De voornaamste uitkomst van de commissie is de bepaling of
een raadstuk wordt gekenmerkt als A- of als B-stuk. Gebruikelijk, doch niet
reglementair voorgeschreven, is dat het een B-stuk wordt als ook maar één lid
dat wil.
Deze keer deed zich een situatie voor die om een
soortgelijke aanpak vraagt. Gebruikelijk, doch evenmin reglementair geregeld,
is dat er rond 21:00 uur een pauze wordt ingelast. Dit keer werd daar door een
commissielid om gevraagd. De voorzitter legde de vraag aan de leden voor en de
meerderheid wilde doorgaan. Met als gevolg dat twee leden die een pauze
dringend nodig hadden (toilet en sigaret) een deel van de beraadslagingen
misten. Ook hier afspreken dat als één lid een pauze noodzakelijk vindt, de
pauze wordt ingelast is dan ook wenselijk.
Nu is het begrip beraadslaging in dit kader niet helemaal
correct. Alhoewel daarin het reglement niets over is te vinden wordt het niet
toelaatbaar geacht dat er een politieke discussie plaats vindt. Er mogen alleen
vragen worden gesteld, die eventueel zelfs schriftelijk worden beantwoord.
Daarover mag wel van gedachten worden gewisseld. Dat kun je geen beraadslaging
noemen. Bovendien kunnen omdat het niet over politieke geladen aspecten mag
gaan, alleen min of meer technische kanten aan de orde komen. Dan ben ik van
mening dat er dan beter materiedeskundigen dan raadsleden in de commissie
kunnen zitten. Nu moet zo iemand als gast aan een fractie worden toegevoegd.
Van de mogelijkheid die het reglement biedt om externe deskundigen
of direct betrokkenen aan de besprekingen te laten deelnemen, wordt nauwelijks
gebruik gemaakt. Het college laat wel eens een opsteller van een rapport een
toelichting geven. Soms wordt een betrokkene als gast aan een fractie
toegevoegd, maar dan maakt het natuurlijk wel uit of die gast is van een
coalitie- of een oppositiefractie.
Dit vooraf. Nu de besproken punten.
Bij de behandeling van de afsprakenlijst kwam naar voren dat het college een amendement –en dat
is een besluit van de raad- eigenhandig had aangepast. Dat kan natuurlijk niet.
Als de raad in de ogen van het college een stom amendement heeft vastgesteld
heeft het college drie mogelijkheden;
- Letterlijk uitvoeren en maar zien wat er van komt;
- Naar de raad teruggaan met het verzoek het besluit aan te passen;
- Aan de raad meedelen dat het college dit besluit niet kan en zal uitvoeren en maar afwachten of de raad dat pikt.
In de commissie werd er nogal laconiek op gereageerd,
politiek is immers niet aan de orde. Omdat door de ingreep het bestemmingsplan
buitengebied op één plek niet zo goed uitpakt als door het amendement, wordt nu
een beroepsprocedure gevolgd. Dat lijkt me een doodlopende weg omdat de Raad
van State nu natuurlijk het aangepaste amendement toetst. Het college zal nog reageren. Ik ben benieuwd wat
er in de raadsvergadering over wordt gezegd. Hieruit blijkt wel weer dat
formulering van amendementen zorgvuldig moet gebeuren en dat toetsing aan
wettelijke voorschriften vooraf noodzakelijk is. Dat kost tijd.
Het voorstel van het college om het burgerinitiatief ondergrondse vuilopslag af te wijzen lokte nog al
wat vragen uit. Bovendien had indiener via het spreekrecht (volgens de
verordening had ze ook gewoon aan de bespreking kunnen meedoen) al het nodige
gezegd. Dit alle kwam er op neer dat iedereen vindt dat ondergrondse opslag
kwalitatief voor een groot deel van de binnenstad een prima oplossing is. Dat
het duurder zal zijn dan de huidige methode weet ook iedereen. Ook zal er op
nog heel wat vragen een antwoord moet worden gegeven. Dat bij die vragen de
kwestie in hoeverre de bewoners en ondernemers bereid zijn aan die hogere
kosten bij te dragen heel belangrijk is bleek ook voor iedereen duidelijk. Ook
de verdediging door de wethouder (waar ligt de grens tussen politiek en techniek?)
van het voorstel om het burgerinitiatief af te wijzen, kwam er op neer dat er nog onderzoek zou
moeten worden verricht alvorens tot uitvoeren zou kunnen worden besloten. En
laat dat nu precies de bedoeling zijn van de indiener. Dat blijkt uit de
toelichting op het formulier. Inderdaad wekt de tekst van het voorstel zelf de
indruk dat direct tot uitvoeren moet worden besloten. Dat toont maar weer eens
aan dat het noodzakelijk is dat besluiten, amendementen en moties akelig
precies moeten worden geformuleerd alvorens over te gaan tot de orde van de
dag.
Eigenlijk is iedereen het er mee eens dat het de moeite
waard is toch een nader onderzoek in te stellen. De wijkraad heeft daarvoor al
een hoop materiaal bijeen gebracht.
Jammer is weer dat dit allemaal niet veel eerder heeft
plaatsgevonden. Dan zouden de kosten van het geheel nog lager zijn geweest dan
in de vergadering al is gebleken.
Het is natuurlijk een B-stuk geworden.
Het milieuverslag
wordt inderdaad een A-stuk.
De herbestemming van
het historisch stadhuis lokte nog wat vragen uit die eigenlijk al uit het voorstel
waren af te leiden. Dat dit een logische bestemming is vond ook iedereen, maar
toch is het een B-stuk geworden. Er wordt dus nog over gesproken, maar het gaat
wel door.
Hetzelfde geldt ook voor het groenbeleidsplan.
Over de sterren van
NO-Brabant werd wel gesproken, maar er hoefde niet over te worden besloten,
hetgeen in een commissie ook niet kan. Ik heb gezien dat het onderwerp ook op
de voorlopige raadsagenda staat. Wat er daar nog over moet worden gezegd is mij
een raadsel, want vooralsnog wordt er geen besluit van de raad gevraagd. Het
gaat er natuurlijk om of de raad van Grave bereid is voor één of drie jaar een
bedrag van € 3 per inwoner beschikbaar wil stellen. Daarbij zal in ieder
geval met Cuijk en Mill in de pas moeten worden gelopen. Ooit zal er besluit moeten komen. Eigenlijk is de begrotingsbehandeling daarvoor een goed tijdstip.
Bij de vragen
kwam de problematiek van de bestemming van kerken en met name Gassel nog aan
de orde. Het gaat de gemeente wel degelijk aan.
21:20 uur stonden we weer in de regen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten