Het leek mij beter
even te wachten met mijn commentaar op de eerste en derde trap van de
raadsvergadering van 22/23/25 april 2013. De scherpe kantjes zijn er nu wel een
beetje af.
Het begon op de maandag voor de vergadering. Dat is het
leuke van een opname. Daar hoor je bij flarden ook nog iets wat eigenlijk niet
voor iedereen bestemd is.
Zoals iedereen kon verwachten, en dus ook bij de raad
bekend moest zijn, was er een grote delegatie van tegenstanders van het
parkeerterrein aan de Stadhouderslaan. Zij wilden inspreken. Maar dat punt
stond niet op de agenda en volgens het reglement mag je dan over dat onderwerp
geen gebruik maken van het spreekrecht. Dat spreekrecht was wel aangevraagd.
Dus had direct kunnen worden gezegd dat inspreken niet mogelijk is omdat het
punt niet op de agenda staat. Dat is niet gebeurd en dus kwamen ze allemaal
voor niets. Er werd nog wel een poging gedaan om het punt alsnog op de agenda
te plaatsen, maar dat werd niet toegestaan. De discussie daarover duurde
waarschijnlijk langer dan een beetje soepelheid zou hebben gekost.
Zorgelijker dan dat niet mocht worden ingesproken was hoe
de meeste fracties denken met de bemoeienis van burgers om te gaan. Ik heb het
al meer gesignaleerd, wat wettelijk is voorgeschreven is genoeg. Ook hier werd
door de coalitiepartijen unaniem gezegd dat men te zijner tijd maar een zienswijze
moet indienen. Dat kan pas als het plan klaar voor het besluit ter inzage ligt.
Van inbreng bij de voorbereiding is dan geen sprake. Wijkraden en andere
overlegorganen kunnen dan wel worden opgeheven. Ik ga er tenminste van uit dat
de raad en, omdat de coalitie de gang van zaken bepaalt, zeker de coalitie wel
consequent is. Want als in het ene geval wel vooroverleg wordt gepleegd en in
het andere, zoals hier, niet wordt het een zootje. En de waarnemend voorzitter
deed een dringend beroep op de vergadering er juist geen zootje van te maken.
En dat is het dus wel.
Zonder de Stadhouderslaan was voor het inspreken toch al
45 minuten nodig, dank zij de soepelheid van de raad want volgens het reglement
mag het spreekrecht niet meer dan 30 minuten duren.
Hoe het met het bestemmingsplan Buitengebied is afgelopen
heb ik op basis van de behandeling op dinsdagavond al besproken. Wat ik van de
bespreking op maandag heb gehoord geeft geen aanleiding naar nog iets aan toe
te voegen.
Bij de behandeling op donderdag van het burgerinitiatief Binnenhof
begon de VVD met nog meer verwarring te veroorzaken dan er al was. Deze fractie
vond dat het initiatief wel moest worden afgewezen, maar het door het college
opgestelde plan niet besproken. De achtergrond is natuurlijk dat de VVD alsnog
een Scheereplein in het voorstel wil betrekken. Al eerder heb ik aangegeven -en
ook de indienster van het initiatief heeft daar in haar aandeel in het
spreekrecht ook op gewezen- dat de raad al lang heeft vastgelegd dat de
oorspronkelijke straatprofielen in stand moeten blijven. Dus geen Scheereplein,
maar een Scheerestraat.
Deze discussie werd beëindigd doordat de voorzitter de
VVD vroeg daarvoor tijdens de discussie een amendement in te dienen.
In 2013-42 wees ik er op dat volgens de reglementen de
indiener van een burgerinitiatief het recht heeft een toelichting te geven en
dat de voorzitter kan bepalen dat ook aan de beraadslaging wordt deelgenomen.
Keerpunt 2010 wees hier op en stelde voor de voorzitster van de wijkraad aan de
tafel te vragen. De raadsvoorzitter deelde mee dat het aan de raad was om daar
een beslissing over te nemen. VVD en CDA voelden niets voor inbreng van buiten.
De anderen wel en dus leek er een meerderheid voor. Op het laatste moment bleek
er echter in de LPG-fractie toch een tegenstander en gezien het vijftal
afwezigen werd het 5 voor en 5 tegen. En dus moet er in de volgende vergadering
opnieuw over worden beslist.
Volgens mij is dat niet goed gegaan. Allereerst staat in
de verordening keihard dat de raadsvoorzitter de indiener in de gelegenheid
stelt een toelichting te geven. Er staat “in de gelegenheid stelt” en niet “kan
in de gelegenheid stellen”. Wel staat er dat de voorzitter de initiatiefnemer
aan “de beraadslagingen kan laten deelnemen”. Er staat nadrukkelijk bij dat
artikel 24 van het reglement van orde buiten beschouwing blijft. Ik vroeg me in
2013-42 wat die verwijzing inhield. Het werd me nu duidelijk. In dat artikel 24
staat dat de raad moet instemmen. In de verordening burgerinitiatief staat dus
dat de raad bij een burgerinitiatief over
meepraten niets heeft te zeggen. De voorzitter bepaalt en had de knoop dus
kunnen doorhakken.
Achteraf gezien is het maar goed dat het zo is gelopen.
Hopelijk komt er eerst inzicht in de inrichting van de openbare ruimte in en
rond het Hart van Grave. En dat gaat over iets meer dan het Binnenhof en het
trottoir rond de winkels.
De Koersnotitie
structuurvisie gaf stof voor ruim een uur heen en weer praten zonder dat er
echt over de hoofdlijnen werd gediscussieerd. Er werden meer vragen aan het
college gesteld dan bij de behandeling in de commissie en dat is toch niet de
bedoeling. Trots had als enige wel een principiële en inhoudelijke visie op de
wijze waarop de structuurvisie moet worden uitgewerkt. Met name op de
waterfrontvisie had deze fractie nogal wat fundamentele kritiek. De
vertegenwoordiger heeft het wel voorgelezen, maar de rest van de raad ging er
niet op in. Nu is dat niet helemaal onbegrijpelijk want de inbreng van Trots
viel de raad nogal koud op het dak.
Uiteindelijk werd het voorstel, dat vooral neer komt op “college
ga zo verder” met de stem van Trots tegen aangenomen. Hopelijk speelt de
inbreng van Trots toch een rol bij die uitwerking, alhowel de raad daarvoor
niet veel ruimte biedt.
Verstandig is dat de raad in een motie van het CDA het
college opdracht gaf de planprocedures alvast op te starten voor projecten die
vooraan in de planning staan. Als gewacht moet worden op de vaststelling van de
structuurvisie, waar het woningbouwprogramma deel van uit maakt, gaat weer tijd
verloren. Strikt genomen gaat de motie alleen over een project in Escharen. Ze
zou eigenlijk algemeen moeten worden gehanteerd.
Triest is wel dat de inbreng vanuit de Graafse
gemeenschap weer beperkt blijft tot het indienen van een zienswijze als het
plan eigenlijk al vastligt. De planning is alleen haalbaar als bij de uitwerking
alles wat in deze vergadering is gezegd wordt genegeerd. Een andere reden
daarvoor is ook dat de raad nogal lang bleef stilstaan bij de kosten van het
opstellen van de structuurvisie. Volgens de wethouder kunnen extra kosten
alleen worden vermeden als er niets wezenlijks meer aan de stukken wordt
veranderd. En dat is zo’n beetje de enige harde uitspraak van de raad: het heeft
al te veel gekost en voor extra financiële ruimte voelen we helemaal niets.
Op het allerlaatst kwam de opdrachtverlening van de
opdracht voor de waterfrontvisie nog in discussie. Niemand wist blijkbaar nog
hoe dat was gegaan. Alles, inclusief de dekking van de kosten, was echter in
januari 2013 al bekend.
Ik verwijs daarom nog maar eens naar 2013-4 die ik voor
het gemak hier maar herhaal:
2013-4 Onderzoek waterfront.
Vandaag verscheen ook de
besluitenlijst van de B&W-vergadering van 18 december 2012. Opvallend
daarin was het volgende:
12-492 R&W Opdrachtverlening
voor opstellen van een Waterfrontvisie.
1. Er
wordt ingestemd met het opstellen van een Waterfrontvisie.
2. Er
wordt ingestemd met de opdrachtverlening aan Royal Haskoning DHV.
3. Er
wordt ingestemd met de onttrekking van € 11.385,-- uit de voorziening voor
egalisatie toerisme & recreatie ter dekking kosten opstellen van een
Waterfrontvisie.
Nu is er al een door de raad
vastgestelde ontwikkelingsvisie voor de Maasboulevard. Het lijkt mij
onwaarschijnlijk dat de waterfrontvisie over een ander gebied gaat. Ligt die
andere visie nu in de prullenmand, heeft de raad die visie nu verlaten? Aan die
visie heeft een reeks van adviseurs gewerkt hetgeen heeft uitgemond in een
opknapbeurt van de loswal Er is dus aardig wat geld aanbesteed. Welke strategie
zit hier achter?
Inmiddels is de wijkraad door Haskoning
DHV (alweer een nieuwe speler) uitgenodigd voor een bijeenkomst op 16 of 28
januari. In die bijeenkomst wordt de wijkraad geïnterviewd over de
aandachtspunten die de wijkraad van belang vindt. De enige informatie die
hierbij wordt gegeven is dat het gaat over het gebied van de haven aan de
westzijde tot aan de punt van het Visioterrein aan de oostzijde, dus inclusief
de Oude Haven. Zou de herontwikkeling van het huidige Maaszicht daar geen
invloed op hebben?
Het zou mij niets verbazen als
dit ook voor de raadsleden nieuws is.
Misschien hebben de raadsleden ook de raadsledennieuwsbrief
nr 3 gemist.
Toch gloort er
licht, maar dan wel op de Elisabeth en het historisch stadhuis.
Omdat het bestemmingsplan buitengebied inmiddels was
vastgesteld was het bezwaar van
Litjens achterhaald en werd dus afgewezen.
De derde ronde om voldoende
krediet te krijgen voor het inlopen van een achterstand bij handhaving
eindigde in een knock out. Kreeg het college vorige keer nog een deel van werd
gevraagd, nu werd het verzoek volledig afgewezen. En dat gebeurt bij het
laatste voorstel dat de burgemeester als voorzitter en in dit geval ook als
portefeuillehouder door de raad moest loodsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten