Het besluit dat de raad op 22 mei heeft genomen is uit
meer oogpunten merkwaardig., al is het alleen maar vanwege de dubbele
ontkenning die er in zit. En met zo’n taalkundige constructie is moeizaam te
formuleren.
·
De raad besloot, via een amendement op een
voorstel van het college, iets dat al op 16 juni 2009 was besloten. Men had
gewoon kunnen volstaan met het voorstel van het college af te wijzen. Het
besluit van 2009 was gebaseerd op argumenten die aannemelijk maakten dat de zo
gewenste medewerking van de provincie zou worden verkregen. Het nu genomen
besluit mist die inhoudelijke onderbouwing. Het besluit van 16 juni 2009 is
echter niet ingetrokken, dus nog steeds van kracht en ook niet in strijd met
het nu genomen besluit. Dubbel genaaid houdt beter zullen we maar zeggen.
·
Het besluit van 16 juni 2009 was gebaseerd op
een voorstel, dus informatie, van het college. Ook het college was dus toen van
mening dat opnemen van de Margriet in het bestemmingsplan door de provincie zou
worden geaccepteerd. Het heeft weliswaar een hele tijd geduurd, maar
uiteindelijk is de Margriet wel in het concept voorontwerpbestemmingsplan opgenomen
en ter inzage gelegd. Ook toen was het college dus nog van mening dat de weg
begaanbaar was. Er zijn zienswijzen ingediend, die voor een groot deel nog niet
geopenbaard zijn. Wel blijkt uit het voorstel van het college voor 22 mei dat
er in ieder geval 2 zienswijzen zijn die argumenten aanvoeren tegen opnemen van
de Margriet in het bestemmingsplan. Van de “appellanten” was dat natuurlijk te
verwachten, maar het college heeft kennelijk uit de zienswijze van de provincie
geconcludeerd dat die niet zonder meer voor opnemen is. Op zienswijzen die voor
de Margriet pleiten wordt niet inhoudelijk ingegaan. En er is zeker één zo’n
zienswijze, namelijk namens de Margriet zelf. In die zienswijze worden argumenten
aangevoerd waarom er wel een gerede kans is dat de provincie meewerkt. (Ik
formuleer het wat voorzichtig, want in dit stadium van de procedure zijn er nog
geen zekerheden; sterker nog ze mogen er eigenlijk niet zijn. Zekerheden ontstaan
pas wanneer het bestemmingsplan door de raad wordt vastgesteld.). Omdat er wel
wordt verwezen naar overleg met de provincie, maar geen verslagen zijn
bijgevoegd kan ik niet beoordelen waarom het college nu plotseling de eigen
procedure doorkruist door op basis van twee zienswijzen en met voorbijgaan van alle andere
op één onderdeel van het gehele bestemmingsplan buitengebied de raad een uitspraak
laat doen. Dat riekt naar paniek
·
Het huidige besluit past niet in de procedure.
Na de ter visielegging en het indienen van zienswijzen dient het college het
voorontwerp en de zienswijzen te verwerken tot een formeel
ontwerpbestemmingsplan. Afhankelijk van de intensiteit van vooral het overleg
in de voorbereiding is dit een minder of meer complexe aangelegenheid. Gelet op
het tijdsverloop zou het in dit geval eenvoudig moeten zijn en zou het
ontwerpbestemmingsplan zeer binnenkort ter inzage moeten kunnen worden gelegd. Er
is dan 6 weken tijd om opnieuw een zienswijze in te dienen. Daarna moet de raad
na vier maanden het bestemmingsplan vaststellen. Dat lijkt mij geen aanleiding
voor een overhaaste beslissing.
·
Het college wekte met het voorstel de indruk dat
opnemen van de Margriet in het bestemmingsplan een onhaalbare kaart zou zijn en
dat daarom tijdverspilling er nog aandacht aan te besteden. Dat is natuurlijk
mijn interpretatie, maar waarom zou het college anders nu met dit voorstel zijn
gekomen? Als je het voorstel goed leest is het toch niet zo absoluut. Zo wordt
gesproken over “onwaarschijnlijk” maar niet over “uitgesloten” of woorden van
gelijke strekking. Zelfs de wethouder heeft gezegd dat hij een geamendeerd
besluit (dat alleen maar kon neerkomen op een afwijzing van zijn voorstel) zou
uitvoeren. Dus het college gaat nu gewoon zijn stinkende best doen de provincie
te overtuigen van de juistheid van het opnemen van de Margriet in het
bestemmingsplan.
·
Mevrouw de Zoeten lichtte nog toe dat zij eigenlijk
de Margriet als rivierpleisterplaats wel zag zitten, maar toch tegen het
amendement zou stemmen, en dus tegen opnemen van de Margriet. Het collegevoorstel
had haar aangetoond dat deze weg onbegaanbaar zou zijn. De raad als geheel koos
er echter voor die weg toch in te slaan en het college zelf gaat voorop. Iedereen
is er wel van overtuigd dat het geen asfaltweg is en dat er nog wel wat hobbels
zijn te nemen, maar als je niet gaat lopen kom je zeker nergens.
Genoeg over het besluit. Het ligt er en wat nu. Formeel
is gewoon het college weer aan zet om concept ontwerpbestemmingsplan en
zienswijzen om te werken tot formeel ontwerpbestemmingsplan. Voor de Margriet
betekent het dat vooral de aandacht moet worden gericht op de zienswijze van de
provincie. Blijkbaar is die nog afwijzend. Daar hoeft de gemeente niet bij
voorbaat bang te zijn. Nog niet zolang geleden had de provincie ook een
negatieve zienswijze op een woningproject in Escharen. Na één goed gesprek met
de provincie stemde de provincie alsnog in. Bovendien is in de huidige
regelgeving de provincie niet meer zo machtig als vroeger. Tegenwoordig is de
gemeente leidend en heeft de provincie dezelfde gereedschappen als iedere
burger: een zienswijze indienen en eventueel later een beroep op de Raad van
State. Natuurlijk moet je wel met goede argumenten komen om de provincie te
overtuigen en zou ik bij een beroep van de provincie op de Raad van State ook
geen weddenschap op de gemeente afsluiten. Een bestuurlijk aanval vanuit de
gemeente op het provinciebestuur is dan ook nodig.
De zienswijze van de “appellanten” is voor een belangrijk
deel gebaseerd op het provinciaal beleid.
Daarnaast wordt nog een aantal andere regels genoemd waar de Margriet eventueel
zou moeten voldoen. Op zich is dat wel juist, maar spelen die regels in de
bestemmingsplanprocedure geen rol. Blijft over de invloed op het uitzicht van
de “appellanten” op het landschap en andere opvattingen op wat wel en niet daar
past. Die bezwaren moeten natuurlijk worden afgewogen. Daarbij speelt
natuurlijk een rol of er 2 appellanten zijn of dat een groot aantal mensen
vindt dat de Margriet daar niet hoort. Zo werkt nu eenmaal een democratie.
Democratie is ook accepteren dat besluiten worden genomen waar je het zelf niet
mee eens bent.
De “appellanten” wijzen ook nog op uitspraken van de Raad
van State dat de Margriet daar ten onrechte ligt. Dat is juist, maar de raad
van State baseert zijn uitspraken op twee facetten:
·
Is de aangevochten beslissing op de juiste wijze
tot stand gekomen? Indien dit niet het geval is, moet de procedure over. (Dit
speelt bij de vraag van de scheepswerf om het bestemmingsplan te wijzigen. Het
was weliswaar een rechterlijke uitspraak, maar de RvS is in dit geval ook een
rechtbank).
·
Is de aangevochten bestemming niet in strijd met
het beleid van hogere organen? Indien dit het geval is een nieuwe poging alleen
zinvol als eerst het beleid van dat hogere orgaan wordt.
Dit laatste speelt nu bij de Margriet. Alle uitspraken
van de Raad van State zijn gebaseerd op het huidige bestemmingsplan en volgens
die regels kan de Margriet echt niet. Maar het gaat nu om het vaststellen nieuwe
beleidsregels. Oude uitspraken van de Raad van State zijn hierbij wel leerzaam
maar niet maatgevend.
Alles bij elkaar genomen doe ik hierbij geen uitspraak
over de zienswijze van wie dan ook. Wel geloof ik er bij een voortvarende en zorgvuldige
aanpak zeker in dat de Margriet in het bestemmingsplan buitengebied kan worden
opgenomen.
Rest nog het plan van de “appellanten” het besluit van de
raad aan de Kroon voor te leggen voor vernietiging. Daarmee zou het besluit van
de baan zijn en de komische situatie ontstaan dat het besluit van 16 juni 2009
van kracht blijft. En dat is inhoudelijk precies hetzelfde. Dat schiet voor de “appellanten”
ook niet op. Dit neemt echter niet weg dat het recht om het te proberen wel
bestaat. Ik zie de aankondiging dan ook niet als een bedreiging maar als een
aansporing zorgvuldig te werk te gaan.
Naast de bestemmingsplanprocedure loopt ook nog het handhavingtraject.
Nu heb ik van de aanpak van de scheepswerfproblematiek overgehouden dat je
alvorens een eventueel gedoogbesluit te nemen in afwachting van legaliseren of
verdwijnen ook nog een besluit kunt nemen tijdelijk niet te handhaven. Ik zou
de stukken eens moeten bestuderen of in combinatie met de weg naar een nieuw
bestemmingsplan dit niet een begaanbare weg is ondanks de uitspraak van de Raad
van State op dit terrein. Het is toch te zot dat je tegelijk werkt aan het bouwen
en het slopen van een huis?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten