vrijdag 16 april 2010

Impressies van de voorbereidende vergadering

Rapport rekenkamer
Voor mij was de rapportage over het Trefpunt de kern van de vergadering. In het proces van realiseren van een gemeenschapshuis in Velp is iets misgegaan en de rekenkamer heeft onderzocht wat dat ”iets” inhield. De uitkomst mag gerust schokkend worden genoemd. Ik neem dan ook maar aan dat de giegeligheid waar de behandeling in uitmondde een teken van schaamte was. Zo’n rapport is net als de aanwijzingen van de juffrouw van de Tom-Tom. Die zal nooit zeggen: “sufferd, je rijdt de verkeerde kant op: omdraaien” maar blijft altijd vriendelijk: “ indien mogelijk, maak een U-bocht”. De conclusie was: het is fout gegaan door de hele organisatie heen: ambtelijke organisatie, management, college en raad. Anders gezegd het gaat om een structurele fout en niet om een incidentele menselijke fout. En zo tussen neus en lippen door zei de voorzitter dat het Trefpunt was gekozen als casestudie (=voorbeeld), met andere woorden: het is niet alleen het Trefpunt, maar heel voorzichtig gaf de rekenkamer daarmee aan dat het goed zou zijn eens verder te kijken dan alleen het Trefpunt.
Je hoort af en toe ook wel geluiden dat er wel veel pech is geweest. De aannemer ging failliet, de constructie was slecht en zo meer. En daardoor is het fout gelopen. Die dingen kunnen voorkomen en zijn niet altijd te vermijden, maar met een goede aanpak inclusief controles is de schade in kwaliteit, geld en tijd wel te beperken. Risicomanagement is een onderdeel van projectmanagement.

In het ambtelijk traject is de boodschap is wel aangekomen, want al een hele tijd horen we over veranderingen in de werkwijze van die ambtelijke organisatie. Naar buiten is er nog geen verschil zichtbaar. Nu komt dat misschien omdat die informatie meestal via het bestuur loopt. En daar zie ik nog niets van verbetering. Dat blijkbaar een formele opdracht van de raad moet worden afgewacht om zelfs maar een begin te maken met het zoeken naar verbeteringen is al een veeg teken, dat heb ik al enkele malen via dit medium verkondigd. De rekenkamer noemt de onduidelijke opdrachtgeving en controle door college en raad als een oorzaak van het mislopen. Nou dan zijn we direct bij de werkwijze van de raad. Ik hamer er al dikwijls op (volgens sommigen zeur ik er voortdurend over) dat vanaf het toezenden van de stukken en de inhoud daarvan via de wijze waarop vragen in de voorbereidende vergadering niet, half of achteraf schriftelijk worden beantwoord tot aan het formuleren en (niet) vastleggen van besluiten verbeteringen hard nodig zijn. Er is een sprankje hoop!!! Tijdens de fractievergadering van het CDA werd meegedeeld dat er een ad hoc commissie “anders vergaderen” is ingesteld. Die moet bekijken of en welke verbeteringen er in de wijze van vergaderen door de raad kunnen worden aangebracht. Als de commissie de taak wat uitgebreid ziet en voortvarend te werk gaat kunnen meer vliegen in één klap worden gevangen. De commissie was nog niet bij elkaar geweest.

Tijdens de discussie wees de voorzitter nog op het belang van het verkrijgen van een draagvlak voor besluiten. Dat draagvlak moet er zijn voordat het besluit is genomen. Communicatie is dan ook een belangrijk onderdeel in een projectplanning.

Over het gebrek aan communicatie heb ik het al dikwijls gehad. Zo is er voor de besluiten die de raad in november over het parkeren heeft genomen geen enkel overleg geweest met de parkeerders. Ga zo maar door. Vroegtijdig overleg met betrokkenen zou gewoon standaard moeten zijn. Momenteel zijn er 2 vaste mogelijkheden. Allereerst het spreekrecht. Dat doet mij iedere keer denken aan de bekende conference van Toon Hermans over de auditie met de duif. Echt meepraten over een onderwerp kan alleen als je wordt uitgenodigd door één van de partijen. En dan laadt die partij direct de verdenking op zich vooringenomen te zijn. En dat brengt me tot het volgende onderwerp.

Principe uitspraak bedrijf Litjens
Het begon aan het begin van de agenda met nog een “presentatie” door Litjens zelf. Na vijf minuten moest hij geheel conform het systeem verdwijnen; “zijn duif was dood”. Gelukkig had Keerpunt 2010 geheel volgens het systeem een pleitbezorger als gast uitgenodigd en die kon tijdens de behandeling de voornaamste opmerking van Litjens, die over het zoekgeraakte dossier met belangrijke inhoud, nog onder de aandacht brengen. De kritiek van het CDA op de inbreng van Keerpunt die wel erg veel leek op belangen behartigen in plaats van argumenten afwegen en beslissen was daarom wel begrijpelijk. Maar hoever moet je daarmee gaan? Mag een partij die een lid van de harmonie op de lijst heeft staan (trekt stemmen) niet meepraten over subsidie aan de harmonie?

Volgens het voorstel is er een oplossing gevonden voor dit slepende probleem waarbij de GBV-methode is gevolgd. De meest eenvoudige oplossing van een probleem is zeggen dat het geen probleem is. En dat gebeurt hier. Litjens mag volgens de bepalingen geen detailhandel uitoefenen en dat geeft problemen. Het voorstel houdt in dat het voortaan wel mag en ja daarmee is het probleem weg; ogenschijnlijk. Bij de effectiviteit van de oplossing zijn nog wel vraagtekens te plaatsen. Een gemeente bestuur werkt anders. De raad maakt beleid en legt dat in regels vast. Als er dan iemand problemen met die regels maakt is er handhaving nodig. Verbijsterend was het daarom dat er op de vraag van Anja Henisch naar de inhoudelijke argumenten om detailhandel daar toe te laten geen antwoord kwam. Het voltallig aanwezig college wist het niet en de ambtelijke ondersteuning kon het ook niet snel genoeg aandragen. Het liep dan ook al tegen half elf. De inhoudelijke motivering moet nu schriftelijk komen en er eigenlijk al zijn want op basis van dat antwoord zullen de fracties hun standpunt moeten bepalen. Dit is nou de sfeer waarin ongelukken als bij het Trefpunt kunnen gebeuren. De vraag naar eventuele precedentwerking was ook terecht en hopelijk komt er schriftelijk nog een beter antwoord dan door de wethouder werd gegeven. Hij stelde dat ieder geval op zich wordt bekeken. En dat is nou precies wat in Nederland niet de bedoeling is. Er worden algemeen geldende regels gesteld en ieder plannetje moet in die regels passen om toegestaan te worden. Zo niet dan wordt het afgewezen en als je het dan toch doet krijg je de handhaving op je dak. Als daarvoor inhoudelijke argumenten zijn kan de gemeente het beleid wijzigen, met een grote kans dat daar weer andere mensen moeilijkheden mee hebben! Ons rechtssysteem geeft wel de gelegenheid zowel de regels als de toepassing daarvan aan te vallen. Dat mag, maar kan de gang van zaken wel flink frustreren. Is dan maar geheel of gedeeltelijk toegeven de oplossing? Het zal dinsdag blijken.

Er was ook nog de kwestie van het zoekgeraakte dossier. En daar zou nou net in staan dat de gemeente het bestemmingsplan had moeten aanpassen. Nu is de bevoegdheid een bestemmingplan te wijzigen een bevoegdheid van de gemeente zelf. Provincie en rijk hebben in uiterste gevallen van dwarsliggen door de gemeente de mogelijkheid de gemeente daarvoor een aanwijzing te geven, maar zo’n aanwijzing verdwijn t niet in een zoekgeraakt dossier. Dat de Raad van State de gemeente zou hebben opgedragen het bestemmingsplan te wijzigen in de zin die Litjens zou willen lijkt mij dan ook sterk. Wat wel kan en ook meer is gebeurd dat de raad van State zegt dat wordt getoetst aan het bestemmingsplan en dat er voor wat Litjens wil een bestemmingsplan nodig is. En dat is heel wat anders. Nu zitten dergelijke stukken nooit in één dossier. Met een beetje zoeken moet die wel te vinden zijn. Als zo’n brief met die inhoud er zou zijn zou de voormalige advocaat van Litjens die vast en zeker al eerder hebben gebruikt. Maar dit zijn ook maar veronderstellingen van mijn kant. Die brief moet te vinden zijn.

Nog wat zaken

De wijze waarop met ingekomen stukken werd omgegaan verbaasde mij. De brieven zijn aan de raad gericht en moeten dus in principe door de raad worden beantwoord. Nu zijn veel brieven, zoals van de VNG, informatief en behoeven geen antwoord. Anderen horen bij het college thuis en die kunnen dus naar het college ter afdoening worden doorgegeven (voor de zekerheid wel een controle inbouwen). Maar een brief van de scheepswerf was toch heel duidelijk en bewust aan de raad gericht. In de vorige vergadering was zelfs een motie daarover aan de orde en afgewezen. Maar daarmee is de brief toch niet beantwoord? Op zijn minst had ik de vraag verwacht of het haalbaarheidsonderzoek al opschiet. Ik ben toch wel benieuwd naar het antwoord van de raad op deze brief. Voor het publiek ishet hele agendapunt een volkomen mistige aangelegenheid.



Er werd nog meegedeeld dat waarschijnlijk op 18 mei de nieuwe raadsleden en ook de rest van de raad en naar ik hoop iedereen die er belangstelling voor heeft wordt ingelicht over de stand van zaken bij de projecten. Ik ben benieuwd of het inclusief Wisseveld is. Dat daarmee tot 18 mei wordt gewacht, dat is 2 maanden na het in dienst treden van de raad vind ik merkwaardig. Die informatie moet toch paraat zijn en binnen een week in een vorm kunnen worden gegoten die voor nieuwe raadsleden hanteerbaar is. Bovendien was de noodzaak tot het geven van de informatie al lang bekend. Hiermee ben ik terug bij het begin: de organisatie van de werkwijze van de raad.

Merkwaardig was de vraag naar de “kosten van het wegsturen van wethouders” zoals Jacques Leurs het noemde. Nu is dat puur feitelijke informatie zonder enige politieke lading. Ook wethouders hebben een rechtspositie. Het antwoord is gewoon via een telefoontje naar het stadhuis veel vlugger te verkrijgen en dan hadden we nu tenminste geweten wat Keerpunt 2010 met dit gegeven wil. Streeft die partij naar het goedkoopste college? Dan weet ik nog wel een paar oplossingen, maar die bevallen mij helemaal niet.

Over wethouders en raadsprogramma werd overigens helemaal niets gezegd. Dat proces speelt zich in volkomen rust af. Wel is op enkele sites een tekst voor een advertentie te zien, maar in de krant stond weer het bericht dat er geen advertentie nodig is omdat er zich al voldoende sollicitanten hebben gemeld. Op andere geruchten ga ik maar niet in.

Van Leny van Lieshout ontving ik een stuk dat ik hierna en dus hierboven zal zetten. Zelf heb ik nog wat op te merken over de randverschijnselen en dat komt daarna wel weer. Zo tonen we onze belangstelling voor het besturen van Grave; ik door het te schrijven en u door het te lezen. Misschien dat er ook nog iemand iets mee doet al is het alleen maar aantonen dat ik het bij het verkeerde eind heb.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten