dinsdag 15 december 2009

Voor het laatst: communicatie

Al een groot aantal malen heb ik het onderwerp communicatie –meestal als gebrek aan- aangesneden. Vanavond ben ik tot het inzicht gekomen dat dit zinloos is. Dit gemeentebestuur hecht weinig waarde aan communicatie met de burgers. Onder het mom van kordaat besluiten nemen wordt het informeren en betrekken van de burgerij bij zaken die hen aangaan maar achterwege gelaten. Eigenlijk kan ik het van de raad nog enigszins begrijpen, hetgeen iets anders is dan “er begrip voor hebben”. Zelf krijgen zij informatie ook maar mondjesmaat en op een zodanig tijdstip dat er nauwelijks gelegenheid is voor communicatie en behoorlijk fractieoverleg. Nu hoort het communicatietraject ook vooraf te gaan aan het besluitvormingstraject.

Een schoolvoorbeeld vanavond was ook weer de discussie over de loswal en de brief van Graeft Voort en Menno van Coehoorn daarover. Wethouder Bos sprak op verwijtende toon over de late reactie van deze organisaties. Hij had de brief nog niet eens gelezen. Maar niemand in de raad vroeg hem en zichzelf af wanneer men dan had moeten reageren. Een visie uitgewerkt in een eerste fase was in een raadsvergadering gepresenteerd, maar zoals Kamps terecht opmerkte niet besproken. En nu wordt met spoed een uitgeklede versie met een wel zeer dik aangekleed kostenplaatje van die eerste fase aan de raad voorgelegd. Ik noemde dat voorstel al een zoethoudertje en die mening is niet gewijzigd, maar daarover later. Gelukkig waren de mensen van Menno van Coehoorn en Graeft Voort zo alert dat zij toch hebben gereageerd. Ik probeer in deze weblog netjes te blijven. Daarom geef ik maar geen oordeel over de wijze waarop de raad in meerderheid reageerde of juist niet reageerde. Vreemd overigens dat de Gelderlander wel tijd vond een inhoudelijke reactie op de brief van Graeft Voort aan de ontwerpers te ontlokken. En voor alle duidelijkheid: luisteren wil niet zeggen dat je ook gelijk geeft.

Als laatste agendapunt staat altijd: “Vragen”. Van een vergadering is de rondvraag dikwijls het meest interessante deel. Raadsleden stellen naar ik meen de vragen namens de bevolking die zij vertegenwoordigen. Dan is het wel handig wanneer de bevolking ook weet wat er namens hen wordt gevraagd en nog belangrijker wat er wordt geantwoord. Dat een raadslid zich door het stellen van vragen ook kan profileren ontgaat de meeste raadsleden. Jacques Leurs is daarop een (lastige?) uitzondering. Ook deze keer werd het onderwerp omwille van de tijd afgedaan met de opmerking dat de vragen schriftelijk worden behandeld, hetgeen synoniem is met “daar hoort niemand nog over”.

Nadat de commissievergaderingen, waarin belanghebbenden werden uitgenodigd mee te praten , waren vervangen door de voorbereidende vergadering werd volstaan met het ook reeds bestaande spreekrecht in raadsvergaderingen. De inspre(e)k(st)er krijgt na afloop van zijn of haar inbreng te horen dat de raad er te zijner tijd wel op terug zal komen, of in ieder geval woorden van gelijke strekking. Van de gelegenheid voor de raadsleden nog enige vragen te stellen wordt weinig gebruik gemaakt. Omdat ik sterk de indruk had dat die interventies nauwelijks invloed hebben heb ik vorige week een proef genomen. Ik heb gebruik gemaakt van het spreekrecht met als onderwerp? Juist, communicatie. Ik vroeg om aan het beeldkwaliteitplan voor de binnenstad een informatieavond of iets dergelijks voor ondernemers en bewoners te beleggen in plaats van een formele procedure te starten. Vervolgens vroeg ik ook om een dergelijk traject voor het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan en het waterplan. Toch belangrijke zaken ook voor de burgerij al is het maar omdat het rioolrecht volgens het voorstel in vijf jaar met 50% omhoog gaat. Dat die punten diezelfde avond nog niet op de agenda stonden wist ik, maar zo zou ik te weten komen of inspreken echt effect zou hebben. Reactie? Geen! Bij de behandeling vanavond kwam het begrip communicatie helemaal niet aan de orde. En dat terwijl zowel beeldkwaliteitplan en VGRP met waterplan heus wel een inhoud hebben die je met trots kunt laten zien.

Het commentaar in de Gelderlander van vorige week donderdag was mij dan ook uit het hart gegrepen. Mijn conclusie is dat het gemeentebestuur van Grave geen belang hecht aan communicatie met de burgers. Ik schrijf dit onderwerp dan ook af. Mijn enige hoop is dat ik binnenkort mijn ongelijk mag bekennen.

PS. Bij nalezen van dit stuk constateerde ik bij mij enig sarcasme. Dat is juist.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten