college dient dan ook een plan van aanpak voor de herontwikkeling van het gehele gebied aan de raad te presenteren.
  6. Als het college de intentieovereenkomst niet voor of in september 2011 aan de rad kan voorleggen dient aan de raad een voorstel tot verlenging met hoogstens één jaar te worden voorgelegd.


 

En gaat over tot de orde van de dag.


 


 

Werd getekend:

Het publiek op de tribune.


 

Het bovenstaande lijkt wellicht wat overdreven, maar is voor een structurele aanpak noodzakelijk. Het zal ook wel tijd kosten, maar tijd in het begin van een project geïnvesteerd win je veelal later dubbel terug.


 

Slot

Al eerder heb ik gesteld dat in mijn ogen de belangrijkste voorwaarden voor voortzetting van het AZC niet zijn gesteld. Een van die voorwaarden was voor het interkerkelijk platform zelfs reden om het gemeentebestuur van Grave in overweging te geven niet mee te werken aan een nieuwe overeenkomst.

Het gaat om 2 punten

  • Ook in het huidige asielbeleid bestaat nog steeds de kans dat asielzoekers uit het AZC worden verwijderd en maar moeten zien waar ze blijven. Daarvoor moeten noodopvangen dienen. Die moeten er wel zijn en worden gefinancierd.
  • Een groot probleem is dat asielzoekers niet mogen werken. Als daar tegenover geen goede dagbesteding staat is een klimaat geschapen dat tot verveling, onvrede en zelfs criminaliteit kan leiden.

Beide zaken behoren tot het rijksbeleid en kunnen dan ook niet bilateraal tussen het COA en de gemeente Grave worden geregeld. Vandaar dat het ook geen zin heeft dit in de intentieovereenkomst op te nemen. Natuurlijk kan het in het vervolgoverleg met het COA wel worden meegenomen.


 

Misschien kan zelfs in het zoeken naar een herbestemming van gebouwen worden gedacht aan een werkproject voor de asielzoekers. Als dit als landelijk experiment wordt beschouwd kan het misschien. Waar een wil is is een weg.


 

Dit hele verhaal heeft me meer tijd gekost dan ik had voorzien. Ik zet het nu ongecorrigeerd op de weblog. Mogelijk breng ik later nog correcties aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten