woensdag 9 december 2009

Voorbereidende vergadering: Intergemeentelijke Sociale Dienst

De discussie over de samenwerking van de sociale diensten van Grave, Cuijk en Mill was scherp maar verliep zeker in het begin in goede sfeer. Langzamerhand begon de irritatie bij de raadsleden weer op te komen omdat zaken nog niet waren geregeld of omdat het college antwoorden niet had of in ieder geval niet paraat.

Een verschil in berekenen van het aantal effectieve werkuren in een fte moet toch zijn opgehelderd voordat je ermee naar de raad gaat. Ik wil niet aannemen dat er verschil is tussen productiviteit van Graafse ambtenaren en die van Cuijk en Mill. Als dat wel zo zou zijn had men in Cuijk en Mill al lang op de achterste benen gestaan. Het moet dan ook wel gaan om een verschil in wijze van berekenen. Ik vrees dan ook dat beantwoorden van deze vraag niet zal leiden tot een vermindering van het aantal benodigde fte’s.

Uitermate vreemd vond ik het dat geen van de aanwezige bestuurders en topambtenaren wist wat de status is van het advies van de OR. De OR heeft in deze aangelegenheden zeker een adviesrecht. Advies wordt uitgebracht aan het bevoegde gezag, in deze de gemeenteraad. Logisch dat de raad dan kennis mag nemen van het advies. Of een advies ook openbaar is, is weer een andere vraag.

Ook bleek dat er binnen het college soms verschillend tegen zaken wordt aangekeken. Intergemeentelijke samenwerking is portefeuille van de burgemeester, Personeelszaken van wethouder Bos en Sociale zaken van wethouder Opsteegh. Opsteegh was kennelijk de coördinerende bestuurder. In zo’n situatie is het wel gewenst dat het college uit een mond spreekt en liefst ook letterlijk. Als je de raad wil overtuigen van de juistheid van een voorstel moet je als college die overtuiging ook zelf wel uitstralen. De burgemeester vond dat je moest vertrouwen op afspraken met collega-bestuurders en dat daarom nu vragen om een schriftelijke bevestiging niet netjes zou zijn. Bos stelde een aantal malen dat de kwesties zakelijk worden aangepakt en dat betekent o.a. vastleggen van afspraken. Een zakelijke aanpak is ook bij samenwerken tussen gemeenten wel gewenst. Dat blijkt alleen al uit het uittreden van Boxmeer en St. Anthonis.

De intergemeentelijke samenwerking in het land van Cuijk heet “Samen En Toch Apart”. Die naam wijst al op een complexe vorm. En dat is het ook. Het idee om de verschillende samenwerkingsterreinen onder te brengen bij verschillende gemeenten voorkomt zogenaamde desintegratiekosten (van lege bureau’s tot minder werk voor de koffiejuffrouw). Heel slim dus, maar daardoor kun je de samenwerking op het gebied van de brandweer (naar Mill) niet meer los zien van die van Sociale Zaken (naar Cuijk) en Personeelszaken (naar Grave). De enige manier om dat probleem op te lossen is te starten met een raamovereenkomst waarin van te voren wordt vastgelegd hoe met deze materie wordt omgegaan in het geval dat bijvoorbeeld de samenwerking op het gebied van personeelszaken niet of niet geheel doorgaat. Bij zo’n raamovereenkomst is het ook niet zo makkelijk gedurende de rit uit te stappen zoals Boxmeer en St. Anthonis hebben gedaan. Ik schrijf dit nu makkelijk achteraf, maar regeren(=besturen) is nu eenmaal vooruitzien. Bovendien is het vastleggen van afspraken in overeenkomsten bij samenwerken met private ondernemingen wel heel normaal.

Hopelijk komen de antwoorden op tijd en zijn ze afdoende. Anders ben ik benieuwd of de raad dan inderdaad zal weigeren het onderwerp te behandelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten