zaterdag 26 januari 2013

2013-14 Maar weer eens.. Wisseveld,

Het Wisseveld is weer eens in het nieuws. De Gelderlander deelde mee dat GBB grond in de uiterwaarden heeft gekocht van Ballast Nedam. Dat geeft natuurlijk weer aanleiding tot allerlei speculaties. Bouw van paalwoningen is, als je Jacques Leurs wilt geloven een stuk dichterbij. Dat zou ik wel willen, maar ik kom niet verder met op te merken dat ik als ik naar Escharen rijd een stuk dichter bij de Zuidpool ben dan hier aan mijn bureau.

Volgens GBB is het een strategische aankoop en de reactie van de wethouder laat voor mij een beetje het midden tussen: ik weet het ook niet en ik mag er niets over zeggen.

Dus resteert op dit moment niets anders dan ook maar op basis van de wel bekende gegevens zelf een betekenis te zoeken van het begrip “strategische aankoop”, want dat is de meest concrete uitspraak in dit verhaal.

Allereerst is de aankoop niet nieuw. Volgens de Gelderlander heeft de overdracht al in mei 2012 plaatsgevonden. Dat lijkt op een verband met het afbreken van de onderhandelingen over de beëindiging van het contract tussen gemeente en GBB. Nu is er al lang een relatie tussen Ballast Nedam en GBB over dit gebied. Ballast Nedam (BN) is al vanaf het begin van de negentiger jaren bezig met het ontwikkelen van een wildwaterkanobaan in de uiterwaarden en was ook de eerste die een plan ontwikkelde voor het Wisseveld. BN heeft de plannen daarvoor en vermoedelijk ook gronden al een jaar of zeven geleden overgedragen aan GBB.

Dat de ondergrond van de waterbaan daarbij in BN-handen bleef is ook logisch. In de loop van 1993 zag het er naar uit dat de kanobaan zou kunnen worden gerealiseerd. Het bestemmingsplan daarvoor is door de gemeenteraad vastgesteld en nog steeds van kracht. De hoogwaterperiodes van de twee volgende winters gooiden echter roet in het eten. Het beleid van Rijkswaterstaat voor activiteiten in de uiterwaarden werd aanzienlijk strenger. Je mocht bij wijze van spreken daar nog geen paaltje in de grond staan. Waar Rijkswaterstaat eerst volop meewerkte ontstond nu tegenwerking. Maar BN gaf niet op, zelfs niet toen in het ontwerp voor het Wisseveld van BN zelf de kanobaan geen plaats had. BN had duidelijk hoop op financiële compensatie voor de beleidswijziging bij het rijk. Aangezien de rol van de gemeente met het vaststellen van het bestemmingsplan in feite was uitgespeeld (de raad wilde geen actieve rol in de ontwikkeling van de baan) speelde de rest zich af buiten het gezichtsveld van de gemeente. Wel weet ik dat de kanobaan nog niet zo erg lang geleden nog steeds niet officieel van de baan was. Nu de grond is overgedragen is dat kennelijk wel het geval.

Een beetje terzijde, maar wellicht toch nog van belang is dat BN ook nog plannen had voor de bouw van een electriciteitscentrale bij de stuw en wel aansluitend aan kanobaan en vispassage. Ook daarvoor had BN al grond in handen. Die grond zou nog steeds eigendom van BN zijn. Dat is eenvoudig na te gaan.

De overdracht van BN naar GBB past dus in de hele gang van zaken en is dus niet echt schokkend. Wat is nu de strategische betekenis daarvan? In het artikel in de Gelderlander wordt de indruk gewekt dat deze grond zou kunnen worden afgegraven als compensatie voor het verlies van ruimte in de uiterwaarden door de bouw van de paalwoningen op de zogenaamde EMAB- locatie. Is dat zo?

Hiervoor heb ik er op gewezen dat het beleid van Rijkswaterstaat voor activiteiten in de uiterwaarden na de hoogwaterperiodes veel strenger werd. Volgens veel gemeenten zelfs onnodig star. Daarom kwam vanuit de Vereniging Nederlandse Riviergemeenten (VNR), waarin de gemeente Grave -als medeoprichter- een prominente bestuurlijke rol speelde, een dringend verzoek aan het rijk deze “richtlijn ruimte voor de rivier” aan te passen. Veel gemeenten waren immers al ver gevorderd met het ontwikkelen van woon- en bedrijfsgebieden in de uiterwaarden. Natuurlijk was het een ieder wel duidelijk dat we voorzichtiger met de buitendijkse terreinen moesten omspringen dan in het verleden. Een stomweg “nee” vervangen door een zorgvuldige afweging van belangen was toch wenselijk. Er is heel wat overleg gevoerd, ook in het kader van de ontwikkelingen van plannen voor Rijn en Maas. Vanwege de lange duur van het overleg is daarom een Experiment Met Aangepaste Bouwvormen (EMAB) gestart. 15 Projecten die bij strikte toepassing van de richtlijn ruimte voor de rivier niet zouden kunnen worden gerealiseerd zouden toch een kans krijgen. Één van die experimentele projecten was de bouw van woningen op het terrein van de voormalige betonfabriek in Grave. Voor het rijk zou dat betekenen dat een ongewenst bedrijf uit de uiterwaard zou verdwijnen, maar omdat rendabel te kunnen doen moesten er wel woningen komen (om het weghalen van het bedrijf te financieren). Door “aangepast bouwen” zou dat op verantwoorde wijze kunnen. Grave had met 14 anderen een streepje voor op de rest van Nederland. Zwak punt was wel dat de experimentele plannen uitvoeringsgereed moesten zijn en dat was dit project bij lange na niet.

Inmiddels zijn we een flink aantal jaren verder. Er is een nieuw beleid voor de grote rivieren vastgesteld en daarmee is nu duidelijk wat wel en niet mag. De voorsprong die Grave had als één van de vijftien is inmiddels achterhaald. Dat bouwen op die locatie zeker niet mag kun je niet zeggen. Ook in de uiterwaarden en bij het rijk weet je nooit hoe een koe een haas vangt, maar de kans op toestemming acht ik niet groot. De beleidslijn kent eigenlijk geen categorie “absoluut niet”, het rijk zal dus nooit beginnen met “nee” zeggen. Het is vooral “nee, tenzij” en “ja, mits”. Het zou mij verbazen als woningbouw daar in de categorie “ja, mits” zou vallen. En om in de categorie “nee, tenzij” toestemming te krijgen moet je wel met heel zwaarwegende maatschappelijke belangen aankomen. Ik zie die niet. Het bestemmingsplan geeft nog steeds als bestemming de combinatie “waterstaatkundige doeleinden” met “Natuur, uiterwaard” aan voor de locatie zelf en allerlei deelbestemmingen verband houdend met de kanobaan voor de grond die nu is overgedragen. Dat Grave een tekort heeft aan bouwlocaties zal ook niet aan te tonen zijn. De afgraafmogelijkheid als compensatie komt dan niet eens ter sprake en bovendien is het de vraag of het veel indruk zal maken. Bij de kanobaan heeft het ook niet geholpen.

Wat ik hier boven heb geschreven zal GBB ook wel bekend zijn. Zij zullen de bouwmogelijkheden daar, nog afgezien van de markt, op korte termijn dan ook wel niet zien zitten. Volgens mij resteert dan alleen nog het gezegde “gedeelde smart is halve smart”. En dan kom ik natuurlijk bij het contract tussen gemeente en GBB. Wat daarin staat mogen wij niet weten. Wat we wel weten is dat de gemeente en GBB ieder voor 50% deelnemen in de grondexploitatie. Dat komt aardig overeen met “gedeelde smart..enz” en het gaat over grond. Dat de gemeente via het contract betrokken is bij de grondtransactie zou een redelijke verklaring kunnen zijn voor het begrip “strategische aankoop”.

Van mij is dit speculatie. De wethouder kan, als mijn conclusie onjuist is, het rechtzetten door te verklaren dat de gemeente nu en in de toekomst op generlei wijze betrokken is bij deze transactie. Met dat openbaar te maken kan hij ook het financiële en economische belang van de gemeente niet schaden. Welk raadslid gaat deze vraag stellen? Of eigenlijk zou ieder raadslid hier al uitsluitsel over moeten kunnen geven. Zij kennen het contract immers wel.
Wij mogen niet weten  wat er wel in het contract staat. Mogen we dan wel weten wat er niet in staat?

Heeft de gemeente eigenlijk nog wel grip op dit gebied? Ik heb al geconstateerd dat de huidige bestemming natuur, uiterwaard en kanobaan is. In de bepaling heb ik geen wijzigingsbevoegdheid kunnen vinden. Alleen de bekende “toverformule” komt er in voor.

Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in bouw verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Zeker omdat het gebied ook een waterstaatkundige bestemming heeft lijkt mij toepassing van deze toverformule om woningbouw toe te laten niet kansrijk.

De regionale woonvisie is er nog niet. Het zou mij toch verbazen als daarin zou staan dat het verantwoord is een deel van de uiterwaarden alsnog een woonbestemming te geven zonder daarvoor andere locaties op te heffen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten