De discussie over
het bestemmingsplan buitengebied zit in een pijplijn. Inhoudelijke discussie en
overleg zou achter de rug moeten zijn. Over verschilpunten is, als het goed is,
overleg met betrokkenen geweest. Dat kan tot 2 uitkomsten hebben geleid. In de
meeste gevallen heeft dat overleg geleid tot overeenstemming of in ieder geval
acceptatie van de keuze die het gemeentebestuur van Grave wil maken. Natuurlijk
kun je het niet iedereen naar de zin maken en er is nu eenmaal een wettelijke
mogelijkheid door te vechten om je zin
te krijgen. Er moet op een gegeven moment een knoop worden doorgehakt. Verder
overleg heeft dan geen zin meer, de formele procedure rest.
Dit punt is in een bestemmingsplanprocedure met een
optimale betrokkenheid van ondernemers en bewoners en anderen bereikt op het
moment dat het ontwerpbestemmingsplan formeel te visie wordt gelegd. Voor het
bestemmingsplan buitengebied was dit op 21 november 2012 het geval. Op dat
moment werd het ter inzage gelegd en konden zienswijzen worden ingediend.
Uit het aantal ingediende zienswijzen bleek wel dat op
dat moment het overleg volgens velen niet tot tevredenheid of acceptatie had
geleid. Wat misschien nog zorgelijker is dat van de 93 ingediende zienswijzen
er 52, dus meer dan de helft nog tot een aanpassing van het plan hebben geleid.
Als je regelgeving er op na leest blijkt dat er van uit wordt gegaan dat de
kans groot is dat de zienswijzen niet tot aanpassing leiden en het ontwerp dus
ongewijzigd tot bestemmingsplan kan worden verheven.
Nu is een bestemmingsplan buitengebied sowieso al een
complex ding dus is het niet zo vreemd dat tot een gewijzigde vaststelling moet
worden gekomen. Maar 52 afwijkingen van het ontwerpplan is toch wel veel.
Er zijn dus ook nog 41 zienswijzen die niet zijn
gehonoreerd. Voor het gemak neem ik maar aan dat de 52 aanpassingen tot
tevredenheid bij de indieners hebben geleid. Zeker is dat niet.
Je mag dus verwachten dat die 41 indieners nog een kans
zullen wagen bij de gemeenteraad. Dat kan of kon door fracties te benaderen,
maar alle 73 indieners (er was er één met 21 afzonderlijke zienswijzen) zijn
uitgenodigd gebruik te maken van het spreekrecht in de commissievergadering. Ze
hebben dan 5 minuten spreektijd. Als iedereen van de uitnodiging gebruik maakt
zou dat 350 minuten kosten. Dat zal wel niet, maar tegenhouden kan niet. Als de
helft van de niet gehonoreerde zienswijzen nog een poging wil wagen is er
altijd nog veel meer dan een uur mee gemoeid. En stel je voor. Een uur lang 5
minuten toespraakjes die de commissieleden dan nog serieus zullen moeten nemen
en in hun overwegingen moeten betrekken. Natuurlijk hebben zij hun huiswerk al
gedaan en ligt hun standpunt na het fractieoverleg al vast.
Natuurlijk kan het reuze meevallen. Er zullen ook wel
mensen zijn die de raad maar overslaan en na vaststellen direct naar de raad
van State gaan.
De commissie moet 149 pagina’s zienswijzennota beoordelen.
Een week later moet de raad er over beslissen. Je zou bijna in de verleiding
komen het geheel maar tot A-stuk te bombarderen. Ik ben wel benieuwd hoe dat
zal gaan. Ik vrees echter dat veel wat nog ter tafel komt in de mist zal
verdwijnen, ook al omdat er nog veel tijd nodig zal zijn voor twee zaken uit
het totaal.
Inhoudelijk zijn er veel zaken op individueel niveau. Er
zijn twee grote kwesties: de Margriet en
Litjens. Over beide gevallen heeft de raad al een standpunt bepaald en
vastgelegd in een besluit. Je mag eigenlijk verwachten dat die zaken niet meer
tot discussie in de raad zullen leiden en dat het bestemmingsplan conform die
raadsuitspraken wordt vastgesteld. Niets is minder waar.
Allereerst de Margriet. Het college wijdt er in het
raadsvoorstel zelf veel aandacht aan. Het college stelt dat ze het raadsbesluit
loyaal hebben uitgevoerd, maar hebben in hun afwegingen de raadsuitspraak toch
genegeerd. Ik kan het niet anders noemen. Voorgesteld wordt immers de Margriet
alsnog niet in het bestemmingsplan op te nemen. De argumenten die het college
aanvoert waren bij het nemen van het raadsbesluit ook al bekend. De Margriet
past niet in het provinciaal beleid. Loyaal uitvoeren van een raadsbesluit
betekent volgens mij ook bekende hindernissen uit de weg ruimen. En nergens uit
blijkt dat het college ook maar een poging heeft gedaan op bestuurlijk niveau
de provincie ervan te overtuigen dat in dit geval het
gemeentelijk beleid moet prevaleren boven de provinciale opvattingen. Het is
niet voor niets dat, in tegenstelling tot vroeger, het zwaartepunt van het
vaststellen van een bestemmingsplan bij de gemeente ligt en niet bij de
provincie.
Nu zal de raad de Margriet alsnog in het bestemmingsplan
moeten opnemen. Ik ga er tenminste van uit dat de raad bij zijn standpunt
blijft. Dat moet zorgvuldig gebeuren. Het college geeft in het voorstel al een
aantal aanwijzingen. Vervolgens moet alsnog met de provincie worden gepraat om
een reactieve aanwijzing zo mogelijk te voorkomen.
Het is mij een raadsel waarom deze rare weg wordt
gekozen. Daar straalt geen bestuurskracht vanaf.
Op de kwestie Litjens komt het college in het voorstel
niet terug. Er wordt kennelijk van uitgegaan dat het raadsbesluit loyaal is
uitgevoerd. Het zal blijken.
Er zijn nog enkele punten die mogelijk juridisch nog wat
complex zijn.
Allereerst is er een zienswijze van “appellanten” zonder
dat bekend is wie dat zijn. Voor een goede afweging van belangen is het toch wel
belangrijk te weten wie er een zienswijze heeft ingediend. (Op de gemeentelijke
site zijn alle namen zwartgemaakt, adressen zijn wel zichtbaar gelaten. Ook
blijkt de zoekfunctie van de pdf-reader de namen nog wel te herkenen.)
Op zich is het voor de beoordeling niet zo belangrijk te
weten wie zich achter deze benaming verschuilen. Inhoudelijk is de zienswijze
een verwijzing naar het provinciale standpunt. En dat is inderdaad de hindernis
die moet worden genomen. De zienswijze van de “appellanten” voegt daar niets
aan toe. Wel is het zo dat ook als de provincie afziet van een reactieve
zienswijze de “appellanten” toch naar de Raad van State kunnen.
Mijn tweede twijfelpunt is de presentatie van het
kaartmateriaal. Sinds 2010 is het voor gemeenten verplicht de formele stukken,
zoals het ontwerpbestemmingsplan op de site ruimtelijkeplannen.nl ter beschikking
te stellen. Daar is het niet (meer) te vinden. In de bekendmaking van de ter
visielegging is daar wel naar verwezen. Ik neem daarom aan dat het plan er wel
heeft gestaan. Waarom het is verwijderd is mij een raadsel. In ieder geval
staat het niet meer ter beschikking en dat moet wel. Dat ontwerp is de basis
van de zienswijzen en de behandeling daarvan. Dat het college alvast een versie
heeft laten maken van het bestemmingsplan zoals het misschien door de raad
wordt vastgesteld, maar waarschijnlijk ook niet, is interessant, maar die
versie krijgt pas een status na het raadsbesluit. Maar ook die versie is niet
te vinden op de plek waar heel Nederland wordt geacht deze informatie te kunnen
inzien. Als je de weg weet (en die is me ambtelijk gewezen) is de tekening wel
op de gemeentelijke site in te zien.
Nu maar hopen dat de audio-opnames van de vergadering
spoedig weer beschikbaar komen. Ik heb 15 april andere dingen te doen. Daar
wordt ook door elkaar heen geluid gemaakt. Alleen heeft Verdi dat tot een
harmonisch geheel samengevoegd. Met een goede regie is uit de grootste chaos
nog iets moois te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten