Alvorens naar de raadsvergadering te gaan zocht ik op
mijn bureau naar een pen. Naast vele anderen kwam ik daar een reclamepen tegen
met het opschrift: ”www.toneelmakerij.nl”. Dit leek me een toepasselijke pen en
dat bleek het ook te zijn.
Het overgrote deel van de agenda was bestemd om de
gemeente Grave van nieuwe wethouders te voorzien en de overige taken in de
commissies toe te wijzen. Daarover moesten natuurlijk verklaringen voor en
tegen worden afgelegd en er moesten stemmingen worden gehouden. De uitslag van
dit alles stond al vast en was ook gepubliceerd. Het uittreden van Eva
Eigenhuijsen uit de VVD had natuurlijk het script voor de voorstelling wel
verstoord, maar je hoefde niet zo’n slimme rekenaar te zijn om te weten dat de
uitslag onaangetast zou blijven.
Geheel in stijl van een toneelstuk klonk aan het eind van
de vergadering een ongebruikelijk applaus. Het publiek had kennelijk van de
voorstelling genoten.
Je zou dus kunnen zeggen dat alles goed is afgelopen en
dat ik dus niets te klagen zou hebben. Ik ben deze weblog nu 5 jaar geleden
begonnen met de opmerking dat ik ook recensies over de vergadering wilde
schrijven. En alhoewel het slot van het toneelstuk voor net iets meer dan de
helft goed afliep en de rest zich al lang met de werkelijkheid had verzoend was
er voor een recensent heel wat te beleven.
Ontslag Anja als
raadslid en benoeming R. Keereweer
Anja Henisch had vlak voor de vergadering haar ontslag
ingediend en LPG wilde dat haar opvolger in dienst zou zijn getreden alvorens
tot de wethoudersverkiezing zou worden overgegaan. Dus werden het onderzoek van
de geloofsbrieven van Rein Keereweer en zijn installatie naar voren gehaald.
Het publiek werd niet geïnformeerd over de reden daarvoor. Volgens ingewijden
was het omdat Anja Henisch zou moeten meestemmen over de wethouders terwijl zij
zelf kandidaat daarvoor was. Haar stem kon niet gemist worden omdat het script
voor de voorstelling voorzag in een 8-7 uitslag. Zij moest dus op zich zelf
stemmen en dat wilde ze blijkbaar vermijden. In de gemeentewet staat inderdaad
dat je niet mee mag stemmen als je bent voorgedragen. Ik vraag mij echter af of
hier wel sprake was van een voordracht waaruit gekozen moest worden. Het was
volgens mij niet meer dan een kandidaatstelling. De voorzitter heeft dit ook nadrukkelijk voor de stemming zo gezegd. Kwaad kon het niet het was
alleen handiger geweest als men dit eerder had bedacht. Nu is wel de
geluidsopname in de war geraakt.
Aantal wethouders
en tijdsbesteding.
(fte is het aantal personen dat je gelet op het aantal
beschikbare functie-uren een volledige baan kunt geven)
Dit was de gelegenheid voor alle partijen om uiteen te
zetten waarom deze coalitie zo heilzaam of juist zo rampzalig was. Dat werd van
weerszijden met verve en overtuiging gedaan. De argumentatie van het aanstellen
van een extra wethouder met de verwijzing naar de nieuwe taken die de gemeenten
krijgen klonk niet erg overtuigend. Net als in mijn voorbeschouwing werd door
de oppositie aangevoerd dat de onvermijdelijke samenwerking van 19 gemeenten
zeker niet tot een taakverzwaring zou leiden. Toen ook nog over de kosten werd
gesproken kwam op de tribune de verzuchting dat men liever geld over had voor een
“extra hand aan het bed” dan aan een extra bestuurder. Natuurlijk werd ook de
ware reden genoemd: om de coalitie van vier partijen vorm te geven waren gewoon
drie wethouders nodig. Eigenlijk hoorde ik dat ook een beetje in het betoog van
Trots liberaal. Dat is te verdedigen zeker als men de beschikbare formatie zou
beperken tot de oude van 2 fte. Voor de oppositie was een verhoging tot 2.25
fte nog acceptabel. VPGrave diende daarvoor ook nog een motie in. De voorzitter
wees er natuurlijk op dat een motie in dit geval mosterd na de maaltijd zou
zijn. Met een amendement kon je in theorie nog iets bereiken. VPGrave vond dat
men bij aanvaarding van het amendement
dan voor zou moeten stemmen en dat was men niet van plan. Ik vind dat
wel een heel kromme en wat laffe redenering. Trots heeft dit trouwens nog niet
zo lang geleden zelf wel gedaan. Die fractie is er in geslaagd een voorstel
waarin zij totaal niets zagen via een amendement nog een beetje bij te schaven.
Hun amendement werd geaccepteerd, waarop Trots toch vrolijk tegenstemde, maar wel
iets had bereikt.
Hierna werd de formatieomvang een apart tussenspel in het
hele toneelstuk.
Het oorspronkelijke voorstel voorzag dus in 2,7 fte. De
coalitie kwam bij monde van het CDA met een amendement. De wethouders Joon en
Daandels zouden 0,95 fte vervullen. Motieven werden niet aangereikt. Zo
geformuleerd was het amendement onmogelijk. De raad kon de formatieomvang nog
niet aan personen ophangen want die waren er nog niet. De voorzitter
modificeerde het amendement in de discussie mondeling achtereenvolgens met
“mannelijke wethouders 0,95 fte”, “totale omvang 2,8 fte” en vlak voor de
stemming weer met “mannelijke wethouders 0,95 fte”. Inmiddels had VPGrave de
motie weer omgezet naar een amendement omdat dit amendement het eerst in
stemming zou worden gebracht. Uiteindelijk liep de komedie af zoals te
voorspellen viel. De vraag was wel hoe nu precies het amendement en dus het
besluit zou luiden. Mij leek dat de laatste uitleg van de voorzitter maatgevend
zou zijn. Zo is het ook in de opname vastgelegd. En in dat geval heeft de
gemeenteraad van Grave een discriminerend besluit genomen!
Een provinciale griffier heeft ooit gezegd: “Wat het
bestuur beslist is niet belangrijk, belangrijk is wat ik opschrijf dat zij
hebben beslist”. Daarom heb ik maar direct naar het uiteindelijke amendement
gevraagd. Heel snel kreeg ik dat ook toegestuurd. Tot mijn stomme verbazing
bleek dit het oorspronkelijke amendement te zijn gericht op de heren Daandels
en Joon. Uiteindelijk zal de besluitenlijst duidelijkheid moeten verschaffen
over wat er is besloten. Voor de motivering moeten we bij de fracties zijn,
maar wat doet het er eigenlijk toe? Het is wel zo dat een voltijdse wethouder
zijn neveninkomsten moet opgeven. Een deeltijdwethouder, ook al is het 95%
hoeft dat niet. Maar waarom het verschil tussen 90 en 95%? Wat kan het mij
eigenlijk schelen?
Benoeming
wethouders
In het toneelstuk was ook nog een stemming verwerkt.
Iedereen was vrij in zijn of haar keuze. Van een bindende voordracht was dus
geen sprake. Zo leek het nog spannend. De drie voorgestelde kandidaten kregen 8
stemmen en Eijgenhuijsen en van Geest ieder 7. Het was dus met de hakken over
de sloot, maar ook dan blijf je droog.
Direct daarna werden de wethouders geïnstalleerd. Daarbij
was nog wel iets
merkwaardigs. Alweer pas aan het begin van de behandeling van dit punt deelde
de leider van de coalitie mee dat de startdatum van de heer Joon pas op 13 mei
zou zijn. De voorzitter vertaalde dit zo dat in het benoemingsbesluit 22 april
moest worden veranderd in 13 mei. De heer Joosten sprak dit niet tegen. Dit zou
ook betekenen dat de heer Adams tot 13 mei nog wethouder zou zijn. Na de
wethoudersverkiezing werd de heer Joon toch direct geïnstalleerd en daarmee is
hij in functie. Hij kan natuurlijk tot 13 mei met vakantie zijn. Ze zoeken het
maar uit.
Woonplaats
wethouders
De gemeentewet schrijft voor dat wethouders in de
gemeente waar ze wethouder zijn woonachtig zijn. En ook wethouders moeten zich
aan de wet houden of ze het leuk vinden of niet. Wethouder worden is een vrije
keus. Er zijn meer beroepen waarvan de aanvaarding consequenties heeft voor de
persoonlijke omstandigheden. De wet voorziet wel in een overgangstermijn van
een jaar. En die termijn kan in bijzondere gevallen zelfs telkens met een jaar
worden verlengd. Dat geeft natuurlijk ruimte voor interpretatie. In Grave
hebben in de afgelopen periode de wethouders steeds ontheffing gekregen van de
wettelijke verplichting. Als “bijzondere omstandigheid” werd daarbij aangevoerd
dat tegenwoordig het verkopen van de huidige woning niet meer zo makkelijk
gaat. Ook werd het risico genoemd dat men na vier jaar weer zou zijn bedankt.
Alle twee waar maar in mijn ogen geen “bijzondere omstandigheid”. Met de
huizenproblematiek hebben alle huiseigenaren te maken en de vierjaarlijkse
periode is gewoon een eigenaardigheid van het beroep waar alle wethouders mee
te maken hebben.
Nu speelt deze discussie niet voor de heer Joon die
immers voor de eerste maal is benoemd en dus gewoon een jaar krijgt. Wethouder
Daandels is ook opnieuw aan een nieuwe periode begonnen en voor hem geldt
wellicht ook dit jaar uitstel.
Beide wethouders hebben het uitstel gekregen en de raad
is er ogenschijnlijk weer voor een jaar vanaf. Het is wel zeker dat er dan weer
discussie over komt. Mevrouw Eigenhuijsen heeft al aangekondigd dat zij
kritisch zal kijken naar een eventueel verzoek komend jaar. Dan vereist het
bestuurlijk fatsoen dat degenen die niet automatisch willen verlengen deze
discussie ook ten spoedigste gaan voeren. De betrokkenen hebben er recht op te
weten waar ze aan toe zijn. Zoals de gemeenteraad deze regelgeving tot nu toe
interpreteert is niet te ontkomen aan jaarlijkse verlenging van “de ontheffing
van de verplichting ingezetene van Grave te zijn”. Voor een raad die hoge prijs
stelt op zelfstandigheid zou “ het afzien van het recht ingezetene van Grave te
zijn” een betere formulering zijn.
Er werd via een motie nog een poging gedaan de wethouders
te laten afzien van hun recht op vergoeding van reiskosten voor het woon-werkverkeer.
Het staat in de rechtspositie dus weigeren van de vergoeding kon niet. Nu is
die rechtspositie door de gemeenteraad zelf vastgesteld. (Verordening rechtspositie wethouders,
raads- en commissieleden 2006) De rijksregeling doet niets anders dan
die vergoeding limiteren.
In plaats van een motie had men beter een voorstel kunnen
indienen die rechtspositieregeling te wijzigen.
De commissies.
De fracties hadden opdracht gekregen te zorgen voor de
voordracht van leden en plaatsvervangende leden voor de drie commissie Inwoners
& Bestuur, Ruimte en de auditcommissie. Die zouden dan door de raad in deze
vergadering worden benoemd. Ook zou de raad nog voorzitters voor die commissies
moeten aanwijzen. Alhoewel de partijen al weken lang wisten dat dit moest
gebeuren waren de lijstjes verre van compleet en ontbraken voorstellen voor
voorzitters helemaal. Voor een groot deel konden leden en plaatsvervangende
leden ter plekke nog worden gevonden. Voor voorzitters lukte dat niet. Die
zouden dan in de eerste commissievergadering moeten worden aangewezen. De
verordening op de commissies is echter heel duidelijk: “De voorzitter en zijn
plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd”. En dat kan nu pas
in de volgende raadsvergadering. De eerstvolgende commissievergaderingen zijn
dus weer onreglementair. Is dat erg? Ik vind van wel. Natuurlijk moet je in
buitengewone omstandigheden praktisch handelen, maar de Graafse gemeenteraad is
wel erg goed in het creëren van buitengewone
omstandigheden. Op deze manier haal je ook de voortgang uit het toneelstuk.
Door het ontbreken van de “lijstjes” die er toch wel waren raakten de spelers
zelf in verwarring en dat maakte op het publiek weer een slordige indruk. Maar
soms maakt de onbenulligheid een slecht toneelstuk weer amusant.
Werkgroep
takendiscussie
Voor de werkgroep die de takendiscussie vorm moet geven had
helemaal niemand zich gemeld. En de uitkomst van die discussie is toch de basis
van het werk van de raad in de komende periode. Daaruit moet komen wat wij
burgers van onze gemeenteraad mogen verwachten en ook wat wij ze niet mogen
vragen. Je zou haast denken dat het de raadsleden meer gaat om het bezetten van
de zetel dan om het vertegenwoordigen van hun kiezers. Is het een idee om die
takendiscussie te laten voeren door vertegenwoordigers van wijk- en dorpsraden,
ondernemersorganisaties en verenigingen? Het motto zou dan kunnen zijn: “wat
verlangen wij van onze vertegenwoordigers en wat hebben we er voor over?”.
Nou ja iedere fractie heeft uiteindelijk een lid aangewezen.
VPGrave weigerde mee te doen. Zij wilden hun
handen schoon houden. Je zou dat ook een destructieve opstelling kunnen
noemen. Om te kijken hoe sterk iets is maak je het kapot.
De VVD
in Grave. Wie van de drie of vier?
Natuurlijk was iedereen benieuwd naar de opstelling van de
VVD in de gemeenteraad en naar Eva Eigenhuijsen in het bijzonder. Uit haar
verklaring bleek dat zij volledig de steun heeft van de landelijke VVD. Mijn
gevolgtrekking daaruit is dat zij de leden van de VVD vertegenwoordigt.
Eva heeft, alhoewel zij lijsttrekker was, de VVD fractie
verlaten en derhalve vertegenwoordigt de heer Bannink nu de lijst die de naam
VVD draagt.
Door de oppositie werd de burgemeester bestempeld als versterking
van het VVD-standpunt in het college. Dit werd door de burgemeester ten
stelligste bestreden. Zijn lidmaatschap van de VVD is niet relevant voor zijn
functie als burgemeester en voorzitter van de gemeenteraad. Hij valt dus af als
VVD in de gemeenteraad.
In het duale stelsel is de wethouder in theorie
onafhankelijk van de raad en dus is zijn politieke afkomst minder belangrijk.
Maar hij is wel door de VVD kandidaat gesteld. Maar dat was nog de lijst onder
aanvoering van Eva Eigenhuijsen.
Wie nu de echte VVD-vertegenwoordiger is zal nog wel
blijken. Uit haar eerste optreden is wel duidelijk geworden dat de lijst
Eigenhuijsen een eigen geluid zal laten horen. Binnen de coalitie heeft Trots
liberaal de sleutelrol. Als Eva voldoende ondersteuning krijgt, en waarom niet
van een deel van de VVD-achterban, zou zij wel eens van meer invloed kunnen
zijn dan de officiële VVD-vertegenwoordiging. In deze vergadering was dat in
ieder geval al zo. Er hoeft maar één lid van de coalitie ziek of met vakantie te
zijn en zij heeft de beslissende stem.
Boeiend is ook waar de VVD-wethouder meer naar zal
luisteren, naar het landelijke VVD-geluid of naar het plaatselijke.
Hommerzaad
Er was ook nog een normaal voorstel voor het bestemmingsplan
Hommerzaad. Ook dat liep af zoals bedoeld. Er werd zelfs unaniem mee ingestemd.
Een amendement om niet na tien jaar te kijken of alle volgens plan verliep maar
na vijf jaar werd omgebogen naar een motie, die ook door allen inclusief de net
herbenoemde wethouder, die dus niet formeel wist of hij wel portefeuillehouder
zou blijven, omarmd. Deze wens en ook een suggestie een bankgarantie te vragen als
zekerheidsstelling voor de financiële belangen van de gemeente kon niet meer in
de overeenkomst worden verwerkt. Het sluiten van de overeenkomst is een taak
van het college en inmiddels hebben beide partijen ondertekend; te laat dus. Er
was nog een vraag over het tijdstip van ondertekenen. Volgens die overeenkomst
zou dat binnen twee weken na de ter visielegging gebeurd moeten zijn. Dat was
niet het geval. Er werd gevraagd naar de reden daarvan. Ook de provincie had
daar in zijn zienswijze een opmerking
over gemaakt. Zowel de vraag uit de raad als van de provincie werd afgedaan met
de mededeling dat de overeenkomst was getekend alvorens het bestemmingsplan
werd vastgesteld. Daarmee werd de vraag, die ik in een voorbeschouwing opperde,
waarom er zoveel tijd is verlopen tussen tervisielegging en behandeling in de
raad beantwoord. De overeenkomst was niet ondertekend. Waarom niet? En met die
vraag bijt de hond in zijn eigen staart.
Toch nog iets positiefs: ook met Litjens komt het goed.
Alles bij elkaar een slordig toneelstuk met toch wel een
paar lichtpuntjes. Nog maar even optimistisch blijven.