dinsdag 12 januari 2010

Beeldkwaliteitplan Binnenstad

De tijd gaat vlugger dan je denkt. Vandaag loopt de termijn af waarbinnen je een zienswijze over het beeldkwaliteitplan van de gemeente kon indienen. Hieronder mijn bijdrage daarvoor. Denk nu niet dat daarmee alles over het plan valt op te merken ook is opgemerkt. Het zou goed zijn als zeker allen ondernemers en bewoners van de binnenstad hier aandacht aan besteden. Maar ook voor bezoekers van het centrum is het belangrijk een mening te geven over het aanzien van de binnenstad.




Geacht college,

Met grote tegenzin lever ik hierbij, in de door u gevraagde vorm van een formele zienswijze, mijn bijdrage aan het tot stand komen van het beeldkwaliteitplan. Die tegenzin wordt geïllustreerd door het volgende citaat uit het plan zelf. Op pagina 7 onder punt 1.3 staat het volgende te lezen:

“Middels dit BKP wil het gemeentebestuur de discussie over en het enthousiasme voor beeldkwaliteit verder brengen en zo gezamenlijk met betrokkenen het aanzien van de stad verbeteren.”

De wijze waarop dit plan is gepresenteerd en nu in procedure wordt gebracht is volgens mijn zienswijze regelrecht is strijd met bovengenoemde doelstelling. Van “discussie over” is nog geen sprake geweest en “enthousiasme voor” zal moeten worden gewekt en dat gaat niet van zelf. Al eerder heb ik gewezen op de noodzaak dit plan breed te presenteren en het, voordat er over wordt beslist, te bespreken en dan niet alleen met ondernemers maar ook met bewoners van de binnenstad. In de voorbereidende vergadering van 15 december 2009 heb ik gebruik gemaakt van het spreekrecht om hier aandacht voor te vragen. Hierop is nog door het college, noch door de raad inhoudelijk gereageerd.

Het beeldkwaliteitplan gaat veel verder dan wellicht velen, waaronder ik zelf, aanvankelijk hebben gedacht. Het gaat niet alleen over reclameborden, zonneschermen en straatmeubilair. Het is een herijking van de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie 1993 van Ralph Erskine en de daarop gebaseerde beleidstukken gezien vanuit de visie op het aanzien van de binnenstad. Naast de visies op verkeer, wonen en werken vormt het zo de basis voor het bestemmingsplan en voor toekomstige en al op gang zijnde ontwikkelingen.

Nadere informatie en discussie over de grondslagen die uiteindelijk hebben geleid tot de voorschriften en aanbevelingen is nodig om in een zienswijze niet te verzanden in schriftelijke polemiek over allerlei details. Een zienswijze is niet geschikt om te discussiëren over de vraag waarom zonneschermen alleen op de begane grond mogen worden toegepast en niet bij bovenverdiepingen. Er zijn gebouwen waarbij ik me zo’n beperking kan voorstellen, maar moet het dan overal worden verboden? Hoe ik de bepaling moet interpreteren dat zonnecollectoren mogen worden toegepast als zij het aanzien van het dakvlak niet verstoren of door hun afmetingen gaan overheersen is mij ook niet duidelijk. Zo zijn er nog legio voorbeelden aan te halen.

Belangrijk vind ik nog wat de gemeente zelf gaat doen om de openbare ruimte te laten voldoen aan de opvattingen van het beeldkwaliteitplan en hoe ondernemers en bewoners worden gestimuleerd om geconstateerde tekortkomingen te verbeteren.

Het zal u duidelijk zijn dat volgens mijn zienswijze er eerst een communicatieslag moet worden gemaakt alvorens over het plan kan worden beslist. Vol enthousiasme zal ik aan een openbare bespreking van het belangrijke plan deelnemen.

Met vriendelijke groeten,

w.g. L.J.T. de Vreede

Geen opmerkingen:

Een reactie posten