vrijdag 5 april 2013

2013-40 Bestemmingsplan Buitengebied


De discussie over het bestemmingsplan buitengebied zit in een pijplijn. Inhoudelijke discussie en overleg zou achter de rug moeten zijn. Over verschilpunten is, als het goed is, overleg met betrokkenen geweest. Dat kan tot 2 uitkomsten hebben geleid. In de meeste gevallen heeft dat overleg geleid tot overeenstemming of in ieder geval acceptatie van de keuze die het gemeentebestuur van Grave wil maken. Natuurlijk kun je het niet iedereen naar de zin maken en er is nu eenmaal een wettelijke mogelijkheid  door te vechten om je zin te krijgen. Er moet op een gegeven moment een knoop worden doorgehakt. Verder overleg heeft dan geen zin meer, de formele procedure rest.
Dit punt is in een bestemmingsplanprocedure met een optimale betrokkenheid van ondernemers en bewoners en anderen bereikt op het moment dat het ontwerpbestemmingsplan formeel te visie wordt gelegd. Voor het bestemmingsplan buitengebied was dit op 21 november 2012 het geval. Op dat moment werd het ter inzage gelegd en konden zienswijzen worden ingediend.

Uit het aantal ingediende zienswijzen bleek wel dat op dat moment het overleg volgens velen niet tot tevredenheid of acceptatie had geleid. Wat misschien nog zorgelijker is dat van de 93 ingediende zienswijzen er 52, dus meer dan de helft nog tot een aanpassing van het plan hebben geleid. Als je regelgeving er op na leest blijkt dat er van uit wordt gegaan dat de kans groot is dat de zienswijzen niet tot aanpassing leiden en het ontwerp dus ongewijzigd tot bestemmingsplan kan worden verheven.

Nu is een bestemmingsplan buitengebied sowieso al een complex ding dus is het niet zo vreemd dat tot een gewijzigde vaststelling moet worden gekomen. Maar 52 afwijkingen van het ontwerpplan is toch wel veel.

Er zijn dus ook nog 41 zienswijzen die niet zijn gehonoreerd. Voor het gemak neem ik maar aan dat de 52 aanpassingen tot tevredenheid bij de indieners hebben geleid. Zeker is dat niet.

Je mag dus verwachten dat die 41 indieners nog een kans zullen wagen bij de gemeenteraad. Dat kan of kon door fracties te benaderen, maar alle 73 indieners (er was er één met 21 afzonderlijke zienswijzen) zijn uitgenodigd gebruik te maken van het spreekrecht in de commissievergadering. Ze hebben dan 5 minuten spreektijd. Als iedereen van de uitnodiging gebruik maakt zou dat 350 minuten kosten. Dat zal wel niet, maar tegenhouden kan niet. Als de helft van de niet gehonoreerde zienswijzen nog een poging wil wagen is er altijd nog veel meer dan een uur mee gemoeid. En stel je voor. Een uur lang 5 minuten toespraakjes die de commissieleden dan nog serieus zullen moeten nemen en in hun overwegingen moeten betrekken. Natuurlijk hebben zij hun huiswerk al gedaan en ligt hun standpunt na het fractieoverleg al vast.

Natuurlijk kan het reuze meevallen. Er zullen ook wel mensen zijn die de raad maar overslaan en na vaststellen direct naar de raad van State gaan.

De commissie moet 149 pagina’s zienswijzennota beoordelen. Een week later moet de raad er over beslissen. Je zou bijna in de verleiding komen het geheel maar tot A-stuk te bombarderen. Ik ben wel benieuwd hoe dat zal gaan. Ik vrees echter dat veel wat nog ter tafel komt in de mist zal verdwijnen, ook al omdat er nog veel tijd nodig zal zijn voor twee zaken uit het totaal.


Inhoudelijk zijn er veel zaken op individueel niveau. Er zijn twee grote kwesties: de Margriet en  Litjens. Over beide gevallen heeft de raad al een standpunt bepaald en vastgelegd in een besluit. Je mag eigenlijk verwachten dat die zaken niet meer tot discussie in de raad zullen leiden en dat het bestemmingsplan conform die raadsuitspraken wordt vastgesteld. Niets is minder waar.

Allereerst de Margriet. Het college wijdt er in het raadsvoorstel zelf veel aandacht aan. Het college stelt dat ze het raadsbesluit loyaal hebben uitgevoerd, maar hebben in hun afwegingen de raadsuitspraak toch genegeerd. Ik kan het niet anders noemen. Voorgesteld wordt immers de Margriet alsnog niet in het bestemmingsplan op te nemen. De argumenten die het college aanvoert waren bij het nemen van het raadsbesluit ook al bekend. De Margriet past niet in het provinciaal beleid. Loyaal uitvoeren van een raadsbesluit betekent volgens mij ook bekende hindernissen uit de weg ruimen. En nergens uit blijkt dat het college ook maar een poging heeft gedaan op bestuurlijk niveau
de provincie ervan te overtuigen dat in dit geval het gemeentelijk beleid moet prevaleren boven de provinciale opvattingen. Het is niet voor niets dat, in tegenstelling tot vroeger, het zwaartepunt van het vaststellen van een bestemmingsplan bij de gemeente ligt en niet bij de provincie.

Nu zal de raad de Margriet alsnog in het bestemmingsplan moeten opnemen. Ik ga er tenminste van uit dat de raad bij zijn standpunt blijft. Dat moet zorgvuldig gebeuren. Het college geeft in het voorstel al een aantal aanwijzingen. Vervolgens moet alsnog met de provincie worden gepraat om een reactieve aanwijzing zo mogelijk te voorkomen.
Het is mij een raadsel waarom deze rare weg wordt gekozen. Daar straalt geen bestuurskracht vanaf.

Op de kwestie Litjens komt het college in het voorstel niet terug. Er wordt kennelijk van uitgegaan dat het raadsbesluit loyaal is uitgevoerd. Het zal blijken.

Er zijn nog enkele punten die mogelijk juridisch nog wat complex zijn.
Allereerst is er een zienswijze van “appellanten” zonder dat bekend is wie dat zijn. Voor een goede afweging van belangen is het toch wel belangrijk te weten wie er een zienswijze heeft ingediend. (Op de gemeentelijke site zijn alle namen zwartgemaakt, adressen zijn wel zichtbaar gelaten. Ook blijkt de zoekfunctie van de pdf-reader de namen nog wel te herkenen.)
Op zich is het voor de beoordeling niet zo belangrijk te weten wie zich achter deze benaming verschuilen. Inhoudelijk is de zienswijze een verwijzing naar het provinciale standpunt. En dat is inderdaad de hindernis die moet worden genomen. De zienswijze van de “appellanten” voegt daar niets aan toe. Wel is het zo dat ook als de provincie afziet van een reactieve zienswijze de “appellanten” toch naar de Raad van State kunnen.

Mijn tweede twijfelpunt is de presentatie van het kaartmateriaal. Sinds 2010 is het voor gemeenten verplicht de formele stukken, zoals het ontwerpbestemmingsplan op de site ruimtelijkeplannen.nl ter beschikking te stellen. Daar is het niet (meer) te vinden. In de bekendmaking van de ter visielegging is daar wel naar verwezen. Ik neem daarom aan dat het plan er wel heeft gestaan. Waarom het is verwijderd is mij een raadsel. In ieder geval staat het niet meer ter beschikking en dat moet wel. Dat ontwerp is de basis van de zienswijzen en de behandeling daarvan. Dat het college alvast een versie heeft laten maken van het bestemmingsplan zoals het misschien door de raad wordt vastgesteld, maar waarschijnlijk ook niet, is interessant, maar die versie krijgt pas een status na het raadsbesluit. Maar ook die versie is niet te vinden op de plek waar heel Nederland wordt geacht deze informatie te kunnen inzien. Als je de weg weet (en die is me ambtelijk gewezen) is de tekening wel op de gemeentelijke site in te zien.

Nu maar hopen dat de audio-opnames van de vergadering spoedig weer beschikbaar komen. Ik heb 15 april andere dingen te doen. Daar wordt ook door elkaar heen geluid gemaakt. Alleen heeft Verdi dat tot een harmonisch geheel samengevoegd. Met een goede regie is uit de grootste chaos nog iets moois te maken.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten