Eigenlijk was het raadsvoorstel
gedenkstenen het enige agendapunt van de commissie Inwoners en bestuur waarover
inhoudelijk werd gesproken. De belastingverordeningen en de voorstellen met
betrekking tot de schuldhulpverlening en de verordening WWB 2012 waren niets
meer dan uitwerking van de vastgestelde begroting en van voorgeschreven
rijksbeleid. Daarover kwamen alleen maar toelichtende vragen, waarop de
wethouder opvallend veel antwoordde met “zoals u in het voorstel kunt lezen….” Of
woorden van gelijke strekking. Als deze voorstellen waren behandeld in een
informatieve bijeenkomst, zoals in het vergadersysteem is voorzien, met
ambtelijke ondersteuning hadden dit A-stukken kunnen zijn. Nu werd alleen de verordening
WWB tot A-stuk verklaard zij het met enige aarzeling bij Keerpunt 1010. We
zullen zien hoe het in de raadsvergadering gaat.
Dan de plaats van
de gedenkstenen. Al enige malen is de besluitvorming uitgesteld vanwege
heroverweging en nader overleg. Kennelijk hebben die processen in ieder geval
intern bij het college plaatsgevonden. Zo ligt er nu het voorstel om de
gedenksteen oud-burgemeester Ficq en de gevallenen uit de tweede wereldoorlog,
zeg maar de “oude stenen”, in het historisch stadhuis te plaatsen en een nieuwe
nog te maken steen met daarop 29 namen van gevallenen met die van de
oud-burgemeester bovenaan op de carillontoren.
Een heel merkwaardig voorstel. Ik heb het al vergeleken
met een hevige discussie over de kleur van de gordijnen in een nieuw huis
terwijl het ontwerp van het huis er nog niet is. Voordat je zinvol over de
plaats van oude en nieuwe gedenkstenen kunt praten moet je het eerst eens zijn
waarvoor die gedenkstenen dienen. Eigenlijk was wat de heer Smulders van Trots
daarover in de commissie zei heel juist. Wat wil je met die herdenking? Als je
dat weet is de plaats of niet meer zo belangrijk of heel voor de hand liggend.
Het gaat hierbij natuurlijk vooral over de dodenherdenking op 4 mei in Grave.
Traditioneel vond die plaats op de markt voor de gedenksteen van de
oud-burgemeester en een algemene steen zonder namen voor de gevallenen uit de
tweede wereldoorlog. Al sinds jaren volgt daarna een tocht met kranslegging langs
de voormalige synagoge en het monument op de infirmerie.
Het verdwijnen van de twee gedenkstenen noopt op zich al tot
een nieuwe opzet. Maar er is meer. Het historisch stadhuis moet nog een nieuwe
functie krijgen. Wat er met de carillontoren gaat gebeuren is nog onbekend en
ook over de herinrichting van de omgeving van het Hart van Grave tasten we met
z’n allen nog in het duister.
De burgemeester zei in de commissie dat het college nog
geen beslissingen had genomen en dat zij dus op persoonlijke titel sprak. Ook
dat vind ik vreemd. Het college heeft duidelijke voorstellen over de
gedenkstenen en ik kan me niet voorstellen dat ze daarbij niet hebben nagedacht
over de grote lijnen, dus over de dodenherdenking in de toekomst en de toekomst
van historisch stadhuis en carillontoren. Uit het voorstel van het college en
de toelichting van de burgemeester leid ik het volgende af.
·
De twee oude gedenkstenen hebben geen functie
meer. Daarvoor in de plaats komt op voorstel van Graeft Voort een algemene
steen met namen en die van burgemeester Ficq bovenaan. Dat zou kunnen, maar….
Allereerst ben ik het wel met dhr Smulders eens dat op zo’n gedenksteen alle
namen gelijkwaardig moeten zijn en dan kom je tot een alfabetische volgorde of
een andere objectieve zoals sterfdatum. Zo’n opsomming heeft wel het gevaar van
onvolledigheid. Daarvan zijn voldoende voorbeelden. Waar leg je de grens tussen
wel of niet overlijden als gevolg van oorlogshandelingen en hoe zit het met
actualisering die helaas wel nodig zal zijn? Bovendien rijst de vraag wat dan
nog de betekenis is van het monument aan de infirmerie.
·
De twee oude stenen kunnen dus weg. Maar waar ga
je ermee naar toe? Wat de functie wordt van het historisch stadhuis is nog niet
duidelijk en het wordt alleen maar raadselachtiger nu de VVV zelf al betwijfelt
of men daar in komt. Wie dan wel. Ik begrijp niet dat de raad nog steeds
accepteert dat hier al jaren lang over wordt gezwegen terwijl er inmiddels wel
een betonnen kolos is verschenen. Met welk doel eigenlijk? De gemeenteraad had
zelf ook wel actief mogen zijn. De wijkraad heeft een suggestie gedaan voor een
publiek doel maar ik vrees dat de wethouder graag een financieel rendement wil
zien en dat hij daar lang op zal moeten wachten. De kans is dus groot dat de
gedenkstenen achter gesloten deuren worden opgeslagen. Er staat in het voorstel
niet waar in het historisch stadhuis die stenen een plaats krijgen. In het
berghok soms. Als de stenen geen functie meer hebben, en dat zou best een
conclusie kunnen zijn, lijkt het museum mij een betere toekomstige plek.
Het argument uit de zestiger
jaren dat deze stenen van na 1945 niet op een gebouw uit 1732 thuis zouden horen
is natuurlijk achterhaald. Toen ging het om de keuze tussen op het oude
stadhuis of op de verbindingsgang. En dan zou ik om praktische redenen ook voor
de gang hebben gekozen. Die stenen zijn minder storend op het oude gebouw dan
de lifttoren. Maar ook een gebouw moet met de tijd mee. Het gebouw zit vol
stopcontacten en die zijn ook niet uit 1732.
·
Kennelijk vindt het college het plein in het
Hart van Grave met de toren als centraal punt een betere plek voor de
herdenking dan de markt. Welke argumenten men daarbij heeft weet ik niet maar
ik kan me er wel iets bij voorstellen. Maar een herdenking op de markt, zoals
LPG voorstaat, als centraal punt van de hele gemeente heeft toch meer allure
dan op een binnenplein. De snelle reactie van de burgemeester om de herdenking
op de markt te houden en dan de kranslegging bij de toren in de wandelroute op
te nemen vind ik meer een idee dat geschikt is om geen keuze te hoeven maken.
Bij dit alles speelt de inrichting en de functie van de
totale binnenstad een belangrijke rol. Laten we het daar maar eerst over
hebben. Dan volgt de plaats van de stenen vanzelf.
Om de zaak nog wat ingewikkelder te maken: waarom de
gedenkstenen niet op of bij de Elisabeth. Bij slecht weer kan de herdenking dan
binnen plaatsvinden. Dat is dan meteen een stap in de richting van medegebruik
van dat gebouw.
In het
voorstel beantwoordt het college de standaardvraag “waarom naar de raad” nu
verscholen in de inleiding met “Omdat de plaatsing van de gedenkstenen binnen de
Graafse bevolking ‘gevoelig’ ligt, (zie kanttekeningen) en de leden van het
college niet plaatselijk gebonden zijn, wordt voorgesteld de raad over de
plaats van de
gedenkstenen te laten besluiten. Als er één zaak is waarover de raad als
vertegenwoordigers van ons allemaal moet beslissen is het wel de wijze waarop
wij de herdenking willen laten plaatsvinden. Maar dan moet de raad meer kunnen
doen dan alleen maar ja en amen zeggen tegen wat het college in een achterkamer
heeft bekokstoofd.
Moraal: Een brede discussie tussen raad en bevolking- eventueel via de
wijkraad en anderen die er iets zinnigs over kunnen zeggen- over de
herinrichting rond het winkelcentrum waarbij ik nu al heb geconstateerd dat het
plaatsen van fietsen een belangrijke rol speelt. Toekomst van historisch
stadhuis en toren horen daar ook bij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten