De begroting
De begroting, ooit het hoogtepunt van het jaar, wordt dit
jaar in ijltempo afgewerkt.
Voor het opstellen van de algemene beschouwingen hadden
de raadsleden niet echt veel tijd beschikbaar. Ze waren dan ook betrekkelijk
kort en voornamelijk gevuld met partijprogramma-achtige passages en vragen die
al eerder waren gesteld en waarop nog steeds geen antwoord was gekomen. De
beantwoording van het college kwam een week later en was langer dan de som van
de inbreng van de partijen. Geen wonder, want het college heeft de vragen
letterlijk in de beantwoording opgenomen. Dat maakt het lezen wel makkelijk.
6 november kunnen we horen of het college de vragen
afdoende heeft behandeld.
Ik heb de algemene beschouwingen en de repliek
doorgekeken, maar geen punten gevonden die de behandeling nog spannend kunnen
maken. Er zijn toch wel een paar opmerkelijke zaken. Ik volg voor het gemak
daarbij de repliek. Daarin valt in het algemene deel op dat het college opmerkt
: “In het onderliggend document zijn per programma de concrete vragen
beantwoord zoals wij die hebben kunnen opmaken uit uw algemene beschouwingen”. De
onderstreping hoort bij het citaat. Kennelijk kwamen in de AB’s nogal wat
vaagheden voor.
Handhaving is
bij de fracties een populair onderwerp. Nu is er ook al een raadvoorstel over
dat onderwerp in circulatie. De beantwoording door het college bevat nogal wat
citaten uit dat voorstel. Dubbel op dus, maar dubbel genaaid houdt beter. Ik
besef dat dit gezegde in dit verband tweeledig kan worden uitgelegd.
De aanstraling van
kerk en stadhuis komt ook veelvuldig voor. Het college denkt door die
voorziening niet meer aan te brengen een ton investering te besparen plus
natuurlijk de energiekosten. Een aantal fracties vindt die besparing in strijd
met het toeristisch beleid. Nu komen de meeste toeristen in de zomer en overdag.
Ik vraag me dus af of er zoveel meer toeristen zullen komen als die lampen blijven.
Maar een verarming is het wel. Volgens de geruchtenstroom, en dat is in Grave
een belangrijke bron van informatie, is besparing een welkom excuus voor “vergeten
te regelen”.
Het Wisseveld
krijgt natuurlijk ook flink wat aandacht. Uit de vragen en de antwoorden valt
natuurlijk veel af te leiden over de inhoud van het contract dat geheim moet
blijven. Dat illustreert wel de onmogelijke situatie waarin de raad verkeert.
Men moet in het openbaar spreken over de financiële en andere consequenties van
een contract dat zelf geheim is.
Het CDA vindt dat het rekenkamerrapport over het
Wisseveld in de raad behandeld moet worden “om zodoende verantwoording af te
leggen aan de gemeenschap”. Het college gaat wijselijk niet in op deze opmerking.
Ik ben benieuwd of het CDA steun krijgt en hoe men dat gaat doen. Het rapport
is inmiddels meer dan een half jaar oud en behandeling is al 3 keer uitgesteld
Het
weerstandsvermogen is een nieuw boekhoudkundig onderwerp dat nogal wat
aandacht krijgt. Het betekent dat een gemeente in zijn begroting gelden moet vastleggen
om financiële risico’s te kunnen opvangen. Als je auto zo oud is dat een all
risk-verzekering te duur is neem je alleen een WA-verzekering, maar dan moet je
verstandig zijn en een deel van je spaargeld vastleggen om een reparatie of
nieuwkoop te kunnen betalen. Gemeenten zijn tegenwoordig verplicht zo
verstandig te zijn. Omdat in de begroting nogal wat andere voorzieningen en
reserves zitten is het gelukt het weerstandsvermogen precies op het vereiste
niveau te brengen. Dat lokt natuurlijk de opmerking op[ dat er naar toe is
gerekend. Dat valt niet te ontkennen en niet te bewijzen. Het is net als bij
alle boekhoudingen. Er valt veel in te versluieren. Daarom zoek ik altijd naar
het eindresultaat: zijn we armer of rijker geworden. Het antwoord daarop is dat
we volgens deze begroting weer armer worden. Zo langzamerhand is het niet
verantwoord in plaats hiervan “minder rijk” op te schrijven.
Over de wijkraden, multifunctioneel centrum, Esterade,
parkeren en andere onderwerpen werden vragen gesteld en antwoorden gegeven
waarvan ik meende dat ze al eens aan de orde zijn geweest. Het college wist enkele
malen te vermijden om te antwoorden dat men het ook niet wist, maar het effect
van het gegeven antwoord kwam daar wel op neer. Veel vragen waren al eerder in
een ander verband gesteld, maar kennelijk ontbrak het antwoord. Daar staat weer
tegenover dat nog al eens antwoorden er op neer kwamen dat de vragenstellers
het antwoord al hadden kunnen weten als ze de stukken goed hadden gelezen. Veel
wijzer ben ik van het geheel niet geworden maar af en toe viel er tussen de
regels door nog wel wat te genieten.
Nog een paar opmerkingen.
Opvallend scherp was het antwoord van het college op een
opmerking van VPGrave dat investeren in beleid op toeristisch recreatief gebied
geen zin heeft als het ontbreekt aan medewerkers die het beleid kunnen
ontwikkelen en ook nog kunnen uitvoeren. Dat is een waarheid als een koe, maar het
college heeft het opgevat als een aanval op de aanwezige ambtenaren en niet als
een voorstel om de menskracht op dat terrein te versterken. Met mijn positieve
instelling heb ik dat er uit gelezen.
De reactie van het college was overigens volkomen
terecht. Het college is verantwoordelijk en dient er voor te zorgen dat er
capaciteit is om uit te voeren wat de gemeenteraad wil. Dat is in een kleine
gemeente niet eenvoudig en dan is de verleiding groot om een goede midvoor die
er wel is in het doel te zetten omdat er geen keeper voorhanden is. Kreten over
ambtelijke functies schrappen zonder erbij te zeggen welke taken niet meer
hoeven worden uitgevoerd zijn onzinnig
In de samenvatting van de algemene beschouwingen
zoals die in de Graafsche Courant zijn gepubliceerd en dus gericht aan het
publiek stelt het CDA: “De onroerende zaakbelasting mag geen sluitpost
zijn van de begroting. De lasten voor de
inwoners omhoog en de voorzieningen omlaag. Dit botste in de ogen
van het CDA.” Merkwaardiger wijze is deze opmerking niet terug te vinden in de
echte algemene beschouwing. In de begroting is wel rekening gehouden met een
hogere opbrengst van de OZB. Zou het CDA dit als sluitpost beschouwen?
De opmerking van de VVD: “ Het dualisme staat naar onze mening
op gespannen voet met het budgetrecht van de Raad. Het is niet altijd even
duidelijk en zichtbaar waar nu precies de centen aan worden besteed en/of het
amendement, dat bij de behandeling van de kadernota 2013 door de Raad in
meerderheid is aangenomen, ook daadwerkelijk is verwerkt in de begroting”
kan ik niet plaatsen. Waarschijnlijk is hier de vraag of dat amendement in de
begroting is verwerkt. Andere fracties hebben geconstateerd dat het in orde is
en in de repliek wordt het bevestigd. Waarom het dualisme de schuld krijgt dat
de VVD dit niet heeft gezien begrijp ik niet. Overigens is de mededeling dat de
raad in meerderheid iets besluit onjuist. Als de meerderheid van de raadsleden
voor heeft gestemd heeft de gemeenteraad het besluit genomen en moet de hele
gemeenteraad in het vervolg van dat besluit uitgaan. Dat er leden zijn die
tegen hebben gestemd is interessant maar doet niet ter zake.
De grondexploitatie
Ook de
grondexploitatie kent een financieel (boekhoudkundig) deel en een beleidmatig.
Het financiële deel is in de begroting verwerkt. Omdat het vooral
feitelijkheden geeft kun je alleen maar naar rekenfouten zoeken en dat doe ik
niet. Dat je van het resultaat niet echt vrolijk wordt is gezien de situatie op
de woningmarkt niet verwonderlijk.
In het
beleidsdeel speelt het Wisseveld een grote rol. Het Wisseveld heeft naar mijn
mening ook grote invloed op de overige projecten. Maar dat zou een
voortvloeisel zijn van het contract met GBB. En dat is geheim en daar mag dus
in het openbaar niet worden gesproken. Volgens mij is een openbare bespreking
in de raad dan ook onmogelijk. Ik wacht dus maar af hoe de raad dat aanpakt.
Een toneelstukje opvoeren, in beslotenheid vergaderen (dat mag) of toch
openheid van zaken geven. Het stuk van de agenda afvoeren kan natuurlijk ook
nog.