woensdag 27 november 2013

2013-96 Commissie Inwoners en Bestuur

Volgens de afsprakenlijst van 29 oktober 2013 zou nog dit jaar de transitie jeugdzorg in de raad aan de orde komen. Dat zou dus in deze cyclus moeten gebeuren. Ik heb het nog niet gezien.
Het eerste echte punt heeft een glorieuze titel: Naar een excellente AgriFood in Noordoost-Brabant (5 sterren regio Noordoost Brabant) Er is een uitgebreid voorstel bijgevoegd met een strategische agenda met uitvoeringsprogramma van 57 pagina’s, een convenant en een verkorte toelichting van de gemeente Heusden.

In de stukken staat dat de gemeenteraadsleden, ook van Grave, het proces dat tot dit voorstel heeft geleid hebben kunnen volgen. Ik hoop maar dat dit ook is gebeurd want ik ben van de stukken niet wijzer maar wel kwaaier geworden. In dit stuk van de Nederlandse overheid worden mensen voor “people” uitgemaakt.  Kennelijk om indruk op de lezer te maken worden in plaats van Nederlandse Engelse termen gebruikt. Als dan in een uitvoeringsprogramma allerlei vage doelstellingen worden geformuleerd zonder aan te geven wat er precies gaat gebeuren om zo’n nobele doelstelling, want dat is het wel, in 2020 bereikt te hebben heb ik al de pest aan het hele voorstel. En toch gaat het wel ergens over.

Wat wel akelig concreet is dat de deelnemende gemeenten zich verplichten om gedurende 3 jaar € 3 per inwoner te storten in een regiofonds dat volgens het raadsvoorstel eigenlijk geen fonds is. De gemeenten willen, waarschijnlijk om niet al te dwars te lijken voor één jaar meedoen. Terecht wordt in het voorstel aangegeven dat dit geen zin heeft. Een jaar is veel te kort om ook maar enig resultaat te bereiken. Dat los van de vraag hoe je dat resultaat meet. In het verhaal worden gewenste ontwikkelingen geschetst die wellicht ook plaatsvinden als de gemeente Grave zich er niet mee bemoeit.

Grave had op 31-12-2012 12.730 inwoners. Het gaat dus om een bedrag van € 38.190 gedurende 3 jaar. Daar is in de begroting rekening mee gehouden. Dat is dus een kans op een aantrekkelijke bezuiniging. Wat ontnemen wij onze burgers en/ of ondernemers als dit geld niet beschikbaar wordt gesteld. De hoofddoelstelling van het verhaal is de economische ontwikkeling van alles wat met landbouw heeft te maken te bevorderen.

Het is waarschijnlijk overbodig te vermelden dat de rol van de gemeenteraad beperkt blijft tot het beschikbaar stellen van geld. De vertegenwoordiging van de gemeenten is aan de burgemeester toebedeeld. Er wordt een organisatie opgebouwd waarvoor een klein deel van het fonds nodig zal zijn. Daarbij staat wel weer dat dit kleine deel maximaal 25 % zal bedragen. Dat vind ik een vrij aanzienlijk deel.

Ik ben benieuwd of ik door de behandeling in de commissie wat enthousiaster over dit voorstel zal worden.

Het voorstel voor de nota inkoopbeleid CGM is een logische consequentie van het samengaan van de drie gemeenten. Niet aan morrelen dus, en waarom zou je ook.

Over het voorstel zelf tot instellen van een gemeenschappelijke rekenkamer voor het Land van Cuijk heb ik niets op te merken. Rekenkamers zijn inmiddels bekende instituten en ik neem toch aan dat men hier niet heeft geprobeerd het wiel uit te vinden. Ik blijf het vreemd vinden dat in dit gebied nog steeds in verschillende combinaties wordt samengewerkt.

Het lezen van het belastingvoorstel was na het voorgaande een verademing, duidelijk en recht op het doel af. Nu was natuurlijk het eigenlijke werk al bij de begrotingsbehandeling gedaan en gaat het nu om de verwerking.  Ik heb nog niet naar de consequenties gekeken, dus weet ik nog niet of ik er ook blij mee ben.

De aanpassing van de APV betreft drie onderdelen waarvan de regeling met betrekking tot het paracommerciële inrichtingen het meest interessant is. Het gaat daarbij vooral om hetgeen wel en niet mag, en wanneer, in sportkantines. De aanleiding is de nieuwe drank- en horecawet die per 1 januari 2014 volledig van kracht wordt. Het wordt dus tijd dat er beslissingen vallen. Er is al geruime tijd aan gewerkt en er is in de zomer overleg met betrokken verenigingen geweest. Vreemd is daarom dat er nu nog kennelijk onverwachte bezwaren komen. Het gaat daarbij om de uren dat de verenigingen mogen tappen. Daarvoor zijn in de verordening uniforme tijdstippen opgenomen voor alle verenigingen in het Land van Cuijk. Nu blijken die tijden beter overeen te komen met het programma van de voetbalverenigingen dan van bijvoorbeeld de tennisverenigingen.  Die hebben dan ook een zienswijze ingediend. De reactie van het college (alle colleges in het Land van Cuijk) is dat men begrip heeft voor het standpunt van de tennisverenigingen doch dat men vasthoudt aan een uniforme regeling. Dat is natuurlijk een loffelijk streven, maar de vraag is wat men uniform wil: de uitgangspunten of de uitkomsten. Hier is gekozen voor de uitkomsten die dan toevallig passen bij de voetbalverenigingen. Mogelijk dat men daarbij vreest voor een soort bartoerisme in de kantines als er verschillende sluitingstijden zijn. Vooralsnog koudwatervrees lijkt mij, dus er is wat voor te zeggen de tennis- en vergelijkbare verenigingen tegemoet te komen. Als blijkt dat er misbruik van wordt gemaakt kan men de zaak alsnog aanscherpen. Omgekeerd gaat lastiger.

Daarbij krijg je natuurlijk weer het probleem dat de gemeenten in het Land van Cuijk uniform moeten beslissen; nou ja moeten, het is dringend gewenst. En voor 1 januari moet er wel een besluit zijn. Dat krijg je als je vlak voor sluitingstijd nog een rondje geeft.

De tweede aanleiding is het samengaan van het ambtelijk apparaat van Cuijk, Grave en Mill. Geruststellend is daarbij de mededeling dat het louter om technische aanpassingen gaat. De gemeenten houden hun zelfstandigheid om een eigen beleid vast te stellen. Binnenkort zal dat wel worden gestuurd in de richting van “zelfstandig hetzelfde beleid vast te stellen”

De derde aanleiding is de veranderde wet- en regelgeving. Daar is helemaal geen discussie over nodig.

Volgens het raadsvoorstel worden de brandveiligheidsverordening en de bomenverordening ook louter technisch aangepast. Het samengaan in CGM speelt daarbij natuurlijk een belangrijke rol. Ik wees in mijn commentaar op de auditcommissie al op de zinsnede dat in CGM de burgerlogica leidend zou zijn. Vandaar wellicht de opmerking dat zeker bij de bomenverordening wordt beoogd het voor de burger simpeler en inzichtelijker te maken. Dat is natuurlijk prima, vooral als dat lukt.

De verordeningen zijn belangrijk, maar zeker bij de bomenverordening zijn de bomenlijst en de zogenaamde groene kaart veel interessanter. Daar staan de bomen op die bescherming krijgen.

Dan de reclameverordening en het ondernemersfonds. Een duidelijk resultaat van het centrummanagement. Er wordt hierbij wel een beroep gedaan op de solidariteit bij de ondernemers. Het gemeentelijk ondernemersfonds wordt namelijk gevuld door de ondernemers zelf en ze moeten allemaal meedoen, lid van Graveon of niet. Het enige vreemde dat ik aan de stukken vind is de datering. Daaruit blijkt dat het voorstel ook wel eerder in de raad had kunnen komen.

Over het laatste agendapunt, het vaststellen van de tarieven voor huishoudelijke hulp mogen de commissie en raad wel praten, maar wat ze moeten besluiten ligt al vast.
Tot slot. Het zou goed zijn als de stukken alvorens zij openbaar worden gemaakt nog eens werden nagekeken op, noem het maar, slordigheden. Een openbaar stuk is ook een visitekaartje. Het hoeven geen literaire hoogstandjes te zijn, maar wollig taalgebruik, kretologie, zinloze herhalingen en ordinaire taalfouten kunnen vermeden worden. Vermeden moet worden dat er het tegenoverstaande staat dan wordt bedoeld. En dat is in één van de stukken in deze cyclus het geval. Daar is een woord weggevallen en daardoor stelt het college precies het omgekeerde voor dan is bedoeld. Ik ben benieuwd of het anderen ook is opgevallen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten