zondag 3 februari 2013

2013-19 De prinses Margriet: einde verhaal ??



We hebben het moeten lezen: Frans en Albertine geven het na meer dan 20 jaar hopen op. Het lijkt dat zij de strijd hebben verloren en de “appellanten” hebben gewonnen.

Ik zie dat toch anders. Volgens mij constateren Frans en Albertine dat de gemeente Grave er niet in zal slagen het bestemmingsplan zodanig te vastgesteld te krijgen dat hun initiatief daar een kleinschalige , noem het maar, pleisterplaats te exploiteren realiteit kan worden. Zij hebben er veel tijd en dus ook geld in geïnvesteerd en ook nadat het licht op groen zou zijn gezet mag je niet verwachten dat het bedrijf direct zodanig floreert dat zij op hun lauweren kunnen gaan rusten. Logisch daarom dat zij hebben besloten met hun leven wat anders te gaan doen.

Is daarmee het idee van de baan? Het was weliswaar het idee van Frans en Albertine, maar toen zij daarmee bij de gemeente kwamen werd het plan met enthousiasme overgenomen. Het paste uitstekend in het gemeentelijk beleid dat Grave een toeristisch-recreatieve trekpleister moest worden. De discussie binnen de gemeente was alleen de plaats waar het schip zou moeten liggen: Nieuwe Haven, Loswal of op de plaats van het oude zwembad. Het werd de laatste plaats. Het probleem daarbij was wel dat het bestemmingsplan een dergelijke voorziening niet toeliet. Aan de gemeente dus de taak het bestemmingsplan te wijzigen. Zoals te verwachten was niet iedereen het eens  met het idee om op die plaats een boot neer te leggen waarop allerlei activiteiten zouden kunnen plaatsvinden. Het is een voor de natuur belangrijk gebied waarin wel agrarische activiteiten werden uitgevoerd en er was nog weinig duidelijkheid over wat er precies wel en niet met de boot zou kunnen. Een keihard gegeven was dat het gebied in de provinciale plannen een sterk natuurkarakter zou moeten hebben, Het lag in de Ecologische Hoofdstructuur en dat betekent: afblijven.

In die tijd moest een bestemmingsplan nog door de provincie worden goedgekeurd. Tegenwoordig heeft de gemeente op papier meer vrijheid. De gemeente kon langs 2 wegen het bestemmingsplan wijzigen. Er kon gekozen worden om via een artikel 19.1 procedure het bestemmingsplan op dit enkele punt te wijzigen. Qua procedure nagenoeg gelijk aan een complete bestemmingsplanwijziging. Het zou alleen vlugger kunnen omdat er een veel kleiner gebied en dus minder verschillende zaken bij betrokken zijn. De gemeenteraad koos er echter voor de “Koninklijke weg” te behandelen en het op te nemen in het bestemmingsplan buitengebied. Het directe gevolg was dat het allemaal veel langer ging duren en dat er veel meer problemen tegelijk moesten worden behandeld. Uiteindelijk werd het bestemmingsplan, met de prinses Margriet erin, in 1998 door de gemeenteraad vastgesteld en aan de provincie om goedkeuring voorgelegd. Net als iedereen hadden de “appellanten” hun mening kunnen geven, hun voornaamste argument was en is dat de Margriet niet past in het provinciaal beleid. En daar hadden ze gelijk in. Kennelijk vond de provincie dat de argumenten van de gemeente om van dat beleid af te wijken niet sterk genoeg. Het bestemmingsplan werd op dit punt afgekeurd en dus kon het niet.

De gemeente (en niet de familie van de Steen) stond nu voor de keus: opgeven; beroep aantekenen tegen de afkeuring of een nieuwe procedure starten met sterkere argumenten. Gekozen werd voor het beroep. Daardoor werd het weer afwachten en wel ongeveer tot 2006 toen de uitspraak kwam en de provincie in het gelijk werd gesteld. Toen restte voor de gemeente nog de twee andere mogelijkheden. Een nieuwe poging leek zinvol. Ook bij de provincie was een kentering merkbaar. Zeker de meerderheid van de gemeenteraad was er nog steeds voorstander van deze voorziening te realiseren. Uiteindelijk werd dit ook vastgelegd in een raadsbesluit.

Inmiddels was ook de procedure om een bestemmingsplan vast te stellen veranderd. Allereerst werd op basis van een gemeentelijke verordening een voorontwerp ter inzage gelegd. Daarin konden voor- en tegenstanders hun visie geven.  Het college heeft die zienswijzen beoordeeld. Op die basis en het raadsbesluit om de Margriet in het bestemmingsplan op te nemen is het ontwerpbestemmingsplan formeel ter inzage gelegd. Ook daar kon iedereen weer een zienswijze indienen.

Anders dan vroeger hoeft de provincie het bestemmingsplan niet meer goed te keuren. De provincie kan net als iedereen een zienswijze indienen. Het is dan aan de gemeenteraad die zienswijze af te wegen tegen de andere. De gemeenteraad kan dus besluiten de zienswijze van de provincie niet te honoreren. Natuurlijk zal de gemeenteraad daarbij wel met heel goede argumenten moeten komen, want de provincie is daarmee niet uitgepraat. Ook zij kan net als iedere burger naar de Raad van State en heeft daarbij natuurlijk wel een sterk wapen dat in de zienswijze is geformuleerd: de Margriet is in strijd met het provinciaal beleid. Het is dus aan de gemeente de provincie alsnog te overtuigen van de juistheid van de keuze die de gemeenteraad heeft gemaakt.

Met het afhaken van Frans en Albertine is de zaak dan ook niet afgedaan. Wat doet de raad als een ondernemende jongeling zich meldt met de mededeling dat hij het initiatief wil voortzetten? Of dat het nieuwe centrummanagement zich meldt? Uiteindelijk was indertijd voor de gemeente de bijdrage aan het toeristisch-recreatieve beleid de reden om aan het initiatief mee te werken en niet alleen om Frans en Albertine ter wille te zijn.. Is dat nu niet meer zo? Die vraag zullen centrummanagement en gemeente moeten beantwoorden. Als die consequent zijn wordt de procedure voortgezet en gaat men op zoek naar een opvolger. Wel moet de gemeenteraad moet zich nu beraden op de aanpak van het vervolg. Niet de Margriet maar de gemeente moet nu zijn beleid bij de provincie verdedigen.

Dat die weg niet bij voorbaat kansloos is nog niet zolang geleden gebleken. Bij een plannetje in Escharen kwam de provincie ook met een negatieve zienswijze. In een goed gesprek konden de gemeentelijke argumenten zodanig worden duidelijk gemaakt dat de provincie te kennen gaf niet in beroep te gaan als de gemeente in het bestemmingsplan de provinciale zienswijze zou negeren. Natuurlijk moet in dit geval wel zwaarder geschut in stelling worden gebracht.

In het bovenstaande ben ik niet ingegaan op de rol van de ”appellanten”. Naar mijn mening is hun voornaamste punt dat het ontwikkelen van Margriet in strijd is met de het provinciaal beleid zoals dit tot nu toe is geformuleerd. Daar hadden en hebben ze gelijk in. De “appellanten” bestrijden is dan ook zinloos. Het is de provincie die moest en moet worden overtuigd. Dat is nog steeds niet gelukt. Als de gemeente nog steeds overtuigd is van de juistheid van zijn argumenten is de enig mogelijke conclusie dat de argumenten door de opeenvolgende gemeentebesturen niet voldoende sterk zijn overgebracht. Het besluit van het college om geen bestuurlijk overleg met de provincie te voeren over het raadsbesluit, maar de verdediging van het gemeentelijk beleid over te laten aan de ontwikkelaars zal de provincie beslist niet hebben overtuigd van de noodzaak hun beleid in Graafse richting om te buigen.

Het is nu aan de gemeenteraad om een besluit te nemen over de voortgang.

Dat de Margriet er is komen te liggen voordat de procedures waren afgerond is een complicatie. Daardoor lag de boot er wel in overeenstemming met het gemeentelijk beleid maar formeel illegaal. Door de lange proceduretijd bij het bestemmingsplan buitengebied en het verscherpte handhavingsbeleid is het één trein op twee sporenbeleid ontstaan. De papieren oplossing daarvoor zou zijn geweest: Margriet in de opslag en terug als de procedures zijn afgerond. Dat is natuurlijk geen goede oplossing. Versnellen van de procedure, dus een afzonderlijke projectprocedure zou een praktischer aanpak zijn geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten