Op 19 maart hebben we met z’n allen, nou ja de helft
daarvan, een nieuwe gemeenteraad gekozen. Die raad gaat de kaders aangeven
waarbinnen het nieuwe college moet opereren. Dat nieuwe college is inmiddels
bekend en na de raadsvergadering van 22 april kan het aan de slag. Waarmee? Het
bestuursprogramma voor de komende periode is nog niet bekend. Bovendien dient
er een takendiscussie te worden gevoerd. Wel is bekend dat er een hele hoop
werk ligt waaraan niet te ontkomen is. Het nieuwe college hoeft bij gebrek aan
door de raad gegeven kaders niet te gaan zitten duimen draaien.
Één ding staat als een paal boven water: Grave blijft een
zelfstandige gemeente. De coalitie is op die basis samengesteld. Gezien de
situatie is dit een gewaagd uitgangspunt. Er zijn nog maar weinig mensen die in
de realiteit ervan geloven. Ondernemend Grave, verenigd in Graveon heeft al te
kennen gegeven dat hoe eerder Grave opgaat in een grotere gemeente des te beter
dat is.
De coalitie gelooft er kennelijk wel in en dan zal alles
dus moeten zijn gericht op die zaken waarin de gemeente Grave zelfstandig kan
optreden. Het ligt dus voor de hand om alle bestuursdaden van gemeenteraad en
college te toetsen aan dat heilige doel: Grave als zelfstandige gemeente. Laat
ik daar dan maar eens aan beginnen.
Samenstelling
coalitie en zelfstandigheid
Het standpunt van LPG is het meest consequent
hierin: Grave blijft een zelfstandige gemeente. Wel werd daar voorheen zachtjes
aan toegevoegd “zolang het verstandig en verantwoord blijft”. Als LPG dit
ook hardop had gezegd zou VPGrave zich
bij de coalitie hebben kunnen voegen. Daartoe was LPG niet bereid. LPG gaat dus
voluit voor een zelfstandig Grave, verstandig of niet.
Het voormalige Trots is in zijn uitspraken ook duidelijk.
Maar Trots heet nu officieel Trots Liberaal Land van Cuijk en juicht het
opgaan van de gemeentelijke ambtelijke organisaties van Cuijk, Grave en Mill in
één organisatie toe. De gemeenteraden hebben in feite over deze organisatie
niets meer te vertellen. Zeker het ontbreken van een eigen bestuurlijke
ondersteuning past niet bij een zelfstandige gemeente Grave. In de eerste
commissievergadering werd de naam al ingekort tot Trots Liberaal.
De VVD heeft zich tot nu toe op de vlakte gehouden
en is niet verder gegaan dan de stelling dat herindeling geen vies woord is. In
de discussie op de sociëteit werd de onontkoombaarheid van herindeling, laat ik
het voorzichtig stellen, niet ontkend. De fractie heeft nu kennelijk toch
gekozen voor de zelfstandigheid. Hoe dat is te rijmen met de stelling van de
Graafse ondernemers dat herindeling liever vandaag dan morgen moet gebeuren is
toch wel een vraag. Ondernemers zijn toch de natuurlijke achterban van de VVD?
Het CDA heeft herindeling als onontkoombaar
gezien. Daarbij werd wel de voorwaarde gesteld dat er eerst een sterke Graafse
gemeenschap moet worden gevormd die binnen een grotere gemeente zijn eigen
boontjes zou kunnen doppen. Versterken van de betrokkenheid van de burgers bij
het bestuur via wijk- en dorpsraden en de rest van het maatschappelijk
speelveld is daarvoor de weg. Nu zijn alle partijen in de raad er wel van
overtuigd dat de communicatie tussen gemeentebestuur en bevolking moet worden
verbeterd. De weg die het CDA wil volgen loopt in het begin dan ook parallel
met die naar een blijvende zelfstandigheid. Het CDA is ook nodig om tot een
meerderheid te komen zonder VPGrave en Keerpunt 2010 dat sowieso niet echt
serieus wordt genomen.
Mijn standpunt hierin.
Ik geloof niet in een blijvende zelfstandige gemeente
Grave, althans in de huidige staatkundige structuur. Waar ik wel in geloof is
in de noodzaak Graafs bestuur en Graafse samenleving tot een eenheid te vormen.
Dat streven past zowel bij de weg naar herindeling als bij een zelfstandig
blijvende gemeente Grave. Er is geen partij die daar ook maar iets op tegen
heeft. De eerste etappe naar welk doel dan ook kan de raad als eenheid
afleggen. Ik ben benieuwd.
Het college en de
zelfstandigheid.
Er is gekozen voor drie wethouders. Als reden
daarvoor is aangegeven dat er zoveel werk op de gemeente Grave afkomt. Laat ik
dat maar een vreemd argument vinden in het licht van een zelfstandig Grave. Het
is waar dat het rijk een hoop uitvoerende taken afschuift naar de gemeenten. De
beleidsvrijheid die gemeenten daarbij hebben is gering en de financiële
middelen die de gemeenten krijgen zijn ontoereikend. Het rijk is bezig het
begrotingstekort en de staatsschuld over te hevelen naar de gemeenten. Het is
iedereen wel duidelijk dat gemeenten met de omvang van Grave te klein zijn om
de uitvoering van rijkstaken (want daar gaat het in feite om) op zich te nemen.
Er zijn daarom gemeenschappelijke regelingen tussen gemeenten, met een eigen
bestuur en een eigen uitvoerend apparaat. Een gemeente hoeft in het algemeen
niet meer te doen dan een bestuurslid beschikbaar te stellen en de nodige
financiële middelen. Dat bestuurslid kan een wethouder zijn, maar ook een
raadslid. Nu is de klacht altijd al dat de gemeenteraad de greep op dergelijke
gemeenschappelijke regelingen kwijt raakt. En zeker nu wethouders geen
raadsleden meer zijn is dat zo. Het benoemen van een raadslid in het bestuur
van gemeenschappelijke regelingen zou dan ook beter passen bij een zelfstandige
gemeente Grave waarbij de gemeenteraad baas in eigen huis is.
Gemeenschappelijke regelingen worden aangegaan omdat dat
efficiënter is. Het zou dus moeten leiden tot minder bestuurders en ambtenaren
die zich met dat werk bezighouden en niet tot meer zoals in Grave wordt
aangevoerd.
In hoeverre past de keuze van de wethouders bij
het streven naar een zelfstandig Grave. Dat is een precair onderwerp en
gebruikelijk is om ze dan maar “het voordeel van de twijfel” te gunnen. Maar
enkele vragen mogen toch wel worden gesteld.
Voor de verkiezingen was de stemming toch duidelijk:
wethouders uit eigen kring. Dat past ook bij de zelfstandigheid. We kunnen onze
eigen boontjes wel doppen. Alle fracties hadden daarvoor geschikte kandidaten,
zo zeiden ze zelf. Nu zijn twee van de drie wethouders van buiten en beiden
zijn kennelijk niet van plan naar Grave te verhuizen om deel uit te maken van
de Graafse gemeenschap. Als ik de Gelderlander mag geloven, en waarom zou ik
niet, kiest de heer Joon voor Grave omdat Cuijk kiest voor een wethouder uit
eigen kring. Volgens mij betekent dit dat hij om in Cuijk wethouder te kunnen
blijven daar naar toe had moeten verhuizen. Elst is voor hem een fijne
woonplaats en om in Grave wethouder te worden hoeft hij niet te verhuizen. Dat
moet wel alvast zijn afgesproken anders kan ik deze overgang niet begrijpen. In
ieder geval is de benoeming van wethouders die buiten Grave mogen wonen geen
sterk punt in de strijd voor zelfstandigheid.
Mijn standpunt hierin
Een derde wethouder past wel bij de politieke
verhoudingen in Grave en daarvoor moet een prijs worden betaald. Kom daar dan
maar eerlijk voor uit. Het is in het licht van zelfstandigheid ook logisch om
in de takendiscussie en in het bestuursprogramma zaken die in
gemeenschappelijke regelingen worden uitgevoerd een lager prioriteit en dus
geld tot te kennen dan aan onderwerpen waar we zelf de baas over zijn. Maar
daarover later.
Ik geloof niet in een blijvende zelfstandigheid. Ik heb er geen problemen mee dat wethouders van buiten komen als ze beter zijn dan uit eigen kring. Hoewel het wel een minpunt is hoeven ze van mij niet in Grave komen wonen. "Ieder voordeel heb z'n nadeel" zei een bekend filosoof al. Wat ik wel belangrijk vind is dat zij een wezenlijke en actieve bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van de
communicatie tussen bestuur en gemeenschap. Dan kan ik tenminste ook stoppen
met mijn commentaar op het reilen en zeilen van de gemeenteraad. Wat dat
betreft heeft Anja Henisch al heel veel gezegd waar ze niet meer onderuit kan.
Wethouder Daandels heeft in de afgelopen periode veel kritiek gehad op de
communicatie over onderwerpen uit zijn portefeuille. Hij heeft ook vaak te
kennen gegeven veel waarde te hechten aan de wensen van de raad en daaruit blijkt bereidheid tot verbetering. Mijn
informatie over Jeroen Joon is beperkt tot Google. Die informatie is
veelbelovend, maar VVD-ers zijn bekend om hun wervende teksten.
Alles bij elkaar zou het best interessant zijn de leden
van het nieuwe college eens naar hun eerlijke mening over een zelfstandig Grave
te vragen. En liefst in de vorm van “blijft Grave ook na deze periode een zelfstandige
gemeente ja of nee.” Als het antwoord “ja” luidt zou een vervolgvraag kunnen
zijn: “treedt U af wanneer in deze periode duidelijk wordt dat dit niet
haalbaar is?” Wanneer het antwoord op de eerste vraag “nee” is vind ik het een
verstandige wethouder.
Andere aspecten
Zoals in de inleiding al geschreven zijn
bestuursprogramma en takendiscussie ook onderwerpen waarbij de zelfstandigheid
van Grave een hoofdrol moet vervullen. Maar dat is voor een volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten