zaterdag 22 september 2012

Rechtzetting


Door mevrouw van Lieshout werd ik er op gewezen dat ik er in mijn beschrijving van de procedure die nog voor het bestemmingsplan buitengebied moet worden doorlopen naast zat. En daar heeft ze gelijk in.
In mijn verhaal over de kwestie Litjens –en niet Litjes zoals ik eveneens foutief in mijn verhaal schreef- stelde ik dat het bestemmingsplan in de formele pijplijn zou zitten en dat de raad aan zet zou moeten komen en dat het daarom vreemd was dat die gemeenteraad nog niet over de nota van zienswijzen beschikte. Mevrouw van Lieshout wees mij er op dat het hier ging om een concept voorontwerp en niet over een ontwerpbestemmingsplan. De zaak is dan ook volgens de wet nog steeds in handen van het college Striktv genomen hoeft de raad de zienswijzennota dan ook niet te krijgen. De huidige stap in de procedure is gebaseerd op de gemeentelijke inspraakprocedure en dient om de bevolking gelegenheid te geven inbreng te leveren.

Dit betekent dat het bestemmingsplan in de procedure minder ver is gevorderd dan ik had aangenomen. Het echte ontwerpbestemmingsplan buitengebied komt pas volgend jaar in procedure en daarmee komt de gemeente wel in tijdnood waar mevrouw van Lieshout tijdens het spreekrecht op wees. Ik was daar nog niet bij, maar heb de opname afgeluisterd en daaruit kwam het mij voor dat de commissie daar niet echt van onder de indruk was.

Mijn excuses voor deze misleiding en ik zal in het vervolg zorgvuldiger moeten controleren wat ik opschrijf.

Dat neemt niet weg dat ik van mening blijf dat de kwestie Litjens en alle andere zaken in het buitengebied in een procedurele pijplijn zitten en dat je daar niet van moet afwijken door individuele kwesties aan de raad voor te leggen. De nu gevolgde procedure berust weliswaar niet op de Wet Ruimtelijke Ordening, maar is net zo goed een formele procedure en moet dus correct worden gevolgd.

Dit deel van de pijplijn is een verantwoordelijkheid van het college. Dat de  gemeenteraad nu formeel bij de kwestie Litjens wordt betrokken past daar niet in. Het schept alleen maar verwarring.

De formele procedure betekent naar mijn mening niet dat die procedure zich ook moet onttrekken aan het oog van de gemeenteraad en de bevolking. Het bestuur wil toch transparant zijn. Aangezien de gemeenteraad uiteindelijk toch de beslissing moet nemen is het op zijn minst verstandig als het college op gezette tijden, bijvoorbeeld via de commissie Ruimte, aftast of het op de goede weg is en dat zeker als de gemeenteraad een duidelijke opdracht heeft meegegeven. Het verschijnen van de zienswijzennota zou daar een goede gelegenheid voor zijn geweest.

Dat de gemeente als laatste onderdeel van de voorbereiding een dergelijke procedure hanteert is prima. Maar dan niet in plaats van het overleg met betrokkenen. Het is een illusie te denken dat je het in zo’n overleg iedereen naar de zin kunt maken. Een formele procedure zoals hier is dan geschikt om uiteindelijk met een goed beargumenteerd ontwerpbestemmingsplan de WRO-pijplijn in te gaan. Gezien het strakke tijdschema van die procedure is een gedegen voorbereiding wel gewenst.


Bij het bestemmingsplan voor het centrum is geen overleg vooraf geweest en ook geen gemeentelijke inspraakprocedure gevolgd. Daar is direct een WRO-procedure ingezet. De tijd om de zienswijzen te verwerken is inmiddels voorbij en dat kan nog problemen geven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten