vrijdag 11 november 2011

Raadvergadering 15 november 2011

De agenda voor de raadvergadering van a.s. dinsdag staat nu op de site. Er komen uitsluitend technische voorstellen aan de orde. Aangezien we voor bestuurstechniek ambtenaren in dienst hebben moeten we er vanuit kunnen gaan dat deze voorstellen goed zijn voorbereid. Voor een groot deel is dat ook het geval, maar ik heb toch wat kanttekeningen.

Het is wonderbaarlijk hoe men in het stadhuis er weer in slaagt verrassingen in de agenda te verwerken. Deze keer staat het initiatiefvoorstel van de VVD om de onlangs vastgestelde verordening op de commissies weer te weigeren 2 keer op de agenda onder punt 10 en punt 12. Ik dacht eerst aan een vergissing, maar misschien anticipeert het presidium op de gewoonte een genomen besluit binnen de kortste keren weer aan te passen. Door het 2 maal op de agenda te plaatsen versnel je dat proces natuurlijk aanzienlijk.

Ingekomen stukken

Op de lijst van ingekomen stukken staat ook mijn brief over de wijze waarop het gemeentebestuur overleg pleegt over te nemen besluiten. De samenvatting vanuit het college suggereert dat het daarbij uitsluitend gaat om het bestemmingsplan binnenstad. Dat project heb ik gebruikt als voorbeeld hoe het , althans naar mijn mening, niet moet. Nadrukkelijk heb ik gevraagd hoe de raad wil dat overleg in het algemeen moet worden gevoerd: voordat een besluit wordt genomen of nadat het zover is. In het laatste geval betekent dit veelal dat overleg via de rechter moet verlopen.

Initiatiefvoorstel VVD om alle commissies in één regeling te vatten.

Het voornaamste onderdeel van het initiatiefvoorstel van de VVD is het onderbrengen van de auditcommissie in deze verordening. Een logische gedachte die ook nog verder had kunnen worden doorgetrokken. Raadcommissies zijn een onderdeel van de organisatie van het raadwerk en hadden dus opgenomen kunnen worden in de verordening die de werkzaamheden van de raad regelt. Veel bepalingen die voor de raad als geheel gelden zijn ook van toepassing op de raadcommissies. In het nog niet zo grijze verleden waren de commissies ook in dezelfde verordening verwerkt als de raad. De rekenkamercommissie blijft wel buiten de verordening omdat het een externe commissie is. Ik zou òf in het reglement van orde voor de raad òf in de verordening op de commissie wel een verwijzing naar de rekenkamercommissie opnemen. Die commissie is onderdeel van het systeem.

Ik heb één bezwaar tegen de regeling zoals die nu is voorgesteld. De vergaderingen van de auditcommissie worden per definitie besloten. Dat is in de bestaande verordening niet zo. Wel werden de vergaderingen en de agenda's niet gepubliceerd. De vergaderingen waren formeel openbaar, maar er kwam niemand en iedereen was gelukkig. Dat kon omdat er voorbereidende raadsvergaderingen waren en daarin ook de specifiek financiële stukken als Buraps aan de orde kwamen. Allemaal openbare stukken. Volgens het voorstel gaan die zaken nu via de auditcommissie en dus buiten het gezichtsveld van de openbaarheid. Het argument is dat er wel eens geheimhouding moet worden opgelegd. Dat kan volgens de indieners beter worden gewaarborgd wanneer het om raadsleden gaat. Nu is dat toch al geregeld omdat de "politieke wens" bestaat de auditcommissie uitsluitend uit raadsleden te laten bestaan. Ik kan me voorstellen dat er in de financiële/audit-commissie meer zaken aan de orde komen die vertrouwelijk of zelfs geheim moeten blijven dan bij de andere commissies het geval is. Maar ook daar zal het voorkomen. Dat kan heel eenvoudig worden geregeld door alle commissie de gelegenheid te geven een deel van de vergadering in beslotenheid te houden. Het is dan een zaak van organisatie om dat op een publieksvriendelijke manier te regelen. Weer een voordeel van alle commissies in één verordening onder te brengen.

De zin in het initiatiefvoorstel "een lid van de raad die geen lid is van de raadscommissie is uitgesloten van deelname" riep bij mij vragen op. Een blik in de juiste definitieve versie van de verordening loste dat op. Het heeft betrekking op het merkwaardige verschijnsel van gastdeelnemer aan de commissievergadering (per fractie en per agendapunt). Daar wil de VVD, in mijn ogen terecht, raadsleden van uitsluiten. Dat had ook eenvoudiger gekund. Vervang de bestaande zin door: Artikel 24 lid 1: "De raadscommissie kan bepalen dat anderen, geen raadslid zijnde, mogen deelnemen aan de beraadslaging". De wijziging is vet gedrukt.

Dat bracht mij op de vraag waarom bij dit initiatiefvoorstel geen ambtelijk/college advies is toegevoegd en bij het voorstel van de VVD de APV te wijzigen wel. Nu zal de discussie over beëdiging of belofte wel weer worden herhaald. Ik denk dat hier geldt: baat het niet dan schaadt het niet en het geeft wel cachet aan de zaak.


 

Het wordt tijd dat de raad als vertegenwoordiger van het volk er ook voor zorgt dat het voor "het volk" ook aantrekkelijk wordt gemaakt het raadswerk actief te volgen. De kloof tussen politie en burgerij, weet u nog wel.


 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten