Voor de eerste keer heb ik een vergadering via internet
gevolgd. Natuurlijk is het fijn het Graafse bestuur op de voet te kunnen volgen,
ook als je er niet bij kunt zijn en toch niets beters hebt te doen. Het systeem is, denk ik, nog in de
experimentele fase. Dit commentaar is dus geen waardeoordeel, om een door een
wethouder veelgebruikte tekst te citeren, maar een goedbedoeld commentaar.
Kennelijk werken de microfoons nog niet goed. Dat zorgt voor nogal wat stiltes.
Aan de andere kant wordt ook wel eens vergeten de microfoon uit te schakelen en
dan hoor je iets dat beter niet had kunnen worden gezegd. Het ontbreken van
beeld –dat hebben ze in Boxmeer wel- vind ik wel een gemis. Alleen het
gesproken woord is in ieder geval in deze vergadering wel erg saai. Maar dat
komt ook door de opvattingen die de raad heeft over de commissies. Het is bijna
louter vragen stellen, waarop veelal niet direct antwoord wordt gegeven, maar
dat kan de commissieleden blijkbaar niet schelen. Opvallend is ook dat uit veel
vragen blijkt dat men of de stukken niet goed heeft gelezen, of vergeten is wat
er nog niet zo lang geleden is besproken of zelfs besloten.
Het is weer overduidelijk gebleken dat ons gemeentebestuur
zich daadwerkelijk weinig gelegen laat liggen aan het betrekken van de burgers
bij de besluitvorming. Wettelijke procedures zijn voldoende. Openbaarheid van
bestuur betekent niet alleen dat stukken en besluiten makkelijk toegankelijk
zijn, maar dat ook vragen daarover, de antwoorden daarop en discussies goed
zijn te volgen. Hoe past nu de mogelijkheid een vergadering live te kunnen
volgen hierin? Eigenlijk heel goed. De burger die zo de vergadering volgt kan
alleen maar luisteren en noch verbaal noch non-verbaal reageren. En dat wil onze
raad kennelijk. Ja, ze beweren voortdurend iets anders.
De vergadering begom met het uitreiken van een rode kaart
aan een ongerechtigde deelnemer. Één fractie probeerde toch 2 raadsleden te
laten meedoen en dat mag niet.
Inhoudelijk stelde de vergadering niet veel voor. De meeste
aandacht trok het spreekrecht. Er waren nog al wat insprekers. Het merendeel
had het parkeerterrein aan de Stadhouderslaan als onderwerp. Van de hele
vergadering was de inbreng van enkele kinderen het hoogtepunt. Het bleek dat er
een gesprek is geweest met vertegenwoordigers van de buurt met de wethouder.
Alleen hadden beide partijen een ander idee over het resultaat van de
bespreking. Wordt er van zo’n gesprek dan geen eenduidig verslag gemaakt?
Alhoewel dat niet gebruikelijk is ontstond er toch een vorm van discussie, dat
wil dat er vragen werden gesteld die
meestal niet direct beantwoord konden worden. Zo kwam er geen duidelijkheid
over het vervolg, terwijl die er wel is. Zeker uit de inbreng van de VVD aan
het slot bleek dat de procedure gewoon wordt voortgezet.
In het bestemmingsplan woonwijken is vastgelegd dat het
college bevoegd is de huidige bestemming van dat terrein te wijzigen in
parkeren. Daar komt de raad dus niet meer aan te pas. Sterker nog: de raad
heeft ingestemd met het idee van het
college daar een parkeerterrein aan te leggen. De wethouder heeft het ook
diverse malen gezegd: als de raad het college niet terugfluit wordt de
procedure gewoon gevolgd. Uit zijn beantwoording blijkt ook dat hij niet van
plan is van te voren de uitwerking met de buurt te bespreken; er komt een door
de gemeente opgesteld plan. Het college publiceert dat en dan kan een ieder die
daar belang bij heeft een zienswijze bij het college indienen. Waarom de
wethouder de vraag waar de zienswijzen moeten worden ingediend niet direct
concreet beantwoordde is mij een raadsel. Een zienswijze over een voorgenomen
besluitmoet altijd worden ingediend bij het bestuursorgaan dat het besluit wil
nemen. Hij zij wel dat de procedure nog voor de zomerperiode wordt begonnen. Dat
betekent dat de zienswijzen in de vakantie moeten worden ingediend.
Moet dat zo? Nee het college zou best eerst met de buurt
kunnen overleggen en vervolgens met die kennis een plan opstellen en dat in
procedure brengen. Maar geparkeerd wordt er aan de Stadhouderslaan.
Ook het parkeren in het Estersveld vroeg de nodige tijd,
zonder dat er duidelijkheid kwam over de richting waarin het gaat. Wel bleek
dat geen enkele fractie het hele voorstel van het college wil overnemen. Nu zou
dat ook best geregeld kunnen worden, maar veelal zijn de voorstellen zodanig
geformuleerd dat het “alles of niets” is. Een herformuleren van de besluiten is
in ieder geval stukken eenvoudiger en duidelijker dan het gehannes met
amendementen.
Zoals verwacht wist de commissie eigenlijk geen raad met de
voorstellen van de deltacommissie. Men voelde zich –en terecht- overvallen door
de massa aan stukken. Dat juist om dat probleem te ondervangen de Vereniging Nederlands
Riviergemeente in opgericht is misschien in
het gemeentehuis vergeten. In ieder geval weet de raad dat niet meer.
Er werden nog enkele vragen gesteld, maar omdat de
antwoorden veelal pas later komen en dan uitsluitend aan de raadsleden worden
gegeven heeft het geen zin die vraagstellerij serieus te nemen.
Nog een paar andere zaken.
·
Het onderwerp brede scholen is van de agenda van
de commissie Inwoners afgevoerd.
·
De raadsvergadering met als onderwerp kadernota
2014, waarvoor het college de voorstellen heeft goedgekeurd is nog niet
aangekondigd.
·
Het burgerinitiatief Binnenhof is door het
presidium doorgeschoven. Maar in de vorige raadsvergadering staakten de stemmen
over de vraag of de indiener aan de beraadslaging mocht deelnemen. In zo;n
geval moet de raad in de volgende
vergadering daarover opnieuw stemmen. Overigens is zo’n raadsbesluit helemaal
nuiet nodig. Volgens de gemeentewet en ook de plaatselijke regelgeving heeft de
indiener het recht een toelichting te geven en kan de voorzitter besluiten over
deelname aan de beraadslaging.
·
Het college heeft inmiddels wel aan zichzelf een
vergunning gevraagd de muur te mogen slopen en bomen te kappen en gaat dus
gewoon door. Formeel mag dat, maar dan negeert het college wel het hele
burgerinitiatief en alles wat de raad al over heeft gezegd. Maar het college
zal ook denken: als de raad er niet uitkomt doen wij het wel.