Volgens de afsprakenlijst
van 29 oktober 2013 zou nog dit jaar de transitie jeugdzorg in de raad aan
de orde komen. Dat zou dus in deze cyclus moeten gebeuren. Ik heb het nog niet
gezien.
Het eerste echte punt heeft een glorieuze titel: Naar een excellente AgriFood in
Noordoost-Brabant (5 sterren regio Noordoost Brabant) Er is een uitgebreid
voorstel bijgevoegd met een strategische agenda met uitvoeringsprogramma van 57
pagina’s, een convenant en een verkorte toelichting van de gemeente Heusden.
In de stukken staat dat de gemeenteraadsleden, ook van Grave,
het proces dat tot dit voorstel heeft geleid hebben kunnen volgen. Ik hoop maar
dat dit ook is gebeurd want ik ben van de stukken niet wijzer maar wel kwaaier
geworden. In dit stuk van de Nederlandse overheid worden mensen voor “people”
uitgemaakt. Kennelijk om indruk op de
lezer te maken worden in plaats van Nederlandse Engelse termen gebruikt. Als
dan in een uitvoeringsprogramma allerlei vage doelstellingen worden
geformuleerd zonder aan te geven wat er precies gaat gebeuren om zo’n nobele
doelstelling, want dat is het wel, in 2020 bereikt te hebben heb ik al de pest
aan het hele voorstel. En toch gaat het wel ergens over.
Wat wel akelig concreet is dat de deelnemende gemeenten
zich verplichten om gedurende 3 jaar € 3 per inwoner te storten in een
regiofonds dat volgens het raadsvoorstel eigenlijk geen fonds is. De gemeenten
willen, waarschijnlijk om niet al te dwars te lijken voor één jaar meedoen.
Terecht wordt in het voorstel aangegeven dat dit geen zin heeft. Een jaar is
veel te kort om ook maar enig resultaat te bereiken. Dat los van de vraag hoe
je dat resultaat meet. In het verhaal worden gewenste ontwikkelingen geschetst
die wellicht ook plaatsvinden als de gemeente Grave zich er niet mee bemoeit.
Grave had op 31-12-2012 12.730 inwoners. Het gaat dus om
een bedrag van € 38.190 gedurende 3 jaar. Daar is in de begroting rekening
mee gehouden. Dat is dus een kans op een aantrekkelijke bezuiniging. Wat
ontnemen wij onze burgers en/ of ondernemers als dit geld niet beschikbaar
wordt gesteld. De hoofddoelstelling van het verhaal is de economische
ontwikkeling van alles wat met landbouw heeft te maken te bevorderen.
Het is waarschijnlijk overbodig te vermelden dat de rol
van de gemeenteraad beperkt blijft tot het beschikbaar stellen van geld. De
vertegenwoordiging van de gemeenten is aan de burgemeester toebedeeld. Er wordt
een organisatie opgebouwd waarvoor een klein deel van het fonds nodig zal zijn.
Daarbij staat wel weer dat dit kleine deel maximaal 25 % zal bedragen. Dat vind
ik een vrij aanzienlijk deel.
Ik ben benieuwd of ik door de behandeling in de commissie
wat enthousiaster over dit voorstel zal worden.
Het voorstel voor de nota
inkoopbeleid CGM is een logische consequentie van het samengaan van de drie
gemeenten. Niet aan morrelen dus, en waarom zou je ook.
Over het voorstel zelf tot instellen van een gemeenschappelijke rekenkamer voor het Land van Cuijk
heb ik niets op te merken. Rekenkamers zijn inmiddels bekende instituten en ik
neem toch aan dat men hier niet heeft geprobeerd het wiel uit te vinden. Ik
blijf het vreemd vinden dat in dit gebied nog steeds in verschillende
combinaties wordt samengewerkt.
Het lezen van het belastingvoorstel
was na het voorgaande een verademing, duidelijk en recht op het doel af. Nu was
natuurlijk het eigenlijke werk al bij de begrotingsbehandeling gedaan en gaat
het nu om de verwerking. Ik heb nog niet
naar de consequenties gekeken, dus weet ik nog niet of ik er ook blij mee ben.
De aanpassing van
de APV betreft drie onderdelen waarvan de regeling met betrekking tot het
paracommerciële inrichtingen het meest interessant is. Het gaat daarbij vooral
om hetgeen wel en niet mag, en wanneer, in sportkantines. De aanleiding is de
nieuwe drank- en horecawet die per 1 januari 2014 volledig van kracht wordt.
Het wordt dus tijd dat er beslissingen vallen. Er is al geruime tijd aan
gewerkt en er is in de zomer overleg met betrokken verenigingen geweest. Vreemd
is daarom dat er nu nog kennelijk onverwachte bezwaren komen. Het gaat daarbij
om de uren dat de verenigingen mogen tappen. Daarvoor zijn in de verordening
uniforme tijdstippen opgenomen voor alle verenigingen in het Land van Cuijk. Nu
blijken die tijden beter overeen te komen met het programma van de
voetbalverenigingen dan van bijvoorbeeld de tennisverenigingen. Die hebben dan ook een zienswijze ingediend.
De reactie van het college (alle colleges in het Land van Cuijk) is dat men
begrip heeft voor het standpunt van de tennisverenigingen doch dat men
vasthoudt aan een uniforme regeling. Dat is natuurlijk een loffelijk streven,
maar de vraag is wat men uniform wil: de uitgangspunten of de uitkomsten. Hier
is gekozen voor de uitkomsten die dan toevallig passen bij de
voetbalverenigingen. Mogelijk dat men daarbij vreest voor een soort bartoerisme
in de kantines als er verschillende sluitingstijden zijn. Vooralsnog
koudwatervrees lijkt mij, dus er is wat voor te zeggen de tennis- en
vergelijkbare verenigingen tegemoet te komen. Als blijkt dat er misbruik van
wordt gemaakt kan men de zaak alsnog aanscherpen. Omgekeerd gaat lastiger.
Daarbij krijg je natuurlijk weer het probleem dat de
gemeenten in het Land van Cuijk uniform moeten beslissen; nou ja moeten, het is
dringend gewenst. En voor 1 januari moet er wel een besluit zijn. Dat krijg je
als je vlak voor sluitingstijd nog een rondje geeft.
De tweede aanleiding is het samengaan van het ambtelijk
apparaat van Cuijk, Grave en Mill. Geruststellend is daarbij de mededeling dat
het louter om technische aanpassingen gaat. De gemeenten houden hun
zelfstandigheid om een eigen beleid vast te stellen. Binnenkort zal dat wel
worden gestuurd in de richting van “zelfstandig hetzelfde beleid vast te
stellen”
De derde aanleiding is de veranderde wet- en regelgeving.
Daar is helemaal geen discussie over nodig.
Volgens het raadsvoorstel worden de brandveiligheidsverordening en de bomenverordening ook louter technisch aangepast. Het samengaan in
CGM speelt daarbij natuurlijk een belangrijke rol. Ik wees in mijn commentaar
op de auditcommissie al op de zinsnede dat in CGM de burgerlogica leidend zou
zijn. Vandaar wellicht de opmerking dat zeker bij de bomenverordening wordt
beoogd het voor de burger simpeler en inzichtelijker te maken. Dat is
natuurlijk prima, vooral als dat lukt.
De verordeningen zijn belangrijk, maar zeker bij de
bomenverordening zijn de bomenlijst en de zogenaamde groene kaart veel
interessanter. Daar staan de bomen op die bescherming krijgen.
Dan de reclameverordening
en het ondernemersfonds. Een duidelijk resultaat van het centrummanagement.
Er wordt hierbij wel een beroep gedaan op de solidariteit bij de ondernemers.
Het gemeentelijk ondernemersfonds wordt namelijk gevuld door de ondernemers
zelf en ze moeten allemaal meedoen, lid van Graveon of niet. Het enige vreemde
dat ik aan de stukken vind is de datering. Daaruit blijkt dat het voorstel ook
wel eerder in de raad had kunnen komen.
Over het laatste agendapunt, het vaststellen van de tarieven voor huishoudelijke hulp mogen de
commissie en raad wel praten, maar wat ze moeten besluiten ligt al vast.
Tot slot. Het zou goed zijn als de stukken alvorens zij openbaar
worden gemaakt nog eens werden nagekeken op, noem het maar, slordigheden. Een
openbaar stuk is ook een visitekaartje. Het hoeven geen literaire hoogstandjes
te zijn, maar wollig taalgebruik, kretologie, zinloze herhalingen en ordinaire
taalfouten kunnen vermeden worden. Vermeden moet worden dat er het
tegenoverstaande staat dan wordt bedoeld. En dat is in één van de stukken in
deze cyclus het geval. Daar is een woord weggevallen en daardoor stelt het
college precies het omgekeerde voor dan is bedoeld. Ik ben benieuwd of het
anderen ook is opgevallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten